1959-06-17: |
De Tijd De Maasbode 17-06-1959. Schamele Nederlandse vertoning in Scarborough. Festivalweek in Britse badplaats. (Van onze Londense correspondent) Behalve de Haarlemse meisjes, die tijdens deze Nederlandse Festivalweek bezig zijn de badplaats Scarborough stormenderhand te veroveren, hebben wij ook vele burgemeesters gezien. Het is natuurlijk mogelijk dat deze feestweek van Engelse zijde is overschat. Het is eveneens mogelijk, maar veel meer waarschijnlijk, dat zij van Nederlandse zijde is onderschat, ofschoon ik weet dat de Nederlandse Kamer van Koophandel in Londen haar best heeft gedaan onze handel en industrie over te halen de gelegenheid te benutten. Rondweg gesproken was de Nederlandse handelsbeurs, welke in Scarborough wordt gehouden ter gelegenheid van het Nederlandfestival, een schamele vertoning. En men kon zich moeilijk onttrekken aan een gevoel van gêne, toen bleek bij de officiële opening door onze persattaché op maandagmiddag dat een aantal burgemeesters van de voornaamste steden van het Graafschap Yorkshire en belendende graafschappen, zoals de burgemeesters van York, Bradford, Sheffield, Leeds, Newcastle. het nodig en beleefd achtten om met hun collega van Scarborough de opening van de beurs bij te wonen. De beurs was niet de aanwezigheid van zoveel burgemeesters waard. Wat er was was goed. Wat ontbrak was een schande. Van Nederlandse industriële en commerciële zijde was het argument, naar ik vernam van de zijde van hen die vergeefs getracht hebben meer belangstelling te wekken in ons land. dat een badplaats de moeite niet waard was van een goede „show". En wat voor een badplaats! Twee baaien, een vissershaven, huizen die reikhalzend omhoog klimmen langs de klippen, klimmende parken en, bij deze gelegenheid, langs de promenade een weelde van Nederlandse vlaggen en. merkwaardig genoeg, vlaggen van Amsterdam. In de nogal deftige stad hadden vele zaken hun best gedaan blijk te geven van hun goede wil. In de toonkamer van de plaatselijke gasindustrie heette het zelfs in onvervalst Nederlands dat ook in Nederland wijze vrouwen koken op gas. En bij de haven, waar men ons een twee-meterlange kabeljauw toonde, vonden wij een cafeetje waar het, eveneens in onvervalst Nederlands, heette dat men er belegde broodjes kon kopen. Overal in de stad en tot boven op de klippen aan de voet van de oude kasteelruïne zagen wij de uniform van onze matrozen die aan wal waren gegaan van de „Limburg", welk schip gedurende de eerste dagen buitengaats lag om vervolgens te worden afgelost door het Rritse fregatschip de „Searborough". Talrijke winkels. welke handelden in stoffen, dameshoeden of bloemen. hadden van de gelegenheid gebruik gemaakt om etalages te maken in de Nederlandse driekleur. In een van de grootste zaken vertoonde een Amsterdamse diamantslijper zijn kunst; in een andere zaak maakte een Nederlandse klompenmaker klompen. Er was ook nog een toevallig element in dit festival. Geheel onafhankelijk van dit feest was namelijk aan het eind van de vorige week de Nederlandse kustvaarder „Friendship" van de Rotterdamse rederij W. H. James & Co. de haven van Scarborough binnengelopen. Dit schip van 850 ton bracht een lading hout uit Finland en is het grootste schip dat ooit de haven van Scarborough is binnengelopen. Men hoopt in Scarborough dat men meer kustvaarders zal kunnen aantrekken in het haventje, dat tot heden uitsluitend ligplaats bood voor vissersscheepjes en jachten. Vandaar dat de komst van de „Friendship" met zijn nietsvermoedende kapitein Ketelaar groot opzien wekte. Kapitein Ketelaar maakte van de gelegenheid gebruik om het fraaie, twee jaar oude vrachtschip open te stellen voor het publiek in ruil voor een vrijwillige bijdrage voor de Britse reddingboot-organisatie. De eerste twee dagen leverden tweehonderd en vijftig gulden op voor dit doeleinde. De eerste machinist, Pieter Bergman, had de handen vol om wat hij betitelde als ..de jonge apen" uit zijn machinekamer te houden. Ik heb natuurlijk aan boord van dit Nederlands schip in een Engelse haven een Nederlandse borrel gedronken met de kapitein, stuurman en machinist. En mij wachtte een bijzonder aangename verrassing, de liefste welke ik in Scarborough heb ondergaan, met uitzondering natuurlijk van de Haarlemse bijdrage. Op weg naar de machinekamer zag ik de tweede stuurman bezig met het schoonmaken van haring, verse haring, welke de eerste machinist cadeau had gekregen van de plaatselijke vissers en welke onder zijn toezicht waren gekaakt. Daar heb ik vroom met de kapitein, de eerste machinist en een vaderlandse collega de haringen bij de staart genomen en volgens oud ritueel genuttigd. |