Familiegegevens en opleiding
Hendrik de Jong werd geboren te Amsterdam op 30 september 1805.
Hij trouwde met Henriette Louise Keeman, geboren te Amsterdam op 10 december 1810.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.de Jong werd per 27 mei 1834 op voordracht van C.Koert met vlagnummer 382 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving is geen scheepsnaam vermeld. Toegevoegd is "bedankt"002.
In de Algemene Ledenvergaderingen van 20/27 mei 1834 van het college Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd Hendrik de Jong, oud 28 jaar, voerende de bark “Casor”, wonende op de Brouwersgracht bij de Brouwerstraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.Koert. Zijn vlagnummer werd 382023.
Deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 15 december 1840 en bedankt in 1859003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 april 1859 en de Algemene Vergadering van 17 mei 1859 staat de mededeling dat kapitein H. de Jong heeft bedankt voor het effectief lidmaatschap “doch verzoekende No vlag te mogen blijven voeren”, hetgeen wordt toegestaan.042-023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
382 1834-1835 bark Castor Gebr.Hartsen
269 1836 bark Castor idem
1837-1840 geen vermelding van schip en boekhouder
1841-1844 fregat Anna Margaretha A.Ahlers Jr
1845-1846 bark Mathilde idem
1848-1853 bark Jan Hendrik idem
82 1854-1859 bark Jan Hendrik J.J.Marlof
1860 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt H.de Jong als gezagvoerder gedurende:
* 1835 t/m 1837 op de bark “Castor”, gebouwd in 1834 te Amsterdam, 475 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam;
* 1842 t/m 1845 op het 3/m schip “Anna Margaretha”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 620 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam;
* 1846 t/m 1849 op de bark “Mathilda”, gebouwd in 1843 te Maassluis, 585 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam;
* 1848 t/m 1857 op de bark “Jan Hendrik”, gebouwd in 1847 te Maassluis, 614 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam;
* 1858 t/m 1860 op hetzelfde schip maar nu varend voor J.J.Marlof te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart werd Frederik Hendrik Klein als ligtmatroos geplaatst op de "Castor" onder kapitein H.de Jong. Het betrof twee reizen naar Batavia en wel van juni 1834 - augustus 1835 en augustus 1835 - juni 1836004-532/1704.
H.de Jong verzorgde per 26 juli 1835 vanuit Nieuwediep met de “Castor” en troepentransport van 4 officieren en 102 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 18 november 1835 na 115 dagen.Onderweg was 1 militair overleden065*.
Cheribon. Reis van de “Urania” onder gezag van kapitein Cornelis Abrahamsz. Jr:
Anna Abrahamsz, de dochter van de kapitein, werd ondergebracht in een logement. “Het logement hier was niet zoo groot als op Batavia; er waren slechts zes kamers, vier groote en twee kleine van welke laatste wij de eerste twee dagen een voor ons in gebruik hadden. Doch toen arriveerde hier kapt. H.de Jong welke die kamer hebben moest … “
Uit p.35 van: Anna Abrahams. Journaal eener Oostindiesche Reis. De belevenissen van een tienjarig meisje in 1847 en 1848. Geannoteerde uitgave door de stichting Terra Incognita te Amsterdam. 1993. 72 pp.
De bewerkers van dit dagboek melden dat deze kapitein tegelijk met Anna’s vader op 15 juli naar Batavia was vertrokken, maar zijn zeilschip “Mathilda” deed er bijn drie weken korter over dan de “Urania”.
De bark “Jan Hendrik” onder kapitein H. de Jong vertrok van Texel, staat op 24 november 1851 geregistreerd te Dover en zeilde via Kaap Hoorn naar Valparaiso waar het op 12 maart 1852 aankwam. Daarna ging de reis via San Francisco naar Hongkong, aankomst 26 september. Het zal via Kaap de Goede Hoop weer naar Europa zijn gezeild.121
Familiegegevens en opleiding
In het Bevolkingsregister 1851 van Amsterdam staat de koopvaardijkapitein Johan Julius S.Ruhl, geboren 18 oktober 1819 te Amsterdam, Evangelisch Luthers, wonend in de Spuistraat.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.S.Rühl werd met vlagnummer 731 per 14 april 1846 effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van J.A.de Haas. Zijn schip was de "Anna Margaretha". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving was Rühl 26 jaar en ongehuwd002a.
In de Algemene Vergaderingen van 07/14 april 1846 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Johan Julius Simon Rühl, oud 26 jaar, voerend de bark “Anna Margaretha”, wonend op de Nw. Zijds Achterburgwal 329 te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.A.de Haas.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
731 1846-1853 bark Anna Margaretha A.Ahlers Jr
354 1854 bark Anna Margaretha idem
1855 geen vermelding van schip en boekhouder
1856-1857 bark Rabenhaupt Kranenborg & Zn, Nap & Co
1858-1863 geen vermelding van schip en boekhouder
Vermelding van vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek aankomst
J.J.S.Rühl Jan Jacob 22 juli 1863 12 september 1863
Bouma025 vermeldt J.J.S.Rühl als gezagvoerder gedurende:
* 1847 t/m 1855 van het fregat “Anna Margaretha”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 620 ton, varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam. Het schip voer in 1856 voor Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam en was herdoopt in “Provincie Drenthe”;
* 1857 t/m 1858 van de bark “Rabenhaupt”, gebouwd in 1840 te Groningen, 433 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zn & C.M.Nap te Amsterdam. Het schip voer in 1859 voor H.J.Limborgh te Groningen en was herdoopt in “Geertina”;
* 1864 van de brik “Jan Jacob” ex Elise, gebouwd in 1857 te Osterrisør, 236 ton o.m., varend voor Canne & Balwé te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was J.J.S.Ruhl. 104.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Geboorte ca. 1824.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.H.Beckering werd met nr.779 effectief lid van Zeemanshoop per 18 december 1860 op voorspraak van G.J.Mexenberg. Zijn schip was de “Provincie Drenthe”002. Ten tijde van de inschrijving was Beckering 37 jaar002a.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 11/18 december 1860 staat vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd Hendrik Beckering, oud 37 jaar, voerend de bark “Provincie Drenthe”, voor rekening van Mr. F.U.H.Reiger, op voordracht van kapitein G.J.Melenberg.023.
H.Beckering was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1860 t/m (wellicht) 1887 met vlagnummer 779.
H.Beckering was met vlagnummer R409 in de periode 1854 t/m 1874 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
779 1861-1863 bark Anna en Sophia F.U.H.Reiger en Co
1864-1887 geen opgave van schip en boekhouder
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein H.Beckering met vlagnummer R409 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
1855, 1858, 1859 van de bark “Provincie Drenthe” 328 last varend voor F.U.H.Reiger te Amsterdam
1862 t/m 1864 van de bark “Anna Sophia” 325 last varend voor F.U.H.Reiger te Amsterdam
1865 t/m 1867 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.H.Bekkering als gezagvoerder gedurende:
* 1855 van de brik “Joan Jacob”, gebouwd in 1854 te Groningen, 202 ton o.m., varend voor Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam;
* 1856 t/m 1861 van de bark “Provincie Drenthe”, ex Anna Margaretha, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 617 ton o.m., varend voor Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam;
* 862 t/m 1863 van de bark “Anna Sophia”, gebouwd in 1862 te Amsterdam, 722 ton o.m., varend voor Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam;
* 1864 van de bark “IJmuiden”, op 09 april 1864 op de werf IJhoek te Amsterdam te water gelaten023, 756 ton o.m., varend voor F.U.H.Reiger & Co te Amsterdam;
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
H.Beckering Provincie Drenthe 05 januari 1860 06 oktober 1860
Noordelijk Scheepvaartmuseum,monsterrollen
11 juni 1853, schoener “Atalanta”, schipper Hinderikus Bekkering/Beckering, 29 jaar uit Groningen. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen, lichtmatroos en een kajuitwachter.
07 april 1855, brik “Joan Jacob”, schipper Hinderikus Beckering, 31 jaar uit Groningen. Voorts 1ste stuurman, 2de stuurman, kok, matroos, 5 ligtmatrozen, kajuitwachter.
Overige bijzonderheden
Melding uit het journaal van de bark “Provincie Drenthe” onder kapitein Hendricus Beckering op reis van Java naar Amsterdam. Op 30 mei 1859 overleed een te Soerabaja aan boord gekomen passagier toen op de hoogte van 34o40’NB/46o30’WL.115.
Familiegegevens en opleiding
Pieter Hoekstra werd geboren 09 juni 1824 te Den Burg op Texel als zoon van kapitein Klaas Sytses Hoekstra en Jantje Jans Hillenius. Getuigen bij de aangifte op 11 juni 1824 waren de zeeman Maarten Hillenius, 23 jaar en de klerrk terr secretarie Gerrit List, 29 jaar, beiden wonen de Den Burg.
Pieter Hoekstra was getrouwd met Grietje Daman, geboren 09 april 1829 en overleden in maart 1891
Pieter Hoekstra overleed ca. 1877/1878
(voor nadere BS-gegevens zoeken in Texel of Den Helder, de woonplaatsen van zijn vader de walvisvaarder Klaas Hoekstra)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.Hoekstra werd met nr.781 effectief lid van Zeemanshoop per 12 maart 1861 op voorspraak van H.Beckering. Zijn schip was de "Provincie Drenthe"002.
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat vermeld dat per 05/12 maart1861 als effectief lid werd voorgesteld/ingeschreven Pieter Hoekstra, oud 36 jaar, voerend de bark “Provincie Drenthe”, voor rekening van Mr. F.U.H.Reiger & Co op voordracht van kapitein H.Beckering.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 02 juli 1867 staat de mededeling dat bij de Commissie voor de Wetenschappelijke Zeevaart zijn ontvangen 2 medailles, die zijn toegekend door de Academie des Sciences de France aan de kapiteins P.Hoekstra en J. van der Valk, wegens metereologische waarnemingen. Het Bestuur stelt voor deze in de Algemene Vergadering van 16 juli a.s. uit te reiken.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 september 1876 staat vermeld dat zijn binnengekomen 3 zilveren medailles van Z.M. de Koning voor de heren Kruisinga, Hoekstra , Trappen.
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 januari 1878 wordt de wed. Hoekstra een uitkering toegezegd ingaande 01 november 1877.118
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 16 juli 1867 staat vermeld: “de President spreekt daarop een korte lezing uit over de Metereologie naar aanleding van de bekrooning van Kapitein P.Hoekstra door de Association Scientifique de France aan welke bekroonde hij de gouden Medaille hem toegekend onder eene gepaste en hartelijke toespraak uitreikt. Tevens is daarbij medegedeeld den brief van de Commissie ter bevordering der Wetenschappelijke Zeevaart toezendende het eereblijk voor Kapt. P.Hoekstra en J. van der Valk. De Heer Hoekstra beantwoord kortelijk de toespraak van de Voorzitter.”023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 26 februari 1878 staat vermeld dat aan de wed. P.Hoekstra een uitkering in de 1e klasse is toegekend. (Geen ingangsdatum genoemd) 023
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 09 juli 1878 staat vermeld: “De President vermeldt nog dat ook aan kapitein P.Hoekstra de zilveren Medaille is toegekend doch dat hij tot zijn leedwezen die niet kan uitreiken daar kapitn Hoekstra is overleden en nu aan zijn weduwe zal worden gegeven.023 (het betreft hier een medaille toegekend door Z.M. de Koning, voor een uitstekend bijgehouden metereologisch journaal).
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
781 1861-1863 bark Provincie Drenthe F.U.H.Reiger & Co
1864-1873 bark Anna en Sophia idem
1874-1876 fregat Tromp idem
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
P.Hoekstra Provincie Drenthe 01 augustus 1862 niet vermeld
Provincie Drenthe geen melding 19 oktober 1863
Anna Sophia 30 november 1863 18 oktober 1864
Anna Sophia 12 april 1865 03 februari 1866
Anna Sophia 23 juni 1866 18 juni 1867
Anna Sophia 01 augustus 1867 31 juli 1868
Bouma025 vermeldt P.Hoekstra als gezagvoerder gedurende:
* 1862 t/m 1864 van de bark “Provincie Drenthe”, ex Anna Margaretha, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 617 ton o.m., varend voor mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam;
* 1865 t/m 1872 van de bark “Anna Sophia”, gebouwd in 1862 te Amsterdam bij J.F.P.H.Abbema, 722 ton o.m., varend voor Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam;
* 1874 t/m 1878 van het 3/mschip “Tromp” ex Research, gebouwd in 1861 te Yarmouth, NS, 1734 ton o.m., varend voor F.U.H.Reiger & Co te Amsterdam.
Het Nederlands Scheepvaartmuseum te Amsterdam bevat een prent van de “Anna Sophia” doord Eickelberg, W.H.
Inventarisnr. A 2051.(01)
zeilend in het Engelse Kanaal; het schip voert de vlag van rederij F.U.H. Reiger & Co. te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In het manuscript " Journaal van Ds.P.Heering geschreven op zijn reis van Nieuwediep naar Batavia, 11 November 1868 tot 20 Februari 1869, aan boord van de bark "Anna & Sophia" (kapt.P.Hoekstra), benevens een afbeelding van dat schip", geschreven door dominee P.Heering (NSM nr.S 3620 A IV-2) worden een aantal opmerkingen omtrent kapitein P.Hoekstra gemaakt, die een inzicht geven in diens persoonlijkheid:
14 november 1868: “ Onze kapitein Hoekstra is een verstandig, flink zeeman, die bedaard en kort zijne bevelen geeft en altoos zijnetegenwoordigheid van geest behoudt….”
25 november 1868: Ds.Heering doet verslag van een verhaal van de kapitein omtrent zijn vader K.Hoekstra, commandeur van een walvisvaarder (zie bij K.Hoekstra).
27 november 1868: "Hij (de kapitein) is in alle opzichten een zeer geschikt man. Ik geloof, dat de geheele equipage veel van hem houdt, niettegenstaande hij weinig met het volk spreekt; dit doet hij uit principe".
01 december 1868: "Van avond zagen wij het phosphoruceeren van de zee, vooral achter het roer. De kapitein vertelde ons, dat het dieren waren, die zoo schitterende, maar ik voor mij geloof het niet. Het is stellig electriciteit." (Kapitein Hoekstra had gelijk; het zullen phosphoricerende planktonorganismen zijn geweest. S.P.)
02 december 1868: "De ongesteldheid van velen was nog niet over. De kapitein voelde zich mede onwel en bleef den geheelen dag in de kooi."
03 december 1868: "Alles wordt aan boord geobserveerd en aangeteekend òf in het gewone scheepsjournaal of in het metereologisch journaal, waarvoor Kapt.Hoekstra voor twee jaren is bekroond geworden te Parijs. Het genootschap te Parijs heeft 10 gouden medailles uitgereikt en van die tien zijn, merkwaardig genoeg, 8 in Holland, één in Engeland, één in Frankrijk gevallen. Alle natien dinge meê."
15 januari 1869: "Kapt.Hoekstra maakte de eerste reis met de Anna & Sophia. Hij zeilde vlug, buitengewoon vlug tot aan Straat Sunda en was nog 30 mijlen van de reê van Batavia. ... En ziet nog 30 dagen heeft het geduurd, eer hij het anker liet vallen. Windstilte en tegenwind, waardoor hij telkens weer uit de Straat geraakte. Hij deed dus in eene maand wat men anders in een klein etmaal afzeilt."
P.Hoekstra verzorgde per 30 november 1863 vanuit Nieuwediep met de “Anna en Sophia” een troepentransport van 3 officieren en 86 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 30 maart 1864 na een reis van 121 dagen.
Op 11 november 1868 vertrok hij van Nieuwediep met de “Anna en Sophia” en 1 landmachtsoldaat. Hij kwam te Batavia aan op 22 februari 1869 na een reis van 103 dagen065.
Provinciale Groninger Courant 09 april 1861114
Amsterdam, 7 april. Volgens brief van kapitein Hoeksma (opm: P. Hoekstra), voerende het schip (opm: bark) PROVINCIE DRENTHE, van hier naar Kaap de Goede Hoop, in dato 6 april, bevond hij zich toen in goede staat zeilende op de hoogte van het Zuid-Voorland; aan boord was alles wel.
NRC 17 mei 1861114
Rotterdam, 16 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 27 schepen:….
…..Voor Amsterdam: ….. PROVINCIE DRENTHE, P. Hoekstra;…..
NRC 16 december 1863114
Rotterdam, 15 december. Met genoegen kunnen wij berichten, dat heden alhier de tijding is ontvangen, dat het Nederlandse schip ANNA SOPHIA, kapt. Hoekstra, van Amsterdam naar Batavia, de 10e bij het eiland Wight de Engelse zeeloods heeft aan wal gezet. Men verkeerde omtrent dit schip, dat 30 november uit Texel vertrokken was, in grote ongerustheid, aangezien er een naambord met de naam ANNA SOPHIA er op, bij Egmond aan strand gespoeld en de zeeloods van het schip nog niet terug was.
NRC 16 december 1863114
Rotterdam, 15 december. Volgens particulier bericht is het schip ANNA SOPHIA, kapt. Hoekstra, van Amsterdam naar Batavia, 10 december Wight gepasseerd.
Provinciale Groninger Courant 17 december 1863114
Groningen, 16 december. Volgens een ontvangen bericht bevond het schip ANNA EN SOPHIA, kapt. Hoekstra, met koloniale troepen naar Batavia bestemd en waarover door het aandrijven van het naambord grote ongerustheid bestond, zich de 10e dezer op de hoogte van Wight. Aan boord was alles wel. De ongerustheid welke men nopens die bodem koesterde, is daardoor dus geweken.
Dordrechtsche Courant 07 mei 1864114
Zeetijdingen. …..
……Aangekomen schepen op Java vóór 1 april: ANNA SOPHIA, kapt. Hoekstra; …..
NRC 18 maart 1865114
Door de N.H.M. zijn bevracht de navolgende 26 schepen, als:…..
….Voor Amsterdam: …. ANNA EN SOPHIA, kapt. P. Hoekstra……
Dordrechtsche Courant 06 februari 1868114
Batavia,15 januari. (per telegram, Reuters Office) Aangekomen schepen: ….ANNA SOPHIA, kapt. Hoekstra; …
NRC 13 mei 1869114
Advertentie. C.S. Oolgaardt, makelaar, zal op maandag den 31 mei 1869, des avonds ten 6 ure, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ te Amsterdam, ten overstaan van de Notaris O. Leefkens, presenteren te verkopen:
- 2/64 Aandelen in het gekoperd Barkschip ANNA & SOPHIA, 382 gem. lasten, kapt. P. Hoekstra, dir. de Heren F.U.H. Reiger & Co, Amsterdam, van Batavia naar Soerabaya vertrokken…..
NRC 26 oktober 1869114
Cargalijst. Schip (opm: bark) ANNA EN SOPHIA, kapt. Hoekstra, te Amsterdam van Batavia: 7090 balen koffie, 1601 kranjangs suiker, 1080 schuitjes tin, een partij sapanhout en 1153 bossen rotting. Adres: Nederlandsche Handel Maatschappij.
Familiegegevens en opleiding
Berend Boer werd geboren op 19 december 1828 te Groningen als zoon van de molenaar, later commissionair, Hindrik Harms Boer en Lammechien Berends Houwing.
Berend Hindriks trouwde op 20 januari 1853 te Groningen als stuurman met Antje Huizinga, geboren te Groningen 21 juli 1831 als dochter van de diakendienaar Wilke Itje Lourens Huizinga en Jorissina Joris.
Geen overlijdensgegevens gevonden in Amsterdam
In het Jaarverslag 1890 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1890 is overleden058.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
In de ledenlijst van van den Hoek Ostende019 staat achter vlagnummer 794 in 1862 geen naam ingevuld.
B.H.Boer werd per 24 juni 1862 met vlagnummer 794.ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein H.Beckering. Als zijn schip is opgegeven de Graaf van Heiden Reinenstein002. In het andere inschrijfregister van Zeemanshoop002a staat als inschrijfdatum van vlagnummer 794 , zijnde B.H.Boer, eveneens 24 juni 1862. Hij was toen 33 jaar.
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 17 juni 1862 werd als effectief lid voorgedragen Berend Hendriks Boer, oud 33 jaar, voerend de bark “Graaf van Heiden Reinenstein, voor rekening van F.U.H.Reiger & Co, op voordracht van kapitein H.Beckering. In de notulen dd 24 juni 1862 staat de mededeling dat kapitein B.H.Boer met meerderheid van stemmen werd gedeballoteerd en dus niet als effectief lid werd aangenomen. In de notulen van de vergadering dd 01 juli 1862 staat dat: “… op de brief van eenige Effectieve Leden omtrent de herballotage van Kapt. B.H.Boer zal worden beslist in de eerst te houden Bestuurders vergadering.023
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 08/15 maart 1864 werd voorgedragen/benoemd als effectief lid voor de vlag Barend Hendrik Boer, oud 35 jaar, voerend de bark “Provincie Drenthe”, voor rekening van F.U.H.Reiger & Co, op voordracht van kapitein H.J.Haverbult. Hem werd vlagnummer 794 toegewezen023. De herbenoeming heeft dus bijna 2 jaar op zich laten wachten waarbij overigens zijn vlagnummer wél gereserveerd bleef.
Ene B.H.Boer was met vlagnummer R242 in de periode 1858 t/m 1890 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
B.H.Boer was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” in de periode 1855 t/m 1861 met vlagnummer 50.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1890 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1890 is overleden058.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
794 1864 bark Provincie Drenthe F.U.H.Reiger en Co
1865-1868 bark Stad Assen idem
1869 geen opgave van schip en boekhouder
1870-1871 bark Cornelis T.C.Schol
1871 “zonder schip”
1872-1873 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt het fregat Graaf van Heiden Reinenstein, gebouwd in 1836 te Rotterdam, 607 ton o.m., (ex-
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein B.H.Boer met vlagnummer R242 als gezagvoerde in de ledenlijsten van058:
1858, 1859 sch.brik “Haren’ 81 last Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam
1862, 1863 fregat “Graaf van Heiden Reinestein” 320 last Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam
1864 bark “Provincie Drenthe” 325 last Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam
1865 t/m 1867 bark “Stad Assen” 273 last Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam
1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt B.H.Boer als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1855 van de sch.brik “Johanna Henriëtta”, gebouwd in 1853 te Groningen, 178 ton o.m., varend voor Mr.F.U.H.Reiger te Groningen. Het schip werd in 1856 door dezelfde reder herdoopt in “Haren”;
* 1854 t/m 1862 van de sch.brik “Haren” ex Johanna Henriëtte, gebouwd in 1853 te Groningen, 152 ton o.m., varend voor Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam;
* 1863 van het 3/m schip “Graaf van Heiden Reinestein”, ex Generaal v/d/ Bosch gebouwd in 1836 te Rotterdam, 607 ton o.m., varend voor Mr.F.U.H.Reiger te Amsterdam. Het schip voer in 1864 voor reder G.F.Egidius te Amsterdam en was herdoopt in “Aegidia”;
* 1865 van de bark “Provincie Drenthe”, ex Anna Margaretha, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, varend voor Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam. Het schip werd in 1865 afgekeurd in Nederlands Oost-Indië.
* 1866 t/m 1869 van de bark “Stad Assen”, gebouwd in 1856 te Amsterdam, 517 ton o.m., varend voor Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam. Het schip werd in 1870 door dezelfde reeder herdoopt in “Roline Maria”;
* 1871 van de bark “Cornelis” ex Almelo, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 472 ton o.m., varend voor T.C.Schol te Amsterdam. Het schip strandde en werd afgekeurd.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
B.H.Boer Provincie Drenthe 13 april 1864 geen melding
B.H.Boer Stad Assen 20 februari 1866 -1 april 1867
Overige bijzonderheden
Geen,
|