DC 061119
Aan deze stad zijn gearriveerd de schepen de VROUW SOPHIA (opm: tjalk), kapt. S.O. Visser, en de VROUW VOCKINA (opm: tjalk VROUW FOKKINA), kapt. D.H. de Groot, beide uit Hamburg, met ammunitie.
LC 030821
Harlingen. Den 25 juli uitgezeild de tjalkschepen de JONGE WIERD, kapt. Klaas Wierds van den Berg, de VROUW SOPHIA, kapt. S.O. Visser, beide met pannen en steen naar Hamburg.
LC 280921
Harlingen. Den 23 september binnen gekomen de tjalkschepen de VROUW SOPHIA, kapt. S.O. Visser, de VROUW FENNEGINA, kapt. A.C. Ruiten, alle met hout van Noorwegen.
RC 151022
Rotterdam, 14 oktober. Den 13 zeilde van Den Briel de VROUW SOPHIA, S.O. Visser, naar Hamburg.
RC 191122
Amsterdam, 17 november. Het schip de VROUW SOFIA (opm: tjalk VROUW SOPHIA), kapt. S.O. Visser, van Hamburg naar Amsterdam, is, volgens brief van Delfzijl van den 18 november, de vorige dag met verlies van zeilen, anker en touw, met gebroken roer en zwaard, zeer lek door een vissersvaartuig aldaar binnengebragt; moet lossen om te repareren.
RC 050824
Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen de VROUW SOPHIA (opm: tjalk), kapt. S.O. Visser, naar Hamburg;
DC 310525
Brielle, 22 mei. Gisteren avond en heden arriveerden uit zee: VROUW SOPHIA, kapt. S.O. Visser van Wismar en KETTY, kapt. J. Ansdell van Hull.
AC 120825
Texel, 10 augustus. Uitgezeild: VROUW EKA, kapt. W.A. Bonn en VROUW SOPHIA, kapt. S.O. Visser, beide naar Lynn;
RC 020827
Amsterdam, 31 juli. Het schip DE VROUW SOFIA (opm: tjalk VROUW SOPHIA), kapt. S.O. Visser, met tarwe, van Dantzig naar Amsterdam, is, volgens brief van Tonningen van de 22e dezer, aldaar lek binnengelopen; de lading is beschadigd gelost en opgeslagen 33 en 1 halve tonnen, welke, uit hoofde van zware beschadigdheid, de volgende dag openlijk verkocht zouden worden; de kapitein dacht tot het voortzetten der reis spoedig gereed te zullen zijn.
MCO 080129
Vere, 6 januari. Gisteren is van de rede alhier uitgezeild de JASPERDINA, kapt. Kleindijk, naar Londen, met tarwe.
MCO 120229
Vlissingen, 10 februari. Den 9 is alhier ter rede gekomen en daarna in de haven gebracht JASPERDINA, Wm. Kleindijk, van Londen, met ballast, met onbepaalde destinatie.
MCO 050329
Vlissingen, 3 maart. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en sedert eergisteren van onze rede naar zee gezeild: JASPERDINA, kapt. W.A. Kleindijk, naar Dieppe, met rogge.
RC 260329
Rotterdam, 25 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd JASPERDINA, kapt, Kleindijk, van Dieppe.
MCO 310329
Vlissingen, 29 maart. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en sedert den 25 dezer van onze rede naar zee gezeild: JASPERDINA, kapt. W.A. Kleindijk, naar Rouen, met rogge.
RC 120529
Rotterdam, 11 mei. De 10e dezer, des morgens, zeilden van Hellevoetsluis DE DRIE GEBROEDERS, kapt. C. Smit, naar Rouaan en DE JONGE DOCHTER REMPKE, kapt. J.J. Oltmans, naar Riga. De 9e dezer, des namiddags, arriveerde in de Maas JASPERDINA, kapt. M. Kleindijk, van Rouaan.
RC 210529
Rotterdam, 20 mei. De 20e, des morgens, zeilde de JASPERDINA, kapt. J. Kleindijk, naar Rouaan.
RC 031229
Amsterdam, 1 december. Het schip JASPERDINA, kapt. W.H. Kleindijk, van Tonningen naar Zaandam, is de 20e november enigszins lek en met verlies van zeilen te Carolinensiel binnengelopen; de lading werd gelost.
RC 290430
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Stettin het Nederlands tjalkschip JASPERDINA, kapt. Wiert Harms Kleindijk. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
RC 180530
Rotterdam, 17 mei. De 17e dezer, des morgens, zeilde van Maassluis JASPERDINA, kapt. W.H. Kleindijk, naar Stettin.
RC 250232
Rotterdam, 24 februari. Het schip JASPERDINA, kapt. W.H. Kleindijk, van Danzig naar Rotterdam, laatst van Tonningen, te Delfzijl binnen, is volgens brief van daar van den 20 dezer, lek en heeft enige schade bekomen. (opm: kapt. Kleindijk nam voor herstel der geleden schade van de tjalk in april van scheepsbouwmeester Pieter Jans Vos in Delfzijl een lening op bodemarij groot NLG 1.415)
AH 160732
Vlie, 12 juli. Binnengekomen: JASPERDINA, kapt. W.H. Kleindijk, van Newcastle, ligt in quarantaine.
AH 300732
Vlie, 26 juli. Van de quarantaine ontslagen JASPERDINA, kapt. W.H. Kleindijk, van Duinkerken.
PGC 260633
Rotterdam, 20 juni. In onze Stadscourant is door schipper W.H. Klijndijk, gevoerd hebbende het tjalkschip JASPERDINA, kapt. Wiert Harms Kleindijk, van Delfzijl, op 10 juni laatstleden hier aangekomen, een openlijke betuiging van zijn dankbaarheid geplaatst voor het edelmoedig gedrag van de Deense kapitein Jacob Moller, voerende het brikschip MAGDALENA FREDERIKA, van Kiel, ten zijne opzichte getoond, die hem, toen hij op 96 Engelse mijlen van Hornsrev in de Noordzee zijnde, zijn schip in zinkende staat verlaten moest, in levensgevaar met zijn stuurman en jongen heeft opgenomen, waarbij gezegde kapitein Moller zelf zijn boot en trossen heeft verloren. Vervolgens hem te Grimsby aan land heeft gezet, bij de Nederlandse consul bezorgd en nog bovendien van enig reisgeld voorzien heeft. Schipper Klijndijk heeft gemeend openlijk zijn erkentenis te moeten betuigen opdat het edel gedrag van zijn redder alom de welverdiende hulde ontvangen moge.