1831
Op 18 april 1831 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de GESINA (GEZINA, zie officiële aantekening op bijlbrief), aangevraagd door E. Steen, Groningen voor kapt. C.P. Crook. In de door B & W van Groningen afgegeven bevestigende verklaring van de tewaterlating in 1831 schrijft men de scheepsnaam als GEZINA. Ook de latere Turkse Pas, zeebrief en akte van verkoop vermelden deze schrijfwijze.
AH 120731
Elseneur, 5 juli. De GEZINA, kapt. C.P. Crook, van Riga naar de Zaan is bij Drakil aan de grond geraakt doch door assistentie en door lossen, is het schip weer vlot geworden en ligt nu in goede staat hier ter rede.
AH 210731
Texel, 17 juli. Binnengekomen: de GESINA, kapt. Crook, van Riga;
AH 300831
Texel, 28 augustus. Binnengekomen: ADMIRAAL DE RUYTER, kapt. P. Kraay, van Batavia, vertrokken 4 mei; MARIA WILHELMINA, kapt. J.J. Bart, van Suriname. In de Balg zijn van de quarantaine ontslagen: ST. PEDER, kapt. S. Pedersen van Nerva; GESINA, kapt. C.P. Crook, van Riga.
AH 150931 / 290931
In lading liggende schepen te Amsterdam:
Naar Cadix en Gibraltar. Het Nederlandse kofschip GEZINA, kapt. C.P. Crook.
Adres bij C. de Grijs & Zn.
1832
AH 190132
Advertentie – Schepen in lading te Amsterdam.
- Naar Cadiz en Gibraltar. Het Nederlandse kofschip GEZINA, kapt. C.P. Crook.
Adres bij C. de Grijs en Zn.
Op 13 februari 1832 werd een Turkse Pas verstrekt voor de GEZINA, aangevraagd door E. Steen, Groningen voor kapt. C.P. Crook.
AH 060432
Texel, 4 april. Vertrokken: GEZINA, kapt. C.P. Crook, naar Cadiz en Gibraltar;
AH 190632
Texel, 16 juni. Binnengekomen: GEZINA, kapt. C.P. Crook, van Cadiz, na visitatie van de quarantaine ontslagen;
AH 100832
Texel, 8 augustus. Vertrokken: AMSTERDAM, kapt. C. Abrahamsz Jr., naar Suriname; GEZINA, kapt. C.P. Crook, naar Lissabon
AH 180932
Volgens brief van Lissabon d.d. 4 september lag het schip GEZINA, kapt. C.P. Crook, van Amsterdam derwaarts bestemd, sedert 30 augustus voor St. Julien ten anker en was door deszelfs correspondent voor hetzelve een permissie bekomen om binnen te zeilen, welke aan boord gezonden was, zodat men hoopte hetzelve de volgende dag naar Belem (opm: binnen Lissabon) zou opkomen.
AH 261132
Het schip de HOOP, kapt. Mugge, is te Holyhead binnengelopen en onder embargo gelegd.
Te Havre is het schip JANTINA MARGRIETA, kapt. Smit, onder embargo gelegd.
Het schip de KROONPRINSES, (waarschijnlijk NEÊRLANDS KROONPRINSES) kapt. J.C. Hahn, van West-Indië naar Bremen, is den 13 november door het Engelse oorlogsschip CASTOR, op de hoogte van Texel genomen en naar Harwich of Duins opgezonden.
Het te Toulon onder embargo liggende schip is de JONGE TJITSKE TROMP, kapt. T.S. Oldendorp, van Amsterdam naar Marseille, hetzelve zou onder konvooi naar Marseille gebracht worden.
AH 271132
Als een gevolg op vroegere berichten (zie ons vorig nummer), wegens het aanhouden van schepen in Frankrijk en Engeland, is men als nu in de gelegenheid om op te geven, dat embargo gelegd is op de volgende Nederlandse schepen:
- Te Bayonne: DE VRIENDSCHAP, kapt. T.G. van Rhyn; GEZYNA JOHANNA (opm: GEZIENA JOHANNA), kapt. J. Remkes Sap; VROUW ALIDA, kapt. J. Harms Jonker.
- Te Marseille: DE HELENA JACOBA, kapt. Zelling; DE GOEDE HOOP, kapt. Klein.
- Te Toulon: DE JONGE TJITSKE TROMP, kapt. Oldendorp.
- Te Havre: DE JANTINA MARGARETHA.
- Te Marennes: DE EENDRACHT, kapt. De Groot.
- Te Rouen: DE BUITENWERF, kapt. J.E. Gust; DE JACOBA, kapt. G. Verkade.
- Te La Rochelle: Zijn 3 schepen onder embargo gelegd, doch welke namen nog niet bekend zijn.
- Te Yarmouth: DE VROUW JANTINA, kapt. Kuiper; DE ANNA MARIA CATHARINA, kapt. Kleininga; NEÉRLANDSCH KROONPRINSES, kapt. Hahn.
- Te Deal: brik DIANA.
- Te Penzance: GEZINA, kapt. C.P. Crook.
- Te Falmouth: PALEMBANG.
- Te Cowes: GESINA, kapt. Kramer.
- Te Duinkerken: DE HOOP, kapt. Koorn; MARIA, kapt. Meris; VIJF GEBROEDERS, kapt. Hoos; JONGE MARIA, kapt. Ponsteyn.
Deze laatste bodem was den 5 november laatstleden gereed om in zee te lopen, toen de commissaris van politie zich tegen deszelfs vertrek verzette, waarop deswege klachten ingebracht zijn bij het hoofd van het bestuur van de marine, door die ambtenaar op den 6 daaropvolgende werd verklaard, dat niets het vertrek van genoemde bodem verhinderde, daar hij aan de bedoelde maatregel geheel vreemd was. De gezagvoerder van hetzelve schip, hierop vertrouwende, maakte zich des avonds gereed om te vertrekken, toen niettegenstaande de gegeven verzekering, op last van het bestuur van de marine, de door hem gevoerd wordende bodem werd aangehouden en opgebracht.
RC 151232
Rotterdam, 14 december. Uittreksel uit de Lloydslijst van den 11 december.
- De JEANNETTE, kapt. Pundt, van Suriname naar Amsterdam, is te Portsmouth opgebracht.
- De GEZINA, kapt. C.P. Crook, van Villanova, door een Engelse kotter aangehouden, is weer vrijgegeven en zal de reis naar Amsterdam voortzetten.
AH 171232
Texel, 14 december. Binnengekomen: GEZINA, kapt. C.P. Croock, van Villanova, laatst van Penzance, na visitatie van de quarantaine ontslagen.
1833
AH 010633
Advertentie. Schepen in lading naar:
Gibraltar en Malaga. Het nieuw gekoperd kofschip GEZINA, kapt. C.P. Crook.
Adres bij C. de Grijs en Zn.
AH 110933
Advertentie. Schepen in lading.
Genua en Livorno. Het Nederlands kofschip GEZINA, kapt. C.P. Crook.
Adres bij C.J. de Grys en Zoon en J. de Tooy. Vertrekt 20 september.
Op 30 augustus 1833 werd opnieuw een eerste zeebrief verstrekt voor de GEZINA, aangevraagd door E. Steen voor kapt. C.P. Crook. Het schip is eind 1832 – begin 1833 waarschijnlijk een zeer korte tijd uitgevlagd geweest. Kniphausen was de meest populaire ‘flag of convenience’, die werd gebruikt om daardoor de door de Engelsen en Fransen afgeroepen boycot te omzeilen. Deze was ingesteld om na de opstand der Belgen in 1830 de Noordelijke Nederlanden te dwingen de Belgen vrije doorgang over de Schelde te garanderen, zie diverse berichten in 1832-1833. Toen het pleit was beslecht kwamen de schepen weer onder de Nederlandse vlag.
AH 281033
Uitgezeild:
Texel, 25 oktober. SCHOON VERBOND, kapt. B. Drayer, naar Batavia; VAN SPEIJK, kapt. K. Visser, naar Rio-Janeiro; JONGE EVERT, kapt. J.J. Kiers, naar Suriname; JONGE LODEWYK ANTONIE, kapt. R. Tjebbes, naar Suriname; HAVANA PACKET, kapt. D.T. Visser, naar Havana; GEZINA, kapt. C.P. Crook, naar Genua en Livorno;
1834
PGC 180434
Het schip GEZINA, kapt. C.P. Crook, van Livorno naar Rotterdam, was 5 april op de hoogte van Plymouth.
DC 240534
Maassluis, 21 mei. Heden morgen zeilde naar zee: GEZINA, kapt. C.P. Crook, naar London.
DC 010734
Brielle, 27 juni. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: GEZINA, kapt. C.P. Crook, van London.
DC 020834
Brielle, 30 juli. Gisteren avond zeilden in zee: ALBERDINA, kapt. H.A. Hazewinkel, naar Petersburg; GEZINA, kapt. C.P. Crook, naar Leith.
DC 160934
Hellevoetsluis, 14 september. Heden zeilden naar zee: TWEE GEBROEDERS, kapt. D. Meeuwenoord, naar Nantes; GEZINA, kapt. C.P. Crook, naar Fischerouw (opm: Fisherrow, bij Leith).
1835
AH 260335 en 090435
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Frankrijk, Engeland, Spanje, Portugal, de Middellandse Zee, de Levant, enz.
Livorno. Het Nederlands kofschip GEZINA, kapt. C.P. Crook.
Adres bij Van Ulphen en Ruys. Vertrekt 8 april.
AH 220435
Texel, 20 april. Uitgezeild GEZINA, kapt. C.P. Crook, naar Livorno;
AH 290935
Texel, 27 september. Binnengekomen: SNELHEID, kapt. Claus Wessels, van Suriname; GEZINA, kapt. C.P. Crook, van Livorno, laatst van Gibraltar;
AH 141035
Carga-lijsten Amsterdam: GEZINA, kapt. C.P. Crook met bonen, galnoten, vloeren, marmer, albast, zwavel, sukade, potas en wijnsteen;
1836
AH 050236
Advertentie. C.I. de Grys en J.A. Lublink, makelaars, zullen, ten overstaan van de notaris J.A. Hoog, op donderdag de 25e februari 1836; des avonds ten zes ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads-Herberg, aan het Y, verkopen: het extra ordinair welbezeild, in het jaar 1831 nieuw uitgehaald Nederlands kofschip, genaamd GEZINA, gevoerd door kapt. C.P. Crook; lang. Volgens Nederlandse meetbrief, 22 ellen, 70 duimen; wijd 4 ellen, 69 duimen, hol 2 ellen, 30 duimen en alzo gemeten op 57 lasten of 109 tonnen. Breder bij de inventaris en bericht bij de makelaars en bij Van Ulphen en Ruys, cargadoors. Zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop. (opm: zie AH 020336)
AH 020336
Verkoping van schepen in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ op maandag 29 februari 1836:
Een kofschip GEZINA, gevoerd bij kapt. C.P. Crook. NLG 8.100. In slag NLG 1.400. H.J. Rietveld (opm: een makelaar namens kapt. P.L. Peters, Amsterdam, nieuwe naam LOUISE, zie AH 050236)
Op 12 maart 1836 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de LOUISE, aangevraagd door kapt. P.L. Peters, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein.
AH 280936
Carga-lijsten Amsterdam: DE ZEEMEEUW, kapt. T.C. Claus, van Batavia met koffie, suiker, huide, sapanhout en bindrottingen; LOUISE, kapt. P.L. Peters, van Portorico met tabak, mahonie- en pokhout.
AH 300936
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Noord- en Zuid-Amerika en de W.I. Eilanden:
St. Thomas. Het schooner-kofschip LOUISE, kapt. P.L. Peters. Adres bij E. Windhouwer.
1838
AH 011038
Advertentie. H.J. Rietveld, P.H. Bodeman en D. Beth, makelaars, zullen op maandag de 15de oktober 1838, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ, des avonds te 6 uur precies, verkopen: Het extra ordinair welbezeild Hollands gebouwd en gekoperd schoener-kofschip, genaamd LOUISA (opm: LOUISE, zie verder ZP 161038), gevoerd door kapt. P.L. Peters, gemeten op 57 lasten, met deszelfs inventaris breder bij de biljetten omschreven en nader bericht bij bovengemelde makelaars en de cargadoor E. Windhouwer.
ZP 161038
Verkoop van schepen te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ op maandag 15 oktober: het gekoperd schoener-kofschip LOUISE, kapt. P.L. Peters: NLG 10.300, in slag NLG 10, verkocht voor NLG 10.310. Koper D. Beth. (opm: een makelaar, tevens boekhouder; nieuwe naam HELENA, kapt. G.L. Swart)
Op 6 november 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de HELENA, aangevraagd door D. Beth, Amsterdam, voor G.L. Swart als kapitein.
AH 131138
Schepen in lading te Amsterdam:
Bordeaux: het Nederlandse gekoperde schoenerkofschip HELENA, kapt. G.L Swart, adres bij Van Ulphen & Ruys.
1839
Op 23 maart 1839 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de HELENA, aangevraagd door D. Beth, Amsterdam, voor H. van Veen als kapitein.
1840
Op 10 september 1840 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de HELENA, aangevraagd door D. Beth, Amsterdam, voor J.B. de Jonge als kapitein.
1841
AH 050141
Onder meerdere vaartuigen die te Petersburg overwinteren bevindt zich ook het Nederlandse schip HELENA, kapt. A.W. de Jonge, groot 57 lasten en te Kroonstad overwintert het Nederlandse schip JOSINA LOUISA, kapt. T.H. Mellema, groot 56 lasten.
PGC 050141
Advertentie. Ten overstaan van Mr. J.W. Quintus, notaris te Groningen, zullen op donderdag de 21e januari 1841, des avonds te 7 uren, ten huize van de kastelein E.J. Tiddens in het Huis de Beurs aldaar, publiek worden verkocht:
- 2/30e aandelen in het kofschip JULIANA LOUISA
- 2/32e aandelen in het schoener-kofschip ALLERSMA
- 4/58e aandelen in het kofschip ANNEGINA ELSINA
- 2/32e aandelen in het kofschip HELENA
Dadelijk bij de toeslag te aanvaarden. De conditiën liggen in tijds ter lezing ten huize van verkoop en ten kantore van voornoemde notaris.
AH 020741
Carga-lijsten Amsterdam: HELENA, kapt. A.W. de Jonge, van Petersburg met potasch, ijzer, hennep, drogerijen, borstels, koopmansgoederen, ravensdoek en kalminken (opm: soort wollen stof).
AH 011141
Carga-lijsten Amsterdam: HELENA, kapt. J.B. de Jonge, van Riga met hennep en zaai-lijnzaad; VROUW ALIDA, kapt. J. Mulder, van Stettin met rogge.
1842
Op 6 september 1842 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de HELENA, aangevraagd door D. Beth, Amsterdam, voor A.W. de Jonge als kapitein.
1843
Op 21 juni 1843 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de HELENA, aangevraagd door D. Beth, Amsterdam, voor R.A. Hazewinkel als kapitein.
1844
AH 050344 en 020444
Schepen in lading naar:
Petersburg: het Nederlandse kofschip JULIANE LOUISE, kapt. K.L. Spijkman.
Adres bij Nobel en Holzapffel en Jan Corver en Co.
Petersburg: het Nederlandse kofschip SYBRAND JAN, kapt. C.H. Uil.
Adres bij Lublink en van Meeteren en Co., de Vries en Co. en Floris der Kinderen en Zoon.
Petersburg: het Nederlandse kofschip HELENA, kapt. R.A. Hazewinkel.
Adres bij de weduwe Jan Salm en Meyer en H.A. Hespe.
1845
GRC 270545
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn:
de 17e mei: De Weerd, PIETER (Harlingen). van Amsterdam naar Petersburg; Kiewit, MARIA CATHARINA (Amsterdam), van Muiden naar de Oostzee; Kuiper, JANTINA ROELFINA (Veendam), van Amsterdam naar Petersburg; Kuen Rz., JOHANNA CATHARINA (Groningen), van Amsterdam naar Stettin; Hazewinkel, HELENA (Amsterdam), van Stavanger naar Riga;
GRC 150745
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn:
4 juli. Schaap, DE JONGE KLAAS (Schiermonnikoog), van St. Petersburg naar Antwerpen;Kammenga, OLDAMBT (Winschoten), van Liverpool naar Nerva; De Jonge, DE VROUW MARTHA (Pekela), van Amsterdam naar Stettin; Bakker, ELSIENA (Veendam), van Danzig naar Amsterdam; Stuit, JOHANNES (Harlingen), van Antwerpen naar de Oostzee; Hazewinkel, HELENA (Amsterdam), van Riga naar Amsterdam;
Op 29 juli 1845 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de HELENA, aangevraagd door D. Beth, Amsterdam, voor R. Hazewinkel als kapitein.
GRC 231245
Volgens brief van kapt. R. Hazewinkel, voerende het schip (opm: kof) HELENA, van Callundborg (opm: Kalundborg) naar Amsterdam, in Texel binnen, had hij gedurende de reis zwaar weer doorgestaan en in de nacht van 16 december voor 80 vademen ketting een kabellengte (opm: 100 vadem = 183 meter) van de wal, met hevige storm uit het NW en W, voor anker gelegen doch was de volgende ochtend met assistentie van de loodsboot No. 5 binnengebracht; het schip had veel geleden en vreesde de kapitein dat de lading beschadigd zou zijn.
1847
Op 16 februari 1847 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de HELENA, aangevraagd door D. Beth, Amsterdam, voor H. van der Baan als kapitein.
1848
Op 4 april 1848 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de HELENA, aangevraagd door D. Beth, Amsterdam, voor G.L. Swart als kapitein; deze werd op 3 april 1850 door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen zonder vermelding van reden naar Den Haag teruggezonden, waarna op 5 april royement volgde. De reden bleek verkoop te zijn.
1850
LC 150350
Advertentie. De notaris Wijma, te Harlingen, zal, aldaar op woensdag den 27 maart 1850, des namiddags ten 3 ure, in het Heeren Logement, publiek veilen: een extra welbezeild Kofschip, genaamd HELENA (opm: bouwjaar 1831), lang 22,70 el, wijd 4,69 el en hol 2,30 el, groot 109 ton of 57 gemeten lasten, en zulks met al deszelfs rondhout, opstaand en lopend want, ankers, kettingen en touwen, zeil en treil en verdere daarbij zijnde goederen, zodanig is liggende in de haven van Harlingen, en bevaren door kapitein H. van der Baan; terstond vrij te aanvaarden. (opm: aangekocht door J. & S. Wiarda, Harlingen, nieuwe scheepsnaam ONDERNEMING, kapt. S.J. Dekker)
Op 15 april 1850 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ONDERNEMING, aangevraagd door S. & J. Wiarda, Harlingen, voor S.J. Dekker als kapitein. Kapt. Sybe Jacobs Dekker overleed in Riga, waarna de kof door kapt. Schaap werd thuisgevaren; de vereiste zeebrief werd waarschijnlijk door de plaatselijke consul afgegeven; deze is niet gevonden.
1852
NRC 220752
Van Bolderaa, den 11 dezer. Vertrokken ONDERNEMING, kapt. Schaap (opm: vervanger voor kapt. Sybe Jacobs Dekker die op 18 juli in Riga zou overlijden), naar Elseneur.
Op 31 augustus 1852 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ONDERNEMING, aangevraagd door J. & S. Wiarda, Harlingen, voor B.C. Post als kapitein.
1853
PGC 040153
Aangaande de schepen GESINA, kapt. Smit, van Fisherrow naar Koningsbergen, de 30e augustus Elseneur gepasseerd; JANTINA, kapt. Bakker (opm: kof, bouwjaar 1847, kapt. K.H. Bakker), van Dantzig naar Amsterdam, de 2e oktober Elseneur gepasseerd; ENGELINA, kapt. J.W. Ketelaar (opm: kof, bouwjaar 18481; kapt. Jan Wiegchers Ketelaar), vóór de 29e oktober van Newcastle naar Zwolle vertrokken; JANTINA ANNA, kapt. W.K. Mulder, van Koningsbergen naar Amsterdam, de 15e oktober Elseneur gepasseerd; ONDERNEMING, kapt. B.C. Post (opm: kof, bouwjaar 1831; kapt. Barend Cornelis Post, zie ook NSC 210460 en 210961), van Dantzig naar Rotterdam, de 16e oktober Elseneur gepasseerd; en ANNA DEULING (opm: kof, bouwjaar 1852), kapt. H.H. van der Beek, de 5e oktober van Dantzig naar Amsterdam vertrokken, heeft men sedert niets vernomen.
1860
NSC 210460
Op heden, den veertienden april des jaars een duizend honderd zestig,
Heb ik Reitze Bloembergen Santee, eerste deurwaarder bij de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden, wonende aldaar in lit. G, no. 7, ten verzoeke van de Regenten over de Inrichting voor Stads-bestedelingen te Amsterdam, als de voogdij uitoefenende over de in hun gesticht opgenomen Geertruida Post, Johan Post en Cornelis Post, minderjarige kinderen van Barend Cornelis Post, laatst gezagvoerder van het schip de ONDERNEMING, gedomicilieerd te Harlingen, en van diens huisvrouw Anna Ruurds Duman, onlangs te Harlingen overleden, bij vonnis der Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden, van den 17de januari 1860 (op de Expeditie geregistreerd), gemachtigd om ten deze gratis te procederen, en tot de tegenwoordige dagvaarding gemachtigd bij vonnis dierzelfde Rechtbank, van den een en dertigsten januari 1860 (mede op de expeditie geregistreerd), domicilie kiezende bij Mr. Solko Walle Tromp, procureur, wonende te Leeuwarden, die ook als zodanig voor mijne requiranten in dezen occupeert,
gedagvaard:
Barend Cornelis Post voornoemd,
Om op dinsdag den vierden september eerstkomende, des voormiddags ten tien ure, te verschijnen ter terechtzitting van de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden, in het Paleis van Justitie aldaar, ten einde alsdan van zijn aanwezen te doen blijken, bij gebreke waarvan, door de eisers verlof zal worden gevraagd tot ene tweede openbare dagvaarding van den gedaagde, met reservatie der kosten.
Aangezien de gedaagde in het laatst van september of begin van oktober 1852 met gemeld schip van Danzig naar Schiedam, met ene lading tarwe, uitgezeild en daarmede op den vijftienden oktober dat jaar te Elseneur aangekomen zijnde, den volgenden dag zijne reis van daar heeft voortgezet, doch er sedert dien tijd, en alzo sedert meer dan drie jaren, geen bericht van het schip of deszelfs equipage, bij de reders of des gedaagden achtergebleven betrekkingen is ingekomen, zodat de gedaagde vermoedelijk is overleden.
En heb ik deze dagvaarding gedaan bij aanplakking aan de hoofddeur van de vergaderplaats van gemelde rechtbank en aan het Gemeentehuis te Harlingen, terwijl ik een afschrift daarvan en van de daarin aangehaalde vonnissen heb overgegeven aan den Heer Officier bij gemelde…. (opm: slot ontbreekt; zie ook NSC 210961 en PGC 040153)
1861
NSC 210961
Gerechtelijke aankondigingen.
De Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden heeft, bij vonnis van 17 september 1861, verklaard, dat er rechtsvermoeden van overlijden bestaat ten aanzien van Barend Cornelis Post, laatst gezagvoerder van het schip de ONDERNEMING, gedomicilieerd te Harlingen, sedert den zestienden oktober 1800 twee en vijftig (opm: zie NSC 210460 en PGC 040153).
[kosteloos] S.W. Tromp, procureur.