Inloggen
Gezagvoerder

Jaarsma, Teen Louwz

Naam: Jaarsma, Teen Louwz
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 4
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
WILLEM EGGERTS 1885 Bark Sailing Vessel 7317 Bekijk schip
PIETER SCHOENMAKERS 1856 Bark Sailing Vessel 15027 Bekijk schip
JANTJE MEIER 1856 Schoener Sailing Vessel 15122 Bekijk schip
ZWERVER 1860 Bark Sailing Vessel 17999 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Teen Jaarsma werd op 05 september 1840 te Schiermonnikoog geboren als zoon van Louw Folkerts Jaarsma en Anke Teens Teensma.

Hij trouwde op 19 december 1866 als stuurman te Schiermonnikoog met Martha Alida Teensma, geboren te Schiermonnikoog op 12 januari 1844 als dochter van Gerrit Jans Teensma en Neeltje Haikes Zeilinga. Zij overleed op 21 juni 1914 te Den Helder. Het overlijden werd op 20 juli 1914 eveneens aangegeven te Schiermonnikoog.

Teen overleed te Soerabaya op 20 oktober 1886.

 

Java Bode 25 oktober 1886

De Soerabaija Courant meldt het volgende treffende geval van overlijden van kapt. Jaarsma van de WILLEM EGGERTS, die de 19e j.l. nog gezond en wel was te midden zijner collega’s, de nacht daaraanvolgende naar het hospitaal werd gebracht en de 20e j.l. een lijk was. Hij was onvoorzichtig geweest met het gebruik van veel ijswater toen hij sterk bezweet was. Deze zeeman was overigens een bedaard mens, die waarlijk geen gekheden deed. De ongelukkige laat een weduwe met kinderen na

 

Het echtpaar kreeg als kinderen:

*    Louw Jaarsma, geboren 29 oktober 1867 te Schiermonnikoog. Deze huwde te Schiermonnikoog op 14 juni 1898 met Aukje Wiebes, dochter van Jacob Martens Wiebes en Aafke Jeppes Teensma. Overlijdensgegevens van Louw niet in Friesland teruggevonden. (opm) Louw overleed op 20.10.1908 te Livorno als kapitein van het s.s. LEDA.

*    Gerrit Jaarsma, geboren 11 augustus 1875 te Schiermonnikoog. Hij overleed te Schiermonnikoog op 29 april 1892.

Bron: Tresoar

 

In de Bevolkigsregisters 1870-1880 en 1880-1917 te Den Helder komt geen T. Jaarsma voor.

 

Portretten van Teen Louwsz Jaarsma en Martha Alida Teensma staan op p. 73 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

T.L.Jaarsma was met vlagnummer 83 in de periode 1867 t/m 1886 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”. (werd in de ledenlijst van 1867 aangeduid als T.S. Jaarsma).

Hij was met vlagnummer 10 in de periode 1877 t/m 1886 lid van het Helderse zeemanscollege “Goede Bedoeling”.

 

Er is in de ledenlijsten uit de Almanak van Sweys en de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart enige verwarring omtrent de initialen, die met zowel T.J. als T.L zijn aangeduid. Er is aangenomen, mede op grond van de vermelding van schepen, dat in alle gevallen van T.L.Jaarsma sprake is.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt T.L.Jaarsma als gezagvoerder gedurende:

*    1868 t/m 1870 van de 2/msch “Zwaluw” ex Jantje Meijer, gebouwd in 1856 te Groningen, 191 ton o.m., varend voor de Gebr. Middelhof te Purmerend,

Bouma025 , Sweijs021 en  ook van Sluijs013 vermelden C.W.Jaarsma als gezagvoerder in:

*    1871 t/m 1875 op de bark “Tjilingsie” ex Pieter Schoenmaker, gebouwd in 1856 te Vlaardingen, 690 ton o.m., varend voor N.Brantjes te Purmerend.

Ik neem aan dat hier sprake is van foutieve initialen en dat het ook hier gaat om Teen Louwz Jaarsma

*    1876 t/m 1880 op de bark “Tjilingsie” ex Pieter Schoenmaker, gebouwd in 1856 te Vlaardingen, 690 ton o.m., varend voor N.Brantjes te Purmerend;

*    1881 t/m 1885 van de bark “Zwerver” ex Strathdon, gebouwd in 1860 te Aberdeen, 1010 ton o.m., varend voor N.Brantjes te Purmerend.

             In navolgend verslag in het tijdschrift “De Zee” wordt als bouwjaar opgegeven “1859 te Aberdeen, welke plaats gerenommeerd is voor bizonder goeden bouw; … “

*    1885 t/m 1886 van de ijzeren bark “Willem Eggerts”, gebouwd in 1885 te Paisley, 1535 ton o.m., varend voor N.Brantjes te Purmerend.

 

T.L.Jaarsma was in 1885/1886 kapitein van de ijzeren bark “Willem Eggerts”, gebouwd in 1885 bij McIntyre, Paisly, Clyde, Schotland, 1298 ton, varend voor rederij N.Brantjes te Purmerend052.

 

Een afbeelding van de ijzeren bark “Willem Eggerts” staat op p.64 Het portret is in bezit van W. Maris-Faber te Schiermonnikoog.

 

 

 

Een afbeelding van de bark “Zwerver”staat op p. 72 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp. Het portret hangt in hotel van der Werff te Schiermonnikoog

 

 

Overige bijzonderheden

In een artikeltje in het Noord-Hollands tijdschrift “De Speelwagen” uit 1951, 6de Jg. p.38-40 staat een herinnering van C.Oud uit Purmerend onder de titel “`Zeilschepen te Purmerend op het eind van de 19de eeuw”.

“De firma Brantjes (een houthandel in Purmerend) had zelf ook zeilschepen, waarvan ik mij nog de barken “Christoforos” en “Koophandel” en de brik “Marie” herinner. De “Koophandel” is in de Oostzee gestrand en verlaten, en de “Marie” na aanvaring in de Oostzee voor sloop verkocht.

“…De firma Brantjes had ook nog een mooi ijzeren zeilschip, de “Willem Eggerts”, een schip, dat nooit in Purmerend kwam, in tegenstelling met de “Koophandel” en de “Marie”, die als regel in Purmerend overwinterden.”

 

In (vermoedelijk) de Nieuwe Dokkummer Courant, waarvan ik de aflevering plus jaar niet heb gekregen, staat een rubriek “Uit de oude foto-doos” door Bram Spier. Daarin een brief van ene Epke van der Geest (85 jaar) uit Ameland, die zegt zich te herinneren dat ene Douwe Borsch in het laatst van de vorige eeuw (dus de 19e eeuw) heeft gevaren op de “Willem Eggerts” onder kapitein Janneke Grilk. “In 1940 zag Dirk Borsch (de zoon van Douwe Borsch) op een wandeling door Amsterdam bij een kunsthandelaar of antiquair een olieverfschilderij hangen waarop de “Willem Eggerts” was afgebeeld. … Hij heeft er f200,- voor betaald. … Tegenwoordig is het schilderij in het bezit van een dochter van Dirk Borsch die in Alkmaar woont. …

Na deze telefonische informatie die we vanaf Ameland ontvingen, bracht de post ons een brief van de heer H.KONING van Schiermonnikoog, die ons het volgende berichtte: Er bestaat nog een schilderij van de ‘Willem Eggerts’ nl één uit 1885, van de hand van de her JAARSMA. Dit schilderij hing omstreeks 1912 in de zeevaartschool. … Toen ik in 1957 benoemd werd aan de openbare lagere school op het eiland hing daar in de klas hetzelfde schilderij als in de zeevaartschool. …

Het bijzondere van de ‘Willem Eggerts’ is toch wel geweest dat in de 25 jaar dat het schip onder de Nederlandse vlag gevaren heeft steeds onder commando is geweest van een kapitein van Schiermonnikoog: TEUNIS JAARSMA 1885-1886; FEYE KARST 1887; JANNEKE GRILK 1888-1899; HENDRIK FEYES 1899-1910. Het schip werd daarna verkocht naar Natal.”

 

Een journaal van een reis van de “Willem Eggerts” bevind zich in het archief van het Bezoekerscentrum op Schiermonnikoog. Het behandelt c. 1905 een reis onder kapitein Feyes naar NOI.

 

In het tijdschrift “De Zee”, jg.1881, p.201-216 en 281-330 staat een uitvoerige briefwisseling tussen de rederij Brantjes te Purmerend resp. Permanente Commissie uit de Amsterdamsche Reederijen met de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren. De laatste verstrekt certificaten van zeewaardigheid die voor het Ministerie van Koloniën redenen zijn om schepen al of niet een bevrachtingsopdracht naar NOI te verstrekken. De correspondentie van reder Brantjes vindt zijn aanleiding in het eisenpakket voor reparatie van de assurantiemaatschappij voor het schip “Zwerver” onder kapitein T.L.Jaarsma. Brantjes vindt deze eisen absurd en wijt dit mede aan de onoordeelkundigheid van de inspecteurs van de assuradeur.

Omdat een dergelijk geval zich ook heeft voorgedaan bij een beoordeling van het schip “Admiraal de Ruiter” van reeder F.R.P.Victor (kapitein G.H.Timmerman) veralgemeniseert de Permanente Commissie de discussie tot de werkwijze van de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren. met af en toe referentie naar de strijdpunten omtrent de “Zwerver” en de “Admiraal de Ruiter”. De correspondentie is af en toe behoorlijk fel en verzandt, vooral door de opstelling van de Assuradeuren,  (mening van Parma) tot een wellis-nietes discussie, zonder dat er een compromis wordt bereikt.

Tijdschrift staat op zaal in het Scheepvaartmuseum te Amsterdam.