1910
NNO 300110
Advertentie. Uit de hand te koop: Het goed onderhouden ijzeren kofschip, genaamd PIETRONELLA, thans liggende te Groningen, met inventaris, klasse Bureau Veritas + I 33 G. 1. 1., oud 6 jaar, groot 91,18 register ton netto, ladende 180/185 ton d.w. over zee, draagvermogen 214.000 kilo. 62/63 std. hout. Te bevragen bij P. de Vries, scheepsbevrachter en bij G. de Winter, sluismeester, beiden te Groningen.
NRC 19.02.1910.
Londen, 18 februari: Heden werd door het Admiraliteitshof £ 600,-- bergloon toegekend aan de trawler “Clyde”, die de Nederlandse kof “Pietronella” te Grimsby binnensleepte. De waarde van de “Pietronella” met de lading werd geschat op £ 2022.
Op 1 november vertrokken van Kjerteminde met een lading van 134 ton (diepgang 7.5 voet achter – voor enige duim meer) gerst met bestemming Amsterdam via het Kaiser Wilhelm kanaal. De lading was gestort en zodanig dat in het ruim voor en achter ruimte onder de luiken bleef. De gerst was zwaar. Er was een gevelingschot geplaatst in het achterschip vanaf het luik tot onder de roef, maar niet onder het voorluik. De gerst was opgestuwd met zeilen en een 60 tal gerst in zakgoed. Zondag 7 november buiten op de Elbe is gekomen en vanaf 9 november zwaar weer heeft getroffen en is er op die dag bij overstag gaan het SB zwaard is afgebroken en binnenboord gehaald. Dat slechte weer heeft geduurd tot 12 november. In deze periode bleef het schip droog en zeewaardig. 12 november 's middags om 15.00 uur de wind uit het Z.Z.W. tot storm ontwikkelde , 's avonds om 20.00 verslechterd was tot orkaankracht W.Z.W., het schip over stuurboord lag met 2 reven gestoken in het grootzeil en een klein stuk bazaan zeil. Het schip was droog er werd ieder wacht gepeild. Om middernacht kwam er veel water over terwijl de orkaan aanhield. De kapitein bemerkte onder de kajuit in de z.g. hel water. Daarin afgedaald met de kok en matroos tot aan het middel in het water door middel van putsen werd gehoosd. Dit duurde enkele uren, maar het baatte niet. Na twaalven ging de lading over en schip kreeg zware slagzij over SB, terwijl ook de breefok en het grote gaffeltopzeil, welke op het luik waren gesjord, bij het overkomen van een breker verloren gingen. De kapitein wilde nu het schip verlaten, de bemanning wilde aanboord blijven. Hij was van mening dat het schip lek was en zou zinken. De kapitein Johannes de Vries bleek erg zenuwachtig die anders erg flink was. De boot werd klaargemaakt en te water gelaten, iedereen ging in de boot Zwikstra de matroos het laatst. Nauwelijks was iedereen aanboord of de boot kapseisde Zwikstra en de kok en stuurman H.W. Huisman zijn weer teug op het schip geraakt. Van de kapitein en zijn vrouw is niets meer waargenomen. Toen men in de boot ging was er geen land of vuur in zicht . De overlevenden konden met het schip niet manoeuvreren, daar het scheef in zee lag, de zeilen waren in goede staat, maar de vallen onklaar. 's Morgens om 8.00 uur is de noodvlag gehesen om hulp. Eerst in top later halfstok de wind was inmiddels N.N.O. Een stoomtrawler uit Grimsby die in zicht was gekomen om 8.50 uur naderbij kwam bleek de “Clyde” te zijn die in de buurt was en hulp bood, dat tegen 15.00 uur toen de zee wat kalmer was de stuurman van de Trawler met een boot overkwam, het schip onderzocht en bij peiling er slechts één duim water in het schip bleek te staan. Daarna is er vastgemaakt en is de “Pietronella” op sleep genomen naar Grimsby waar men in de namiddag van 15 november arriveerde en s`avonds binnen de sluis in het Alexander Dock is afgemeerd met 1,5 voet slagzij over SB. Het schip is op woensdag 17 november op sleep naar vertrokken IJmuiden, waar men 25 november arriveerde en aansluitend naar Amsterdam waar 26 november is afgemeerd. De lading is daar gelost en bleek droog te zijn. Het schip was ook droog en had geen schade, behalve de boot en de voornoemde zeilen.