Inloggen
ROSETTE - ID 12564


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1816-07-31 / 1830-05-11 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1799
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Masten: Two masts
Material Hull: Wood
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Schotland
Launch Date: 1799-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 153.00 tons (oude meting)
Net Tonnage: 65.00 lasts
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1817
Datum agenda: 1817-03-19
Register nr: 18170029
Scheepsnaam: ROSETTE
Type: Brik
Lasten: 66
Gebouwd in binnen- of buitenland: Buitenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Bouvij, Nicolaas
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Heijden, Leopold
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1799-00-00 ROSETTE
Manager: Leendert Eelman, Emden, Prussia
Eigenaar: Leendert Eelman, Emden, Prussia
Shareholder:
Homeport / Flag: Emden / Prussia

Date/Name Ship 180?-03-30 ROSETTE
Manager: Rosalia van Iseghem, weduwe Theodor van Moorsel, Ostend (Oostende), France
Eigenaar: Rosalia van Iseghem, weduwe Theodor van Moorsel, Ostend (Oostende), France
Shareholder:
Homeport / Flag: Ostend (Oostende) / France
Additional info: Belgie behoort toe aan Oostenrijk of Frankrijk in deze periode

Date/Name Ship 1810-03-30 ROSETTE
Manager: Andries van Iseghem, Ostend (Oostende), France
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Ostend (Oostende), France
Shareholder:
Homeport / Flag: Ostend (Oostende) / France
Additional info: Belgie behoort toe aan Oostenrijk/Frankrijk in deze periode

Date/Name Ship 1816-07-31 ROSETTE
Manager: Nicolaas Bouvy, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Additional info: Prijs: Ffr. 11.000,-

Date/Name Ship 1820-09-20 ROSETTE
Manager: Jan Heere, Dordrecht, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Dordrecht, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Dordrecht / Netherlands (Kingdom Holland 1806-1810)
Additional info: Prijs: NLG 2.000,-

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

1810
Andries van Iseghem, koopman in de St. Thomasstraete, en  Joannes van Iseghem, koopman in de Kerrimetsestraete, beide te Oostende, mede voor Mej. Marie van Iseghem, hun zuster, elk voor 1/3e part 

1816
Nicolaas Bouvy  2/3e part en J. Hulten 1/3e part 

1820
Jan Heere, Amsterdam (boekhouder en 4/8e part), Johan  Carsten Ludders, Amsterdam (schipper en 3/8e part) en  Herman Gerhard Bergveld, Amsterdam (1/8e part)

 

Ship Events Data

1821-04-22: Damaged
Op 22 april 1821 ontstond door breken van de braadspil op de rede van Villanova veel schade en verlies van boot en touwen, dat in Barcelona moest worden hersteld.
1823-11-21: Piracy - Act of Piracy, Piraterij
Op 23 februari 1823 werd de ROSETTE, kapt. J.C. Ludders nabij Porto Rico door een Spaanse kaper overvallen en opgebracht; het schip kwam spoedig weer vrij.
1828-09-00: Sprang a leak
De ROSETTE, kapt. H. van Soolingen, moest in september 1828 wegens lekkage El Ferrol aanlopen waar de lading werd gelost om het herstel te kunnen uitvoeren
1829-08-00: Final Fate: Broken up

De brik ROSETTE, kapt. H. van Soolingen, wordt in 1829, mogelijk 1830 in Hamburg verkocht. Waarschijnlijk wordt het schip gesloopt.

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1799
Kapitein: EELMAN, LEENDERT

Datum vanaf: 1810
Kapitein: ISEGHEM, JOANNES van

Familiegegevens en opleiding

Leopold Franciscus Heyde werd geboren te Ostende op 31 maart 1791.

Hij trouwde met Maria van der Haas, geboren te IJsselstein op 12 december 1791.003

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.F.Heyde werd met nr.16 effectief lid van Zeemanshoop. In het Inschrijfregister zijn geen verdere gegevens vermeld002.

 

L.F.Heijde was een van de oprichters en in 1822 en van 1824-1825 penningmeester van het College Zeemanshoop019. Hij wordt als lid genoemd in de eerste algemene ledenvergadering van het College op 24 mei 1822023.

 

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 26 juni 1827 en bedankte in 1832003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 januari 1826 wordt gemeld dat ZM de Koning aan kapitein L.F.Heyde een blijk van erkenning heeft gegeven vanwege zijn hulp aan slachtoffers van de watersnoodramp in Noord-Holland in 1825. Dit in navolging van een overeenkomstig eerbetoon aan de kapiteins Kraijer, Sipkes, Zeylstra en Pakes.

In de Bestuursvergadering dd 14 februari 1826 wordt een brief vermeld van de Gouverneur van Noord-Holland dd 30 januari 1826 waarin een overeenkomstige mededeling.. Dit bericht is door het Bestuur doorgegevens aan de vrouw van de kapitein. Op 13 juni 1826 vraagt de echtgenote van kapitein L.F.Heyde geb. M. van der Haas uit IJsselstein, om de uitreiking van de medaille uit te stellen totdat haar man terug is.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 juni 1826 is vermeldt dat het Bestuur machtiging tot aanwinning van buitenlandse honoraire leden in de “koloniën Suriname, Demerarij, Curacao & Batavia” heeft verstrekt aan Th.Pietersz, J.J.Bart, P.S.Matzen en L.F.Heyde.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 10 april 1827 staat een bericht van L.F.Heyde, dat hij “van de vaart op Oost Indiën overgegaan (is)  tot het Commandement van het Stoomschip van hier naar London … “042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 01 september 1831 staat een “Missive van kapit. L.F.Heijde van 9e Augustus kennisgevende van het door zijn Ed. verrigtene ten aanzien van de uitbreiding van het Collegie in de Oost-Indiën … “042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 11 februari 1833 wordt vermeld een: “Brief van kapt. L.F.Heijde do 22 January wegens de armoedige toestand van kapt. J.Stoffers waarbij besloten wordt aan kapit. L.F.Heijde te schrijven dat J.Stoffers reeds gedurende langen tijd onderstand heeft genoten. “042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 januari 1834 wordt gemeld: “Een brief van Kapitein L.F.Heijde do Antwerpen 26 Jan. bedankende voor zijn Lidmaatschap gaande onder vreemde vlag varen. “042.

 

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop dd 01 september 1825 wordt gemeld: "Sanders in leven stuurman, nu jongst gevaren hebbende aan boord van het schip Palembang gevoerd door kapitein Leopold Heyde gekomen van Batavia en aldaar op reize voornoemd overleden"023.

In de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 16 mei 1826 wordt melding gemaakt van een missive van B&W van Amsterdam "kennisgevende dat aan kaptn L.F.Heyde mede ene medaille is toegewezen namens Z.M. voor zijne bewezenen diensten, tijdens den watersnood van Februarij der vorigen Jaars ..."023.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 13 juni 1826 wordt melding gemaakt van een brief van kapitein L.F.Heijde, voerende het schip "Palambang"(sic) teruggekomen van Batavia "bevattende het verhaal van eenige bijzonderheden zijn schip & Equipage op zijne nu pas geeindigde reize ... overkomen"023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       16                          1825-1826     fregat               Palembang                                            J.C.Spengler

                                      1827-1830     fregat               Henrietta Klasina                                 Nederl.Scheepsreederij

                                      1831-1833     geen opgave van schip en boekhouder

      In 1824 was L.F.Heijde gezagvoerder op het Amsterdamse fregat "Palembang" (160 lasten, gebouwd in Amerika). De boekhouder was J.C.Spengler012.

 

Bouma025 vermeldt L.F.Heyde als gezagvoerder gedurende:

*    1822 t/m 1828 op het 3/m schip “Palembang”, gebouwd in 1800 te Amerika, 300 ton o.m., varend voor J.C.Spengler te Amsterdam;

*    1828 t/m 1831 op het 3/m schip “Henriette Klazina”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 630 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein leopold Fredrik Heyde op de:

“Rosette” dd 20 oktober 1815; 13 november 1816 en 10 juli 1817;

“Maria”, dd 17 september 1818;

“Belle Alience”, dd 20 maart 1820;

“Palembang”, dd 11 juli 1822; 31 maart 1825’

“Beurs van Amsterdam”, dd 11 april 1827 (3x);

 “Henrietta Klasina”, dd 14 maart 1828; 01 september 1829; 28 april 1831

 

Overige bijzonderheden

De lijst van monsterrollen te Amsterdam011 bevat een rol dd 17 september 1818 van het fregat Maria van Amsterdam naar Dordrecht en vandaar naar Demmerarij onder gezag van kapitein L.Heijde, met 14 man equipage en met als boekhouder J.C.Spengeler. Tot de bemanning behoorden de ligtmatrozen Hendrik van Soolingen en Bonifacius van der Tak, later ook optredend als koopvaardijkapitein. Van der Tak was voor deze reis aangemeld vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.

 

In de “Hoofdzakelijke Inhoud van het Verslag van Directeuren der Nederlandsche Scheeps-Reederij gevestigd te Amsterdam” dd 30 maart 1827 (Nederlandsche Hermes 3(5):51-57, 1828) wordt melding gemaakt van een aantal schepen:

“Met leedwezen moeten wij Ul. te dezer plaatse kennis geven, dat de Heer S.K.Sipkes, welke als Opzigter over den bouw, en daarna als Kapitein op dit schip aangesteld was, voor eenige weken is overleden; in zijn plaats hebben wij Kapitein L.F.Heijde benoemd, van welke wij de meest voldoende informatie hebben ingewonnen”.

 

L.F.Heijde verzorgde per 24 oktober 1829 vanuit Texel met de “Henriette Klazina” een troepentransport van 3 officieren en 200 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 april 1830 na 174 dagen. Onderweg was 1 militair overleden065.

 

Bossenbroek065 vermeldt op p. 70

“Uit het inschepingsregister en de litteratuur zijn mij veertien meer of minder ernstige gevallen van muiterij of pogingen daartoe bekend, die zich in deze periode tijdens het vervoer van koloniale soldaten naar Indië hebben voorgedaan. Ze vonden plaats aan boord van de … Henriëtte Klazina”065.

 

Rotterdamsche Courant 21 juni 1818114

Te Dordrecht ligt in lading: Naar Essequebo (opm: Essequibo) en Demerary (opm: Guyana), om op het laatst van augustus 1818 te vertrekken, het Nederlands nieuw gekoperd en ongemeen snelzeilend Fregatschip LA BELLE ALLIANCE, kaptein Leopold Heyde, waarvan de kajuit bijzonder geschikt en op de meest convenableste (opm: aangename) wijze met appartementen voor passagiers is ingerigt. Adres ten Kantore van de Heren Wed. Jan Pozoly en Weirather en Comp, te Middelburg, en te Dordrecht, daar het schip in lading ligt, bij de Heer Gerard Mauritz.

 

Rotterdamsche Courant 31 oktober 1818114

Amsterdam, 29 oktober. Den 16 oktober is voor Wight in goede staat gepraaid het schip LA BELLE ALLIANCE, kaptein L. Heijde, den 14 dito uit Helvoet gezeild.

 

Rotterdamsche Courant 08 april 1819114

Amsterdam, 6 april. In het begin van april zou van Demerarij vertrekken het schip LA BELLE ALLIANCE, kaptein P. Heijde, naar Amsterdam.

Te Demerarij is gearriveerd S.K. Sipkes, van de Kaap de Goede Hoop. (opm: galjas JOHANNIS GERRARDUS, met een lading levendig vee, zie RC 260119)

 

Rotterdamsche Courant 03 juni 1819114

Amsterdam, 1 juni. Kapitein Leopold Heijde, voerende het schip La BELLE ALLIANCE, meldt van Demerarij, van den 25 maart, dat hij dacht niet voor den 24 april te zullen kunnen vertrekken; alsmede dat de schepen CHARLOTTA, kapitein H.H. Bleeker, en JOHANNES GERARDUS, kapitein K. Sipkes, derzelver reis zeer spoedig zouden aannemen.

 

Rotterdamsche Courant 31 augustus 1822114

Rotterdam, 28 augustus. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 27 augustus:

Het schip HERO (opm: HÉROS), Poppen, van Batavia naar Antwerpen, is den 9 juni aan de Kaap de Goede Hoop binnengelopen, om schade te herstellen.

Den 24 dezer was op de hoogte van Portsmouth het schip PALEMBANG, Heije (opm: L. Heijde), van Amsterdam naar Batavia.

Te Cowes is den 25 binnengelopen het schip INDUSTRIE, L. Spaanderman, van Rotterdam naar Dublin.

 

Rotterdamsche Courant 10 september 1822114

Amsterdam, 7 september. Volgens brief van kapt. L. Heijde, voerende het schip PALEMBANG, van Amsterdam naar Batavia, in dato 30 augstus, was hij toen met N.N.W. wind zeilende op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point).

 

 

Datum vanaf: 1815
Kapitein: Heijde, Leopold Franciscus
Overige informatie: 1817-03-19

Familiegegevens en opleiding

H.G.Bergveld werd geboren in Menslage op 19 augustus 1785 als zoon van Johan Herman Bergveld en Catharina Elsabeun Teckers

Hij huwde op 16 oktober 1816 te Amsterdam als koopvaardijkapitein met Hendrika Hensken, geboren te Amsterdam op 27 juli 1796 als dochter van kapitein Dirk Hensken en Elsabe Mussegaas.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.G.Bergveld werd met nr. 13 effectief lid van Zeemanshoop. Er is geen opgave van aangiftedatum en referentie. Heeft bedankt in 1850. Als namen van schepen is opgegeven “Alcyon” resp. “Amstel”002.

H.G.Bergveld was effectief lid/oprichter en in 1823 c.q. van 1831-1832 bestuurslid van het College Zeemanshoop019. Hij wordt in de notulen van de eerste algemene ledenvergadering van het College op 24 mei 1822 als “niet gecompareerd” (=afwezig) gemeld023.

Hij was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1823 t/m 1850 met de vlagnummers 13 (1822 t/m 1836) en 7 (1836 t/m 1850).

Per 09 augustus 1825 werd H.G.Bergveld deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop. Hij bedankte in 1850003

 

H.G.Bergveld wordt vermeld als lid van het Amsterdamse zeemanscollege “De Blauwe Vlag” met vlagnummer 53 in 1827-1830 en met nummer 20 in de periode 1832 t/m 1840008.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

“Volgens de notulen van de bestuursvergadering, gedagtekend 28 maart 1823, was het H.G.Bergveld, kapitein op de brik Active, die als eerste in het fonds (i.c. het Weldadig Zeemansfonds) een bedrag stortte, ontvangen van zijn bemanning na terugkeer van een reis van Havana naar Amsterdam.”. Hijzelf droeg 5% (ad f 22,75) van zijn gage (ad f 455,-) bij aan het fonds.

Uit: Het College Zeemanshoop te Amsterdam  door H.P.Moelker in Spiegel der Zeilvaart nr. 10, 1983, p.6-10

In de notulen dd 28 maart 1823 van de Bestuursvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” wordt gemeld dat kapitein H.G.Bergveld, kapitein van de brik “Active” na terugkeer van een reis naar Havana, mede namens zijn bemanning (van 10 man), als eerste in het Weldadig Zeemans Fonds een bedrag stortte. Zijn eigen aandeel was 5% van zijn gage ad f 455,-- zijnde f 22,75. Het totale bedrag bedroeg f 60,24.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 maart 1850 staat een bedankbrief voor lidmaatschap en deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van H.G.Bergveld.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van 02 april 1850 staat vermeld: “Brief van den heer G.F.Bergveld namens zijn vader H.G.Bergveld, bedankende voor diens Effectief lidmaatschap en deelneming.”023

 

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van 01 maart (18XX?) van het college Zeemanshoop wordt melding gemaakt van: “... eene missive van kapitein H.G.Bergveld dato 29 pass. daarbij voordragende, hoe dat hij het ongeluk heeft gehad om op den 22 Januarij jongstleden op 37 a 36 gr. noorderbreedt 18.18 lengte W. van Greenwich dien ochtend ten 4 uur door een verschrikkelijke hoos die zijn schip Activo op het aller onverwachts heeft doen omslaan en alzoo is komen te verliezen, en dat het alleen aan het spoedig verschijnen van het Engelsch Brikschip genaamd Snowdon kaptn Morris Humphreys van Triest naar Antwerpen bestemd te danken is, dat er behalve een passagier niemand meer der scheepelingen het leven heeft verloren - dat hij benevens zijn Equipage bij dit ongeluk niets hoegenaamd hebben kunnen redden. Thans alhier zijn gearriveerd zonder zelven van de nodige kleederen te zijn voorzien, verzoekende hij alzoo dat deze vergadering eenige onderstand aan zijn Equipage, of wel de zodanige die bij de aanmonstering voor het Fonds getekend hebben zoude gelieve toe te staan”.

De vergadering besluit na enige discussie “aan ieder der manschappen ... uit te keren een pak zeemanskleeren en zulks zoodra zij lieden weder dienst genomen en aangemonsterd zoude zijn ...”023.

 

In de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 08 mei 1832 wordt melding gemaakt van de noodzaak tot vervanging als commissaris van H.G.Bergveld “vermits deszelfs vertrek naar het Eiland Cuba …”023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

         13                1825-1831            brik         Helena K©atharina            F.Smit

                               1832-1834            brik         Helena K©atharina            A.Drost Az

                                   1835                geen opgave van schip en boekhouder

          7                 1836-1840            fregat     Alcyon                                  Fraissinet en van Baak

                               1841-1843            sch.kof  Amstel                                  idem

                                   1844                geen opgave van schip en boekhouder

                                   1845                brik         Activo                                   F.Smit en Zn

                               1846-1849            geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt H.G.Bergveld als gezagvoerder gedurende:

*    1818 t/m 1825 van de brik “Rosette”, gebouwd in 1818(?), 146 ton o.m., varend voor Bouvy & Co te Amsterdam(?) (wellicht Dordrecht?

*    1826 t/m 1832 van de brik “Helena Catharina”, gebouwd in 1812, bouwplaats niet vermeld, 150 ton o.m., varend voor F.Smit te Amsterdam;

*    1833 t/m 1835 op hetzelfde schip maar nu voor A.Drost Az te Amsterdam

*    1837 t/m 1841 op het 3/m schip “Alcyon”, gebouwd in 1810, bouwplaats niet vermeld, 220 ton o.m., varend voor Fraissinet & van Baak te Amsterdam;

*    1841 t/m 1844 op de sch.kof “Amstel”, gebouwd in 1834 te Joure, 183 ton o.m., varend voor Fraissinet & van Baak te Amsterdam

*    1846 van de brik “Activo”, gebouwd in 1845 te Nieuwendam, 204 ton o.m., varend voor F.Smelt & Zn te Amsterdam.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Herman Gerhard Bergveld op de:

“Prinses van Oranje”, dd 08 februari 1816 en 28 december 1816;

“Rosette”, dd 24 augustus 1818 en 18 augustus 1819;

“Active”, dd 25 september 1820; 11 april 1821; 21 september 1821; 02 september 1822; 26 september 1823 en 16 september 1824;

“Helena Catharina”, dd 10 april 1826; 19 maart 1827; 01 oktober 1827; 11 juli 1829; 03 september 1829; 10 juni 1830; 22 maart 1832; 16 oktober 1832; 24 maart 1834 en 08 november 1834;

“Alcyon”, dd 03 november 1836; 26 juli 1837; 31 maart 1838 en 23 november 1838.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche  Courant 20 februari 1817114

Amsterdam, 18 februari. Kaptein H.G. Bergveld, voerende het schip de PRINS VAN ORANJE, van Amsterdam naar Havana gedestineerd, meldt van Dartmouth, van den 9 februari, dat hij, zijn reis tot aan Engelands einde (opm: Lands End) voortgezet hebbende, den 4 en 5 dito aldaar door zware W. en N.W. storm was overvallen geworden, verzeld van een vreeslijk hoge zee, hetwelk twee etmalen aangehouden had, en waardoor al wat op het dek was overboord geraakt, en de voorsteng benevens enige touwen gesprongen waren; ook had hij twee zeilen moeten snijden (opm: vermoedelijk los moeten snijden); hierop was hij den 6 dito te Dartmouth binnengelopen, en hoopte over 3 of 4 dagen weder gereed te zijn.

 

Rotterdamsche Courant 23 april 1818114

Advertentie. R. Hoyman, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink, J. Boelen, G.W. Sesink Clee en W.P.D.C. Vrugt, makelaars, zullen, op maandag den 27 april 1818, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen: een extraordinair welbezeild Pinkschip, genaamd de PRINS VAN ORANJE, gevoerd door kapt. H.G. Bergveld, lang over steven 89 voet, wijd 24 voet 5 en 1 half duim, hol 9 voet 1 duim, het verdek 4 voet 9 duim, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars, en bij Van Olivier, d’Arnaud en Comp.

 

Rotterdamsche Courant 23 juli 1818114

Advertentie. J.H. de Witt, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, J. Boelen, H.R. de Barbanson en F. Bouvy, makelaars, zullen, op maandag den 27 juli 1818, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen:

Een sterk, snelzeilend, proper betimmerd en van alle gemakken voorzien Spiegel-Jagt, lang over steven 48 voet, wijd 15 voet 8 duim, hol 5 en 1 half voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven.

Een derde part in het Brikschip ROSETTE, kapt. H.G. Bergveld.

Een achtste part in het eenmast Galjootschip, genaamd FORTUIN, kapt. C.J. Gerkes.

Een achtste part in het eenmast Galjootschip, genaamd VRIENDSCHAP, kapt. C. Bakker.

Alles breder bij het Biljet omschreven en berigt bij de makelaars.

 

Rotterdamsche Courant 27 maart 1819114

Amsterdam, 25 maart. Extract (opm: uittreksel) uit een brief van kaptein H.G. Bergveld, voerende het schip ROSETTE, liggende te Havana, in dato den 10 januari:

‘Voor veertien dagen arriveerde alhier kapt. Spoeler, van Bremen, die bezuiden Cuba om gekomen en aldaar door een Insurgenten (opstandeling) kaper van alle zijne beste goederen is beroofd geworden, en voor acht dagen kaptein Frohm, van Hamburg, die op de Bahanis Bank acht dagen door een kaper opgehouden is geworden, welke drie schooners met goederen uit zijn schip geroofd heeft; de super-carga (opm: functionaris gemonsterd voor het toezicht over de lading; in het algemeen in dienst van de charterer die het schip bevracht), die zij wilden ophangen, om dat hij het geld niet wilde wijzen, is over boord gesprongen, doch door het scheepsvolk gered.’

 

Rotterdamsche Courant 24 maart 1821114

Amsterdam, 22 maart. Kapt. H.G. Bergveld, voerende het schip (opm: brik) ACTIVE, den 18 maart in Texel binnengekomen van Havana, deelt het volgende mede:

Woensdag den 21 februari 1821 des namiddags te 5 uren, op de breedte van 35º46’ N.B. en lengte 35º10’, west van Greenwich, praaide ons een Amerikaans schip genaamd MISOURIE (opm: vermoedelijk MISSOURI), kapt. J. Bausch, van Greenock naar New York bestemd, met 4 passagiers aan boord; hetzelve was 100 dagen in zee en had gebrek aan water.

Wij draaiden bij om bijstand te bieden, doch vernemende, dat hetzelve geen sloep had om uit te zetten, bragt ik hem met onze eigen sloep 2 vaten water aan boord.

Ik vernam verder, dat deszelfs boegspriet en galjoen (opm: licht, ondersteunend deel van de boeg, waarop de boegspriet rust) gebroken waren en dat zij met het tweede noodroer stuurden, hebbende het vaste roer en de sloep door een zware storm den 25 december en het eerste noodroer den 18 februari verloren. Voorts had hij niet alleen gebrek aan water, maar ook aan provisie; wij bragten hem toen nog 2 vaten water, enig brood, vlees, spek, enz. om de reis te kunnen volbrengen, waarna wij des avonds ten 10 uren ieder onze koers vervolgden.

Het schip (opm: brik) de JONGE JACOBUS, kapt. H.J. Bonn, van Rotterdam naar Batavia, is door bovengemelde kapitein Bergveld den 11 maart in goede staat gepraaid op de noorder breedte van 49º17’ en 10º lengte west van Greenwich.

 

Rotterdamsche Courant 15 mei 1821114

Amsterdam, 12 mei. Onder Portland is den 23 april in goede staat gezien een koffschip, zijnde kapitein Strating, en den 28 dito onder Zuid-Voorland (opm: South Foreland) ten anker liggende een Hollandse brik, voerende een vlag met no. 64, zijnde het schip ACTIVE (opm: ACTIVO), kapt. H.G. Bergveld, naar Havana; benevens nog een schip voerende een vlag no. 166, zijnde het schip l’AUGUSTE, kapt. J. Hulsen jr, van Antwerpen naar Surinamen, laatst van Texel; beide den 25 april uit Texel gezeild. Vlagnummer moeten van de “Blaauwe Vlag” geweest zijn)

 

 

Rotterdamsche Courant 31 januari 1822114

Amsterdam, 29 januari. Kapt. A. Thomsen, voerende het brikschip de VROUW DIEUWERTJE (opm: kapt. A. Thompson, VROUW DIEWERTJE), meldt van Havana, in dato 3 december 1821, dat hij aldaar de vorige ochtend, en enige uren na hem ook de ACTIVE, kapt. G.H. Bergveld, was gearriveerd, na den 26 november in het gezigt van het eiland St. Domingo, door een grote schoonerbrik, bemand met circa 90 koppen, een halve dag te zijn opgehouden, gedurende welke tijd alle brieven geopend en gelezen en enige provisiën en kelders (opm: kistje met 15 flessen) jenever uit de lading, mitsgaders touwwerk en blokken, gelost waren, van welke goederen een rekening gemaakt en voor het beloop daarvan, door de kapitein van de schooner, een aanwijzing op het Gouvernement te Havana gegeven was, welke echter niet te Havana zoude erkend worden; zijnde de tekenaar aldaar onbekend.

Dezelve kapitein meldt nog, dat de Antwerpse brik MERCUUR, kapt. Smit, van Marseille te Havana gearriveerd, bij Kaap Antonio van een groot der lading, scheepsgereedschappen enz. beroofd en de equipagie mishandeld was.

 

Rotterdamsche Courant 02 maart 1822114

Amsterdam, 28 februari. De eenmast hoeker de VERWISSELING, kapt. A. Schaaf, van Rotterdam naar Lissabon, is den 18 februari in goede staat gepraaid op 49º breedte 5º10’ lengte west van Greenwich door kapt. H.G. Bergveld, van Havana in Texel binnen.

 

Algemeen Handelsblad 30 juni 1841114

Advertentie. H.J. Rietveld, D.F. Stieven, C. Ament en J. Schutte Hoyman, makelaars, zullen ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, op maandag 26 juli 1841, des avonds ten zes ure, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ te Amsterdam, presenteren te verkopen een extra ordinair welbezeild gekoperd barkschip, genaamd ALCYON, gevoerd door kapt. H.G. Bergveld; volgens meetbrief lang 25 el 60 duimen, wijd 4 el 13 duim, bol 4 el 25 duim en alzo gemeten op 200 tonnen of 106 lasten. Liggende aan de werf het Witte Kruis, in de Kleine Kattenburgerstraat alhier en breder bij inventaris omschreven. (opm: voor NLG 6.200 binnen Amsterdam verkocht; nieuwe naam AURORA, nieuwe kapitein S.IJ. Parma)

 

 

Datum vanaf: 1818
Kapitein: Bergveld, Herman Gerhard
Overige informatie: 1818-08-08

Familiegegevens en opleiding

J.C.Ludders werd geboren te Kitzenbüttel op 09 oktober 1776 en overleed in 1848.

Hij huwde met Anna Dethweg, geboren te Kitzenbüttel op 19 januari 1773. Zij overleed in november 1848.118

Hij overleed in 1848.003

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

In het Inschrijfregister van "Zeemanshoop" wordt J.C.Ludders vermeld met vlagnummer 25. Er is geen inschrijfdatum vermeld en ook niet degene die hem heeft voorgesteld. Als schip ten tijde van de inschrijving is genoemd de "Odessa", dat echter is doorgestreept en is vervangen door de "Accra". Toegevoegd is "overleden"002.

In de notulen van de algemene ledenvergadering van het College Zeemanshoop is vermeld dat op 14 juni 1822 J.C.Ludders als effectief lid werd aangenomen op voorspraak van J.G.Bergveld. Hij kreeg vlagnummer 25 toegewezen023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 25 september 1824003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 september 1834 wordt vermeld een “brief van Kapit. J.C.Ludders voerende no vlag 25 berigtende als Super Cargo onder vreemde vlag, doch voor Hollandsche rekening te zullen gaan varen, verzoekende zijn regt als Deelnemer en Lid te mogen behouden.” Dit wordt toegestaan mits het schip voor Nederlande rekening en uit een Nederlandse haven vaart en hij de rang van kapitein zal hebben. 042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van 29 april 1847 staat een verzoek van kapitein J.C.Ludders om een uitkering vanwege zijn leeftijd. In de vergadering dd 27 mei wordt gemeld dat er nader onderzoek zal worden gedaan naar zijn financiële toestand en op 24 juni 1847 wordt gemeld dat hem de onderstand is toegekend voorlopig voor een periode van 1 jaar.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 maart 1848 bericht de vrouw van kapitein J.C.Ludders dat hij is overleden en vraagt om een uitkering. Deze wordt haar toegekend in de vergadering van 27 april 1848 met ingang van 01 mei 1848.042.

 

In de notulen dd 27 juli 1847 van de Algemene Vergadering wordt per 01 mei 1847, voorlopig voor 1 jaar, een uitkering toegekend aan kapitein J.C.Ludders. 023.

In de notulen van 06 juni 1848 van de Algemene Vergadering staat dat aan de weduwe van kapitein J.C.Ludders, geboren A.Detwegh, per 01 mei 1848 een uitkering werd toegekend.023.

 

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

          25                       1825-1827     brik                   Rosette                                                  J.Heere

                                      1828-1832     sch.brik            Amstel                                                   A.J.Jacobs

                                          1833           geen vermelding van schip en boekhouder

                                        1834             bark                 Cornelia Sara                                        Veeckens, Jacobs & Bouvy

                                          1835           geen vermelding van schip en boekhouder

          11                           1836           kof                   Odessa                                                   geen opgave

                                      1837-1839     kof                   Odessa                                                   de Vries & Co

                                      1840-1844     brik                   Accra                                                     Boelen & Co

                                      1845-1846     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.C.Ludders als gezagvoerder gedurende:

*    1826 t/m 1828 van de brik “Rosette”, gebouwd in 1818(?), 146 ton o.m., varend voor J.Heere te Amsterdam;

*    1829 t/m 1832 van de sch.brik “Amstel”, gebouwd in 1828, bouwlocatie niet vermeld, 116 ton o.m., varend voor A.J.Jacobs & Bouvy te Amsterdam;

*    1835 van het 3/mschip “Cornelia Sara”, gebouwd in 1815 te Amerika, 280 ton o.m., varend voor Veeckens, Jacobs & Bouvy te Amsterdam. Het schip was als bark getuigd;

*    1837 t/m 1839 van de kof “Odessa”, gebouwd in 1821, bouwplaats niet vermeld, 180 ton o.m., varend voor Boelen & Co te Amsterdam. Het schip is in december 1839 op de Goodwins verongelukt. De bemanning werd gered;

*    1840 t/m 1844 van de brik “Accra”, ex. Noord, gebouwd in 1812, bouwlocatie niet vermeld, 156 ton o.m., varend voor de Vries & Co te Amsterdam;

*    1845 t/m 1847 op hetzelfde schip maar nu varend voor Boelen & Co te Amsterdam. Het schip geraakte in 1847 uit de vaart. Hol en inventaris geveild.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 30 januari 1821114

Amsterdam, 27 januari. Te Surinamen is gearriveerd J.H. Bodeman, te Livorno J.C. Ludders (laatst in Genua) en te Cette (opm: Sète) K.J. Masker en J.B. Lammers van Amsterdam; te Bayonne H.J. Mugge van Rotterdam; te Nantes B.P. de Vries van Amsterdam; te Rouaan H. Switters van Rotterdam. J. Claeijs van Gent, J.D. Ihlder van Embden en H.W. Poel (opm: Hindrik Wolberts Poel) van Antwerpen.

Van St. Malo is vertrokken het schip LES DEUX FRÈRES naar Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 15 mei      1821114

Amsterdam, 12 mei. Kapt. J.C. Ludders, voerende de Hollandse brik ROSETTE, van Barcelona naar Amsterdam, meldt van Barcelona van den 28 april, dat hij den 17 dito ter rede van Villanova aangekomen zijnde, den 19 begonnen had 31 pijpen wijn op de kust te laden; doch den 22 door hevige oostelijke storm zijn braadspil (opm: horizontaal spil van het ankergerei) brekende, moest hij de beide touwen kappen, zo als de boot, die aan stukken geslagen was, waarna hij den 27 te Barcelona binnengelopen was om te repareren.

 

 

Datum vanaf: 1820
Kapitein: Ludders, Johan Carsten
Overige informatie: 1820-09-27

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.van Soolingen werd met vlagnummer 242 per 15 januari 1828 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.van den Oever. Toegevoegd is “overleden” 002.

Hendrik van Soolingen Hz , oud 28 jaar, wonende op de Haarlemmerdijk hoek Korte Singel te Amsterdam, voerende de brik Rozette, werd in de Algemene Vergaderingen van 08/15 januari 1828 van Zeemanshoop voorgedragen/benoemd als effectief lid op voordracht van kapitein P.Schackel. Zijn vlagnummer werd 242023.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 januari 1830 wordt besloten een aantal leden aan te schrijven met het verzoek de verschuldigde financiën te voldoen, waaronder H. van Solingen042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 juli 1830 staat het verzoek van Hendrik van Solingen om “uitstel betaling van storting van zijne gedane reis naar Curasao”.De voorzitter stelt dat hij door achterstallige betaling van Collegiegeld ondanks een aannaming, bedankt heeft voor het lidmaatschap.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 april 1842 staat vermeld dat een gratificatie van f 25,- is toegekend aan H. van Soolingen.042.

In de Algemene Vergadering van 20 juli 1830 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop wordt een missive aan kapitein H. van Solingen voorgelezen: “ … teneinde dezelve te berigten dat indien hij binnen den tijd van agt zijne contributie en stortingen alsmede de stortingen zijner equipage niet voldoet hij ingevolge art. 30 van het Reglement op het Weldadig Zeemansfonds, zal geacht worden voor zijn lidmaatschap te hebben bedankt”.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        242                       1828-1829     brik                   Rozette                                                  A.J.Jacobs

 

Een monsterrol dd 17 september 1818 vermeldt het fregat Maria vanuit Amsterdam met bestemming Dordrecht en vandaar naar Dememarij onder gezag van kapitein L.Heijde, met 14 equipageleden en als  boekhouder J.C.Spengeler. Als ligtmatroos wordt vermeld Hendrik van Soolingen met een gage van ƒ 16,- per maand011.

 

Bouma025 vermeldt H. van Soolingen als gezagvoerder gedurende:

  • * 1829 t/m 1830 van de brik “Rosette”, gebouwd in 1818(?), 146 ton o.m., varend voor A.J.Jacobs te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1828
Kapitein: Soolingen Hz, Hendrik van
Overige informatie: 1828-08-04

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1815-10-20
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: ROSETTE
Schipper: Heyde, Leopold
Scheepstype: brik
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

De brik ROSETTE werd waarschijnlijk in 1799 gebouwd in Schotland, zie KG 300101. De scheepsbouwer is onbekend. André Delporte meent bouwjaar in 1798, maar zijn bron is onbekend.
Loyd’s Register noteert in 1819 ROSETTE, Bergveld, brik, 146 ton British built, 19e levensjaar, d.w.z. 1799. Marhisdata heeft dit jaar aangehouden.

1800

GVB 120400
Oostende, den 20 germinaal, 10 april.
Gisteren is uitgevaren de ROSETTE (opm: brik), kapt. Leendert Eelman, op avontuur.
(opm: germinal: kiemmaand van de Franse Republikeinse kalender, 21 maart – 19 april, hier dus de 20e dag vanaf 21 maart = 10 april).
KPCJ 270500
De PREVOYANTE heeft gekaapt en naar de Downs gezonden de Pruisische brik ROSETTE, kapt. Leendert Eelman, uit en bestemd voor Emden, van St. Martin, Ile de Rhé, geladen met zout.

1801

KG 300101
Op dinsdag 3 februari a.s., om 12 uur, zal in de Kings Head Koffiekamer in Ramsgate worden geveild de brigantijn (opm: brik) ROSETTE, voormalig kapt. Leendert Eelman, metende ongeveer 150 ton, tijdens haar reis van St. Martin naar Emden gekaapt door Zr.Ms. schip PREVOYANTE, commandant de heer John Sealer.  (opm: zie GVB 120400 en KPCJ 270500)
Bovengenoemd schip wordt verondersteld te zijn gebouwd in Schotland en zal een uitstekend schip blijken te zijn voor elke trafiek waar gewicht is vereist (opm: groot laadvermogen basis zware lading). Het schip is uitstekend voorzien van alle mogelijke voorraden en ligt thans in de haven van Ramsgate.
Onmiddellijk na de verkoop van het schip zal haar lading worden geveild, bestaande uit ongeveer 217 ton Frans zout en twee vaten azijn, voor uitvoer.
Voor nadere gegevens vervoege men zich bij Austen en Blackburn, agenten, Ramsgate.

1810 – 1811

Na verkoop op 30 maart 1810 door Rosalia van Iseghem, weduwe van Theodor van Moorsel, aan de Oostender familie AJ. van Iseghem vertrok de ROSETTE onder kapt. Joannes van Iseghem van Oostende, voorzien van een keizerlijke licentie die zes maanden geldig was. Dit document stelde kapt. Van Iseghem in de gelegenheid een of meer reizen naar Engeland te maken.
Op 8 januari 1811 werd de brik, op dat moment onder Pruisische vlag varend in de Oostzee, door een schip van de douane uit Travemünde in beslag genomen. (opm: zie voetnoot *) 1813)

Dagelijkse bulletin van de geheime politie van de eerste Keizer (opm: 1811, geen datum):
Op 8 januari heeft het wachtschip van de douane van Travemünde zich meester gemaakt van een Pruisische brik, de ROSETTE, in 1810 uit Oostende vertrokken met een keizerlijke licentie voor zes maanden. Nu is erkend dat het schip onschuldig is en is het vrijgelaten.

1813

Uittreksel uit een besluit van de Tweede Kamer der Aanzienlijken (Rechtbank) van Duinkerken d.d. 14 augustus 1813:
2. Het voorbeeld van het schip ROSETTE, in 1810 uit Oostende vertrokken met een lading graan, bestemd – naar men zei – voor Noorwegen, terwijl alles er op wees dat het graan naar Engeland was verscheept. Dat was het motief om het schip, en diverse anderen te confisqueren, waarbij kwam dat ook nog eens van vlag was gewisseld zonder de Franse agenten te informeren, feiten waaraan ook het schip JEUNE HENRI zich schuldig maakte.
Deslinne, de advocaat antwoordde, dat in 1810 de reis van Duinkerken naar Londen, en het vervoer van graan naar Engeland, was toegestaan, tenminste oogluikend, en dat het algemeen bekend was dat een groot aantal Franse schepen dit soort reizen maakte. *)

Het bovenstaande en de uitspraak van de rechtbank in november 1815 maken duidelijk dat de ROSETTE vanaf de kaping in januari 1811 tot voorjaar 1813 in Travemünde aan de ketting heeft gelegen.

*)  Op 21 november 1806 had Napoleon een stelsel van maatregelen afgekondigd om de handel van Engeland op het vasteland onmogelijk te maken dat als het Continentaal Stelsel bekend werd. In latere jaren werden bij verschillende decreten de regels aangescherpt, waardoor langzamerhand het belang van de vlag viel te verwaarlozen en kapingen van schip en/of lading aan de orde van de dag waren. Engeldelportand stelde tenslotte vergunningen in, letters of licence, om onder neutrale vlag ladingen naar Frankrijk te kunnen vervoeren. Frankrijk deed daarop hetzelfde en daarvan profiteerden o.a. de Nederlanders die onder vlaggen als die van Emden, Papenburg, Kniphausen, Pruissen of Hannover in deze crosstrade konden functioneren. ‘Verhuisde’ de eigenaar niet naar zo’n land, dan werd het schip door een ingezetene ‘gekocht’, waarbij tezelfdertijd een tweede contract werd opgesteld waarin het aankoopcontract nietig werd verklaard.

1814

Op 21 augustus 1814 werd aan J. van Iseghem te Oostende een eerste zeebrief afgegeven voor de ROSETTE onder kapt. Leopold Heijde. Het schip lag op dat moment in Lübeck met een totaal van 8 opvarenden.

1815

Op 20 oktober 1815 werd in Amsterdam een monsterrol opgemaakt van de ROSETTE onder kapt. Leopold Heyde; de bestemming was Havanna. Het aantal opvarenden bedroeg (slechts) 7.

Uitspraak van de Staatsraad d.d. 20 november 1815 (vertaald):

            Kapitein Van Iseghem versus de Douane 

            20 november 1815, beschikking (1888)
            Louis XVIII enz.,
  Het Franse schip ROSETTE, behorende aan Van Iseghem, van Ostende, was gecharterd door de heer Vanderstrackten, Gent, die het schip op 15 juni 1810 vanuit Oostende, onder de vlag van Kniphausen, onder kapitein Schacken, met een lading graan naar Wardus in Noorwegen stuurde.
  De Heer Vanderstrackten ontving op 14 september 1810 een licentie (opm: uit Engeland, waardoor de vaart op Engeland mogelijk werd ondanks de oorlog tussen Engeland en het Frankrijk van Keizer Napoleon) voor het schip. Deze was op 26 augustus daaraan voorafgaand opgestuurd en was zes maanden geldig.
  De ROSETTE had, na haar lading graan te hebben gelost, vervolgens in Baltishport, Rusland (opm: nu Paldiski, Letland) potas geladen. Het schip voer (nu) onder Pruisische vlag, tot het op 12 januari 1811 werd aangehouden door het wachtschip van de douane, vanwege het eindigen van de geldigheid van de licentie en de toeslag op het certificaat van origine van de lading potas.
  Tijdens de ondervragingen verklaarde de kapitein dat hij de lading in Wardus had verkocht, vanwaar hij naar Varel was gezeild om zijn Kniphauser papieren te verwisselen voor die van Papenburg. Vandaar was hij naar Sint Petersburg gevaren. Nadat hij verscheidene keren havens had moeten aanlopen en zeeschade had opgelopen had hij in de haven van Baltishport overwinterd. In de maand maart 1811 was zijn schip met de inhebbende lading onder beslag gelegd op verzoek van de Heren Roosen te Hamburg, om als garantie te dienen op betaling door hen gedaan voor de lading potas voor rekening van de heer Vanderstrackten die inmiddels failliet was gegaan. Nadat hij tegen dit beslag protest had aangetekend vertrok hij uit Baltishport op 29 december 1811. Tenslotte, omdat hij had vernomen dat de vlag van Papenburg niet meer werd gerespecteerd had hij die van Pruisen gebruikt.
  De kapitein toonde bewijzen van zijn Franse bevrachtingen, waaronder een certificaat van de Franse consul in Sint Petersburg voor de bestemming Ostende.
  Het Prijsgerecht, hebbende de klachten van de Heren Van Iseghem en Roosen ontvangen, deed uitspraak per Besluit  van 17 februari 1813 dat het schip en haar lading werden geconfisceerd op de volgende gronden:
1e. Dat de licentie slechts was aangevraagd om frauduleus zaken te doen met Engeland.
2e. Dat de ROSETTE tijdens haar reis successievelijk zou hebben gebruik gemaakt van de vlaggen van Kniphausen, Papenburg en Pruissen, zonder toestemming van de Franse regering, noch door een verklaring aan haar agenten.
3e Dat de bestemming Wardus in Noorwegen werd voorgewend, en dat het Engeland was waarheen de lading graan werd gebracht. Bovendien kon de kapitein het logboek niet tonen van zijn eerste overtocht als het minste bewijs van de lossing in Noorwegen, of het binnenlopen van de haven van Varel.
4e. Dat indien een journaal, inhoudende een getrouwe weergave van de navigatie, regelmatig zou zijn bijgehouden zou zeker duidelijk geworden zijn dat de ROSETTE, die volgens de correspondentie een Engelse licentie had, vanuit Engeland zou zijn gekomen terwijl ze onderweg was naar Denemarken, waar ze te midden van Engelse schepen was geweest en dat ze in hun konvooi had gevaren.
  De Heren Van Iseghem en Roosen gaan bij de Staatsraad in beroep tegen het besluit van het Prijsgerecht.
  Zij hebben het eerste motief van dit besluit afgewezen terwijl ze er aan vast houden dat de licentie nutteloos was, omdat de actueel uitgevoerde reis slechts plaats vond tussen een geallieerde haven naar een andere, eveneens geallieerde haven. Zij wijzen het idee van de hand dat de aanvraag voor de licentie slechts was gedaan om een frauduleuze handel te dekken, waarbij ze opmerkten dat ze deze licentie eerst drie maanden na het vertrek van het schip hadden ontvangen.
  Zij blijven erbij dat de verschillende voorwendsels (opm: van vlag) waaronder het schip had gevaren de Franse opdrachten niet hadden kunnen annuleren. Dat deze dus waren geoorloofd en dat de Raad hen in feite geen serieus verwijt had kunnen maken.
(opm: bekort) 

- Gelet op het verzoek zoals ingediend op 29 april 1813, door de heer Van Iseghem, burgemeester van Oostende, eigenaar van het schip ROSETTE en de heer Roosen uit Hamburg, eigenaar van de lading van voornoemd schip, beogend het tenietdoen van een besluit van het Prijsgerecht de dato 17 februari 1813, waarin vonnis is gewezen, dat de op 8 januari 1812 door het wachtschip van de Douane van de haven Travemünde in de Oostzee prijsgemaakte schip de ROSETTE juist en rechtmatig is, en derhalve voornoemd schip ten gunste van de Staat heeft verbeurd verklaard, tezamen met de goederen van haar lading;
- Gelet op genoemd besluit, dat tot het voornoemde vonnis komt, dat toestaat dat eisers in dit geval kunnen vragen om inschikkelijkheid van de Regering.
- Gelet op de pleitnota ter verdediging van het Hoofd der Douane dat geen enkele conclusie trekt en verwijst naar justitie;
- Gelet op de opmerkingen van de Procureur-Generaal van het Prijsgericht ten gunste eisers;
- In overweging nemend dat het schip ROSETTE Frans eigendom is;
- Dat om het schip te de-nationaliseren en de Franse confiscatie uit te spreken het Prijsgerecht zich er vooral op heeft gebaseerd dat het waarschijnlijk was dat het schip een reis naar Engeland had gemaakt, en zeker, dat gedurende deze reis het schip drie verschillende vlaggen had gevoerd.
- Overwegende dat voor de reis naar Engeland geen enkel bewijs bestaat, zelfs niet de erkenning van het Prijsgerecht, dat zich op dit punt slechts baseert op vermoedens.
- Dat het vast staat dat op het moment van de kaping nabij Travemünde in de Oostzee, de ROSETTE niet van Engeland kwam, maar van een Russische haven, en dat scheepsdocumenten bewezen dat de bestemming een haven in Denemarken was.
- Ten aanzien van het verwisselen van de vlag, een voorwendsel dat gebruikelijk en geoorloofd is om zich te onttrekken aan een onderzoek door de vijand, niet als gevolg kan hebben dat een Frans schip de nationaliteit wordt ontnomen dat haar Franse transportopdrachten heeft uitgevoerd.
- Ten aanzien van de confiscatie van de lading, was door het Prijsgerecht uitgesproken dat dit slechts een gevolg was van de inbeslagname van het schip. Maar daar het beslag op het schip nu was opgeheven er geen enkel motief was om de lading – welke in een neutrale haven was geladen en voorzien was van een certificaat van een Franse consul die de neutrale oorsprong bevestigde – vast te houden.

Art. 1.  De beslissing, op 17 februari 1813 door het Prijsgerecht genomen, wordt herroepen. Als gevolg hiervan zal aan de eisers de teruggave worden gedaan, elk voor het deel dat hem en/of haar toekomt, van het schip ROSETTE, haar tuigage, zeil, treil en verder toebehoren, alsmede de betaalde waarborgsom, die aan hen voorlopig over de lading was opgelegd, en betaling van de kosten welke zijn veroorzaakt door de inbeslagname.
Art. 2e Onze ministers van Financiën en Marine worden belast, elk voor het gedeelte dat het betreft, met de uitvoering van het onderhavige besluit.

1816

Op 3 augustus 1816 werd de ROSETTE voor 11.000 francs gekocht door Nicolaas Bouvy, Amsterdam (2/3e deel) en J. Hulten (1/3e deel). Verkoper was de familie Van Iseghem, Oostende, die het schip hadden geërfd van hun vader A.J. van Iseghem.
Deze verkoop vond plaats nadat de brik van haar rondreis van Amsterdam naar Havana was teruggekeerd.

Op 13 augustus 1816 werd in Amsterdam een monsterrol opgemaakt van de ROSETTE onder kapt. Leopold Heyde; de bestemming was Bilbao; agent in Amsterdam Bouvy. Het aantal opvarenden was 8.

1817

RC 070117
Den 27 en 29 december zijn te Cowes binnengelopen de schepen BELLONA (opm: brik), kapt. J. de Lange, naar Sumatra, ROSETTE (opm: brik), kapt. L. Heyde, naar Bilbao, beiden van Amsterdam, en MINERVA (opm: hoeker), kapt. J. Boudestein, van Rotterdam naar Kadix.

Op 15 maart 1817 werd aan Den Haag een Cedule gepresenteerd ten bewijze dat het schip Nederlands eigendom was. Op 19 maart 1817 werd door Nicolaas Bouvij, Amsterdam, een nieuwe zeebrief met een Turkse Pas aangevraagd voor de ROSETTE onder kapitein Léopold Heyde. Deze had onder de vorige eigenaars al sinds 1814 als kapitein gediend.
Daar een Turkse Pas slechts geldig was voor één rondreis en daarna moest worden ingeleverd om niet de cautie te verliezen werd op 13 juni 1817 voor de volgende reis onder kapt. Heijden opnieuw een Turkse Pas aangevraagd. In beide gevallen is de bestemming niet gevonden.

GVB 120517
Oostende, 11 mei. Den 8, uitgevaren de Vlaamse brik ROSETTE, kapt. Heyde, naar Antwerpen, met wol, hebbende gerelacheerd; aan A. en J. Van Iseghem, 138 tonnen.

1818

RC 230718

Advertentie. J.H. de Witt, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, J. Boelen, H.R. de Barbanson en F. Bouvy, makelaars, zullen, op maandag den 27 juli 1818, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen:
-  Een sterk, snelzeilend, proper betimmerd en van alle gemakken voorzien Spiegel-Jagt, lang over steven 48 voet, wijd 15 voet 8 duim, hol 5 en 1 half voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven.
-  Een derde part in het Brikschip ROSETTE, kapt. H.G. Bergveld.

Op 8 augustus werd door Nicolaas Bouvij, Amsterdam, een nieuwe zeebrief aangevraagd voor de ROSETTE, nodig geworden door vervanging van kapt. Léopold Heijde door kapt. Herman Gerhard Bergveld. Daarnaast werd t.n.v. kapt. Bergveld een nieuwe Turkse Pas aangevraagd.

Op 24 augustus werd in Amsterdam een monsterrol opgemaakt van de ROSETTE onder kapt. Herman G. Bergveld; de agent was Bouvij, de bestemming St. Thomas. Het aantal opvarenden bedroeg 9.

1819

RC 270319
Amsterdam, 25 maart. Extract (opm: uittreksel) uit een brief van kaptein H.G. Bergveld, voerende het schip ROSETTE, liggende te Havana, in dato den 10 januari:
‘Voor veertien dagen arriveerde alhier kapt. Spoeler, van Bremen, die bezuiden Cuba om gekomen en aldaar door een Insurgenten (opstandeling) kaper van alle zijne beste goederen is beroofd geworden, en voor acht dagen kaptein Frohm, van Hamburg, die op de Bahanis Bank acht dagen door een kaper opgehouden is geworden, welke drie schooners met goederen uit zijn schip geroofd heeft; de super-carga (opm: functionaris gemonsterd voor het toezicht over de lading; in het algemeen in dienst van de charterer/ladingeigenaar die het schip bevracht), die zij wilden ophangen, om dat hij het geld niet wilde wijzen, is over boord gesprongen, doch door het scheepsvolk gered.’
RC 010419
Vlissingen, 27 maart. Kaptein A.S. Pranger, voerende het schip L‘ECLAIR (opm: fregat, thuishaven Antwerpen), van Antwerpen, rapporteert van de Havana gezeild te zijn den 12 februari 1819, in compagnie met de Nederlandse schepen, kapteins Visscher en H.G. Bergveld (opm: brik ROSETTE), beide gedestineerd naar Amsterdam, (beide reeds in Texel gearriveerd) en kaptein Floer, naar Ostende; hebbende hij dezelve in goede staat verlaten op den 16 februari, op de noorder breedte van 27º.

Kennelijk vond in 1819 een verandering van boekhouders plaats, in aanloop naar een verkoop in september 1820. Op 14 augustus 1819 vroeg ‘Jan Heere en anderen’ te Amsterdam voor kapt. H.G. Bergveld een Turkse Pas aan.

Op 18 augustus werd in Amsterdam een monsterrol opgemaakt van de ROSETTE onder kapt. Herman G. Bergveld; de agent was Heere; de bestemming Havanna.

1820

Nadat op 20 september 1820 de ROSETTE door Nicolaas Bouvy onderhands werd verkocht aan Jan Heere vond opnieuw een kapiteinswisseling plaats, twee redenen waarom een nieuwe zeebrief vereist werd. Op 27 september werd door Jan Heere, Amsterdam, voor kapt. Johan Carsten Ludders een nieuwe zeebrief aangevraagd en op 3 oktober 1820 een Turkse Pas, nodig in verband met de voorgenomen reis naar Suriname.

Op 28 september werd in Amsterdam een monsterrol opgemaakt van de ROSETTE onder kapt. Johann C. Ludders; de agent was Heere en de bestemming Genua en Livorno.

1821

RC 300121
Amsterdam, 27 januari. Te Surinamen is gearriveerd J.H. Bodeman, te Livorno J.C. Ludders (laatst in Genua) (opm: brik ROSETTE). 
RC 150521
Amsterdam, 12 mei. Kapt. J.C. Ludders, voerende de Hollandse brik ROSETTE, van Barcelona naar Amsterdam, meldt van Barcelona van den 28 april, dat hij den 17 dito ter rede van Villanova aangekomen zijnde, den 19 begonnen had 31 pijpen wijn op de kust te laden; doch den 22 door hevige oostelijke storm zijn braadspil (opm: horizontaal spil van het ankergerei) brekende, moest hij de beide touwen kappen, zo als de boot, die aan stukken geslagen was, waarna hij den 27 te Barcelona binnengelopen was om te repareren.

1822

Op 3 augustus 1822 vroeg Jan Heere, Amsterdam, voor de ROSETTE onder kapt. J.C. Ludders opnieuw een Turkse Pas aan.

Op 6 augustus 1822 werd in Amsterdam een monsterrol opgemaakt van de ROSETTE onder kapt. Johann C. Ludders; de agent was Heere en de bestemming St. Thomas.

1823

AC 240423
De Nederlandse brik ROSETTE, kapt. J.C. Ludders, den 22 februari van Guayanilla op Porto Rico vertrokken zijnde, werd den 23 dito door een Spaanse kaper genomen en den 25 te Mayaguas (opm: bedoeld wordt: Mayagüez) op Porto Rico opgebracht. Men heeft de kapitein enige dagen als prisonnier (opm: gevangene) behandeld, zodat hij met niemand konde spreken, doch daarna vrijdom gegeven om aan land te gaan. Hij heeft tegen de kaper geprotesteerd voor alle schade, onkosten, enz, hem hierdoor aangedaan. (opm: het schip kwam weer in bezit van de eigenaars)

Op 21 november 1823 werd in Amsterdam een monsterrol opgemaakt van de ROSETTE onder kapt. Johann C. Ludders; de agent was Heere en de bestemming Curaçao.

1825

Op 12 maart 1825 vroeg Jan Heere, Amsterdam, voor de ROSETTE onder kapt. J.C. Ludders een Turkse Pas aan, op 21 oktober gevolgd door een nieuwe zeebrief (de vorige was verlopen) en opnieuw een Turkse Pas.

AC 090425
Texel, 7 april. De wind NO. Binnengekomen: MAAS, kapt. J. Wason en IJSSELSTROOM, kapt. G. de Weerd, beide van Londen; VROUW MARTHA, kapt. R.P. de Jong, van Hull.
Uitgezeild: ROSETTA (opm: brik ROSETTE), kapt. J.C. Ludders, naar St. Thomas.
AC 120925
Texel, 9 september. Binnengekomen: IDA ALEIDA (opm: fregat IDA ALEYDA), kapt. S.O. Bakker, van Batavia; ROSETTE, kapt. R.C. Ludders, van St. Thomas.
AC 210925
Texel, 19 september. Door Alkmaar zijn langs het Noord-Hollandsche Kanaal gepasseerd:
Den 10 september, ROSETTE, kapt. J.C. Ludders, van St. Thomas naar Amsterdam.

Op 11 november 1825 werd in Amsterdam een monsterrol opgemaakt van de ROSETTE onder kapt. Johann C. Ludders; de agent was Heere en de bestemming St. Thomas. Er waren nu 10 opvarenden.

AC 231125
Gepasseerde schepen door Alkmaar, langs het Groot Noord-Hollandsche Kanaal.
Den 18 november, ROSETTE, kapt. J.C. Ludders, van Amsterdam naar St. Thomas.

1826

AC 240726
Texel, 21 juli. Binnengekomen: ROZETTA (opm: brik ROSETTE), kapt. J.C. Ludders, van St. Thomas; WILLIAM, kapt. W. Nazeby en BRUNSWICK, kapt. J. Page, beide van Londen.
Bovengemelde kapt. J.C. Ludders, heeft den 30 juni jl. op 40 gr. 47 min. noorderbreedte 47 gr. 04 min. westerlengte van Greenwich gepasseerd, een schoenerschip, als wrak op zijn last drijvende, volgens de deklast was hetzelve met hout geladen; er was geen naam van achteren nog op het vlak te zien.

1827

In 1827, mogelijk zelfs nog in 1826, moet door Jan Heere een nieuwe zeebrief – en waarschijnlijk ook een Turkse Pas – zijn aangevraagd voor een nieuwe kapitein, namelijk H. van Soolingen. Deze aanvraag is door Marhisdata in het Nationaal Archief in Den Haag niet teruggevonden.

1828

AH 020728
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam:
Naar Curaçao. ROSETTE, kapt. H. van Soolingen.
Adres bij Altena & Co, Hoyman & Schuurman, De Vries & Co en D. Aletrino.

Op 4 augustus 1828 vroeg J. Heere voor kapt. H. van Soolingen van de ROSETTE een Turkse Pas aan, ongetwijfeld vanwege de bestemming Curaçao.

Op 12 augustus werd in Amsterdam een monsterrol opgemaakt van de ROSETTE onder kapt. Henderik van Soolingen; de agent was Heere en de bestemming Curaçao. Het aantal opvarenden bedroeg nu weer 9.

RC 161028
Amsterdam, 14 oktober. Kapitein H. van Soolingen, voerende het schip (opm: brik) ROSETTE, van Amsterdam naar Curaçao, meldt van Ferrol, in dato den 24 september, dat, zijn schip in zware stormen lek geworden zijnde, hij aldaar was binnengelopen en zou moeten lossen.
CCR 131228
Curaçao. De lang alhier verwachte Nederlandse brik ROSETTE is reeds, naar luidt van bovengemelde brieven, op den 29ste der laatstledene maand augustus van Amsterdam vertrokken. Haar lang uitblijven doet ons beducht zijn, dat zij in de klauwen der onbarmhartige zeeschuimers gevallen is. Onze vrees wordt versterkt doordat er onlangs alhier, zo men zegt, uit St. Thomas, verse Hollandse provisie, als kaas en gort, aangebracht zijn, zonder dat er in laatstgemelde plaats enig vaartuig uit Nederland is aangekomen. (opm: ROSETTE was 27 juli 1829 terug in Nederland, zie RC 161028 en 300729)

1829

RC 300729
Rotterdam, 29 juli. Den 27 dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis de ROSETTE (opm: brik, zie CCR 131228), kapt. H. van Soolingen Hz., van St. Domingo, als bijlegger naar Hamburg, en is na visitatie van quarantaine ontslagen.
RC 130829
Rotterdam, 12 augustus. De 12e, des morgens, zeilden uit Helvoetsluis DE MAAS, kapt. J.C. Teves, naar Batavia; ROSETTE, kapt. H. van Soolingen Hz., naar Hamburg.
(opm: de brik ROSETTE, bouwjaar 1799, werd in Hamburg verkocht, waarschijnlijk aan een lokale sloper)

1830

De zeebrief werd op 11 mei 1830 door de consul naar Den Haag teruggezonden.

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Gemeente-Archief Amsterdam archiefnummer Ams.5181-7153-1817-12
DVD 6 – VII – 33-37
__________________________________________________
Acte koop/verkoop
Naam schip: ROSETTE

Plaats en datum acte onderhandse verkoop, Oostende, 31 juli 1816.

Soort schip

Bouwwerf / verkoper Andries van Iseghem, koopman in de St. Thomasstraete, en Joannes van Iseghem, koopman in de Kerrimetsestraete, beide te Oostende, mede voor Mej. Marie van Iseghem, hun zuster, elk voor 1/3e part, als erven van hun vader, wijlen Andries Joannes van Iseghem

Gevoerd door kapt. Léopold Heijde (?)

Eigenaar / aankoper Nicolaas Bouvy, koopman te Amsterdam, ten deze vertegenwoordigd door Franciscus van Iseghem.

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief omtrent 153 tonnen

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Oostende, 3 augustus 1816

Nummer van registratie folio 73, verso, case 8.

Notaris Antonius Reijn (?), notaris te Oostende (West-Vlaanderen)

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) 11.000 francs

Bijzonderheden: Tijdens het passeren van deze acte bevond zich de ROSETTE op reis van Amsterdam naar Havana.
Wijlen Andries Joannes van Iseghem had het schip op 30 maart 1810 verkregen door koop van Rosalia van Iseghem, weduwe van Theodor van Moorsel.
Bij de acte is gevoegd eigendomsbewijs ter verkrijging Nederlandse zeebrief schip ROSETTE, in dato Amsterdam,15 maart 1817, waarbij Nicolaas Bouvy verklaart eigenaar van 2/3e part en J. Hult (?) van 1/3e part van de ROSETTE

Researcher/datum research ML/300807

Naam ROSETTE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1817
Toegang 5181
Inventaris 7153
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente-Archief Amsterdam archiefnummer Ams.5181-7155-1818-98
DVD 6 – IX– 262,263
__________________________________________________
Eigendomsbewijs
Naam schip: ROSETTE

Plaats en datum acte rederij-ceduul, Amsterdam, 31 juli 1818

Soort schip brik

Eigenaren: als enige eigenaren tekenen: Nicolaas Bouvy en (onleesbaar)

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie

Nummer van registratie

Notaris

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden: bijgevoegd een aantekening, luidende: “98.Afschrift der koopbrief van de brik ROSETTE te vinden onder de documenten ter verkrijging van zeebrieven anno 1817, no. 12”.




Researcher/datum research ML/160907

Naam ROSETTE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1818
Toegang 5181
Inventaris 7155
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1414.1820.131

foto IV– 2-07, 2-08

CEDULE

Naam schip ROSETTE

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 21 september 1820

type schip niet vermeld

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Jan Heere, Amsterdam (boekhouder en 4/8e part), Johan Carsten Ludders, Amsterdam (schipper en 3/8e part) en Herman Gerhard Bergveld, Amsterdam (1/8e part)

te voeren door kapt. Johan Carsten Ludders, mede-eigenaar

grootte in tonnen 65 lasten

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd buiten Nederland

plaats / datum registratie Amsterdam, 21 september 1820

nummer registratie deel 5, folio 9, recto, vak 2

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopacte; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 18661





researcher/datum research: ML / 040215

Naam ROSETTE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1820
Toegang 5074
Inventaris 1414
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1820-131

ACTE AAN-/VERKOOP
schip ROSETTE

plaats en datum acte onderhandse verkoop, Amsterdam, 20 september 1820

soort schip brik

gevoerd door kapt.

Bouwwerf / verkoper Nicolaas Bouvy, Amsterdam

Eigenaar / aankoper Jan Heere, Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie Amsterdam, deel 5, folio 9, verso, vak 1

datum van registratie 22 september 1820

notaris

prijs (bij aan-/verkoop NLG. 2000,-

bijzonderheden








researcher/datum research ML-270206

Naam ROSETTE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1820
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: ARCHIEF Gemeente-Archief Amsterdam, archiefnummer Ams.5081-7153-1817-12
ARCHIEF Gemeente-Archief Amsterdam, archiefnummer Ams.5081-7155-1818-98
ARCHIEF Gemeente-Archief Amsterdam, archiefnummer 5074/1419-1820-131
ARCHIEF Stadsarchief Amsterdam, Archiefnummer AMS 5074.1414.1820.131
Nat. Archief Den Haag, toegangnummer 2.08.01.07, diverse bestanddelen zeebrieven
De heer André Delporte, Luik
De heer Axel Kühn, Karlsruhe
Mevr. R. Mast-de Vries, Delfzijl
Lloyd’s Register on line
Het dagelijkse bulletin van de geheime politie van de eerste Keizer (1811) (vertaald)
AC = Amsterdamsche Courant
CCR = Curaçaosche Courant
GVB = Gazette van Brugge
GVG = Gazette van Gend (vertaald)
KG = Kentish Gazette (vertaald)
KPCJ = Kentish weekly Post or Canterbury Journal, Canterbury (vertaald)
NGVB = Nieuwe Gazette van Brugge
RC = Rotterdamsche Courant