Familiegegevens en opleiding
Frans F. Zeven werd geboren op 27.01.1815 te Oude Pekela als z.v. Frans H. Zeven (schipper) en Hindrikje Jacobs.
Frans F. (25) (koopvaardijkapitein) trouwde op 25.01.1841 met Hilletje Engels (24) - geb. te Amsterdam - d.v. Jappe Alderts Engels en Eeuwk Annes Lammerts.
Hij was getrouwd met Hilletje Engels, geboren 08 januari 1817 . Na het overlijden van haar man hertrouwde zij in 1861 met Marinus Johannis Verhagen.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.F.Zeven werd met vlagnummer 422 per 24 juli 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordracht van kapitein J.E.van Hoogenhuijse. Als zijn schip is genoemd de “Alkmaar”. Toegevoegd is “overleden”.002. Ten tijde van de inschrijving was Frans Zeven 23 jaar en ongehuwd.002a
In de Algemene Vergaderingen van “Zeemanshoop” van 17/24 juli 1838 werd voorgedragen/benoemd als effectief lid Frans Fransen Zeven, oud 23 jaar, voerend de kof “Alkmaar”, wonende bij de wed. Zeven in de Oude Teertuinen te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.E. van Hoogenhuyze. Hij kreeg vlagnummer 422023
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 februari 1852 vraagt de weduwe van kapitein F.F.Zeven geb. Engels om een uitkering, die haar in de vergadering van 30 maart 1852 wordt toegekend aan haar en 3 kinderen met ingang van 01 november 1851.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 februari 1861 meldt de wed. F.F.Zeven geb. Engels te zijn hertrouwd met M.J.Verhagen.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 13 april 1852 wordt gemeld dat aan de wed. van kapitein Zeven per 01 november 1851 een uitkering is toegekend voor haar en 3 kinderen.0233
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 02 april 1861 wordt gemeld dat de wed. F.F.Zeven geb. Engels is hertrouwd met M.J.Verhagen en bedankt voor de uitkering023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 23 juli 1867 staat een “Brief van den Heer D.Doornbos Borchers verzoekende een gratificatie voor de drie onmondige dochters van wijlen kapitein Zeven, welk veroek werd afgewezen.023. Er is geen zekerheid dat het gaat om de kinderen van F.F.Zeven.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”001
vlag jaren type scheepsnaam reder/boekhouder
422 ` 1838-1841 kof Alkmaar geen opgave
1842-1846 bark Dankbaarheid J.Kruyt
1848-1840 bark Drie Gebroeders W.Ruijs JDz, R’dam
1850 bark Japara idem
1851 bark Cornelis Wernard Eduard idem
1852 bark Jeannette idem
Bouma025 vermeldt kapitein F.F.Zeven als gezagvoerder gedurende:
* 1838 t/m 1842 van de schoenerkof “Alkmaar”, gebouwd in 1837 te Alkmaar, 80 ton o.m., varend voor H. de Coster te Alkmaar;
* 1843 t/m 1847 van de bark “Dankbaarheid”, gebouwd in 1843 te Alkmaar, 304 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz- te Rotterdam;
* 1848 van de bark “Drie Gebroeders, gebouwd in 1844 te Slikkerveer, 412 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam
* 1850 van de bark “Japara”, gebouwd in 1846 te Kinderdijk, 450 ton o.m., varend voor Wm. Ruys JDz te Rotterdam
* 1850 t/m 1851 v an de bark “Cornelis Wernard Eduard”, gebouwd in 1839 te Kinderdijk, 606 ton o.m., varend voor Wm. Ruys JDz te Rotterdam;
* 1852 van de bark “Jeannette”ex Borneo, gebouwd in 1842 als “Borneo”bij Corn. Gips & Zn te Dordrecht , 652 ton o.m., en direct overgenomen door W.Ruys JDz te Rotterdam “…in 1852 aanvaring bij Cowes met een Engels vaartuig. Reparaties vorderden vier maanden “o.a. 024
De volgende monsterrol bevindt zich in het Stadsarchief van Amsterdam
Inv. 38 nr. 150 dd 17 juli 1838 vermeldt de kof “Alkmaar”, kapt. Frans Fransen Zeven. Bestemming Oostzee. Boekhouder Canne & Balwee. Voorts 5 bemanningsleden.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.Postma werd met vlagnummer 760 effectief lid van Zeemanshoop per 12 oktober 1847 op voorspraak van B.J.Martens. Zijn schip was de "Dankbaarheid"002.
In de Algemene Vergaderingen van 28 september/`05 oktober 1847 werd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd Willem Postma, oud 26 jaar, voerend de bark “Dankbaarheid”, wonend te Nieuwendam, op voordracht van kapitein B.J.Martens.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 april 1883 vraagt W.Postma op grond van art. 92 van het Reglement om onderstand. Op 31 mei 1883 krijgt hij f 30,- uit de bussen. Idem op 29 mei 1884.
Art. 92 regelt uitkeringen aan leden boven de 60 jaar.
In de Bijlagen op de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 april 1883 (Stadsarchief Amsterdam 491-38) is een brief dd 20 april 1883 van W.Postma (vlagnummer 379) die stelt zijn schip de “Wilhelmina Maria te hebben verkocht. Hij verdient sindsdien zijn brood “met vreemde schepen naar Engelsche havens te brengen.” Dit is hem thans onmogelijk daar hij zware rheuma heeft en derhalve in behoeftige omstandigheden verkeert. Hij heeft ca. 20 jaren als gezagvoerder gevaren en is thans 62 jaar. Hij vraagt een uitkering op grond van art. 92 van het Reglement.
In de Bijlagen bij vergadering 31 mei 1883 is een rapportage door de heer J.P.Mink over kapitein Postma. Hij stelt dat de kapitein verstijfde vingers heeft terwijl hij ook rheuma in zijn benen heeft. De dokter geeft geen hoop op herstel. Postma is 62 jaar, zijn vrouw is 61 jaar en ze hebben nog een zoon thuis van 15 jaar plus een dochter die weduwe is. Hij heeft aan zijn financiële verplichtingen voldaan in de periode 1838-1866, zijnde een storting van ruim f 1.000,-. Mink adviseert hem een jaarlijkse gratificatie van f 30,- toe te kennen.042.
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 24 april 1884 (Stadsarchief Amsterdam 491-39) is een brief dd 19 april 1884 van de Wed W.Postma geb. van der Meer die om een uitkering vraagt. Als adres is vermeld Barendzstraat 45 3 hoog Amsterdam.042.
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 29 mei 1884 (Stadsarchief Amsterdam 491-39) staat een onderzoek en advies inzake de aanvrage van de wed. Postma om een uitkering. Gemeld wordt dat kapitein Postma nog een reis had willen maken “als zoogenaamde Landkenner” maar dat hij kort daarvoor overleed. Hij was deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van 1842-1847 in een ondergeschikte rang en van 1847-1866 als gezagvoerder. “Laatstgenoemde jaar moest hij te Liverpool ziek achterblijven en voerde toen het schip “Wilhelmina Maria”. Zijne weduwe is 83 jaren oud en heeft volgens hare mededeeling geen middelen van bestaan”. Een ondersteuning door de kinderen zit er niet in. Er wordt voorgesteld haar een gratificatie uit te keren van f 30,-, zoals ook vroeger aan haar man uitgekeerd.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 19 juni 1883 staat de mededeling dat een gratificatie ad f 30,- is toegekend aan W.Postma. Idem per 24 juni 1884.023 (ik vraag me af of het hier kapitein Willem Postma betreft. nader genealogisch onderzoek zal uitwijzen of deze kapitein in 1882 nog in leven was.)
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
760 1848-1853 bark Dankbaarheid C.Kruyt te Westzaan
379 1854-1855 bark Dankbaarheid idem
1856-1859 fregat Oost-India Packet W.H.Meursing
1860-1865 brik Wilhelmina Maria J.C.Londt Hz & Co
1866 brik Wilhelmina Maria J.C.Londt
1867-1872 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
W.Postma Wilhelmina Maria 12 maart 1860 30 januari 1861
Wilhelmina Maria 12 april 1861 23 april 1862
Wilhelmina Maria 18 augustus 1862 09 augustus 1863
Wilhelmina Maria 02 januari 1864 08 december 1864
Wilhelmina Maria 01 juni 1865 30 november 1866
Bouma025 vermeldt W.Postma als gezagvoerder gedurende:
* 1848 t/m 1855 van de bark “Dankbaarheid”, gebouwd in 1843 te Alkmaar, 304 ton o.m., varend voor C.Kruyt te Westzaan. Het schip voer in 1856 voor O.Akkerboom te Harlingen en was herdoopt in “Maria Paulina”;
* 1857 t/m 1859 op het 3/m schip “Oost India Packet”, gebouwd in 1840 te Elshout, 745 ton o.m., varend voor W.H.Meursing te Amsterdam. Het schip werd in 1859 gesloopt;
* 1861 van de brik “Johannes Albertus”, gebouwd in 1851 te Zierikzee, 266 ton n.m., varend voor J.C.Londt Hz te Amsterdam;
* 1861 t/m 1867 op hetzelfde schip, maar nu met de naam “Wilhelmina Maria” en varend voor J.C.Londt Hz & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
W.Postema (sic) was in 1860 de opvolger van J.Londt als gezagvoerder op de brik “Johannes Albertus”. Het schip was toen omgedoopt tot “Wilhelmina Maria”, terwijl deze naam in 1867 weer werd gewijzigd in “Voorwaarts”, na verkoop voor 9800 gulden te Amsterdam. Het schip werd in 1875 te Palermo afgekeurd toen onder kapitein Groenewoud.
In de Harlinger Courant van eind Januari 1853 (geen preciese datum op de fotokopie van de krant) staat onder de rubriek SCHEEPS-BERIGTEN het volgende bericht096:
LIVERPOOL, 24 Januarij. Het Hollandsche schip Dankbaarheid, kap. Postema, van hier naar Sydney, is heden ten gevolge van een lek, uit zee teruggekomen; het schip had gestooten.”
Oost India Packet. CSR 415/186: 641 tons. 26 crew. Captain = W. Postma. Departed Cardiff, Wales on 27 April 1858 with a cargo of 745 tons of “Kools” & “Generaal”. It arrived at Albany on 7 August 1858. Where intended bound – Batavia. 110
Familiegegevens en opleiding
Jan Visser werd geboren/gedoopt op 05/06 mei 1804 te Vlieland als zoon van Dirk Douwes en Neeltje Jans
Hij was getrouwd met Maartje Jans Smit, geboren 03 februari 1818 (gezien de gegevens op Tresoar NIET te Vlieland)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.D.Visser werd per 30 maart 1852 met vlagnummer H36 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij werd geboren op 05 mei 1804. Zijn schip was de "Maria", met hemzelf als boekhouder. De contributie werd betaal door zijn vrouw Maartje Jans Smit, geboren 03 februari 1818.
Hij was met vlagnummer H36 lid van het College in de periode 1852-1861034.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
"Volgens brief van Direkteuren dd 25 febr.1855 is bovenbedoelde J.D.Visser door vertrek naar Medemblik bedankt. Volgens besluit in de vergadering gehouden den 23 Mei 1855 is bovengemelde kapt.Visser als metterwoon van Medemblik weder teruggekeerd beschouwd als niet van het Lidmaatschap te zijn vervallen. Naar elders vertrokken in 1861"028-fol.036.
"Maart 1872
Aan de Buitengewone Leden van het Collegie Zeemans Voorzorg. Aan de Buitengewone Leden G.H.Smit Amsterdam O.S.Parma Midlum Jan Steeksma Hull H.Maas Nieuwediep Ph.Hannema Stadskanaal D.Lovius Amsterdam M.Lovius Purmerend J.D.Visser F.J.van Oppen (Is J.D.Visser inderdaad Jan Dirksz.?)
De Directie van het Collegie Zeemans-Voorzorg heeft de eer aan de Buitengewone leden dezer inrichting kennis te geven, dat in eene Algemeene Vergadering, gehouden op den 10 Febr. j.l., is besloten art.10 van het thans vigerende reglement te doen vervallen, en daarvoor in de plaats te stellen het navolgende:
Een gewoon lid, deze stad als woonplaats verlatende, zal daarvan schriftelijk kennis geven aan den Secretaris. - Wanneer hij gedurende vijf jaren lid is geweest, behoudt hij alle aanspraak op de fondsen van het collegie, en zijne weduwe of kinderen, regt op de bij het reglement bepaalde uitkeering, overschillig of hij al dan niet zeeman is gebleven, mits hij betalende de contributie, te rekenen vanaf den tijd dat hij opgehouden heeft die te voldoen.
Dit artikel is van toepassing op zoodanige leden, die sedert oprichting van het Collegie deze stad als woonplaats hebben verlaten.
Zij verzoekt daarvan nota te willen nemen. De Directie voornoemd (Get.) D.Fontein Pz, prisid. C.Teves H.Harmens Cz J.Foekens, Secr."033.
De schepen van de kapitein
Lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H36 1840-1855 tjalk Maria kap/eigenaar, Harlingen
1856-1858 bark Maria Paulina (ex Dankbaarheid) O.Akkerboom, Harlingen
1860 kof Geertruida kap/eigenaar, Harlingen
Bouma025 vermeldt J.D.Visser als gezagvoerder gedurende:
* 1841(?) t/m 1856 van de tjalk “Maria”, gebouwd in 1841 te Medemblik, 84 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen;
* 1853 t/m 1857 van de tjalk (of kof?) “Maria” ex Adriana, ex Zeemeeuw, gebouwd in 1819 te Hoogezand, 69 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen.
Beide voorgaande opgaven zijn overlappend. Toch twee verschillende kapiteins?
* 1857 t/m 1859 van de bark “Maria Paulina” ex Dankbaarheid, gebouwd in 1842 te Alkmaar, 287 ton o.m., varend voor O.Akkerboom te Harlingen.
Overige bijzonderheden
De Harlinger Courant van half april 1853 (preciese datum niet vermeld op de fotokopie) vermeldt het volgende bericht onder de rubriek SCHEPEN WELKE ALHIER ZIJN UITGEGAAN.096:
“13 April J.D.Visser Maria Beenderen Rali.”
Kapt. H. van Thiel Berghuys vaart tussen 1859 en 1860 op de bark MARIE & PAULINE (ex DANKBAARHEID) voor reder O. Akkerboom.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt P.A.Paulsen als gezagvoerder gedurende:
* 1860 t/m 1864 van de bark “Maria Paulina” ex Dankbaarheid, gebouwd in 1842 te Alkmaar, 287 ton o.m., varend W.J.Hidde Bok te Den Helder.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt L.Brons als gezagvoerder gedurende:
- 1867 van de bark “Maria Paulina” ex Dankbaarheid, gebouwd in 1842 te Alkmaar, 287 ton o.m., varend voor W.J.Hidde Bok te Den Helder. Het schip is in 1867 gestrand bij Lemvig en wrak geraakt.
Overige bijzonderheden
Geen
|