1960-01-04: |
NvhN 04-01-1960: Onfortuinlijk verblijf in thuishaven. Achterschip Delfzijlster coaster door brand verwoest. (Van onze redacteur voor Noord-Groningen). Een hevige en moeilijk te bestrijden brand heeft gistermorgen een groot deel van het achterschip van de Delfzijlster kustvaarder Nautilus vernield. Het schip, dat eigendom is van de reders J. en G. de Boer, was zaterdagavond naar de thuishaven gekomen. Op het ogenblik, dat de brand uitbrak was alleen een wachtsman, de 17-jarige licht-matroos C. J. de R. uit Vlissingen, aan boord. Vermoedelijk is de brand ontstaan door een oliekachel. Aan steiger: De 500 ton metende Nautilus had in Groningen ruim vierhonderd ton milo-meel geladen voor Rensburg (Dld.) en was zaterdagavond omstreeks zes uur in de buitenhaven te Delfzijl aan de steiger bij Farmsum afgemeerd. De bemanning verliet ongeveer een uur later het schip om met verlof te gaan. De lichtmatroos, die alleen was achtergebleven, werd gistermorgen omstreeks half zes plotseling wakker, vermoedelijk tengevolge van een ontploffende oliekachel in een van de verblijven. De jongeman begaf zich na het ontdekken van de brand eerst naar het kantoor der firma Van Dijk, cargadoors, in de Landstraat, waar de brandweer werd gewaarschuwd. De vrijwillige brandweer bestreed aanvankelijk alleen de brand. Later kwam ook de blusboot van het Havenschap Delfzijl langs het brandende schip liggen. Omstreeks acht uur werd besloten het schip, dat aan een houten steiger in de nabijheid van andere schepen lag, te verhalen en naar een ondiep gedeelte van de haven te brengen. Naar balkenhaven: Samen met de boot van het Havenschap sleepte de sleepboot Watergeus van de N.V. Wagenborg de “Nautilus” naar de Balkenhaven, waar deze aan de grond werd gezet. De kustvaarder liep daarna bij het volpompen niet meer gevaar te kapseizen. Van het ogenblik af dat het schip verhaald werd, berustte de leiding van de blussingswerkzaamheden bij het Havenschap. Wel verleenden brand-weerlieden nog assistentie. Zowel vanaf de blusboot als vanaf de Watergeus werd de brand bestreden. De belangrijkste taak van de sleepboot was echter het leegpompen van het schip. In de machinekamer werd zoveel water gespoten, dat op zeker ogenblik de machines bijna geheel onder water stonden. De brand, die alleen in het achterschip woedde, was moeilijk te bestrijden. Met snijbranders heeft men tenslotte op het achterdek een opening gemaakt om nog meer water naar binnen te kunnen spuiten. Een ogenblik leek de situatie gistermorgen nog hachelijk te worden, toen plotseling een roetzwarte rookwolk opsteeg en weer vlammen zichtbaar werden. Gevaar was niet denkbeeldig, want onder de verblijven bevinden zich de olietanks. Gelukkig had het schip nog niet gebunkerd. Schade: Bij de blussing werd ook het waterkanon van de blusboot ingezet. Dit kanon heeft een capaciteit van 300 m 3 per uur. Behalve de gewone slangen werd ook nog een ogenblik een schuimblusslang uitgelegd. Omstreeks half twee kon men gistermiddag het schip verlaten. De brand was geblust en het water was er weer uitgepompt. Het schip werd aan een boei in de Balkenhaven gelegd.Bij de brand gingen de verblijven van officieren en matrozen geheel verloren. Ook de slaaphut van de kapitein werd vernield. De betimmering in de salon verschroeide door oververhitting en ook het stuurhuis liep veel schade op. De schade in de machinekamer werd alleen door water veroorzaakt. De lading bleef geheel gespaard. Nadat aanvankelijk de brandweer van Delfzijl de brand aan boord van de aan de steiger liggende coaster had bestreden werd later ook het schip van het Havenschap ingezet. Met het waterkanon werden enorme massa's water m de brandende kustvaarder gespoten. De “Nautilus” was toen reeds naar de Balkenhaven gesleept.
De waarheid 04-01-1960: Coaster brandde in Delfzijls haven. Zondagmorgen om ongeveer 6 uur is brand uitgebroken op de Delfzijlse kustvaarder „Nautilus". De verblijven zijn geheel uitgebrand, maar persoonlijke ongelukken hebben zich niet voorgedaan. Er was één man aan boord van het schip, dat eigendom is van rederij G. en J. de Boer te Delfzijl en gebouwd werd in 1939. De „Nautilus" had ligplaats gekozen in de buitenhaven met een lading milo-meel voor Rendsburg (Sleeswijk-Holstein). De oorzaak van de brand, die door de Delfzijlse brandweer is geblust, is niet bekend. De machine- kamer van het schip, dat een draagvermogen heeft van 530 ton, liep veel waterschade op. Voor zover bekend, is de lading niet beschadigd. Tegen acht uur is de „Nautilus” door de brandweer aan het Havenschap Delfzijl overgedragen, omdat het schip slagzij dreigde te maken. De sleepboot „Watergeus" zou het schip verslepen naar een ondiep gedeelte.
Friese Koerier 04-01-1960: Brand op coaster in haven van Delfzijl. Delfzijl (ANP) _ Zondagmorgen om ongeveer 6 uur is brand uitgebroken op de Delfzijlse kustvaarder “Nautilus”. De verblijven zijn geheel uitgebrand, maar persoonlijke ongelukken hebben zich niet voorgedaan. Er was één man aan boord van het schip, dat eigendom is van rederij G. en J. de Boer te Delfzijl. De “Nautilus” had ligplaats gekozen in de buitenhaven met een lading milomeel voor Rendsburg (Sleeswijk-Holstein). De oorzaak van de brand, die door de Delfzijlse brandweer is geblust, is niet bekend. De machinekamer van het schip, dat een draagvermogen heeft van 530 ton, liep veel waterschade op. Voor zover bekend is de lading niet beschadigd. Tegen acht uur is de Nautilus door de brandweer aan het havenschap Delfzijl overgedragen omdat het schip slagzij dreigde te maken. De sleepboot 'Watergeus' zou het schip verslepen naar een ondiep gedeelte. De “Nautilus” is in 1939 gebouwd.
|