|
Mollösund, 17 februari. Na de storm van den 6 dezer zijn hier onderscheidene wrakken, alsmede talk, lijnolie, traan en een reddingboei, waarop VERNIEUWDE HOOP, Vlaardingen, en een denkelijk reeds lang gedreven hebbend naambord, met Amst, aangespoeld. ZZC 290268 Zierikzee, 28 februari. In de namiddag van zondag 23 dezer, strandde bij een hevige NNW storm op het Nieuwe Zand (Banjaard) de Engelse bark REDGAUNTLET, kapt. L. Dall, van Berdianski laatst van Falmouth naar Rotterdam geladen met rogge. Genoemde gezagvoerder rapporteert dat hij zondagmorgen voor de kust zijnde, een loodsboot zag, wien hij tevergeefs om een loods seinde, daar deze hem niet kon of wilde helpen, dat hij daarop, vrezende op de kust bezet te raken, koers zette naar het Brouwershavensche zeegat. Een ton ziende die hij voor de uiterton van genoemd zeegat aanzag, hield hij af, doch dichter bij de ton gekomen zijnde, bemerkte hij, dat dit de uiterton van Brouwershaven niet was maar een wrakton welke niet op zijn kaart was geplaatst. Het schip door de storm en hoge zee niet meer over stag kunnende krijgen, dreven zij tegen de kust, met het gevolg dat zij ten half drie op het Nieuwe Zand stootten. De zee liep hoog over het schip en toen er omstreeks 3 voet water in het ruim stond, besloten zij hetzelve te verlaten. Dit moest in zulk een haast geschieden dat zij hun kleren niet eens mee konden nemen. Met veel moeite kregen zij de vrouw van de kapitein, die ziek te bed lag, en diens kind uit de kajuit en na hen in dekens gewikkeld te hebben gingen zij in de boot, waarop men het schip verliet. Na meer dan een uur in de grondzeeën te hebben gezeten ieder ogenblik denkende de boot te zullen zien omslaan werden zij opgenomen door schipper D. van de Klooster van Burghsluis, die op het zien der schipbreukelingen in het midden van de branding, terstond met zijn schuit de haven had verlaten en hen alzo redde. Na hen enig voedsel dat hij aan boord had gegeven te hebben, bracht genoemde schipper hen 's avonds te 6 uur aan wal, waar zij op de liefderijkste wijze van voedsel, kledingstukken en huisvesting werden voorzien door de consulair agent van Engeland de heer H.A. van IJsselsteijn alhier.
|