1814
RC 220314
Advertentie. J.H. de Witt, J. van Ouwerkerk de Vries en J.E. Lublink, makelaars, zullen ten overstaan van een daartoe bevoegd ambtenaar, op maandag den 28 maart 1814, ´s avonds ten zes ure, te Amsterdam, in het Nieuwenzijds Heeren Logement, op den Haarlemmerdijk, verkopen:
1: Een extra ordinair welbezeild pinkschip, genaamd de ONDERNEMING, lang over steven 78 voet, wijd 24 voet 7 duim, hol 11 voet, het dek 4 voet 7 duim.
2: Een extra ordinair welbezeild smakschip, genaamd de JONGE BEURSMAN, lang over steven 74 voet, wijd 15 en 1 half voet, hol 7 voet 6 duim; alles Amsterdamse maat.
Breder bij de inventarissen omschreven.
Op 14 mei 1814 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de JONGE BEURSMAN, aangevraagd door Jan Keer, Amsterdam, als enig eigenaar, voor Jan Rinzes Brouwer als kapitein. Het schip was buitenslands gebouwd en lag te Amsterdam.
Waarschijnlijk onjuist. Volgens Archiefnummer AMS 95074.1414.1820.74 is de smak gebouwd in Groningerland.
Op 25 november 1814 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE BEURSMAN, aangevraagd door Jan Keer, Amsterdam, als enig eigenaar, voor Jan Teunis Kleijn als kapitein.
LCO 261214
Texel (geen datum). Uitgezeild. JONGE BEURSMAN (opm: smak), kapt. J.T. Klein, naar Hull.
1815
LCO 120615
Amsterdam, 10 juni. Arrivementen. Hull den 12 mei, de JONGE BEURSMAN (opm: smak), kapt. J.T. Kleyn, van hier.
1816
RC 270416
Advertentie. J.H. de Witt en J.E. Lublink, makelaars, zullen op maandag den 29 april 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds-Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen:
1. het extraordinair welbezeild Brikschip CHARLOTTA MARIA, kapt. Jacobus Nadort, lang over steven 73 voet, wijd, binnen zijn huid, 21 en 3 vierde voet, hol, in het ruim, 9 en 1 half voet, het dek, hoog aan boord, 5 en 1 half voet, alles Amsterdamse maat;
2. het extraordinair welbezeild Smakschip de JONGE BEURSMAN, laatst gevoerd door kapt. Jan Teunis Klein, lang over steven 74 voet, wijd, binnen zijn huid, 15 en 1 half voet, hol, in het ruim, 7 voet 6 duim, alles Amsterdamse maat. Nadere onderrigting bij voornoemde makelaars.
(opm: beide schepen – evenals aandelen van de eveneens geveilde smak OTTO – waren afkomstig uit het faillissement van Jan Keer, Amsterdam; de JONGE BEURSMAN werd uit de boedel verkocht in opdracht van curatoren; koper werd voor NLG 1.125 Douwe Hitman, schipper te Schiermonnikoog; nieuwe naam JONGE MEINSINA; wie de koper van de brik is geworden is onbekend)
Op 4 juni 1816 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE MEINSINA, aangevraagd door Douwe Hitman, Schiermonnikoog, voor zichzelf als kapitein. Het schip was nu binnenslands gebouwd en lag te Amsterdam.
LCO 120816
Amsterdam, 10 augustus. Uit het Vlie is uitgezeild MEINSINA (opm: smak JONGE MEINSINA), kapt. D. Hitman, naar Dantzig (opm: Gdansk).
1817
OHC 290417
Amsterdam, 28 april. Te Scarbro is binnen gelopen de JONGE MEINSINA, kapt. D. Hitman, van Amsterdam naar Grangemouth.
1818
LCO 200418
Amsterdam, 16 april. Kapt. D. Hitman, de JONGE MEINSINA (opm: smak), van hier naar Londen bestemd, met garst, is door zware lekkage in het Nieuwe Diep gekomen.
Op 29 juni 1818 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE MEINSINA, aangevraagd door Douwe Hitman, Schiermonnikoog, voor zichzelf als kapitein. Het schip lag te Amsterdam.
1819
MCO 210919
Vlissingen, 18 september. Van den 15 tot den 17 dezer zijn alhier ter rede gekomen:
Voor Antwerpen, de JONGE MEINSINA (opm: smak), kapt. Douwe Hitman, van Petersburg met lijnzaad.
1820
RC 110720
Amsterdam, 9 juli. Kapt. D. Hitman, voerende het schip de JONGE MEINSINA, van Neustadt (opm: mogelijk Neustadt in Holstein) naar Amsterdam, meldt van Oostmahorn (Friesche Gat) in dato 22 juni, dat hij aldaar den 15 juni wegens tegenwind en slecht weêr, binnengelopen was, en als nog door noordelijke wind en holle zee verhinderd werd, om de reis voort te zetten.
Op 26 juli 1820 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE MEINSINA, aangevraagd door Douwe Hitman, Schiermonnikoog, voor zichzelf als kapitein. Het schip lag te Amsterdam.
DC 121020
Dordrecht, 11 oktober. Aan deze stad zijn gearriveerd de schepen the RESOLUTION, kapt. M. Muller, en de GOEDE VERWACHTING, kapt. R. Hansen, beide van Bergen in Noorwegen, met stokvis en traan; ELIZA, kapt. J.F. Willgohs, en VENUS, kapt. L.J. Pettersen, beide van Trömsoe, met stokvis en traan; de JONGE JAN, kapt. B.P. de Vries en de JONGE MEINSINA, kapt. D. Hitman, beide van Hamburg, met ammunitie.
1821
RC 180821
Rotterdam, 17 augustus. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 14 augustus:
Van Wells meldt men den 12 dezer, dat het schip de IJOUNG MEINSINA, Hitman (opm: JONGE MEINSINA, kapt. D. Hitman), van Amsterdam naar Lijnn (opm: King’s Lyn), op strand geraakt, doch met behulp van een loodsboot er af, en in die haven binnen gebracht was.
RC 081121
’s-Gravenhage, 6 november. Van Scheveningen wordt gemeld, dat gisteren ochtend te zes uren, tussen dat dorp en Katwijk, twee koopvaardijschepen gestrand en geheel verbrijzeld zijn. Van het ene, zijnde een koffschip, geladen met balken, genaamd FLORA, gevoerd bij schipper R.H. Rencken (opm: Romke Harings Romkes, zie RC 221121), bestemd van Dordrecht naar Brest, zijn van de acht personen, die de equipagie uitmaakten, zes gered, waaronder de kapitein. Het andere, hetwelk geladen was met koffij, cacao en wijn, is geheel vergaan (opm: smak JONGE MEINSINA, kapt. Douwe Drieuwes Hitman [ook wel Klontje], zie ook RC 101121). Een welgeklede vrouw en een kind van omtrent twee jaren zijn aan land komen aanspoelen. (opm: kapiteinse Sytje Tjarks Visser [34] met dochter Lotje Hitman [1 jaar, 8 maanden]; ook de overige opvarenden, zoon Tjark Reinders Klontje [4], en Bauke Pieters Visser [28, vermoedelijk de stuurman] verdronken)
RC 101121
Amsterdam, 8 november. Het schip, in onze vorige courant gemeld (opm: RC 081121 en 260122), bij Scheveningen gestrand met al het volk, is de JONGE MEINSINA, kapt. D. Hitman van Londen naar Amsterdam gedestineerd.
1822
RC 260122
Advertentie. A. Doublet, A. Wessels, J.R. Scholten, P. Calkoen, P.J. Staedel, I.M. Fles, G.J. Roland Holst, J. Steenhoff en P. Romijn, makelaars, zullen op woensdag den 30 januari 1822, des middags ten één ure precies, ten overstaan van den deurwaarder D. Alijelts, in Den Brakke Grond, in de Nes, te Amsterdam, verkopen: Een partijtje manufacturen, kramerijen, kina, orseille (opm: verfmos) en touwwerk, gevlakt en beschadigd, gelost uit het gestrande schip de JONGE MEINSINA, kapitein Doude Hitman (opm: Douwe Drieuwes Hitman, zie RC 081121), gekomen van Londen; breder volgens notitie. Liggende op den 2de zolder van het pakhuis op de Heeregracht, het tweede huis van de Driekoningstraat, in te gaan in de Driekoningstraat.