Inloggen
GEZINA ELSJEN - ID 2487


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1903-04-30 / 1915-05-13 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1903
Classification Register: Scheepvaart Inspectie (SI)
Nat. Official Number: 6069 GRON 1903
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Tjalk
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Musselkanaal, Groningen, Netherlands
Delivery Date: 1903-04-30
Technical Data

Gross Tonnage: 78.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 61.52 Net tonnage
Deadweight: 140.00 tonnes deadweight (1000 kg)
 
Length 1: 24.18 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 21.76 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Depth: 2.20 Meters Depth, moulded
Draught: 2.03 Meters Draught, maximum
Ship History Data

Date/Name Ship 1903-04-30 GEZINA ELSJEN
Manager: Klaas Schuring, Veendam, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Klaas Schuring, Veendam, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Veendam / Netherlands
Callsign: NTKP

Date/Name Ship 1910-07-27 VOORWAARTS
Manager: Pieter Huizenga, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Pieter Huizenga, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Additional info: Aankoopprijs Hfl. 6.000,--

Ship Events Data

1903-05-01: Dagregister deel 16 nummer 29, den eersten Mei 1900drie. Ik, ondergeteekene, Klaas Schuring, schipper gedomcilieerd te Veendam, verklaar bij deze te zijn de eenige eigenaar van het ijzeren tjalkschip, genaamd “Gezina Elsjen”, gebouwd te Musselkanaal, hebbende een dek en een mast, zijnde groot 61 52/100 tonnen van 2 83/100 kubieke meter, thans liggende te Musselkanaal en gevoerd wordende door mij schipper. Sappemeer den 30 April 1903 w.g. K. Schuring. In de kantlijn staat bijgeschreven 6069.
1903-06-03: Op 03-06-1903 eerste meting te Dordrecht. Meetnummer: D1316N. Lengte: 24 m 50 cm , breedte: 4 m 92 cm, waterverplaatsing: 151,598 ton.
Eigenaar: K. Schuring, domicilie: Veendam.
1909-10-00: Op 01.10.1909 vertrokken uit Frederikstadt (lading hout met een deklast van 1.05m) met bestemming Brake. 3 oktober was men N.N.O. van het vuur van Hanstholm in de middag van 7 oktober bevond het schip zich pos. 57˚ 26’NB – 8˚ 40’OL en 8 oktober 's avonds ten Westen van het zelfde vuur , voortdurend met slecht weer te kampen. De 10e oktober toen er weer een bestek gemaakt kon worden lag de tjalk op 56˚ NB – 7˚ . 35 OL en 11 oktober 's middags bij stormweer op 55˚ 47 ‘NB 6˚ 17’OL . Onder voordurend slecht weer de reis vervolgend gistte men in de middag van 13 oktober toen gezeild werd met 2 reven in het grootzeil en 2 in de stagfok en Z.Z.O. wind te zijn op 26’mijl N.W. t. Westen van Hornrif. Onder voortdurend stormweer uit het Z.W. t .W dreef men 14 oktober voor dichtgereefde zeilen tegen 18.00 uur moest ook de stagfok worden vastgemaakt. In de nacht kreeg men veel water over bij dichte motregen, er werd 18 , 17 , 15 en 14 vadem water gepeild. Men vermoedde dat het schip snel naar de kust dreef. Daarom werd in de ochtend van 15 oktober scheepsraad gehouden, en op grond van dat het schip scheef zou vallen werd besloten de helft van de deklast te werpen. Dit was om 10.00 uur gereed. Het stormweer bleef aanhouden, men peilde 13 vadem en dacht in de buurt van Vijl lichtschip te zijn. De noodvlag werd gehesen om de hulp van passerende schepen in te roepen. Om 15.00 uur kwam het Deense s.s. “Reberhuus” in zicht, dat dadelijk naderbij kwam. Men probeerde driemaal een sleepverbinding te maken, dit mislukte echter keer op keer. Daarna bracht men beide schepen zo dicht mogelijk naast elkaar voor de wind zodat iedereen over kon stappen op de Deen. De zeilboom sloeg tegen het Deense schip en brak. Toen men de tjalk verliet om 16.00 uur, stonden grootzeil en stagfok nog bij, was het roer in orde en was er weinig water in het schip, met andere woorden de tjalk was nog zeewaardig en de enige reden van schip verlaten was de vrees voor stranding, dat men vermoede aan lij te hebben. Men arriveerde om 18.30 te Esbjerg. De tjalk aan weer en wind overgelaten is de volgende morgen op strand gedreven te Blaavandshoek. De schipper die van Esbjerg uit zich naar de strandingsplaats had begeven vond zijn schip nog in ogenschijnlijk goede staat met het achterschip op het strand. Dientengevolge het roer licht ontzet. Het schip moest als verloren worden beschouwd, de lading is gelost. Schip is later door Svitser B.E. geborgen en vlot gebracht.

1909-10-09: NRC 16.10.1909
Londen, 16 oktober. Volgens een uit Esbjerg ontvangen telegram is de met 38 standaard hout geladen Nederlandse kof GEZINA, van Fredrikstad naar Brake bestemd, ten noord-westen van het Graadijk-vuur lek en met verlies van alle zeilen door het Deense stoomschip RIBERHUS aangetroffen. De bemanning is door bovengenoemd stoomschip overgenomen en te Esbjerg geland. (opm. naam schip is GEZIENA ELSJEN, zie NRC 171009)

NRC 16.10.1909
Kopenhagen, 15 oktober. Het Deense stoomschip RIBERHUS is vanavond aangekomen te Esbjerg met vier man aan boord van de Nederlandse tjalk GEZINA, welke 23 dagen geleden Fredrikstad had verlaten met bestemming Brake. De RIBERHUS had de tjalk in lekke toestand gevonden en de bemanning aan boord genomen.

NRC 17.10.1909
Londen, 16 oktober. Volgens ontvangen telegram uit Esbjerg heeft het bericht betreffende de Nederlandse kof GEZINA betrekking op de Nederlandse tjalk GEZIENA ELSJEN. Dit schip is thans bij Blaavandshuk gestrand.

1915-05-00: Final Fate:
Op 13.05.1915 vertrokken van Stettin naar Kjerteminde, nadien is niets meer van schip en bemanning vernomen. Op 28 mei was het schip nog niet op de plaats van bestemming, en moet worden aangenomen dat het schip in de Oostzee is vergaan. De 4 opvarenden zijn daarbij omgekomen.
1915-10-22: NvhN 22-10-1915: Groningen, 20 Oct. De tjalk VOORWAARTS, schipper Huizinga, die zich op reis bevond naar Kjerteminde en aldaar reeds in Juni j.l. verwacht werd, wordt als verloren beschouwd.

Algemene informatie

NNO 151015
Vervolgens heeft de Raad oen onderzoek ingesteld betreffende het vermoedelijk met man en muis vergaan van het tjalkschip VOORWAARTS tijdens de op 14 mei jl. aangevangen reis van Stettin naar Kjerteminde (schipper-eigenaar: P. Huizinga uit Groningen). Uit de stukken, die voorgelezen werden, bleek, dat het schip op 13 mei uit Stettin was vertrokken en tot dusver niet was aangekomen. De inspecteur van de scheepvaart deelde mede, dat het schip in 1903 gebouwd, zijn jongste reis zonder certificaat van deugdelijkheid had aangevangen. Dit certificaat was geweigerd, omdat de luiken niet in orde waren. De assurantie van de lading is inmiddels reeds uitbetaald. Uitspraak volgt later.

NRC 191015
De Raad voor de Scheepvaart heeft gisteren uitspraak gedaan betreffende het vermoedelijk met man en muis vergaan van het tjalkschip VOORWAARTS. Waar vaststaat, dat de VOORWAARTS op 13 mei 1915 van Stettin is vertrokken, doch zijn bestemmingsplaats Kjerteminde niet heeft bereikt en men sedert dien niets meer van het schip of opvarenden heeft vernomen, neemt de Raad aan, dat de VOORWAARTS op de reis van Stettin naar Kjerteminde, de 13e mei 1915 ondernomen, met man en muis is vergaan.
Daar alle gegevens omtrent hetgeen met het schip is voorgevallen ontbreken, vermag de Raad de oorzaak niet met zekerheid vast te stellen.

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten