Inloggen
FLYING IRISHMAN - ID 2247


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1932
Classification Register: Lloyd's Register of Shipping (LR)
IMO nummer: 5607549
Nat. Official Number: 5248 Z ROTT 1931
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Masten: One mast
Rig: 2 derricks.
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: N.V. Industrieële Maatschappij 'De Noord', Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Werfnummer: 494
Delivery Date: 1932-01-08
Technical Data

Engine Manufacturer: Motoren Werke 'Mannheim' A.G. (MWM), Mannheim, Germany
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 6
Power: 300
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Benz Type (12 1/4-14 3/16)
Speed in knots: 8.50
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 391.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 198.00 Net tonnage
Deadweight: 545.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 25247 Cubic Feet
Bale: 23000 Cubic Feet
 
Length 1: 48.95 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 45.38 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 7.72 Meters Breadth, moulded
Depth: 3.05 Meters Depth, moulded
Draught: 2.81 Meters Draught, maximum
Ship History Data

Date/Name Ship 1932-01-08 FLYING IRISHMAN
Manager: Firma W.H. James & Co. (v/h James en Van Meel), Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Motorzeevaart Maatschappij 'Mozem', Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: NRQD
Additional info: 1934 Call Sign: PECX

Date/Name Ship 1938-11-01 TROMP
Manager: Jan Vermaas, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Motorzeevaart Maatschappij 'Mozem', Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PIBE

Date/Name Ship 1940-02-16 TROMP
Manager: J. Vermaas' Scheepvaart Bedrijf, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Reederij 'De Noord' (Johann Christiaan Smit van Vrije Nesse), Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Papendrecht / Netherlands
Callsign: PIBE

Ship Events Data

1931-12-23: Liggende te Alblasserdam, door K. Melcherts, scheepsmeter te Rottedam ten verzoeke van de N.V. Motorzeevaartmaatschappij Mozem te Rotterdam voorzien van brandmerk 5248 Z ROTT 1931 door inbeiteling op het achterschip op de kampanje naast ingang bemanning.
1932-01-00: Het Vaderland 10.01.1932: Rotterdam, 9 januari:
Gisteren is op de Noordzee de welgeslaagde proeftoch gehouden van het m.s. 'Flying Irishman', gebouwd door de N.V. Industrieele Mij. De Noord te Alblasserdam. Het schip is gebouwd voor rekening van de N.V. Motorzeevaart Mij., alhier. Directie de heren James en Van Meel. De afmetingen van het schip zijn: lengte 45 M., bredte 6,65 M holte 3,35 M. Het schip heeft een dubbele bodem en een voor- en achterpiek voor waterballast. De dubbele bodem is ingericht voor het bergen van stookolie en drinkwater. Het laadvermogen bedraagt bij een diepgang van 19 vt. 550 ton. In beladen toestand behaalde het schip een snelheid van 9 mijl. De 'Flying Irishman' heeft daarna de reis naar Molfetta (Adriatische Zee) aanvaard.

Algemeen Handelsblad 12-01-1932: Scheepsbouw: Vrijdag is op de Noordzee de welgeslaagde proeftocht gehouden van het m.s. „Flying Irishman", gebouwd door de N.V. Industrieele Mij. „Do Noord" te Alblasserdam, onder toezicht van en geclassificeerd door Lloyd's Register of Shipping voor de Atlantische Vaart Hoogste klasse 100 A I, uitgerust en ingericht volgens voorschriften van de Houtvaartcommissie en Havenarbeids- inspectie. Het schip is gebouwd voor rekening van de N.V. Motorzeevaart My. te Rotterdam. De afmetingen van het schip zijn: Lengte 45 M. Breedte 6.55 M. Holte 3.35 M. Het laadvermogen bedraagt bij een diepgang van 10 vt. 550 ton. De „Flying Irishman" is van het „welldeck" type met bak en campagne en kruiserhek.De voortstuwing geschiedt door een zwaar gebouwden langzaam werkenden 6-cylinder direct omkeerbaren viertact compressorloozen Dieselmotor Patent Benz, weike 300 e.P.K. ontwikkelt. In beladen toestand behaalde het schip een snelheid van 9 Mijl,
1932-04-13: NvhN 19-04-1932: Düsseldorf-Rome per schip. Een Groningsen zeekapitein vertelt.
Düsseldorf, 13 April 1932. „Morgen! Heeft u lust een zeereis van Düsseldorf naar Rome mee te maken? Een boot, die lading voor de Tiberstad inneemt, ligt hier aan de Heerdter Hafen gereed”. Een blik op den kalender bewijst, dat wij vandaag niet meer l April schrijven. Er schijnt dus in de vraag van mijn kennis toch iets waars te zitten. Op naar Heerdt. Daar ligt hij reeds, de „Flying Irishman” van de Rotterdammer reederij James. Een motorschip, zooals men er heden ten dage bij dozijnen op den Nederrijn ziet, en waarvan de reizen naar Engeland en de Oostzeehavens niets wereldschokkends meer zijn. Maar Düsseldorf—Romer dat is nog nooit gebeurd! De Düsseldorfer haven presteert met deze vrachtverzending iets geheel nieuws. Werfinspector Werner brengt ons spoedig in kennis met kapitein J. Tonkens uit Groningen, die bevel voert op dit fonkelnieuwe zeemotorschip, dat eerst in 1931 van stapel is geloopen. De boot heeft een buitengewoon sterken Dieselmotor van 320 P.K. aan boord, waardoor zij 9 a 10 zeemijlen per uur kan loopen. Tegen den Rijnstroom op maakt de „Flying Irishman" nog altijd 12 kilometer per uur, dus een snelheid, die zich kan laten zien. Kapitein Tonkens is dan ook erg trotsch op den in Duitschland gebouwden zes cylinder Diesel- motor en heeft geen rust voordat wij in de machinekamer zijn gegaan en daar met belangstelling hebben rondgekeken.
De Kapitein vertelt: „Dat had ik ook niet gedacht, dat ik nog eens op een boot als deze zou staan, want ik heb patent voor de groote vaart en had nog tot voor enkele maanden een ordentelijke stoomer onder mijn voeten. Maar de gezamenlijke 12 booten van mijn oude reederij zijn nu opgelegd. Ook wij in Nederland ondervinden sterk de wereld-crisis en in het bijzonder die van Duitschland. Maar ik ben met mijn lot heelemaal tevreden. De boot hier is heel goed en de reizen zijn rijk aan afwisseling; als de vrachten nu maar niet zoo slecht waren! „Ik heb voor de vaart van Düsseldorf naar Rotterdam een dag noodig. Morgenavond lig ik dus onder de Boompjes in Rotterdam. Daar nemen we olie in, 16 ton, genoeg voor de reis naar Rome. Wanneer het goed gaat, en we niet door storm worden opgehouden, dan zijn wij komenden Donderdag in Rome, of liever in Fiumicino, de er het dichtst bij liggende zeehaven. Ik wil probeeren het Tiberkanaal op te varen, maar meestal moet daar te weinig water staan. Ik heb voor mijn boot goed tien voet water noodig en de troostrijke verzekering van onzen Nederlandschen consul, dat er altijd goed twee voet water in het Tiberkanaal staan, stemt niet hoopvol. Als 't niet gaat moet ik mijn Düsseldorfer sjamotte-steenen in Fiumicino lossen.
„Of ik al eens in Rome geweest ben? Nee, maar wel was ik op de vorige reis van Hochfeld uit in de Adriatische Zee. Fiumicino moet overigens een lastige zandbank voor de haven hebben liggen. Ik laad daarom de boot ook niet heelmaal. Drie dagen storm in de Golf van Biscaje. „Hopelijk hebben, we een vlugge vaart. De laatste maal hadden we drie dagen storm in de Golf van Biscaje. Drie dagen lang konden we niet op het voordek komen, zoo gingen de golven over boord. De matrozen moesten in het achter-logies slapen. Achter liggen we aardig wat hooger, maar ook daar is er bij stormweer nog genoeg zeewater te proeven. „We hebben zeven koppen bemanning aan boord. De waterverplaatsing bedraagt 581 ton, het laadvermogen 550 ton. De lengte van de „Flying Irishman" bedraagt 47 meter, de breedt 7.80 meter. De waterverplaatsing van ons motorschip is dus ongeveer een honderdste deel van de „Bremen" of de „Europa". Onder in de kajuit ziet het er, zooals altijd bij het laden, wat onordelijk uit. De „Mevrouw" is bovendien ook niet aan boord. Zij verkoos een bezoek bij familie boven een reis naar Rome. „We hebben nog een heel aardige kajuit voor twee passagiers!"
De eerste vraag van mijn kennis berustte dus volkomen op waarheid. Een scheepspassage van Düsseldorf naar Tiberstad ligt nu binnen het rijk der mogelijkheden! Alleen wordt men verzocht zich te schikken in een zeeziekte van langen duur. Gestadig loopen de lieren over de laadruimte en nemen de steenen over. Het is een merkwaardig gevoel dat het scheepsboord, waarop wij hier bij Düsseldorf staan, in weinige dagen aan de voeten van het eeuwige Rome op de Tiberstroom zal schommelen. Düsseldorf—Rome in de D-wagen is er al lang. De scheepsverbinding is nu ook geopend. Hoe lang zal hét nog duren, dat ook de machines van de Lohaufer vlieghaven met als doel „Tiberstadt" starten? (Het bovenstaande artikel troffen wij aan in de ons vriendelijk toegezonden „Düsseldorfer Stadt Nachrichten” van 14 dezer. Wij vonden dit aardig geschreven interview van een Duitsch journalist met een Groningsch scheepskapitein interessant genoeg om het geheel voor onze lezers te vertalen. Red.)

NvhN 06-05-1932: Nederlandsch schip op de Tiber vastgeloopen.. „The Flying Irishman” op weg naar Rome. Sedert kort is Rome zeehaven, meldt de Romeinsche corresp. van het Handelsblad. Bijna iederen dag trachten schepen, natuurlijk van geringe tonnernaat den Tiber op te varen, wat wegens de sterke strooming en den lagen waterstand niet altijd gelukt. Thans is juist op den verjaardag van prinses Juliana, voor het eerst een buitenlands schip bij Fiumicino den Tibermond binnen geloopen en dit schip voert de Nederlandsche vlag. Het draagt den zonderlingen naam van „The Flying Irishman", voor een Nederlandsen vaartuig waarlijk niet zeer toepasselijk. Met een lading vuurvaste steen is het op weg naar Rome, doch zit voorloopig bij Fiumicino aan den grond en zal daar wel ontladen. De schade is onbeduidend. Dit is voor het eerst dat een buitenlandsch schip de haven Rome aandoet, althans in de moderne geschiedenis. De Tiber was bevaarbaar tot ongeveer 1500.
1933-06-00: Het Vaderland 28-06-1933:
Het Nederlandse m.s. 'Flying Irishman', op reis van St. Nazaire naar Plymouth, is ter rede van St. Nazaire in aanvaring geweest met een loodsboot en bekwam enige schade. Het schip is te St. Nazaire teruggekeerd, alwaar het zal repareren.

Algemeen Handelsblad 29-06-1933: Flying Irishman (Rotterdam. 28 Juni.) De reedery van het Nederl. motorschip „Flying Irishman (zie ochtendblad van heden) heeft bericht ontvangen, dat het schip geringe schade heeft beneden de laadlijn. Het schip zal te St. Nazaire repareeren en daarna de reis naar Plymouth voortzetten.
1936-11-26: De Banier 26-11-1936: Gevonden. Buitenkans voor Nederlandschen kustvaarder. Een Rotterdamsche kustvaarder het motorschip “FLYING IRISHMAN”, heeft een buitenkansje gehad. Het schip heeft ten Zuiden van Lizard een verlaten vaartuig 'gevonden'. Het onbekende schip was een Engelsch stoomschip de “Colwith Force”, dat 800 ton meet. Zondagavond is dat vaartuig aangevaren door een Noorsch tankschip. Uit vrees, dat het scheepje zou zinken is de bemanning overgestapt op den Noor. De “Colwith Force” bleef echter drijven, het Nederlandsche schip, dat haar Maandag aantrof, wierp een tros uit en bracht den Engelschman naar Falmouth, waar hij veilig werd binnengebracht. Op een verlaten schip kan degene die het aantreft eigendomsrechten doen gelden.
1938-01-22: De Maasbode 22-01-1938: m.s. Flying Irishman. Londen, 21 Jan. Het van Antwerpen komende Nederl. motorschip Flying Irishman, geladen met cement, is te Galway binnen geloopen omdat het water maakt.

De Maasbode 23-01-1938: m.s. Flying Irishman. Galway, 21 Januari. Na gehouden survey is gebleken, dat het meer gemelde Nederl. motorschip Flying Irishman slechts een klein lek heeft in de voorpiektank. Door den expert zal een certificaat worden afgegeven om de reis naar Newport (Mayo) voort te zetten.
1938-11-09: Zaans Volksblad 09-11-1938: Scheepsbouwnieuws. Het m.s. „Flying Scotsman", van J. Vermaas' Scheepvaartbedrijf te Rotterdam is herdoopt in „Evertsen". Voorts wordt het m.s. „Flying Irishman", van dezelfde rederij herdoopt in „Tromp" en het m.s. „Flying Norseman" in „Houtman".
1940-05-00: Tijdens het uitbreken van WO II lag het schip met een lading kolen in St. Brieux. Uitgeweken naar Engeland. Nam deel aan de operatie 'Neptune' (Invasie van Normandië).
1946-12-08: Final Fate:
Onderweg van Holtenau naar Rotterdam om 21.15 uur op een mijn gelopen zuid-oost van Langeland en gezonken in pos. 54.39. N. - 10.45.O. De bemanning werd gered door de Deense schoener 'Glyvursnes' en te Korsör aan land gezet.

De Heerenveensche koerier: 10-12-1946: „TROMP" loopt in Deense wateren op een mijn. Het 391 ton metende Nederlandse schip „Tromp" is tussen de eilanden Laaland en Langesand op een mijn gelopen. De bemanning is gered en overgebracht naar Odense. De „Tromp", een kustvaarder, hoorde toe aan J. Vermaas' Scheepvaartbedrijf te Rotterdam. Het schip vervoerde ijzeren platen, kwam van Middlesbrough (Engeland) en was op weg naar Odense.

Afbeeldingen


Omschrijving: Flying Irishman 1932.
Collectie: Tammes, T.P.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: FLYING IRISHMAN
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Havenopname