1813
Op 16-12-1813 wordt voor de JOHANNA MARIA door Bueno Dacosta uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Knobbe
1815
RC 190815
Te Terschelling zijn binnen gekomen: C. Sonderfeld, R. Remkes, R.H. Dokman, J. Knobbe en H. Sonderfeld van Bremen.
RC 161215
Volgens brief van Inzummerzyl in Friesland, van den 10 December, waren aldaar ingevrozen
de Schepen nooit gedagt, Kaptein E.C. Kreije ; JOHANNA MARIA, Kaptein J. Knobbe, beiden van Bremen naar Amsterdam, en die Hoffnung, Kaptein C.E. Bartels, van Amsterdam naar Bremen.
1816
Op 03-04-1816 wordt voor de VROUW CHRISTINA door Wilhelm Grim de Vries uit Slooten een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
OHC 230716
Amsterdam, 20 juli. Aan deze stad is binnengekomen: W.G. de Vries van Bergen.
RC 081016
Den 29 September is, na het kappen van twee ankers, bij Workum op strand geraakt het Schip de VROUW CHRISTINA Kaptein W.G. de Vries, van Amsterdam naar Libau; het Schip zit hoog op strand, is zwaar lek en geheel ontzet; ook is van de zeilagie en touwwerk veel verloren gegaan; de lading, die nog droog was, zou gelost en te Workum opgeslagen worden, ten einde het schip te kunnen afbrengen en repareren.
1818
Op 24-04-1818 wordt voor de VROUW CHRISTINA door Wilhelm Grim de Vries uit Slooten een zeebrief aangevraagd voor hemzelf
1819
Op 27-02-1819 wordt voor de VROUW CHRISTINA door Jan Taakens uit Oude Pekela een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
Het schip ligt op dat moment in Hamburg.
1821
Op 14 november is de VROUW CHRISTINA vergaan onder de kust van Noorwegen.
De bemanning is gered.