Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt U.J.Uges als gezagvoerder gedurende:
* 1820 t/m 1825 van de kof “Vrouw Alida”, gebouwd in 1820, bouwplaats niet vermeld, 160 ton o.m., geen opgave van thuishaven en eigenaar.
In het Archief van de Amsterdamse Waterschou011a staat Uge Harms Uffen als gezagvoerder Tyme Jans Uges met monsterrollen van de
“Vrouw Alida” op 23 maart en 14 september 1816; 21 februari en 07 oktober 1817; 30 juni 1818; 13 mei 1819; 01 mei 1821; 05 maart en 15 oktober 1822; 12 augustus 1823; 28 april en 20 oktober 1824 en 27 mei 1825. Niet ingekeken.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 19 oktober 1819114
Amsterdam, 17 oktober. Kapt. U.J. Uges, den 9 oktober van Port-à-Port in Texel binnen, heeft den 25 september voor de baar van Port-à-Port in goede staat gepraaid het schip de VRIENDSCHAP, kapt. W.S. Hobma, van Amsterdam naar Port-à-Port.
Leeuwarder Courant 08 augustus 1820114
Nieuwezijlen (opm: bij Dokkum). Den 31 (juli) dito binnengekomen het smakschip DE GOEDE INTENTIE, kapt. Teeke J. van der Veer, met rogge van Memel (opm: Klaipeda), de kofschepen de JONGE CORNELIS, kapt. H.H. Koster, met hout van Noorwegen, de VROUW ALIDA, kapt. Uge Jans Uges, met rogge en tarwe van Dantzig (opm: Gdansk)…..
Rotterdamsche Courant 14 november 1822114
Rotterdam, 13 november. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 8 november:
….Den 5 bevonden zich op de hoogte van Dartmouth de schepen GUIJANA (opm: hoeker GUIANA), Straatman, van Rotterdam naar Surinamen, en de JUFVROUW ALIDA, Uges (opm: smak VROUW ALIDA, kapt. Uge Jans Uges), van Amsterdam naar Port-à-Port (opm: Oporto)…..
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.A.de Boer werd met nr.328 effectief lid van Zeemanshoop per 08 juni 1830 op voorspraak van P.F.Wegener. Geen schip vermeld002.
In de Algemene Vergaderingen van 01/08 juni 1830 van Zeemanshoop werd met vlagnummer 328 als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd op verzoek van Jb. Swart kapitein Martinus Andries de Boer, 33 jaar, wonende in de Oude Brugsteeg “in het Wapen van Zwol” te Amsterdam, voerende de kof Maria Henrietta, op voordracht van P.F.Wegener023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1834 staat een lijst van kapiteins die gerdurende een bepaalde periode hun contributie niet hebben voldaan. Daarbij is M.A. de Boer, vlagnummer 328 “sedert 3 Jaar.”042.
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 december 1834 staat een verslag van de penningmeester inzake strubbelingen met de contributiebetaling door enige effectieve leden.
“Weledele Heeren!
Penningmeesteren van het Zeemans Collegie Zeemans Hoop gaarne voldoende aan de uitnoodiging van UWelEd. om eene korte opheldering te ontvangen omtrent de volgende in hunne handen gesteld zaken hebbende een UWelEd daarop het volgende te bemerken:
….. Kapt. M.A. de Boer dewelke in 1830 Lid is geworden doch nimmer zijne Stortingen heeft betaald en waarvan zedert vernomen is, hij zich met ter woon uitlandig bevindtt. … “042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 02 juli 1835 staat dat in 1834 heeft bedankt kapitein M.A. de Boer 042.
In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 30 december 1834 staat de mededeling:
“terwijl door het Bestuur is besloten om naar dien de Heeren J.Tholen en M.A. de Boer niettegenstaande herhaalde aanmaningen steeds nalatig zijn gebleven in het voldoen van hunne verschuldigden contributiën hen dientengevolge te doen vervallen van hun Lidmaatschap waarover in de volgende vergadering zal worden gestemd”. Op 06 januari 1835 gaat de Vergadering accoord met het Bestuursvoorstel “overeenkomstig de Wet van het College om de Kapiteins J.Tholen en M.A. de Boer van hun lidmaatschap vervallen te verklaren”023.
In Copieën van uitgaande stukken der penningmeester van het College Zeemanshoop en Weldadig Zeemansfonds. GAA Ingang 491 nr.171 wordt in een brief aan het Bestuur het advies gegeven een aantal leden te schrappen wegens het niet voldoen aan de finaciële verplichtingen, waaronder kapitein M.A. de Boer “dewelke in 1830 Lid is geworden, doch nimmer zijne stortingen heeft betaald en waarvan sedert vernomen is, hij zich metterwoon uitlandig bevind.”
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
328 1830-1833 kof Maria Henriëtte de Kapitein
Bouma025 vermeldt M.A. de Boer als gezagvoerder gedurende:
- 1831 t/m 1835 van de kof “Maria Henriëtte”, gebouwd in 1830, bouwlocatie niet vermeld, 85 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Amsterdam. Het schip voer in 1836 voor kapitein/eigenaar H.J.Sauerkrop te Amsterdam en was herdoopt in “Elisabeth”.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jan Harms Jonker werd geboren te Veendam op 28 september 1800.
Hij was gehuwd met Gepke Jans Prins, geboren te Sappemeer op 17 juni 1805 en overleden op 04 juli 1844 Ten tijde van de inschrijving in het Weldadig Zeemans Fonds van zeemanshoop had het echtpaar een dochter, geboren 22 oktober 1828003.
Jan Harms overleed in 1843.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.H.Jonker (adres van Ulphen & Ruys) werd per 25 november 1828 op voordracht van K.J.Masker en met vlagnummer 275 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Zijn schip bij de inschrijving was de "Oude Werf"002.
In de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdamse Zeemanscollege Zeemanshoop van 11/25 november 1828 werd Jan Harms Jonker, wonende te Veendam en met als adres A.J.Jacobs op de Nieuwedijk te Amsterdam, oud 28 jaar, voerende de kof “De Vrouw Alida” op voordracht van kapitein K.J.Masker met vlagnummer 275 voorgedragen/ingeschreven als effectief lid023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 juni 1829.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 oktober 1843 vraagt de wed. J.H.Jonker, geb. G.Prins uit Veendam om een uitkering. In de notulen dd 30 november 1843 staat dat de aanvraag wordt aangehouden “voordat zij, na ingevolge de vormen der Wet te hebben doen rectificeeren de betrekkelijke actens van de Burgerlijke Stand zal hebben aangetoond dat de door haar als haren overledenen man en Vader van haren kinderen opgegevene J.H.Jonker is dezelfde persoon als de, in de door haar overgelegde trouw en geboorteacte voorkomende echtgenoot en vader Bolsters.”. In de notulen dd 28 december 1843 staat dat de wed. Jonker de bewijzen indient dat Balster dezelfde persoon is als Jonker. Daarop gaat het Bestuur accoord met een uitkering voor haar en 4 kinderen ingaande 01 november 1843.042.
In de Bestuursvergadering dd 29 augustus 1844 wordt het overlijden gemeld van de wed. J.H.Jonker, vroeger Balsters, uit Veendam. De voogden G.H.Jonker en E.J.Duintjer vragen om voortduring van de uitkering voor één van de kinderen, “nadat die haar zestiende jaar zal hebben bereikt.”. Het Bestuur antwoordt dat men bij het bereiken van de 16 jaar de benodigde stukken dient in te zenden, alvorens een besluit kan worden genomen.042.
In de Bestuursvergadering dd 31 oktober 1844 wordt door G.H.Jonker gevraagd om continuering van de uitkering042
In de Bestuursvergadering dd 26 november 1846 wordt wederom verzocht de uitkering voor Harmke Jans Jonker, de dochter van Jan Harms Jonker en Gepke Jans Prins, te continueren het geen op 29 december 1846 wordt toegekend weer voor een jaar.042.
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 november 1852 verzoekt G.H.Jonker om voortduring van onderstand voor zijn pupil Harmke Jans Jonker. “Gewezen van de hand als hebbende reeds gedurende verscheidene jaren genoten.” In de notulen dd. 27 januari 1853 staat weer een verzoek om onderstand, maar deze wordt weer afgewezen042.
In de Algemene Vergadering dd 16 januari 1844 van Zeemanshoop staat een aanvrage om onderstand door G.Prins, de weduwe van kapitein J.H.Jonker. Er is besloten: “… om aan de weduwe te melden dat alvorens op haar verzoek te kunnen besluiten, zij nader moet bewijzen dat de, in de door haar overgelegde papieren als haar echtgenoot voorkomende persoon J.H.Balters, dezelfde is, als de door haar, als overleden echtgenoot opgevoerde J.H.Jonker. - Dat zij daarop die bewijzen heeft ingeleverd, waarna conform het verslag aan haar en 4 kinderen, het gevraagde regt is toegekend in de 1e klasse, ingaande 1e November 1843.”023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 19 januari 1847 wordt voor 1 jaar voortduring van onderstand verleend aan Harmke Jans Jonker, de dochter van wijlen kapitein Jan Harms Jonker. Deze ondersteuning voor nogmaals 12 maanden wordt herhaald in de notulen van 12 december 1847, 05 december 1848, 18 december 1849, 10 december 1850 en 16 december 1851. In de notulen dd 07 december 1852 wederom een verzoek, dat echter “is gewezen van de hand als zijnde reeds lang boven de jaren en hebbende deze verlenging van onderstand reeds vele jaren geduurd.”. In de notulen dd 25 januari 1853 wordt het verzoek herhaald en wederom afgewezen.023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
275 1829 kof De Vrouw Alida geen opgave
1830-1835 kof De Vrouw Alida A.J.Jacobs
175 1836 kof De Vrouw Alida Kranenborg & Zn
1837-1839 kof Oude Werf idem
1840-1842 kof De Nederlander D.J.Zeilmaker te Harlingen
Bouma025 vermeldt J.H.Jonker als gezagvoerder gedurende:
* 1829 t/m 1837 van de kof “Vrouw Alida”, gebouwd in 1807, bouwlocatie niet vermeld, 73 ton o.m., varend voor A.Jacobs te Amsterdam. J.H.Jonker was beurtman op Hamburg;
* 1830 t/m 1837 van de kof “Vrouw Alida”, gebouwd in 1820, bouwplaats niet vermeld, 160 ton o.m., varend voor A.J.Jacobs te Amsterdam;
Één van beide voorgaande opgaven kan vervallen, maar welke?
* 1838 t/m 1839 van de kof “Oude Werf”, gebouwd in 1820, bouwlocatie niet vermeld, 82 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zn te Amsterdam;
* 1841 t/m 1843 van de kof “de Nederlander”, gebouwd in 1840, 116 ton o.m., varend voor Zeilmaker te Harlingen. Het schip is in 1843 gestrand bij Thisted en wrak geraakt. De bemanning is gered, behalve de kapitein.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Harmen Geerts Jonker op de:
“Hendrina Johanna”, dd 20 november 1815; 26 april 1821; 13 mei 1826 (procuratie aan Jan Harms Jonker), 24 april 1827 en 19 maart 1828.
Overige bijzonderheden
De reders Kranenburg & Zn zijn afkomstig uit Oost-Groningen en later verhuisd naar Amsterdam (info. G.N.Bouma, Haren okt.1998).
Rotterdamsche Courant 16 mei 1837
Rotterdam, 15 mei. Door de loodsschipper A. van Santen, voerende de loodsboot no. 2, is op de hoogte van Goedereede gepraaid een kof, tonende de Amsterdamse vlag no. 175, van Port-à-Bouc naar Hamburg gedestineerd.
Familiegegevens en opleiding
Jan Harms Jonker werd geboren te Veendam op 28 september 1800.
Hij was gehuwd met Gepke Jans Prins, geboren te Sappemeer op 17 juni 1805 en overleden op 04 juli 1844 Ten tijde van de inschrijving in het Weldadig Zeemans Fonds van zeemanshoop had het echtpaar een dochter, geboren 22 oktober 1828003.
Jan Harms overleed in 1843.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.H.Jonker (adres van Ulphen & Ruys) werd per 25 november 1828 op voordracht van K.J.Masker en met vlagnummer 275 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Zijn schip bij de inschrijving was de "Oude Werf"002.
In de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdamse Zeemanscollege Zeemanshoop van 11/25 november 1828 werd Jan Harms Jonker, wonende te Veendam en met als adres A.J.Jacobs op de Nieuwedijk te Amsterdam, oud 28 jaar, voerende de kof “De Vrouw Alida” op voordracht van kapitein K.J.Masker met vlagnummer 275 voorgedragen/ingeschreven als effectief lid023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 juni 1829.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 oktober 1843 vraagt de wed. J.H.Jonker, geb. G.Prins uit Veendam om een uitkering. In de notulen dd 30 november 1843 staat dat de aanvraag wordt aangehouden “voordat zij, na ingevolge de vormen der Wet te hebben doen rectificeeren de betrekkelijke actens van de Burgerlijke Stand zal hebben aangetoond dat de door haar als haren overledenen man en Vader van haren kinderen opgegevene J.H.Jonker is dezelfde persoon als de, in de door haar overgelegde trouw en geboorteacte voorkomende echtgenoot en vader Bolsters.”. In de notulen dd 28 december 1843 staat dat de wed. Jonker de bewijzen indient dat Balster dezelfde persoon is als Jonker. Daarop gaat het Bestuur accoord met een uitkering voor haar en 4 kinderen ingaande 01 november 1843.042.
In de Bestuursvergadering dd 29 augustus 1844 wordt het overlijden gemeld van de wed. J.H.Jonker, vroeger Balsters, uit Veendam. De voogden G.H.Jonker en E.J.Duintjer vragen om voortduring van de uitkering voor één van de kinderen, “nadat die haar zestiende jaar zal hebben bereikt.”. Het Bestuur antwoordt dat men bij het bereiken van de 16 jaar de benodigde stukken dient in te zenden, alvorens een besluit kan worden genomen.042.
In de Bestuursvergadering dd 31 oktober 1844 wordt door G.H.Jonker gevraagd om continuering van de uitkering042
In de Bestuursvergadering dd 26 november 1846 wordt wederom verzocht de uitkering voor Harmke Jans Jonker, de dochter van Jan Harms Jonker en Gepke Jans Prins, te continueren het geen op 29 december 1846 wordt toegekend weer voor een jaar.042.
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 november 1852 verzoekt G.H.Jonker om voortduring van onderstand voor zijn pupil Harmke Jans Jonker. “Gewezen van de hand als hebbende reeds gedurende verscheidene jaren genoten.” In de notulen dd. 27 januari 1853 staat weer een verzoek om onderstand, maar deze wordt weer afgewezen042.
In de Algemene Vergadering dd 16 januari 1844 van Zeemanshoop staat een aanvrage om onderstand door G.Prins, de weduwe van kapitein J.H.Jonker. Er is besloten: “… om aan de weduwe te melden dat alvorens op haar verzoek te kunnen besluiten, zij nader moet bewijzen dat de, in de door haar overgelegde papieren als haar echtgenoot voorkomende persoon J.H.Balters, dezelfde is, als de door haar, als overleden echtgenoot opgevoerde J.H.Jonker. - Dat zij daarop die bewijzen heeft ingeleverd, waarna conform het verslag aan haar en 4 kinderen, het gevraagde regt is toegekend in de 1e klasse, ingaande 1e November 1843.”023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 19 januari 1847 wordt voor 1 jaar voortduring van onderstand verleend aan Harmke Jans Jonker, de dochter van wijlen kapitein Jan Harms Jonker. Deze ondersteuning voor nogmaals 12 maanden wordt herhaald in de notulen van 12 december 1847, 05 december 1848, 18 december 1849, 10 december 1850 en 16 december 1851. In de notulen dd 07 december 1852 wederom een verzoek, dat echter “is gewezen van de hand als zijnde reeds lang boven de jaren en hebbende deze verlenging van onderstand reeds vele jaren geduurd.”. In de notulen dd 25 januari 1853 wordt het verzoek herhaald en wederom afgewezen.023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
275 1829 kof De Vrouw Alida geen opgave
1830-1835 kof De Vrouw Alida A.J.Jacobs
175 1836 kof De Vrouw Alida Kranenborg & Zn
1837-1839 kof Oude Werf idem
1840-1842 kof De Nederlander D.J.Zeilmaker te Harlingen
Bouma025 vermeldt J.H.Jonker als gezagvoerder gedurende:
* 1829 t/m 1837 van de kof “Vrouw Alida”, gebouwd in 1807, bouwlocatie niet vermeld, 73 ton o.m., varend voor A.Jacobs te Amsterdam. J.H.Jonker was beurtman op Hamburg;
* 1830 t/m 1837 van de kof “Vrouw Alida”, gebouwd in 1820, bouwplaats niet vermeld, 160 ton o.m., varend voor A.J.Jacobs te Amsterdam;
Één van beide voorgaande opgaven kan vervallen, maar welke?
* 1838 t/m 1839 van de kof “Oude Werf”, gebouwd in 1820, bouwlocatie niet vermeld, 82 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zn te Amsterdam;
* 1841 t/m 1843 van de kof “de Nederlander”, gebouwd in 1840, 116 ton o.m., varend voor Zeilmaker te Harlingen. Het schip is in 1843 gestrand bij Thisted en wrak geraakt. De bemanning is gered, behalve de kapitein.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Harmen Geerts Jonker op de:
“Hendrina Johanna”, dd 20 november 1815; 26 april 1821; 13 mei 1826 (procuratie aan Jan Harms Jonker), 24 april 1827 en 19 maart 1828.
Overige bijzonderheden
De reders Kranenburg & Zn zijn afkomstig uit Oost-Groningen en later verhuisd naar Amsterdam (info. G.N.Bouma, Haren okt.1998).
Rotterdamsche Courant 16 mei 1837
Rotterdam, 15 mei. Door de loodsschipper A. van Santen, voerende de loodsboot no. 2, is op de hoogte van Goedereede gepraaid een kof, tonende de Amsterdamse vlag no. 175, van Port-à-Bouc naar Hamburg gedestineerd.
Familiegegevens en opleiding
Jan Jans Goossens werd geboren op 14 mei 1813 te Nieuwe Pekela als zoon van schipper Jan Berends Goossens en Lummegien Alberts Hubert. Jan Jans was de jongere broer van kapitein Berend Jans, collegelid met vlagnummer 22.
Jan Jans Goossens trouwde te Nieuwe Pekela op 06 januari 1836 als zeeman met Geertruida Hindriks Boon, geboren op 19 oktober 1813 te Nieuwe Pekela als dochter van de landgebruiker Hindrik Jans Boon en Klaassien Abrahams.
De bruidegom ondertekende de huwelijksakte als Jan J.Goosens, dus met één s..
Geertruida overleed op 26 april 1855 te Nieuwe Pekela, oud 41 jaar.
Jan Jans Goossens overleed op 21 juni 1863 te Falmouth.
“Op 29 aug. 1865 is bij mij, K.M.Brouwer, ambtenaar van de Burgerlijke Stand in de gemeente Nieuwe Pekela, ingekomen een brief van Zijne Excellentie de Minster van Marine, geleidende een akte van overlijden, waaruit blijkt dat op 21 juni 1863 te Falmouth is overleden Jan Jans Goossens, schipper, laatst gewoond hebbende te Nieuwe Pekela, voerende het Nederlands schoenerschip “Johanna” te Pekela.”
In Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen werd Jan Jans Goossens/Goosens vermeld als zeeman in 1836, 1837 en als schipper in 1836, 1840, 1842, 1843, 1844, 1845, 1847, 1850, 1852, 1855, 1858.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jan J. Goosens was effectief lid van het naamloze zeemanscollege uit Pekel-A met vlagnummer 32 in de periode 1840 t/m 1842 en met vlagnummer 8 in de periode 1843 t/m 1851.
J.J.Gosens/Goosens was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” uit Nieuwe Pekela met vlagnummer 8 in de periode 1852 t/m 1863.
J.J. Goossens (ook gespeld als Goozens, Gozen) was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” uit Delfzijl met vlagnummer 39 in de periode 1843 t/m 1863.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.J.Goossens/Goosens als gezagvoerder gedurende:
* 1840 t/m 1844 van de kof “Oude Werf”, gebouwd in 1820, bouwlocatie niet vermeld, 82 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zn te Amsterdam. Het schip is in 1844 gestrand bij Ringköbing;
* 1852 t/m 1863 van de kof “Geertruida”, gebouwd in 1851 te Wildervank, 109 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela.
* 1863 t/m 1864 van de 2-mastschoener “Johanna”, gebouwd in 1855 te Hoogezand, 165 ton o.m., varend voor W.W.Pott te Pekela;
* 1864 t/m 1865 van de galjoot “Josina Henriëtte”, gebouwd in 1858 te Veendam, 151 ton o.m., varend voor A.Roquette te Amsterdam. Het schip voer in 1866 voor W.W.Pott te Pekela en was herdoopt in “Cornelia”.
Gezien de overlijdensgegevens kan het in beide voorgaande schepen niet gaan om Jan Jans Goossens.
De collectie monsterrollen in het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
20 februari 1836, smak “Vrouw Lummegina”, kapitein Berent Jans Goosens, stuurman Jan Jans Goosens uit Nieuwe Pekela.
19 februari 1839, kof “Jantina”, kapitein Geert Geerts Smit, stuurman Jan Jans Goosens uit Nieuwe Pekela.
21 juni 1841, kof “Oude Werf”, schipper Jan Jans Goosens, 28 jaar uit Nieuwe Pekela.
14 augustus 1845, kof “Juffer Ellegonda”, kapitein Jan Jans Goosens uit Nieuwe Pekela.
21 november 1845, kof “Juffer Ellegonda”, kapitein Jan Jans Goosens uit Nieuwe Pekela.
Bouma vermeldt de “Juffer Ellegonda” van 1845 t/m 1852 onder B.J.GOOSENS
09 september 1847, kof “Juffer Hillegonda”, schipper Jan Jans Goosens uit Nieuwe Pekela.
04 juli 1851, kof “Geertruida”, schipper Jan Jans Goosens, 37 jaar uit Nieuwe Pekela.
Overige bijzonderheden
“Wij, ondergetekenden, Jan Jans Goossens, kapitein, Johannes Derks Hansen, stuurman, Wilhelm Adolf Peitz, kok en Johannes Fokko Haringa, matroos, aan boord van het Nederlands schip “Geertruida” verklaren plechtig en oprecht dat Hindrik Jans Boon Goossens, gewoon matroos, op 27 dec. 1852 in een orkaan is overboord gespoeld en verdronk.”115
Krantenberichten
Amsterdamsche Courant 22 mei 1844114
Amsterdam, 21 mei. Het schip OUDE WERF, kapt. Goosens, in ballast van de Lemmer naar Drammen, is in de nacht tussen de 12e en 13e dezer 3 mijl benoorden Ringkjoebing gestrand en wrak geworden, doch de equipagie gered en de inventaris geborgen.
Groninger Courant 16 september 1851114
LIJST van 56 nieuwe brik- schoener- en kofschepen, die sedert de 16e januari dezes jaars te Groningen zijn binnengebracht om opgetuigd te worden:
Type naam kapitein bouwmeester
Schoenergaljoot GEERTRUDA J.J. Goosens, Nw.Pekela H.D. Holthuis, Wildervank
NRC 05 oktober 1852114
Reval (opm: Tallinn), 24 september. Ter rede van Baltishport, is de 19e dezer met slagzijde binnengelopen, de Nederlandse kof GERTRUDE, kapt. Goosens, van Kroonstad (opm: Kronstjadt) met rogge naar Amsterdam bestemd.
|