Familiegegevens en opleiding
Johannes Jacobus Day werd geboren op 19 mei 1812 (of 1813?) te Arnhem als zoon van de Rooms-Katholieke James Day en Joanna Cors.
Hij trouwde te Rotterdam op 25 augustus 1841 met Anna Margaretha Luskens, geboren 18 februari 1817 te Rotterdam als dochter van Johannes Adolphus Luskens en Johanna Molemans. Hij trouwde voor de 2e maal op 08 januari 1845 te Rotterdam met Maria Elisabeth Theresia Sengers, geboren op 06 februari 1819 te Rotterdam als dochter van Petrus Sengers, koopman, en Maria van Winkel. Johannes Day woonde te Rotterdam o.a. aan de Westewagenstraat Wijk 5 nr. 712 en aan de Schiekade Wijk 14 nr.468. Hij vertrok op 01 mei 1865 naar Delft.
Hij overleed te Rotterdam op 27 september 1884005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.Day werd met vlagnummer 606 effectief lid van Zeemanshoop per 19 oktober 1841 en op voorspraak van S.van Delden Az. Zijn schip was de Antoinette Maria002. Ten tijde van de inschrijving waren Day en zijn vrouw 29 resp. 25 jaar. Toegevoegd is “bedankt” 002a.
In de Algemene Vergaderingen van 12/19 oktober 1841 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Johannes Jacobus Day, oud 29 jaar, voerend de bark “Antoinette Maria”, wonend te Rotterdam en met als adres P.de Voys op de Bloemgracht te Amsterdam, op voordracht van kapitein S.van Delden Az 023.
J.J.Day was met vlagnummer R4 in de periode 1840 t/m 1871 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
606 1841-1853 bark Antoinette Maria L.F.de Bruijn te Rotterdam
262 1854 geen opgave van schip en boekhouder
De ledenlijsten van de Maatschappij in de Jaarverslagen vermelden kapitein J.J.Day met vlagnummer R4 in058:
* 1849, 1851 op de bark “Antoinetta Maria” 271 last varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam
* 1855 op de ss “Levant” ? varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam
* 1858, 1859 en op de ss “Ary Scheffer” 215 last varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam
1862 t/m 1867
J.J.Day was in 1853-1854 secretaris van de Maatschappij058.
Bouma025 vermeldt J.J.Day als gezagvoerder gedurende:
* 1840 t/m 1853 van de bark “Antoinette Maria”, gebouwd in 1836 te Rotterdam, 510 ton o.m., varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam;
* 1854 op het ijzeren schroefstoomschip “Admiraal Verhuell”, 50 pk, gebouwd in 1848 te Kinderdijk, 274 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;
* 1855 t/m 1857 van het ijzeren schroefstoomschip “Levant”, 70 pk, gebouwd in 1848 te Londen, 308 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;
* 1858 t/m 1868 van het 3/m ijzeren schroefstoomschip “Ary Scheffer”, gebouwd in 1857 te Glasgow, 408 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Uit een briefvan Martin Lindenboom uit Arnhem aan G.N.Bouma te Haren dd 02 september 2001 ontleen ik het volgende:
Uit de Rotterdamsche Courant (datum?) het volgende bericht: “Hellevoetsluis, 26 maart 1854. Gister namiddag is uit zee van Glasgow aangekomen de stoomboot LEVANT, kaptein J.J.Day”. Zij vertrok op 24 mei 1854 voor de eerste keer van Hellevoetsluis in de lijndienst naar Havre, met als kapitein J.J.Day. Op 22 february 1854 vertrok de ADMIRAAL VERHUELL van Hellevoetsluis naar Havre, kapitein J.J.Day, en op 2 maart 1854 kwam dit schip van Havre weer in Hellevoetsluis, maar nu met gezagvoerder J.Hus.
“Speculatie mijnerzijds (aldus Lindenboom): J.J.Day is na aankomst te Havre van de ADMIRAAL VERHUELL afgestapt. In zijn plaats werd J.Hus gezagvoerder en J.J.Day reisde van Havre voor zijn reder Balguerie naar Glasgow om daar het aangekochte stoomschip LEVANT over te nemen en naar Rotterdam te brengen.”
In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
p.60-61 De eerste reizen met guano 1850-1855. Jan de Witt, Willem Barents.
De bark “Antoinette Maria” onder kapitein J.J.Day vertrok uit Helvoet op 17 juni 1850 en bereikte, via Kaap Hoorn”, op 05 oktober Valparaiso. Ging daarna naar de Chincha-eilanden om Guano te laden. Kwam aan in Callao op 08 februari 1851 en arriveerde, wederom via Kaap Hoorn, Engeland op 08 mei 1851.
Rotterdams Nieuwsblad van 15 januari 1855:
“ Een rapport van de heeren B.J.Martens, A. van Wijk Jurriaanse, J.J.Day, P.J. van Emmerik en D.Keus, benoemd tot deskundigen, ingediend bij de Kamer van Koophandel alhier, over het plaatsen van een vuurschip op de Banjaard.”
Familiegegevens en Opleiding
Marinus Carel werd geboren op 07.03.1830 te Delft als z.v. Bartholomeus Braat (korenmolenaar) en Maria Broekhuizen/Broekhuijzen.
Marinus Carel (27) (kapitein koopvaardij) trouwde op 03.07.1857 te Zierikzee met Cornelia Johanna van der Weijde (24) – geb. 28.12.1832 te Zierikzee – d.v. Cornelise van der Weijde en Jacoba de Kruijff.
Cornelia Johanna van der Weijde overleed op 09.01.1871 te Rotterdam.
Marinus Carel (43) (gezondheidsofficier) hertrouwde op 09.05.1873 te Stevensweert met Paulientje Begemann (28) – geb. 26.06.1844 te Stevensweert – d.v. Christoph George Sigismund Begemann (predikant) en Emilie de Wijs.
Marinus Carel overleed op 19.05.1914 te Rijswijk (84).
Kinderen
- Christoph George Sigismund - 26.04.1875 te Delft
- Bartholomeus – geb. 27.07.1876 te Haarlem
- Marinus Carel – geb. 03.10.1877
Overige bijzonderheden
AH 17-10-1890
Een oud zeeman gehuldigd.
Een van de wakkerste Nederlandse zeelieden, de heer M.C. Braat, wal-kapitein aan de Koninklijke West-Indische Maildienst, vroeger gezagvoerder bij de Maatschappij Nederland, werd hedenmorgen een bijzondere hulde bereid. De waardige man, die op zoveel zeeën rusteloos heeft rondgezwalkt, gaat nu rusten en verlaat daardoor de dienst van de K.W.I.M. Maar, en de directie van de beide maatschappijen en zijn collega’s en zijn vroegere ondergeschikten gevoelen te veel waardering, vriendschap en eerbied voor hem, om dat heengaan zo maar stil te laten gebeuren. En daarom waren nu hedenmorgen de bestuurders der beide Maatschappijen en de collega's van de achtenswaardige man en enkele minderen in de loods van de K. W. I. Maildienst bijeengekomen om Braat nog eens de hand te drukken voor zijn heengaan en hem blijvende herinneringen te schenken aan dit ogenblik De heer G. A. baron Tindal, directeur den K. W. I. Maildienst, herinnerde aan de grote diensten door de heer Braat bij de organisatie en exploitatie van deze maildienst bewezen, evenals vroeger toen de Maatschappij Nederland de eerste maildienst op Indië opende. De Nederlandse maildiensten, vervolgde hij, hebben een zware kamp te strijden tegen gesubsidieerde lijnen en om die kamp met goed gevolg te kunnen volhouden, hebben zij de volle toewijding nodig allen, die zich aan hen verbinden. Van U hebben de beide Maatschappijen die toewijding ondervonden. Gij hebt de belangen van beide Maatschappijen krachtig bevorderd. Ontvang daarom van onze beide Maatschappijen hartelijke dank. De heer Tindal overhandigde daarna heer Braat een kostbare zilveren bokaal versierd met de zinnebeelden van de stoomvaart en met toepasselijk inschrift. De kapitein Prins, van de K. W. I. Maildienst, sprak de heer Braat enkele hartelijke woorden toe, getuigende van vriendschap en waardering en schonk hem, namen alle gezagvoerders, officieren en machinisten van de Maatschappij een rood marmeren uurwerk en kandelaars met echt brons versierd. Een opschrift op een gouden plaat vermeldt het feit van de schenking en een bijbehorend album de namen van alle deelnemers. De ladingmeester schonk de heer Braat een aardige klok waarop de uurcijfers door letters van de naam van de heer Braat zijn vervangen. Voor zovele blijken van warme vriendschap en waardering dankte de heer Braat op hartelijke toon. Een lange rustdag zij de waardige man na zijn moeilijke arbeid gegeven.
Onderstaande gegevens zijn van de heer S. Parma:
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.C.Braat werd met nr. 687 effectief lid van Zeemanshoop per 25 mei 1871 “op verzoek van J.M.Heybrock door P.Ruijs Jr” voorgedragen. Zijn schip was het stoomschip de “Prins van Oranje”002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 18/25 juli 1871 werd als effectief lid voor de vlag voorgedragen/benoemd M.C.Braat, geen leeftijd genoemd, voerend het stoomschip “Prins van Oranje”, voor rekening van de Stoomboot Maatschappij Nederland te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Buys Jr. 023.
M.C.Braat was van 1883-1899 bestuurslid van het college Zeemanshoop019.
M.C.Braat was met vlagnummer R186 in de periode 1864 t/m 1869 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Hij voerde dus wèl de collegevlag, maar had geen recht op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 04 juli 1895 staat de mededeling door M.C.Braat dat hij naar Wageningen vertrekt en bedankt als commissaris.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
867 1871 stoomb. Prins van Oranje Stoomboot Maatschappij Nederland
1872-1873 stoomb. Koningin der Nederlanden idem
1874-1877 stoomb. Prins Hendrik idem
1878-1880 stoomb. Prins Hendrik Stoomvaart Maatschappij Nederland
1881-1883 stoomb. Prins Alexander idem
1884-1896 geen opgave van schip en boekhouder
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein M.C.Braat met vlagnummer R186 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
-
1864 t/m 1866 brik “Jan van Galen” 194 last varend voor C.Balguerie & Zoon te Rotterdam
-
1867 brik “Jan van Galen” 194 last varend voor E.&S.&C. St.Martin & Co te Rotterdam
Bouma025 vermeldt M.C.Braat als gezagvoerder gedurende:
-
1858 t/m 1864 van de schbrik “Willemina”, gebouwd in 1857 te Slikkerveer, 195 ton o.m., varend voor de Vletter & Co te Rotterdam;
-
1865 t/m 1866 van de brik “Jan van Galen”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 366 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;
-
1867 t/m 1868 van hetzelfde schip maar nu varend voor E.& S.& C.St.Martin & Co te Rotterdam
-
1869 t/m 1871 van het 3/m ijzeren schroefstoomschip “Ary Scheffer”, gebouwd in 1857 te Glasgow, 408 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;
-
1872 op het ijzeren schroefstoomschip “Prins van Oranje”, gebouwd in 1871 te Glasgow, 1829 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”(1870) te Amsterdam;
-
1873 t/m 1874 op het schroefstoomschip “Koning der Nederlanden”, gebouwd in 1872 te Glasgow, 3500 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland te Amsterdam;
-
1875 t/m 1881 op het schroefstoomschip “Prins Hendrik”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 2800 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;
-
1882 t/m 1884 op het ijzeren stoomschroefschip “Prins Alexander”, gebouwd in 1881 te Glasgow, 3025 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
“Het was … de Prins van Oranje die op 10 september 1871 als eerste SNM-schip Batavia bereikte, na een reis van 40 dagen. Op de terugreis kreeg dit schip evenwel averij aan de schroef.”
Uit: p.13 in “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
“Van 14-17 april (1875) sleepte de Prins Hendrik (II) in de Middellandse Zee, de Borneo, in charter van de Stoomvaart Maatschappij ‘Java”, over een afstand van 280 mijl naar La Valetta. De Borneo had ernstige machineschade; tijdens de sleep braken in stormweer ook nog de trossen.”
Uit: p.14 in “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
“De Prinses Amalia kreeg op de vijfde uitreis, vier uur na het verlaten van Suez op 7 april 1876, een gebroken krukas. Het schip werd teruggesleept naar Suez door het stoomschip Mandalay, maar kon daar niet worden gerepareerd. De lading ging uiteindelijk met de gecharterde Larington door naar Batavia. Het voor Indië bestemde landmachtdetachement aan boord vervolgde de overtocht met het SNM-schip Prins Hendrik (II) en het marinedetachement met het oorlogsschip Prins Hendrik der Nederlanden; de overige passagiers gingen verder met de Drenthe, de Prins Hendrik en een Franse mailboot. De Engelse sleper Anglia bracht de Pinses Amalia naar de Elder-werf in Port Glasgow.”
Uit: p. 13 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
“De Prins Hendrik (II) nam op 8 oktober 1880 van het bij Socotra gestrande schip Asia de onbeschadigde lading over. Toen het niet lukte dit schip af te slepen werden 2 dagen later de 24 schipbreukelingen aan boord genomen en op 24 oktober overgedaan aan het Nederlandse marineschip Zr. Ms. Madura, dat ze vervolgens naar Point de Galle op Ceylon bracht.”
Uit: p. 14 “De eeuw van ‘Nederland’. Geschiedenis en vloot van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’” door A.J.J.Mulder.c.s. Uitg. Asia Maior. 2003.
M.C.Braat verzorgde vanuit Nieuwediep transporten van landmachtmilitairen naar Batavia met de “Koning der Nederlanden op de volgende reizen065*:
-
Vertrek 11 december 1872. Aankomst 20 januari 1873 na 40 dagen. 3 officieren en 60 manschappen.
-
Vertrek 27 september 1873. Aankomst 03 november 1873 na 37 dagen. 7 officieren en 300 manschappen.
Hij vervoerde detachementen vanuit Nieuwediep met de “Prind Hendrik” op de volgende reizen:
M.C.Braat transporteerde vanuit Nieuwediep met de “Prins Hendrik” een aantal detachementen van landmachtmilitairen naar Batavia tijdens de volgende reizen:065*
-
Vertrek 12 december 1874. Aankomst 20 januari 1875 na 39 dagen. 1 officier en 76 manschappen.
-
Vertrek 16 mei 1875. Aankomst 22 juni 1875 na 37 dagen. 2 officieren en 75 manschappen.
-
Vertrek 30 oktober 1875. Aankomst 11 december 1875 na 42 dagen. 6 officieren en 250 manschappen. In Port Said werden 3 deserteurs aan boord genomen.
-
Vertrek 15 april 1876. Aankomst 26 mei 1876 na 41 dagen. 7 officieren en 158 manschappen.
-
Vertrek 02 september 1876. Aankomst 19 oktober 1876 na 47 dagen. 6 officieren en 105 manschappen. Bij aankomst ontbreekt 1 officier zonder opgaaf van redenen.
-
Vertrek 24 februari 1877. Aankomst 06 april 1877 na 41 dagen. 4 officieren en 105 manschappen.
-
Vertrek 21 juli 1877. Aankomst 30 augustus 1877 na 40 dagen. 5 officieren en 160 manschappen.
-
Vertrek 24 november 1877. Aankomst 05 januari 1878 na 42 dagen. 9 officieren en 106 manschappen.
-
Vertrek 20 april 1878. Aankomst 30 mei 1878 na 40 dagen. 3 officieren en 106 manschappen.
-
Vertrek 14 september 1878. Aankomst 26 oktober 1878 na 42 dagen. 6 officieren en 106 manschappen.
Hierna is de vertrekplaats Amsterdam
-
Vertrek 06 december 1879. Aankomst 18 januari 1880 na 43 dagen. 4 officieren en 65 manschappen.
-
Vertrek 24 april 1880. Aankomst 03 juni 1880 na 40 dagen. 3 officieren en 54 manschappen.
-
Vertrek 11 september 1880. Aankomst 25 oktober 1880 na 44 dagen. 2 officieren en 54 manschappen.
-
Vertrek 29 januari 1881. Aankomst 15 maart 1881 na 45 dagen. 3 officieren en 106 manschappen.
Hij vervoerde vanuit Amsterdam transporten met de “Prins Alexander tijden de volgende reizen:
-
Vertrek 11 maart 1882. Aankomst 20 april 1882 na 40 dagen. 4 officieren en 108 manschappen.
-
Vertrek 22 juli 1882. Aankomst 29 augustus 1882 na 41 dagen. 2 officieren en 43 manschappen.
-
Vertrek 25 november 1882. Aankomst 06 januari 1883 na 42 dagen. 3 officieren en 33 manschappen.
Vanuit Rotterdam op:
-
Vertrek 21 april 1883. Aankomst 29 juni 1883 na 69 dagen. 2 officieren en 32 manschappen.
Weer vanuit Amsterdam:
-
Vertrek 14 juni 1884. Aankomst 26 juli 1884 na 42 dagen. 2 offcieren en 63 manschappen.
-
Vertrek 29 oktober 1884. Aankomst 07 december 1884 na 39 dagen. 3 officieren en 33 manschappen.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.Lambach was met vlagnummer R49 in de periode 1879 t/m 1881 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1881 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar als vlaglid heeft bedankt058.
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1880 van de Maatschappij staat kapitein F.Lambach met vlagnummer R49 in de ledenlijst als gezagvoerder van het ss. “Othello”, 478 ton n.m., varend voor C.Balguerie & Zoon te Rotterdam058.
Bouma025 vermeldt F.Lambach als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1871 van het ijzeren schroefstoomschip “Admiraal Verhuell”, gebouwd in 1848 te Kinderdijk, 274 ton o.m., 50 Pk, varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;
* 1872 t/m 1875 van het ijzeren schroefstoomschip “Ary Scheffer”, gebouwd in 1857, 408 ton o.m., en varende voor Balguérie & Zn te Rotterdam.
* 1876 t/m 1884 van het schroefstoomschip “Othello”, ex Count d’Aspremont, gebouwd in 1874 te Newcastle, 518 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;
* 1884 t/m 1891 van het ijzeren schroefstoomschip “Ary Scheffer”, gebouwd in 1883 bij Rijkee & Co te Katendrecht, 528 ton n.m., varend voor Balguérie & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.Timmermans was met vlagnummer R45 in de periode 1879 t/m 1883 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1883 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) is vermeld dat hij in 1883 als lid voor de vlag is overleden058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen 1880 t/m 1882 van de Maatschappij staat kapitein P.Timmermans met vlagnummer R45 in de ledenlijsten als gezagvoerder van het ss. “Ary Scheffer”, 351 ton n.m., varend voor C.Balguerie & Zoon te Rotterdam058.
Bouma025 vermeldt P.Timmermans als gezagvoerder gedurende:
1876 t/m 1883 van het ijzeren schroefstoomschip/3/m-schip “Ary Scheffer”, gebouwd in 1857 te Glasgow, 408 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam. Het schip raakte in 1883 bij North Foreland lek en zonk.
Overige bijzonderheden
Het ss. “Ary Scheffer” sprong op 12 maart 1883 lek en zonk op 25 mijl van North Foreland, op weg van Le Havre naar Rotterdam. 10 man werden gered door het Britse ss. STANLEY en 4 man verdronken.
Het ss. “Ary Scheffer” werd gebouwd in 1857 bij Smith & Rodger te Glasgow, mat 408 Brt en voer voor Corn. Balguerie & Zn te Rotterdam072.
|