Volgens de eerstgevonden koopbrief van 26 januari 1818 verkocht scheepsbouwer Stefanus Lams uit Oostende het (ongetwijfeld door hem gebouwd) hol, dwz. casco, L’UNION aan Serruys-Van der Heyde & Co in Oostende. Deze koop werd eerst op 18 september 1820 geregistreerd.
Dit leidt Marhisdata tot de conclusie dat het schip toen pas gereed was. Vervolgens werd op 6 november 1820 een ‘nieuwe’ zeebrief afgegeven en op 10 november een Turkse Pas. ‘Nieuw’ in plaats van ‘eerste’ kan een fout van de administratie in Den Haag zijn geweest, dat gebeurde vrij regelmatig. Dat lijkt temeer logisch doordat Marhisdata tussen januari 1818 en september 1820 geen spoor van het schip heeft gevonden.
1820
Op 6 november 1820 werd voor de in Antwerpen liggende L‘UNION onder kapitein E. van der Sweep een nieuwe zeebrief afgegeven. De eerdere zeebrief, de eerste, uit 1818, is helaas niet gevonden. De zeebrief was aangevraagd door Serruys, Van der Heyde & Co te Amsterdam.
Op 10 november werd de aanvraag gevolgd door een verzoek om een Turkse Pas voor een reis naar de Verenigde Staten van Amerika. Dit was een soort aflaat, een via de Nederlandse staat aan de Turkse Bey betaalde premie om daarmee aanvallen van kapers te voorkomen. De kosten varieerden al naar gelang het te lopen risico, dus de bestemming. De Pas was slechts geldig voor één reis en diende na afloop naar Den Haag te worden teruggezonden.
Waarschijnlijk gold dit hier een reis met emigranten, waarvoor dit nog nieuwe schip, uitgerust met twee dekken, uitermate geschikt was. Gemeten naar de maatstaven van destijds ….
De pink moet van Oostende naar Antwerpen zijn ‘verhaald’ om daar de veronderstelde passagiers aan boord te nemen. En/of voor een werfbeurt omdat het casco reeds twee jaren oud was en vermoedelijk al die tijd in het water had gelegen.
1822
Op 7 augustus 1822 werd het hol de UNION onderhands verkocht aan P. Wattel Fils en P. Weber handelaars te Antwerpen, ieder voor 50%. Met hun advertentie van 25 juli hadden zij op de officiële overdracht van eigendom reeds een voorschot genomen.
Dat het schip als hol, casco, werd verkocht duidt erop dat de pink flinke (zee)schade moet hebben opgelopen, zodat het min of meer van de tuigage zal zijn ontdaan. Wellicht was dit ook de reden tot snelle verkoop.
RC 250722
Advertentie. Te Antwerpen ligt in lading naar Batavia, om tegen het einde van augustus aanstaande te vertrekken, het extra schoon snelzeilend fregatschip L’UNION, groot 350 ton, gevoerd door kapt. E. van der Sweep, zijnde buitengemeen ingerigt voor passagiers.
Adres bij de scheepsmakelaars Brequigny en Van Goorlaeken, of bij de eigenaar, de heer P. Wattel Fils, te Antwerpen.
Op 23 september 1822 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse pas verstrekt voor de UNION, aangevraagd door P. Wattel & P. Weber, Antwerpen, voor M. Knudsen als kapitein. Deze werd om onbekende reden al snel vervangen door kapt. P. Keiser De zeebrief van kapt. Knudsen werd daarop op 17 oktober 1822 weer geretourneerd
RC 071122
Rotterdam, 6 november.Sedert onze laatste, van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen de TWEE GEBROEDERS, P. Suhlberg, naar de Oostzee; de JOSEPH, J.H. Arends, naar Douvres; de VRIENDSCHAP, H.W. Poel, naar Bordeaux; de VROUW ALBERDINA, H.K. Rentel (opm: smak, kapt. Claas Hinderks Rentes), naar Hamburg; AURORA, S.J. Brouwer, naar … (opm: niet vermeld); l’UNION, P. Kaijzer, naar Batavia; ALEXANDER, P. de la Rue, naar Guernsey; de JUFVROUW ANNA (opm: smak JUFFROUW ANNA), J.G. Sap, naar Christiaansand (opm: Kristiansand),
RC 161122
Rotterdam, 15 november. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 12 november:
Den 8 dezer is van Ramsgate vertrokken het schip ZEEGEWIN, Van Teijlingen, van Rotterdam naar Bilbao, hetwelk den 20 oktober aldaar binnengelopen was.
Den 9 was bij Wight het schip UNION, Kaijser, van Antwerpen naar Batavia.
RC 301122
Rotterdam, 29 november. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 26 november:
Den 24 arriveerde te Dartmouth het schip UNION, Kaijser, van Antwerpen naar Batavia.
RC 241222
Rotterdam, 23 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 17 december:
Den 12 dezer zijn uit Dartmouth vertrokken de schepen SANDRINA CORNELIA (opm: brik), Bos, van Amsterdam naar Surinamen, en UNION, Kaijser, van Antwerpen naar Batavia.
1823
BC 210623
Batavia, 19 juni. Aangekomen het schip UNION, kapt. P. Kaijser, van Antwerpen den 21ste oktober 1822, met Z. M. troepen, passagiers; de heeren C. Holl, P. Dempers, C. Albertijn en Aleman.
BC 280623
Advertentie. Vracht en passage naar Antwerpen per het fregatschip L’UNION, hetwelk in het laatst der aanstaande maand zal zeilen; adres ten kantore van van der Kaa, Haste en Co,. Groote rivier, alwaar enige fraaie meubelen, zwarte en blauwe lakens en rode wijn van Ellinghuizen en Zonen, aangebracht per gemeld schip, te bekomen zijn.
Batavia, den 26sten juni 1823.
AC 191223
Van den 12 tot den 20 augustus zijn te Batavia gearriveerd de schepen HENRIETTE ELISABETH (opm: fregat), kapt. F.W. Godt, van Joana; PAKET VAN AMSTERDAM (opm: fregat), kapt. J. Precht, en WATERLOO (opm: bark), kapt. N. Hensken, beide van Amsterdam; SARA (opm: brik), kapt. P. Landberg, van Rotterdam, en zijn van daar vertrokken de CANTON PACKET, kapt. D. King, en l’UNION, kapt. C. Schake (opm: pink, kapt. C. Schaeken, thuishaven Antwerpen), beide naar Antwerpen; en ANTOINETTA EN JACOBA, kapt. D. Kraijer, naar Amsterdam.
1824
DC 140224
Vlissingen, 7 februari. Van den 4 dezer tot heden zijn alhier ter rede gekomen: Voor Antwerpen bestemd: ANNA, kapt. F. Schulte, van Londen, met ballast; DORIS, kapt. C. Alers, van Bordeaux, en de JONGE TJITSKE TROMP, kapt. R.S. de Jong, van Cette (opm: Sète), beide met wijn en brandewijn; the UNION, kapt. C. Schaeken, van Batavia, met suiker en koffie; PIETER EN MARIA (opm: kof, Antwerpen), kapt. C.P. Eggers, van Londen, met ballast.
Op 24 maart 1824 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse pas verstrekt voor de UNION, aangevraagd door P. Wattel & P. Weber, Antwerpen, voor C. Schaeken als kapitein. Vorige kapitein was P. Keijser.
RC 290524
Van den 21 tot den 26 mei zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen JONGE JOHANNA, kapt. G. Segaert, naar Londen; FENNEGINA GEZINA, kapt. R.P. Bossinga, naar Drammen; GOEDE HOOP, kapt. C. van der Berg, naar Hull; CONCORDIA, kapt. J.H. Nagel, naar Petersburg; CHRISTINA VOS, kapt. N.A. Smaal, naar Liverpool; SUSANNA (opm: driemaster, thuishaven Antwerpen), kapt. C. Cleijn, naar New Orleans; de LEMMER, kapt. J. Tammes, naar Liverpool; JONGE JACOBA, kapt. F.C. de Boer, naar Lissabon; FREDRIK, kapt. M. Roemer, naar de Oostzee; GOEDE HOOP, kapt. H.W. de Groot, naar Liverpool; UNION, kapt. C. Schaeken, naar Rio-Janeiro; ÉCLAIR (opm: sloep), kapt. D.J. Salzsieder, en JOSEPH, kapt. J.H. Arends, beide naar Lissabon; COMMERCIE (opm; COMMERCE), kapt. H.A. de Vries, naar Londen en JONGE NIKOLAAS, kapt. H. Pieters, naar Liverpool.
DC 100624
Vlissingen, 22 mei. Den 26 dito. Sedert den 26 dezer zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild GEZINA, kapt. R.F. Taaij; HEMMINA, kapt. S.F. Taaij, en JETSKE MARGARETHA, kapt. G.R. Oostra, alle drie op avontuur, met ballast; de JONGE JACOBA, kapt. F.C. de Boer, naar Lissabon, met rogge; FREDERIK, kapt. M. Roemer, naar de Oostzee, met ballast; de GOEDE HOOP, kapt. H.W. de Groot, naar Liverpool, met haver en bonen; l’UNION, kapt. C. Schaken, naar Rio Janeiro, en ÉCLAIR, kapt. D.J. Salzsieder, naar Lissabon, beide met stukgoederen; de JOSEPH, kapt. J.H. Arends, naar Lissabon, met paardebonen; de COMMERCIE, kapt. H.A. de Vries, naar Londen, en de JONGE NIKOLAAS, kapt. H. Pieters, naar Liverpool, beide met boomschors.
1826
DC 040226
Vlissingen, 29 januari. van den 25 dezer tot heden voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen, en, uit hoofde van de aanhoudende vorst, in de haven alhier binnengebracht de volgende schepen: THE CHARLES, kapt. P. Priault, en L’UNION, kapt. C. Schaken, beide van Rio de Janeiro met koffie en suiker;
Op 11 juli 1826 verkocht Petrus Weber uit Antwerpen de pink UNION voor 20.100 gulden aan mede-Antwerpenaars Gebr. Wittebol, die optraden namens de Amsterdamse kooplieden Voûte & Co. Tot verkoop in 1832 zou het schip onder kapt. Rudolf Maalsteed steeds worden ingezet voor de vaart op Demerarij, later genaamd Georgetown en het huidige Demerara in Brits Guiana.
Op 12 juli 1826 werd de zeebrief van de UNION, kapt. C. Schaeken, via de gouverneur van de provincie Antwerpen naar de Staatsraad in Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verkocht’, waarna op 14 juli royement volgde.
Op dezelfde dag werd aan Voute & Co in Amsterdam een nieuwe zeebrief verstrekt voor de UNION, kapt. R. Maalsteed.
MCO 191026
Vlissingen, 17 oktober. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen de L’UNION, kapt. R. Maalsted, naar Demerarij, met stukgoederen.
1827
Op 12 april en 1 november 1827 werden voor de UNION, kapt. R. Maalsteed, Turkse Passen afgegeven.
Op 18 april 1827 en voor de volgende reis opnieuw op 13 november 1827 werden in Amsterdam ten overstaan van de waterschout nieuwe monsterrollen opgemaakt voor de pink L’UNION onder kapt. Rudolf Maalsteed. De bemanning bestond steeds uit 15 koppen en de bestemming was Demerarij. Als boekhouder trad Voute & Comp op.
1828
OHC 030128
Amsterdam, 1 januari. Het schip L’UNION, kapt. R. Maalsteed, naar Dememarij, eergisteren vermeld, is niet uitgezeild.
AH 090828
In lading liggende schepen te Amsterdam.
Naar Demerary L’UNION, kapt. Rudolf Maalsteed.
Adres bj Hoyman en Schuurman en de weduwe A. Henriques.
Ook op 19 september 1828 werd in Amsterdam voor de pink L’UNION onder kapt. R. Maalsteed een monsterrol getekend, weer door een 15-koppige bemanning en voor de bestemming Demerarij.
1829
Op 9 oktober 1829 had kapt. Rudolf 16 bemanningsleden van de LÚNION die gezamenlijk in Amsterdam de monsterrol onderschreven. De bestemming was zoals steeds sinds 1826 Demerarij.
AH 010929
Te Amsterdam in lading liggende schepen naar:
Demerary: het gekoperd pinkschip l’UNION, kapt. R. Maalsteed. Adres bij Hoyman & Schuurman en Wed. A. Henriques & Zoon.
1830
AH 010930
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam.
Naar Noord- en Zuid- Amerika en de W.I. Eilanden:
Demerary. Het gekoperd tweedeks brikschip L’UNION, kapt. R. Maalsteed.
Adres bij Hoyman & Schuurman en de Wed. A. Henriques & Zn.
Op 9 oktober 1830 werden in Amsterdam door kapitein Maalsteed en zijn 15 bemanningsleden opnieuw de monsterrol getekend, en were was de bestemming Demerarij.
1831
AH 110631
Texel, 8 juni. Binnengekomen: DE DAGERAAD, kapt. R.C. Stada, van Suriname; ZORGVULDIGHEID, kapt. E.D. Dekker, van Suriname; L' UNION, kapt. R. Maalsteed, van Demerary; GOVERN. BROOKS, kapt. J. Moore, van Alexandria; BELVEDERE, kapt. G. Fletcher, van Alexandria, beide laatste na visitatie van de quarantaine ontslagen; MINERVA, kapt. D. Hagaert, van Duinkerken; DE VRIENDSCHAP, kapt. J.J. Barends, van Riga;
1832
AH 040632
Advertentie. J.E. Lublink, F. der Kinderen, A. van der Sluis, J. Boelen, H.J. Rietveld, G.W. Sesink Clee, J. Swart Abrahamsz. en J.A. Lublink, makelaars, zullen, op maandag den 18 juni 1832, des avonds ten zes ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ, verkopen: Een extraordinair welbezeild gekoperd pinkschip, genaamd L' UNION, laatst gevoerd door kapt. R. Maalsteed, volgens Nederlandse meetbrief, lang 28 ellen 20 duimen, wijd 5 ellen 74 duimen, hol 4 ellen 4 duimen. Breder bij de inventaris en bericht bij de bovengenoemde makelaars en bij Hoyman en Schuurman, cargadoors.
AH 180632
Advertentie. J.E. Lublink, F. der Kinderen, A. van der Sluis, J. Boelen, H.J. Rietveld, G.W. Sesink Clee, J. Swart Abrahamsz. en J.A. Lublink, makelaars, zullen hedenavond ten zes ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ, verkopen: Een extraordinair welbezeild gekoperd pinkschip, genaamd L' UNION, laatst gevoerd door kapt. R. Maalsteed, volgens Nederlandse meetbrief, lang 28 ellen 20 duimen, wijd 5 ellen 74 duimen, hol 4 ellen 4 duimen. Breder bij de inventaris en bericht bij de bovengenoemde makelaars en bij Hoyman en Schuurman, cargadoors.
De pink werd tijdens de veiling voor NLG 16.000 aangekocht door de firma E. & S.& C. St. Martin en 23 anderen te Rotterdam; Martin werd de boekhouder. De nieuwe scheepsnaam werd EERSTELING, kapt. H.F. Horneman.
Het schip kreeg een nieuwe taak als walvis- en robbenjager in de Zuidzee en zal ongetwijfeld aan deze jacht zijn aangepast met andere matrozen en meer sloepen. Vermoedelijk ook met een iets gewijzigde tuigage, want in het vervolg wordt het schip als een bark aangemerkt. Het resultaat zou tegenvallen, zie AH 280234 en LC 280234. Desondanks werd in 1834 opnieuw ter vangst uitgevaren, maar na terugkeer werd de brui eraan gegeven en het schip verkocht.
Op 14 augustus werd aan de firma Martin & Co een zeebrief uitgereikt voor de EERSTELING onder kapt. H.F. Horneman.
RC 060932
Rotterdam, 5 september. Vertrokken: den 4 dezer, des morgens, zeilden DE STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, DE MAAS, kapt. J.C. Tevez en DE HELD, kapt. B.C. ten Ham, naar Batavia; NICKERIE, kapt. J. Cleland, naar Suriname; DE EERSTELING, kapt. H.F. Horneman, naar de Zuidzee; DE VROUW NEELTJE, kapt. K. Parrel en DE VLIJT, kapt. D. Hazewinkel, naar Marennes; HARMONIE, kapt. C.J. Reus, naar Liverpool, AURORA, kapt. H. Niemann, naar Antwerpen;
1833
JC 110933
Batavia, 6 september. Heden is alhier gearriveerd het schip EERSTELING, kapt. H.F. Horneman, van Helvoetsluis de 6 september. (opm: deze bark van de Rotterdamse Reederij ter Visscherij om de Zuid vertrok op 5 september 1832 naar de Zuidzee; zie RC 060932)
1834
AH 030234
Uitgezeild:
Batavia, 18 oktober. DILIGENCE, kapt. H. Bos, naar Soerabaya. 22 oktober. EERSTELING, kapt. H.F. Horneman, naar Rotterdam.
DC 150234
Hellevoetsluis, 13 februari. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: EERSTELING, kapt. H.F. Horneman, van Batavia, SNELHEID, kapt. H.P. de Jong, van Cardiff; GESINA JOHANNA, kapt. J.R. Sap, van Bordeaux.
AH 280234
Advertentie. N. Montauban van Swijndregt en H. Montouban van Swijndregt, beëdigde makelaars, residerende binnen de stad Rotterdam, zijn van mening, als last hebbende van de heren geïnteresseerden in de Zuid-Zee Walvisch-Visscherij, publiek op donderdag de 6e maart 1834, des namiddags ten 4 ure, in het lokaal der publieke verkopingen, op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, te verkopen: de per het visserschip, genaamd DE EERSTELING, kommandeur Horneman, aangebrachte circa 20.000 Nederlandse kannen Zuid-Zee traan en circa 7.000 Nederlandse kannen spermacetie en zulks bij kavelingen, de traan van 25 Nederlandse vaten en de spermacetie per 10 Nederlandse vaten tevens; liggende daags vóór en op de dag der veiling ter bezichtiging in de Boompjes, Westeinde, aan de kade. Nadere onderrichting bij de makelaars.
LC 280234
Rotterdam, 24 februari. In het jaar 1832 is hier het driemastschip de EERSTELING, kapt. Horneman, door een dertigtal reders en kooplieden alhier, voor de walvisvangst uitgerust en naar de Zuidzee gezonden. Dit schip, in de maand september van genoemd jaar uitgezeild, is thans met een vangst van zeven vissen alhier teruggekeerd.
De uitkomst van deze onderneming, de eerste van dien aard, welke sedert lange tijd door bijzondere personen in dit Koningrijk is gedaan, heeft niet ten volle beantwoord aan de verwachtingen die men daarvan had gekoesterd, alzo de kapitein, door het bericht van de dwangmaatregelen van Engeland en Frankrijk ten aanzien onzer schepen, genoopt was geworden om de voor walvisvangst geschikte streken te verlaten en naar onze Oost-Indische bezittingen de wijk te nemen. Intussen levert de aanzienlijk verkregen uitkomst een bewijs op, dat met volharding deze tak van koophandel, die elders zo grote uitbreiding heeft erlangd, ook bij ons weder een gewenste bloei zal kunnen bereiken.
DC 170434
’s Gravenhage, 15 april. Het heeft Z.M. behaagd aan de directeuren der Vereeniging tot de Walvischvangst om de Zuid, te Rotterdam, voor een gedane proefreis met het schip de EERSTELING een premie van zesduizend gulden toe te leggen.
Op 11 augustus 1834 verkreeg St. Martin & Co opnieuw een zeebrief voor de EERSTELING onder kapt. H.F. Horneman.
DC 190834
Hellevoetsluis, 17 augustus. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: de JONGE KAREL, kapt. J. Eilers, van Sunderland. Heden morgen zeilden naar zee: HELENA, kapt. D.J. Greeven, en CONCORDIA, kapt. P.H. Eddes, beiden naar Liverpool; nog zeilden naar zee: HARMONIE, kapt. P. Rijnbende, naar Batavia, en de EERSTELING, kapt. A.F. Horneman, naar de Zuidzee.
1835
AH 140435
De EERSTELING, kapt. H.F. Horneman, van Rotterdam ter walvisvangst naar de Zuidzee gezonden, is 3 januari gepraaid op 43º. Br. 03º. W.L.
OHC 210535
Amsterdam, 19 mei. Den 21ste februari is aan Kaap de Goede Hoop binnen gelopen het schip EERSTELING, kapt. Horneman van Rotterdam, ter Zuidzee walvisvangst uitgevaren.
1836
DC 230436
Vlissingen, 21 april. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: EERSTELING, kapt. E. H.F. Horneman, van de Zuidzee.
DC 140536
Advertentie. H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam en F.N. Montauban van Swijndregt, makelaars te Rotterdam, zijn van mening op dinsdag 31 mei 1836, des namiddags ten 4 ure, in het Lokaal op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk A no. 458, te veilen en verkopen het Nederlands gebouwde gekoperd barkschip, genaamd de EERSTELING, laatst gevoerd bij kapt. H.F. Horneman, lang 28,20 el, wijd, 5,73 el, hol, 4,05 el, en alzo groot 291 tonnen, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere inventaris, zo als hetzelve is liggende aan het einde der Leuvehaven, westzijde. (opm: deze voormalige walvisjager ging als Nederlands vrachtschip BANTAM weer in de vaart)
Op 7 juni 1836 werd de EERSTELING tijdens een openbare veiling voor 13.100 gulden verkocht aan A. van Hoboken & Zoonen, kooplieden en reders te Rotterdam. De nieuwe naam werd BANTAM.
Op 21 september 1836 verkreeg de firma A. van Hoboken en Zonen, Rotterdam, een nieuwe zeebrief voor de BAMTAM onder kapt. C. Schoewert. Het schip was gereed om op Oost-Indië tegaan varen.
DC 081036
Hellevoetsluis, 6 oktober, Heden morgen zeilden naar zee: Zr.Ms. oorlogsbrik VALK, kapt.-luit. Van Lennep Coster; NEDERWAARD, kapt. M.D. Meijer; BANTAM, kapt. C. Schoewert, LONDON, kapt. J. Major, allen naar Batavia; HOFFNUNG, kapt. D. Martens, HOFFNUNG, kapt. P. Gerdes, en VROUW HELENA, kapt. J. Fredriks, allen naar Duinkerken; TRITON, kapt. F. Bervit, naar Dieppe; NEPTUNES, kapt. W.A. Bakker, naar Marennes; AGATHA, kapt. B.J. Potjewijd, en MARIA BERTHA, kapt. K.A. Tap, beiden naar Liverpool; JONGE FREDRIK, kapt. C. Stuhl, naar Bremen; HERCULES, kapt. F. Kamps, naar Antwerpen; ELIZA, kapt. G. Veennessen, naar Newcastle; REVOLUTION, kapt. P. Bukman, naar Stralsund; HANNA CHRISTINA, kapt. J.C. Holst, naar Drammen; JONKVROUW ELIZABETH, kapt. H.L. Heres, naar Liverpool; JULIANA, kapt. F. Poodts, naar Havannah, en PROVIDENTIA, kapt. W. Bolwien, naar Stettin; en arriveerde uit zee: JOHANNA GEZIENA (opm: ook JOHANNA GESINA), kapt. P.G. Schuur, van Liverpool.
1837
JC 010237
Batavia, 28 januari. Gisteren zijn hier aangekomen de Nederlandse bark BANTAM, kapt. C. Schoewert, met enige passagiers, de 6e oktober vertrokken van Rotterdam, en de dito brik DE COCK, kapt. H. Schut, de 24e augustus vertrokken van dito.
RC 250537
Rotterdam, 24 mei. Kapt. W. Blom, van Batavia in Texel binnen, rapporteert den 26 januari in Straat Sunda gepraaid te hebben Zr.Ms. oorlogs-corvet CASTOR, kapitein-luitenant F.H. Ampt, van Texel, en de schepen MIDDELBRG, kapt. C. Riekels, van Middelburg, PRINSES MARIANNE, kapt. A. Plug, den 27 dito het schip NEDERWAARD, kapt. M.D. Meyer, en een bark, tonend Rotterdamse vlag no. 2 zijnde die van kapt. C. Schoewert, voerende het schip BANTAM, alle drie van Rotterdam; den 11 april op 4º N.B. en 19º50’ W.L. het schip CASTOR, kapt. H. de Jong, van Soerabaya naar Amsterdam, den 29 maart St. Helena gepasseerd.
RC 130637
Rotterdam, 12 juni. Den 10 februari lagen ter rede van Batavia Zr.Ms. fregatten DIANA en BELLONA, brik ORESTES en corvet CASTOR; civiele schoeners POSTILLON, NIOBẾ en HAGEDIS; Nederlandse schepen de IJSTROOM, JAVA’S WELVAREN, de DRIE MARIA’S, BARON VAN DER CAPELLEN, GRACE, ATYE TORACHMAN, DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ, HENDRIKA, JOHANNA SUSANNA, MEDORA, TALSUM, BOEROENG, PALEMBANG, HELENA CHRISTINA, KOLONEL KOOPMAN, PRINSES MARIANNE, MIDDELBURG en ATIAT; brikken CLEMENTINE, NIJVERHEID, DOROTHEA, DE NOORD, DE COCK en VAN SPYK; barken JADUL KARIM, ANNA AUGUSTUNA, REMBANG en BANTAM; schoeners HAPSOEN, GOANSOEN, DIANA, CALYPSO en MARY; kotter TOLERANTIE; Engelse schepen PATRIOT KING en LONDON; brik ISABELLA, bark ORWELL; Amerikaanse schepen ST. LAWRENCE, ARNO, MERCHANT, TALMAN en TRESCOTT; Hamburgs schip SOPHIE.
RC 290637
Rotterdam, 28 juni. Het schip BANTAM, kapt. C. Schoewerts, van Batavia naar Rotterdam, is den 19 mei gepraaid op 8º15’ N.B. en 23º58’ W.L.
RC 040737
Rotterdam, 3 juli. Zodra het bekend was dat Z.M. de koning Rotterdam met een bezoek zou vereren, zag men van alle kanten toebereidselen maken om Hoogstdenzelve op een plegtige wijze te ontvangen.
Omstreeks half twaalf ure kwam Z.M. van Middelburg hier aan, aan boord van het stooomjacht DE LEEUW en onder het bulderen van het geschut van verscheiden schepen, die als met vlaggen overdekt op de Maas voor de stad ten anker lagen, en waaronder men voornamelijk de HENDRIKA (opm: fregat) en de BANTAM (opm: bark) van de heren A. van Hoboken en Zonen, de MACASSAR (opm: fregat) van de heren J.B. Donnet en Co, en een brik van de heer N.J. de Cock onderscheidde. Na aan ’s Rijks werf afgestapt en aldaar door Z. Excell. de Heer Staatsraad, Gouverneur der provincie, en de Heer vice-admiraal, jonkheer Rysch, en een commissie uit de Stedelijke Regering ontvangen te zijn, begaf zich de koning naar het stadhuis. (opm: bekort)
RC 290837
Rotterdam, 28 augustus. Den 26 dezer zeilde van Helvoetsluis de DRIE GEBROEDERS, P. Admiraal, naar Marseille, en BANTAM, C. Schoewert, naar Batavia, en arriveerde JONGE EGBERTUS, J.B. Mulder, van Cardiff.
JC 161237
Batavia, 14 december. De 12e dezer zijn hier aangekomen het Nederlandse schip DORTENAAR, kapt. J.F.P.A. Abbema, met een passagier, de 16e november vertrokken van Macao, en de dito bark BANTAM, kapt. C. Schoewert, met drie passagiers, de 25e augustus vertrokken van Rotterdam.
1838
JC 141138
Batavia, 12 november. Heden zijn hier aangekomen de Nederlandse bark BANTAM, kapt. Schoewert, met twee passagiers, vertrokken van Rotterdam de 12 juli, en dito schip DE ZWAAN, kapt. C.J van Driesten, vertrokken van Amsterdam, de 12 mei.
1839
DC 110739
Advertentie: H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam en F. N. Montauban van Swijndregt, makelaars te Rotterdam, zijn van mening op dinsdag de 23e juli 1839, des namiddags ten vier ure, in het lokaal op de hoek der Scheepmakerhaven en Bierstraat, wijk A, nr. 458, publiek te veilen het hol van het Nederlandse gekoperde tweedeks barkschip BANTAM, volgens meetbrief lang 28,20 el, wijd 5,70 el, hol 4,05 el, en alzo groot 291 tonnen, benevens deszelfs scheepsgereedschappen, bestaande in rondhout, ankers, touwen, zeilen enz, alles bij kavelingen, zo als hetzelve zal genummerd zijn liggende, ter plaatse als nader zal worden opgegeven.
De zeebrief van de BANTAM, kapt. C. Schoewert, werd op 6 maart 1840 geroyeerd met vermelding ‘schip verkocht’. In de Lijst aan de Koning, ingetrokken zeebrieven, wordt vermeld ‘schip gesloopt’. De koper van de BANTAM was dus een sloper.