1797
In het eigendomsbewijs van 26 januari 1815 worden de Bermuda’s opgegeven als de plaats waar het schip is gebouwd, vermoedelijk van het daar groeiende cederhout. Het bouwjaar heeft Marhisdata kunnen traceren uit de digitale registers van Lloyd’s waarin niet het bouwjaar maar de leeftijd wordt aangegeven. LR 1810 zegt FORTUNA, brik, J. Sikkes, Amerikaans, 181 ton, 13 jaar oud, dus bouwjaar 1797; LR 1815 idem, 18 jaar oud, en LR 1818 idem, 21 jaar oud.
Het eerst in 1828 opgerichte Bureau Veritas zegt in haar register van 1830: HORTENSE, bouwjaar, 1810 met vraagteken. 3 masten, 375 ton?. In 1809 wordt de brik voor het eerst in een Nederlandse krant genoemd. De geschiedenis vanaf 1797 tot 1809-1814 kon nog niet worden achterhaald.
1809
KC 031109
Volgens een brief van Riga, van den 11de van wijnmaand (opm: oktober), waren weder vrijgegeven de schepen THEODORA ANTOINETTA, kapt. Joh. Heinr. Ludering; DIE ACHT GEBRÚDER, kapt. Arend Middendorf; ILSABE MARIA, kapt. Nic. Saegerl; DIE GUTE HOFFNUNG, kapt. Joh. Chr. Crissahn; FORTUNA, kapt. Jan Sikkes; SCHWAGER, kapt. C.F. Jahnholz; CHRISTINA, kapt. Carl Volcker; FREDRIK, kapt. M.J. Scholl; EDUARD, kapt. J.J. Borchward; MERCURIUS, kapt. Jacob Behrens; FRIEDRICH, kapt. J.H. Bodeman; en ANNA, kapt. J.D. Witt.
1814
LCO 150614
Arrivementen te Lisbon: FORTUNA, kapt. Sikkes (opm: brik, kapt. Jan Sikkes), van Dordt.
1815
Op 20 februari 1815 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de FORTUNA, aangevraagd door G. van Hoogstraten & Zoon, Dordrecht, voor Jan Sikkes als kapitein.
DC 020315
Advertentie. Het extra op de zeilage gebouwde en tot het overvoeren van passagiers bij uitnemendheid geschikt Brikschip FORTUNA te Dordrecht in lading liggende naar Cadix (opm: Cadiz), heeft nog tien of vijftien lasten ruimte overig.
Adres bij den kapitein Jan Sikkes in de Kalkhaven, die binnen 10 à 12 dagen denkt te zeilen.
RC 260915
Rotterdam, 25 september. Den 22, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis het schip (opm: brik) FORTUNA, kapt. J. Sikkes, van St. Ubes (opm: Setubal).
1816
DC 160316
Te Dordrecht ligt in lading naar Lissabon om eerstdaags te zeilen, het snelzeilend brikschip FORTUNA, gevoerd door kapitein Jan Sikkes. Adres aan hem zelfs liggende buiten op de Kalkhaven aldaar.
RC 110716
Advertentie. R Hoijman, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink en F. der Kinderen, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegde beambte, op maandag den 22 juli 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair snelzeilend twee-deks Brikschip, genaamd FORTUNA, gevoerd door kapt. Jan Sikkes, lang over steven 85 en 1 half voet, wijd binnen zijn huid 24 voet, hol in het ruim 10 voet, het verdek hoog aan boord 6 voet, alles Amsterdamse maat, gemonteerd met 2 ijzere Gotelingen en andere Ammunitie van Oorlog, na advenant; breder bij den inventaris omschreven. Zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop. Nadere onderrigting te bekomen bij de voornoemde makelaars en bij J. Ypelaar, cargadoor.
Op 23 november 1816 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de GOEDE TROUW, aangevraagd door P.J. Wendorp, Amsterdam, voor B.D. Elmeloo als kapitein.
Op 2 december 1816 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de GOEDE TROUW, aangevraagd door P.J. Wendorp, Amsterdam, voor C. Möller als kapitein, met vermelding: oude zeebrief vervallen – wisseling van kapitein door ziekte van B.D. Elmeloo
1817
OHC 230117
Amsterdam, 20 januari. Den 10 januari is van Dartmouth vertrokken het schip (opm: brik) de GOEDE TROUW, kapt. C. Möller, van Amsterdam naar Suriname.
RC 100617
Amsterdam, 8 juni 1817. Kapt. Cornelis Möller, voerende het brikschip de GOEDE TROUW, van Amsterdam naar Suriname gedestineerd, meldt, in dato Paramaribo den 19 maart, dat, na den 10 maart (opm: hier zal 10 januari 1817 zijn bedoeld; waarschijnlijk fout van de krant) uit Dartmouth (Engelse Zuid-kust) te zijn gezeild, hij de reis met zeer vele variabele winden en stormweer heeft voortgezet, tot hij den 23 februari land ontdekte. Dan door donker weer en geen verkennis kunnende krijgen, was hij de rivier van Suriname voorbij geraakt; doch hetwelk hij door het snel zeilen van de brik in 8 dagen weder had opgewerkt en den 3 maart aan Paramaribo was gearriveerd.
Op 20 oktober 1817 werd een Turkse Pas verstrekt, voor een reis naar Suriname, voor de GOEDE TROUW, aangevraagd door P.J. Wendorp, Amsterdam, voor Christiaan (Cornelis) Möller als kapitein. Deze werd na voltooiing van de reis op 22 oktober 1818 geroyeerd.
1818
Op 20 oktober 1818 werd een Turkse Pas verstrekt, voor een reis naar Suriname, voor de GOEDE TROUW, aangevraagd door P.J. Wendorp, Amsterdam, voor Christiaan (Cornelis) Möller als kapitein. Kennelijk was het reisdoel veranderd doordat op 22 oktober een Turkse Pas werd verstrekt voor Curaçao.
1819
CCR 160119
Advertentie. Den 9de januari 1819. De ondergetekende verzoekt aan het publiek geen krediet te verlenen aan de equipage van de Nederlandse brik GOEDE TROUW, dewijl zulks door hem niet zal worden voldaan.
C. Möller, kapt.
OHC 090919
Amsterdam, 7 september. Volgens brief van Curaçao van den 24 juli, zou het schip (opm: brik) de GOEDE TROUW, kapt. C. Möller, den 26 dito van daar naar Amsterdam vertrekken.
RC 230919
Amsterdam, 21 september. Kapt. De Ronde is den 31 juli vertrokken, en met hem de schepen de GOEDE TROUW en LIEVE MOES. Dezelve heeft bij St. Domingo in goede staat gepraaid, den 4 augustus, de GONNEMIE naar Rotterdam, en ANNA MARIA naar Amsterdam.
RC 191019
Londen, 15 oktober. Te Plymouth is gearriveerd de GOEDE TROUW, kapt. C. Möller, van Curaçao naar Amsterdam; zijnde lek en hebbende 12 weken reis.
1820
RC 290220
Amsterdam, 27 februari. Sedert onze laatste is binnengekomen kapt. C. Möller (opm: brik de GOEDE TROUW) van Curaçao, laatst van Plymouth.
RC 290420
Advertentie. H.E. de Leeuw en D.A. Namias Junior, makelaars, zullen op donderdag den 4 mei, des middags te twaalf uren precies, in de Brakke Grond, in de Nes, te Amsterdam, als lasthebbende van hun Meesters, en geautoriseerd door de Agent van Lloijds, presenteren, ten overstaan van de Griffier P. Tiedeman, aan de meestbiedende te verkopen: een partij beste rijpe Porto Rico tabak, beschadigd gelost uit het schip (opm: brik) de GOEDE TROUW, kapt. C. Möller, van Curaçao, en dat bij kavelingen zo als die genummerd zullen zijn; liggende als bij notitie nader zal worden aangewezen.
RC 270720
Advertentie. R. Hoyman, J. van Nulck, J. van Ouwerkerk de Vries en J. Altena, makelaars, zullen, op maandag den 7 augustus 1820, des avonds te zes uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd de GOEDE TROUW, gevoerd door kapitein Cornelis Möller, lang 87 voet, wijd 23 voet 9 duim, hol 10 voet 4 duim, het verdek 6 voet; breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars.
Op 30 augustus 1820 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de GOEDE TROUW, aanvrager en plaats niet vermeld, voor C. Möller als kapitein.
Op 15 november 1820 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de HORTENSE, aangevraagd door N.J. de Cock & Frére, Gent, voor T.C. de Boer als kapitein.
1821
Op 27 januari en 16 augustus 1821 werd een Turkse Pas verstrekt, voor een reis naar West Indië, voor de HORTENSE, aangevraagd door N.J. de Cock & Frére, Gent, voor J.Y. van der Zweep als kapitein. Op 15 maart 1822 werd door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Antwerpen de Turkse Pas naar Den Haag geretourneerd waar deze werd geroyeerd.
RC 030321
Rotterdam, 2 maart. Van Vlissingen meldt men van den 27 passato: Tot heden de Schelde af en naar zee gezeild (o.m.) HORTENSE (opm: fregat, ex-brik GOEDE TROUW, thuishaven Gent), J.Y. van der Zweep, naar Havana;
HR 260721
Aangekomen. Antwerpen uit Havana (J.Y. van der Zweep)
HR 280921
Uit dok Antwerpen vertrokken naar ? HORTENSE (J.Y. van der Zweep)
1822
RC 280222
Amsterdam, 26 februari. Te Havana is gearriveerd J.Y. van der Zweep (opm: fregat HORTENSE, thuishaven Gent), van Antwerpen.
HR 030322
Aangekomen. Antwerpen uit Havana HORTENSE (J.Y. van der Zweep)
RC 050322
Rotterdam, 4 maart. Den 28 februari, in de vroege morgen, is ter rede van Vlissingen en vervolgens in de haven binnengekomen de Engelse sloep the GOOD INTENT, Th. Button, komende van Plymouth, met zich brengende de tweede stuurman W. Poort, met nog 14 man, zijnde de rest van de equipagie van het verongelukte Oost-Indische schip JOHANNA ELISABETH, J. Lucas (opm: fregat ELISABETH JOHANNA, kapt. Willem Lucas), van Batavia, hetwelk onlangs op de hoogte van Port-IJsak (opm: Port Isaac) is verongelukt. (opm: zie RC 160222 en 160422)
Ook is aldaar ter rede gekomen het schip HORTENSE, J.IJ. van der Zweep (opm: fregat, thuishaven Gent, kapt. Jan Ydesz van der Zweep), van de Havana naar Antwerpen gedestineerd; hetzelve is onder een provisionele quarantaine gelegd.
RC 090322
Rotterdam, 8 maart. Van Vlissingen wordt van den 5 gemeld:Den 4 dezer is van quarantaine ontslagen en naar Antwerpen opgezeild HORTENCE, J.IJ. van der Zweep (opm: fregat HORTENSE, J.Y. van der Zweep), van Havana.
HR 120422
Uit dok Antwerpen vertrokken naar ? (J.Y. van der Zweep)
RC 040522
Rotterdam, 3 mei. Van Vlissingen meldt men den 30 april:Van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild (o.m.) de HORTENSE, J.IJ. van der Sweep (opm: fregat, thuishaven Gent, kapt. Jan Ydesz van der Zweep), naar Batavia.
BC 091122
Advertentie. Passage naar Antwerpen met de snelzeilende brik (opm: reeds in 1820 vertuigd tot fregat) HORTENSE, gevoerd wordende door kapitein J.IJ. van der Zweep; zullende den 10de november vertrekken. Adres bij Colville, Jutting en Co. Batavia, 31 oktober.
1823
HR 060423
Aangekomen. Antwerpen uit Batavia HORTENSE (J.Y. van der Zweep)
DC 120423
Vlissingen, 5 april. Sedert den 1 dezer is, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen (o.m.) HORTENCE (opm: fregat HORTENSE, thuishaven Gent), kapt. J.Y. van der Zweep, van Batavia, met koffie en suiker.
DC 100623
Vlissingen, 20 mei. Den 18 en 19 dezer zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild (o.m.) HORTENCE, kapt. J.Y. van der Zweep (opm: fregat HORTENSE, thuishaven Gent, kapt. Jan Ydesz van der Zweep), naar Rio Janeiro.
DC 131223
Vlissingen, 6 december. Voor Antwerpen bestemd MARIA ADOLPHINA (opm: kof), kapt. J.H. Haverbult, van Bordeaux met suiker en wijn; DE ZWAAN, kapt. T.J. Peck, van Triëst met stukgoederen; JEANNETTE (opm: brik, thuishaven Antwerpen), kapt. H. Rose, van Batavia met koffie; HOPTEME (opm: fregat HORTENSE, thuishaven Gent), kapt. J.Y. van der Zweep, van Rio Janeiro met suiker en koffie.
1824
Op 8 maart 1824 werd een Turkse Pas verstrekt, voor een reis naar Cadix, voor de HORTENSE, aangevraagd door N.J. de Cock & Frére, Gent, voor J.Y. van der Zweep als kapitein.
DC 170424
Vlissingen, 13 april. Van den 7 dezer tot den 9 zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de JUFVROUW FENNA, kapt. C.B. Jansen, op avontuur, met ballast; HORTENCE (opm: driemaster HORTENSIE, Gent), kapt. J. van der Zweep, naar Kadix, met stukgoederen; l’HERMINA, kapt. Ch. Bauvais, naar Havre-de-Grace, met zink;
DC 141224
Vlissingen, 4 december. Van den 30 november tot heden zijn op onze rede aangekomen voor Antwerpen bestemd ROSALIA (opm: galjoot, Antwerpen), kapt. R.R. de Haan, van Liverpool met klipzout; de VROUW MARIA, kapt. S. Hubrock (opm: Simon Hubroeck), van Rio Janeiro, en HORTENSE (opm: fregat, Gent), kapt. J.Y. van der Zweep, van Sivilie (opm: Sevilla), beide met stukgoederen.
1825
AC 051025
Te Mauritius aangekomen, den 4 juni: HORTENSE (opm: fregat, thuishaven Gent), kapt. J.Y. van der Zweep, van Antwerpen.
LCO 261225
Arrivementen: In de Tafelbaai, HORTENSE, kapt. J.Y. van der Zweep, van Mauritius naar Antwerpen.
OHC 271225
Amsterdam, 24 december. Te Vlissingen is gearriveerd het schip (opm: fregat) HORTENSE, kapt. J.Y. van der Zweep, van Mauritius naar Antwerpen.
1826
DC 040226
Vlissingen, 29 januari. Van den 25 dezer tot heden voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen, en, uit hoofde van de aanhoudende vorst, in de haven alhier binnengebracht de volgende schepen: DE GOEDE VERWACHTING, kapt. J.H. Fijn, van Liverpool met klipzout; DE MARIA, kapt. John Fothering, en INDUS, kapt. T. Moriart, beide van Batavia, met suiker, thee en verfhout; ALIDA, kapt. L.R. Nieveen, van Nantes met wijn; HORTENSE, kapt. J.Y. van der Zweep, van Mauritius met suiker.
Op 2 maart 1826 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de HORTENSE, aangevraagd door N.J. de Cock & Frére, Gent, voor J.Y. van der Zweep als kapitein.
DC 180326
Vlissingen, 11 maart. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 9 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: HORTENSE, kapt. J.Y. van der Zweep, naar de Marennes met ballast; LA JOYEUSE ARRIVÉE, kapt. F. Beniest, naar Londen met boomschors;
DC 180426
Vlissingen, 11 april. Den 9 en 10 dezer voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: LES TROIS FRÈRES, kapt. H.H. Ricke van Londen met stukgoederen; HORTENSE, kapt. J.Y. van der Zweep en ENGELINA JANTINA, kapt. B.J. Wijgers, beide van de Marennes met zout;
Na terugkeer uit Marennes in april 1826 is het fregat waarschijnlijk tot half augustus 1828 opgelegd wegens onvoldoende lonend emplooi en in afwachting van betere tijden. De ongebruikelijke laatste lading, zout, normaal vervoerd in vooral koffen en smakken, was al een indicatie dat de economische omstandigheden slecht waren.
1828
Op 16 augustus 1828 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de HORTENSE, aangevraagd door N.J. de Cock & Frére, Gent, voor H.J. Netscher als kapitein.
MCO 230928
Vlissingen, 16 september. Van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild (14 september) HORTENSE (opm: fregat), kapt H.J. Netscher, naar Batavia met stukgoederen.
OHC 041028
Amsterdam, 2 oktober. Den 14 september is door kapt. H.B. Ezink, van Demerarij te Middelburg gearriveerd, bij een zware storm uit het noord oosten lopende winden tot oost zuid oost 49 graden 46 minuten noorderbreedte, 40 graden 27 minuten lengte west van Greenwich, gezien de Nederlandse brik L’AVENTURE, kapt. H.A. Kraay, van Antwerpen naar Maijo, en den 16 dito de MEEUWENSTEEN 11 mijlen ten n.w. t.w. van zich hebbende bij nog aanhoudend harde wind uit het oosten een Nederlands schip tonende Rotterdamse vlag met N°. 15, zijnde die van kapt. H.J. Netscher, voerende het schip HORTENSE, van Antwerpen naar Batavia.
1829
JC 200129
Te Batavia is gearriveerd den 18 januari het schip (opm: fregat) HORTENSE, kapt. H.J. Netscher, met twee passagiers, den 14 september vertrokken van Antwerpen.
JC 040429
Ter rede van Batavia liggende schepen: Zr.Ms. korvet ANNA PAULOWNA, en de koopvaardijschepen HORTENSE, JONGE ADRIANA, ANTHONY, LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, MANOK, CORNELIS HOUTMAN, OEY SINJO, en CONCORDIA; De brikken KATWIJK, RUBENS, NASSAU, JONGE ELIZABETH en SIA HORSE SEGAVE.
NIH 300429
Uitgevoerd, per het Nederlands schip HORTENSE, H.J. Netscher, naar Manilla:
15 kelders jenever, 8 pakken zeildoek, 40 trossen touwwerk, 284 bossen bandijzer, 15 vaten spijkers, 14 kisten kristal, 7 dito glas, 10 dito opium, 2 dozen monsters, 15 vaten messen, 800 bladen zink, 3 colissen spijkers, 50 flessen zink, alles aan boord gebleven.
1574 pikels rotting, 23 kisten glazen ruiten en Japanse goederen: Wattendorf, Hipp en Zimmermann.
92 kisten lijnwaden, 5 dito lakens, 2 dito zeildoek, 2 dito rode wollen hemden, 2 dito, dito, dito, mutsen, 1 kist grove linnen broeken: Entrepot, R. Thornton.
1 kist doeken, 1 dito buskruit, 1 baal zeildoek, 1 kist Marokkoleder, 2 vaatjes glober zout, 1 kist glas, 1 dito roze water, 1 dito glas, 2 kisten papier, 38 dito vloersteentjes: Lagnier.
JC 200629
De weeskamer te Batavia verzoekt elk en een iegelijk, die iets te vorderen heeft van, dan wel verschuldigd is aan de boedels van wijlen Barend Wijbrands Baron de Lanooij , ambtenaar op wachtgeld, Jan Otterspoor en Willem Heijtman, particuliere personen; Charles jeefpie (onleesbaar), eerste stuurman van het particulier schip CIVILIA, Hendrik Zwanen Wedel, bootsman van het particulier schip HORTENSE en John Bouwman, matroos van het particulier schip TEMANDRA, daarvan aan haar aangifte of betaling te doen, binnen den tijd van drie maanden, gerekend van heden.
Batavia, den 18de juni 1829,
De Secretaris, L. Steitz
RC 230629
Rotterdam, 22 juni. Te Batavia lagen ter rede Zr.Ms. korvet ANNA PAULOWNA; schepen OEY, SINJE, DIANA, ADMIRAAL BUYSKES, MIDDELBURG, HORTENSE, HARMONIE, AUGUSTIN; brikken PRINS DER NEDERLANDEN, DRIANUS EN JACOBUS, BENKOELEN, ROTTESTROOM, KATWYK; schoener KIM SOENHOAT.
RC 040829
Rotterdam, 3 augustus. Te Batavia lagen de 31 maart ter rede Zr.Ms. korvet ANNA PAULOWNA; korvet TRITON; schepen HORTENSE, DE JONGE ADRIANA, LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, MARIA, CORNELIS HOUTMAN; brikken KATWYK, RUBENS, NASSAU, DE JONGE ELIZABETH, DE JONGE CASPARUS, LOUISA AUGUSTA.
HR 141029
Vertrek. Batavia naar Antwerpen HORTENSE (H.J. Netscher)
1830
HR 030330
Aangekomen. Portsmouth uit Batavia HORTENSE, kapt. H.J. Netscher.
RC 160330
Rotterdam, 15 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd TWEE GEBROEDERS, kapt. Maasdyk, van Havre; HORTENSE, kapt. Netscher, van Manilla (opm: fregat, kapt. H.J. Netscher)
RC 110330
Amsterdam, 9 maart. De schepen HORTENSE (opm: fregat, thuishaven Gent), kapt. H.J. Netscher, de 14e oktober van Batavia naar Antwerpen en PARADIES, kapt. H. Adam, de 28e november van Valparaiso vertrokken, waren de 3e dezer op de hoogte van Portsmouth.
JCPB 220530
Advertentie. Te Antwerpen ligt in lading met bestemming Alexandrië het nationale fregat HORTENSE, gedubbeld in koper; kapt. J. Dobbelaere, afvaart in juni.
Op 10 juni 1830 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de HORTENSE, aangevraagd door N.J. de Cock & Frére, Gent, voor J. Dobbelaer als kapitein. Deze zeebrief werd op 2 maart 1831 geroyeerd met vermelding ‘schip behoort in de zuidelijke provinciën’.
HR 220630
Vertrokken. Antwerpen naar Alexandrië HORTENSE (J. Dobbelaere)
HR 310830
Aangekomen. Alexandrië uit Antwerpen HORTENSE (J. Dobbelaere)
1831
RC 290131
Amsterdam, 27 januari. Het schip (opm: fregat) HORTENSE, kapt. J. Dobbelaere, van Alexandrië in Egypte naar Amsterdam, is den 13 dezer te Dartmouth binnengelopen, hebbende men een gedeelte van de lading overboord geworpen.
AH 220231
Texel, 18 februari. Binnengekomen HORTENSE, kapt. J. Dobbelaere, van Alexandrië in Egypte, ligt in quarantaine.
20 februari. HORTENSE, kapt. J. Dobbelaere, van Alexandrië in Egypte, is van quarantaine ontslagen.
AH 231131
Advertentie. J.E. Lublink, A. van der Sluijs, J. Boelen, H.J. Rietveld en G.W. Sesink Clee, makelaars, zullen op maandag de 28e november 1831, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ verkopen een gekoperd fregatschipshol, genaamd HORTENSE, benevens een aanzienlijke partij scheepsgereedschappen. Nader bij notitiën vermeld en bericht bij de bovengenoemde makelaars en bij de cargadoors De Vries & Co.
(opm: bouwjaar 1797; de zeebrief was in februari 1831 reeds teruggezonden; het casco werd verkocht voor de sloop)