1838
Op 7 juni 1838 werd eerste zeebrief verstrekt voor de GERHARDINA, aangevraagd door H. van Hoorn, Amsterdam, voor kapt. J. Löschen. Waarschijnlijk heeft de tjalk eerst een jaar als binnenvaarder gevaren.
AB 051138
Delfzijl, 28 oktober. Uitgezeild. GERHARDINA, kapt. J. Löschen, van Amsterdam naar Leer.
AB 191138
Leer, 2 november. Binnengekomen. GERHARDINA, kapt. J. Löschen, van Amsterdam.
1839
AH 080339
Carga lijsten Amsterdam. Norden. GERHARDINA, kapt. J. Löchen, 7 last rogge, 7 last garst, van Hoorn en Comp.
AH 220639
Delfzijl 16 juni. Binnengekomen. GERHARDINA, kapt. J. Löschen, van Bremen naar Edam.
1840
AH 140440
Delfzijl, 9 april. Uitgezeild. GERHARDINA, kapt. J. Löschen, van Amsterdam naar Leer.
ZP 281240
Rendsburg, 21 december. Liggen ingevroren de schepen: JUFFER ANNA, kapt. Scholtens, CONCORDIA, kapt. Mandema, VROUW MARGARETHA, kapt. Hazewinkel, MARGARETHA, kapt. Scholtens, CATHARINA, kapt. Duintjer, GERHARDINA, kapt. Christoffersen Löschen (opm: tjalk, kapt. Jan Christoffel Löschen), WEBBINA, kapt. Kuijper, en BERENDINA, kapt. Rasker.
1843
AH 141143
Terschelling, 10 november. Binnengekomen GERHARDINA, kapt. M.T. Christoffels (opm: tjalk, kapt. Jan Christoffel Löschen), van Dantzig (opm: Gdansk), als bijlegger door schade.
1844
RC 100844
Rotterdam, 9 augustus. De tjalk GERHARDINA, kapt. J.C. Löschen, met stukgoederen van Amsterdam naar Hamburg, is, volgens brief van Norden van den 2 dezer, den vorige avond aldaar met schade binnengelopen, zijnde op het Vriesche Wad door een turfschip aangezeild geworden; de lading scheen niet beschadigd te zijn.
AC 130844
Norden, 7 augustus. Het schip GERHARDINA, kapt. Losschen (opm: tjalk, kapt. Jan Christoffel Löschen, zie ook RC 100844), van Amsterdam naar Hamburg, al onder reparatie liggende, is gisteren door de bliksem getroffen, waardoor de mast geheel verbrijzeld is; hetzelve heeft echter geen verdere schade bekomen.
1845
AC 061245
Bremerhaven, 29 november. Het schip GEERTINA, kapt. Losschen (opm: tjalk GERHARDINA, bouwjaar 1837, kapt. Jan Christoffel Löschen), van Bremen naar Groningen, is de 26e dezer op de hoogte van Duinkerken (opm: ‘enigszins’ uit de koers geraakt !) totaal verongelukt. Van de equipage is alleen de kapitein gered.
DC 091245
Volgens brief van Bremerhaven, van 29 november, is die dag aldaar aangekomen kapt. J. Löschen, welke den 26 op Duinkerken zijn van Bremen met rogge en boekweit naar Groningen bestemd schip GEERTINA (opm: GERHARDINA, zie AC 061245), geheel verloren heeft. De schipper is, na zich twaalf uren aan de mast van zijn vaartuig vastgeklemd en even zo lang op het strand gezworven te hebben, door een boot van het vuurschip PILOT gered. De overige bemanning, uit twee personen bestaande, heeft de dood in de golven gevonden.
Op 26 december 1845 werd de zeebrief door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Delfzijl naar Den Haag geretourneerd onder vermelding ‘schip is verongelukt’, waarna op 29 december royement volgde.