Waar, wanneer en voor wiens rekening de brik UNION (ook wel UNIE) is gebouwd is onbekend. Bij de aanvraag voor de zeebrief in 1821 wordt vermeld ‘buitenslands gebouwd’. De eerste door Marhisdata gevonden zeetijding dateert uit oktober 1814. Documenten zijn niet gevonden, uitgezonderd twee aanvragen voor een Nederlandse zeebrief voor de MARIA in 1818 resp. 1821. De contemporaine kranten hebben ons voornamelijk geleid.
Waarschijnlijk was Charles Delmotte & Comp in Oostende de eigenaar in 1814 en ook eerder.
In juni 1818 kreeg de UNION de naam MARIA, wellicht omdat het schip door Delmotte was verkocht aan Van Aken. Delmotte bezat in maart 1818 het fregat PRUDENTIA / PRUDENCE (ter vervanging?) en in augustus 1818 de hoeker CIBELLE.
1814
GVB 021114
Oostende, 31 november, Uitgevaren, L’UNION (opm: brik uit Oostende), kapt. J. Reincke, naar Kadix, met lijnwaad.
1815
GVB 201115
Oostende, 18 november. Binnengekomen de Vlaamse brik UNIE (ook UNION), kapt. J. Reincke, van Archangel, met rogge, pek en potasch, aan Chs. Delmotte.
1816
Op 17 mei 1816 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de UNION, aangevraagd voor Jean Reincke als kapitein. Deze aanvraag is niet in de documenten gevonden. Het bestaan van de zeebrief kon worden herleid uit de uitgifte van de nieuwe zeebrief in 1818, toen het schip na waarschijnlijke verkoop werd vernaamd in MARIA en de met datum vermelde vorige zeebrief werd geroyeerd.
GVB 310516
Oostende, 29 mei. Uitgevaren de Vlaamse brik UNIE (opm: ook UNION), kapt. J. Reincke, naar Cadix, met lijnwaad, aan Chs. Delmotte en Comp, 184 ton.
1817
NGVB 141017
Oostende, 10 oktober. Binnengekomen de Belgische brik UNIE, kapt. J. Reincke, van Archangel, met terre (opm: vermoedelijk tarwe); aan Van Caneghem en Comp. 184 vat.
1818
Op 20 mei 1818 werd de zeebrief van de UNION, kapt. Jean Reincke, geroyeerd wegen wijziging scheepsnaam. Nu MARIA. Zoals hierboven uiteengezet was de brik door Charles Delmotte & Comp waarschijnlijk verkocht aan Wed. Frans van Aken & Fils te Gent.
Op 20 juni 1818 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door Wed. Frans van Aken & Fils, Gent, voor Frédérique Evers als kapitein. Ex UNION. Tevens werd voor deze combi een Turkse pas verstrekt
MCO 060818
Vlissingen, 3 augustus. Naar zee gezeild van Gent, de MARIA (opm: ex-UNION, brik), kapt. F. Evers, naar Bengalen (opm: nu Bangladesh), met differente goederen.
1819
RC 170419
Londen, 13 april. Aangekomen den 17 januari aan de Kaap de Goede Hoop, kapt. F. Evers (opm: brik MARIA, na een zeer langdurige reis van bijna vijf maanden) van Antwerpen.
RC 161119
Londen, 12 november. Den 12 juni is van Bengalen vertrokken het schip MARIA, kapt. Evers, naar Antwerpen gedestineerd.
1820
RC 030620
Londen, 30 mei. Den 19 april bevond zich op 3 graden breedte, 21 graden lengte het schip de MARIA (opm: brik, thuishaven Gent), kapt. F. Evers, van Bengalen naar Antwerpen.
LL 130620
Antwerpen, 7 juni. Binnengekomen de MARIA, kapt. Evers, van Bengalen en Kaap de Goede Hoop. (opm: de terugreis had bijna een jaar gevergd!)
1821
Op 4 mei 1821 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door Wed. Frans van Aken & Fils, Gent, voor J. Lovgreen als kapitein. Wisseling kapitein. Was F. Evers.
RC 260521
Rotterdam, 25 mei. Van Vlissingen wordt van den 22 gemeld:
Van den 17 tot heden zijn van de Schelde afgekomen en naar zee gezeild MARIA (opm: brik, thuishaven Gent), J. Lovgreen, la PRÉVOYANTE, J. Langhetee (opm: fregat, thuishaven Antwerpen, kapt. Jacob Langethée), naar Liverpool.
RC 120721
Rotterdam, 11 juli. Van Vlissingen wordt van den 7 gemeld:
Van den 1 tot den 7 zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild BARONESSE VAN DER CAPPELLEN (opm: fregat, kapt. François Frédéric Cambernon), naar Batavia; de MARIA (opm: kof), J. Sikkes, naar Leith; de MARIA (opm: kof), J.C. Kroon, naar de Marennes; de MARIA (opm: brik), J. Lovgreen, naar Liverpool.
NGVB 041021
Antwerpen, 1 oktober. Binnengekomen de brik WILHELMINA , kapt. J.C. Lovgreen, van Liverpool, met een lading zout, en 100 vaten patasch; aan de consignatie van Cateau Wattel en Comp.
De brik MARIE, kapitein J. Lovgreen, van Liverpool, geladen met zout; aan Cateau Wattel en Comp.
Hier houden de berichten over de MARIA op. De laatste zeebrief werd niet geretourneerd. Kapitein J. Lovgreen vinden we in november 1822 terug op de Antwerpse brik HENRY.
De economische omstandigheden waren slecht en veel schepen lagen opgelegd. Zoals de rondreis naar Bengalen laat zien lijkt de brik ook bijzonder langzaam te zijn geweest. Het is dan ook aannemelijk dat de brik MARIA na lossing in oktober 1821 is opgelegd en vervolgens ter plaatse verkocht voor de sloop.