Inloggen
Gezagvoerder

Hempel, Carl Friedrich

Naam: Hempel, Carl Friedrich
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
FREDERIC DE ZESDE 1815 Fregat Sailing Vessel 12954 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Carl Friedrich Hempel werd geboren te Wolgast in Pruisen op 24 augustus 1801 en overleden in 1843.

Hij trouwde met Josina Cornelia Verschoor, geboren te Leiden op 16 januari 1800.

Carl Friedrich Hempel werd geboren op 24 augustus 1801 in het Pruisische Wolgast als zoon van Paulus Hempel en Anna Catharina Schmidt. Nadere gegevens over zijn jeugd ontbreken. Hij vestigde zich vóór 1828 te Rotterdam.

Hij huwde te Rotterdam op 20 augustus 1828 met de uit Leiden afkomstige Josina Cornelia Verschoor, geboren op 11 januari 1800 en overleden op 03 februari 1882. Op 22 mei 1829 werd hun dochter Carolina Frederika geboren aan de Jan Slijpersteeg te Rotterdam. En op 16 november 1832 kwam zoon Pieter Lambertus, geboren in een huis aan de Boompjes. Niet lang daarna betrok het gezin een woning aan de Bierhaven (Wijk A nr. 230), waar de tweede zoon Karel Fredrik Johan werd geboren. Daarna verhuisden ze wederom en wel naar de Grote Draaisteeg, waar ze in juni 1836 woonden. Op dit adres werden twee dochters geboren: Josina Cornelia, (25 juni 1836) en Anna Catharina ( 04 augustus 1838). De eerstgenoemde overleed op 25 februari 1841 en het op 05 juli 1841 geboren dochtertje kreeg de namen van haar overleden zusje.

De loopbaan van Carl F.Hempel als gezagvoerder moet omstreeks 1834 zijn begonnen. Hij kreeg in dat jaar een aanstelling als gezagvoerder op het fregat “De Jonge Adriana”, varend voor A.van Hoboken te Rotterdam. Hij was opvolger van de Katwijker Maarten Schaap. Hij maakte diverse reizen naar Oost-Indië. In 1834 werd hij lid van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” en voerde vlagnummer R68. Hij was eveneens lid van het Amsterdamse college Zeemanshoop met vlagnummer 438, later gewijzigd in 325. Hij overleed op 04 juni 1843 aan de Westewagenstraat te Rotterdam. Aangevers waren Hendrik Reiniers, koopvaardijkapitein (Bierhaven Wijk A. nr.395) te Rotterdam en Johannes Rooyackers, schoenmaker. Zijn vrouw en kinderen bleven in Rotterdam wonen en kregen een uitkering van het Rotterdamse zeemanscollege ( in 1849 ƒ225,60. Zij vertrok voor korte tijd naar Hoedekenskerke, maar keerde toch weer terug naar Rotterdam. Josina overleed op 01 februari 1882. Zoon Pieter Lambertus werd zeeman005.

Gegevens ontleend aan Rimkus005, maar voor een volledig overzicht raadplege men het origineel, waaronder de reisschema’s met de gevoerde ladingen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.F.Hempel (adres A.van Hoboken & Zn) werd met nr.438 effectief lid van Zeemanshoop per 06 oktober 1835 op voorspraak van H.G.Bergveld. Zijn schip was "De Jonge Adriaan"002.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 29 september/06 oktober 1835 werd voorgedragen/benoemd als effectief lid Carel Friedrich Hempel, oud 34 jaar, voerend het fregat “De Jonge Adriana”, wonende te Rotterdam en met als adres J.Bondix te Rotterdam, op voordracht van H.G.Bergveld023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 27 november 1837. "ingevolge Art.35 van het Reglement moet de kapt (terwijl hij voor Rottm is varende) dubb Contr betalen"003

 

C.F.Hempel was met vlagnummer R68 van 1834 t/m 1843 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 15 juni 1843 staat een verzoek om uitkering van de wed. kapitein C.F.Hempel geb. J.C.Verschoor uit Rotterdam. Deze werd haar toegestaan in de vergadering van 27 juli 1843 voor haar en 5 kinderen ingaande 01 augustus 1843.042.

 

In de notulen dd 08 augustus 1843 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat het verzoek van H.C.Verschoor, de weduwe van kapitein C.F.Hempel om een uitkering welke werd toegestaan per 01 augustus 1843 voor haar en haar 5 kinderen.023.

 

In het Jaarverslag 1849 van de Maatschappi tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf vermeld dat de weduwe C.F.Hempel een uitkering krijgt van f 225,60,- voor onderstand en schoolgeld van haar en haar drie kinderen. In 1851 is er ondersteuning voor haar en haar 2 kinderen van f 200,40; in 1855 voor haar en één kind f 175,- Tevens is er sprake van een financiële bijdrage ad f 33,- voor de opleiding van haar zoon K.F.J.Hempel als stuurman.

In 1858 is de uitkering nog f 170,-, nu alleen voor ondersteuning van haar en één kind en geen schoolgeld meer. In 1859 was de uitkering voor haar en nog 6 maanden voor een kind gedaald tot f 160,-058.

 

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer            jaren            type        scheepsnaam           naam reder/boekhouder

        438                    1835           fregat     De Jonge Adriana   A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

        325                1836-1841     fregat     De Jonge Adriana   idem

                                    1842           geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt C.F.Hempel als gezagvoerder gedurende:

*    1835 t/m 1842 op het fregat “Jonge Adriana”, gebouwd in 1818, 400 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1842 te Batavia afgekeurd.

 

Overige bijzonderheden

“Uit de stortingsregisters van het college “Zeemanshoop” blijkt dat Dirk Jan Bulsing, D.Charlau, Carl Friedrich Hempel, S.van de Koppel, Joannes Andries Scott en F.W.E.Schuchard een maandgage van negentig gulden genoten. Zij waren in dezelfde periode actief in de Oost-Indië vaart als Douwe de Boer, dat wil zeggen in de jaren dertig en veertig van de negentiende eeuw” (die had een maandgage van honderd gulden).005

 

C.F.Hempel verzorgde per 19 januari 1837 vanuit Hellevoetsluis met de “Jonge Adrianan” een troepentransport van 4 officieren en 20 manschappen. In St. Georg d’Elmina” werden nog 80 Afrikaanse recruten ingenomen.Hij arriveerde te Batavia op 19 juni 1837 na 151 dagen065*.

Op 11 juli 1839 vertrok hij vanuit Hellevoetsluis met de “Jonge Adriana” en een troepentransport van 2 officieren en 22 manschappen. In St. Gerorg d’Elmina werden 67 Afrikaanse recruten ingenomen, waarvan er onderweg 3 overleden.Hij arriveerde te Batavia op 07 december 1839 na 149 dagen065.