1853-12-26: |
Final Fate:
Amsterdam, 4 februari. Kapt. N.J. Smaal (opm: kapt. Nicolaas Jans Smaal), gevoerd hebbende het Nederlandse (opm: gebouwd in Hanover, bouwjaar onbekend) kofschip JUNO de 26e december l.l. in de Zwarte Zee gezonken (opm: zie NRC 010254), schrijft uit Constantinopel (opm: Istanbul) in dato 12 januari l.l, dat hij en zijn equipage, na gedurende de gehele dag (opm: 26 december) in de boot te hebben rondgedreven, in de avond van die dag, vermoeid van het pompen en roeien, in de baai van Sisibolie (opm: Sizebolu, thans Sozopol, Bulgarije) aankwamen, en aldaar het Nederlandse kofschip (opm: schoener, zie PGC 140254) JANTJE, kapt. H.O. van Wijk, aantroffen, doch welke weigerde hem en zijn equipage op te nemen (opm: zie NRC 130254 en 090354). Hij ging vervolgens op zijde van het Franse schip MATHILDE, kapt. Gilbert, van Marseille, hetwelk mede in de baai ten anker lag, die hen opnam en van de 26e december tot de 14e januari met de meeste menslievendheid heeft behandeld. |