Inloggen
JOHANNA - ID 10409


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1827-08-30 / 1851-08-22 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1827
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Construction Data

Scheepsbouwer: De Jong, Kortlandt & Anthony, werf ‘de Naarstigheid’, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1826-10-16
Launch Date: 1827-07-24
Delivery Date: 1827-08-16
Technical Data

Net Tonnage: 183.00 tons (oude meting)
Net Tonnage 2: 97.00 lasts (commercial)
 
Length 1: 25.65 Meters Registered
Beam: 4.91 Meters Registered
Depth: 3.27 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1827
Datum agenda: 1827-08-30
Register nr: 18270571
Scheepsnaam: JOHANNA
Type: Brik
Lasten: 97
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hoboken, A. van
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Teves, C.
Opmerkingen: Eerste zeebrief
1827 Turksche pas naar Smyrna / 1828 naar Smyrna

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1827-08-16 JOHANNA
Manager: Anthony van Hoboken, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Anthony van Hoboken, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: 1e Zeebrief en Turkse Pas 30.08.1827,

Date/Name Ship 1848-05-10 WITTE LEEUW (DE)
Manager: Firma Joan van Vollenhove & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Joan van Vollenhove & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Joan van Vollenhoven & Co., kooplieden te Rotterdam. Aangekocht voor NLG 7.000,-.

Ship Events Data

1848-05-02: Sold at auction
Advertentie. De makelaars H. en F.N. en H.W. Montauban van Swijndregt en F. en W. van Dam te Rotterdam, als lasthebbende van hun meesters, zijn van mening op dinsdag de 2e mei 1848, des namiddags ten vier ure, in de zaal op de hoek der Scheepsmakershaven en Bierstraat, wijk 1, no. 499, publiek te veilen het snelzeilend Nederlands gekoperd en kopervaste brikschip JOHANNA, gevoerd door kapt. W. Calander, lang 25,65 el, wijd 4,91 el, hol 3,27 el, en alzo groot 183 tonnen of 97 lasten, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, geschut, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere inventaris, zo als hetzelve ligt aan de Scheepstimmerwerf genaamd Rotterdamsch Welvaren, aan de Hooge Zeedijk, even buiten de stad. Zijnde inmiddels uit de hand te koop.
1849-01-09: Stranded
Limerick, 10 januari. Gisteren nacht heerste hier een zware storm, waardoor het Nederlandse schip (opm: brik) WITTE LEEUW, kapt. J. Heres, op de kust bij de New Docks is geworpen.
1851-00-00: Final Fate: Condemned

In augustus 1851 te Valparaiso afgekeurd en verkocht

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Teves was met vlagnummer R79 in de periode 1826 t/m 1831 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten uit de periode 1826 t/m 1830 zijn niet beschikbaar. C.Teves kan dus in één van de jaren uit deze periode tot het College zijn toegetreden058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1831 van het College (Gemeentearchief van Rotterdam, J/126) staat vermeldt dat hij in 1831 is overleden. In de Jaarverslagen van 1832, 1833 en 1834 (Gemeentearchief van Rotterdam) staat in de Rekening-Courant dat de weduwe van kapitein C.Teves een uitkering kreeg van f 150, f 112,50 en f 137,50.

In de Jaarverslagen 1835 t/m 1841 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe van kapitein C.Teves een jaarlijkse uitkering kreeg van f 150,-058

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt C.Teves als gezagvoerder gedurende:

*   1819 t/m 1828 van de brik “Jonge Maria”, gebouwd in 1812, bouwlocatie niet vermeld, 152 ton o.m., varend voor Hoboken te Rotterdam;

*   1829 t/m 1831 van de brik “Johanna”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 180 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Cornelis Tevez op de:

“Vrouw & Gezusters”, dd 18 juli 1816 (Paneburger vlag);

“Goede Hoop”, dd 14 oktober 1816;

“Jonge Maria”, dd 14 juli 1821 en 01 september 1823.

 

Overige bijzonderheden

Vn Hoboken participeerde voor 25% in de kof “Vrouw Zuster”. “Cornelis Tevez kwam als oorspronkelijke gezagvoerder van het schip overigens wel bij hem in dienst.” 069 – 0.57

 

In Van Hoboken 069 – p.153 staat een afbeelding door Isaak Schouman uit 1827 van de brik “Jonge Maria”. De herkomst van deze prent is niet gegeven.

“… in mei 1826 was zijn (i.c. van Van Hoboken) Jonge Maria teruggekeerd van een tocht naar Rio de Janeiro – vermoedelijk als één van de vele schepen die de NHM in 1825 had gehuurd voor een aantal ‘expedities’ naar`Zuid-Amerika en West-Indië”. 069 – p.160

 

 

Rotterdamsche Courant 16 juli 1814114

Advertentie. Nicolaus Montauban van Swyndregt, Hubertus Montauban van Swyndregt en Frederik van Dam, makelaars binnen Rotterdam, als last-hebbende van hun Principalen, en geautoriseerd door de Regtbank van Koophandel, zitting houdende binnen deze stad Rotterdam, zijn van mening, op dinsdag 9 Augustus 1814 des namiddags te vier uur in het openbaar te veilen, en aan de meest daarvoor biedende of eerstmijnende te verkopen: een extra welbezeild Kofschip, genaamd WILHELMINA, kaptein Cornelis Tevez, lang over Steven 89 voet, wyd, over zyn Berghouten 21 voet 7 duim, hol, in het Ruim, 9 voet 2 duim, alles Amsterdamse maat, met al deszelfs rondhout, staande en loopende wand, ankers, touwen en zeilen, liggende in de Leuvehaven, Oostzyde.

 

Rotterdamsche Courant 02 augustus 1814114

Advertentie. Nicolaus Montauban van Swyndregt, Hubertus Montauban van Swyndregt en Frederik van Dam, makelaars binnen Rotterdam, als last-hebbende van hun Principalen, en geautoriseerd door de Regtbank van Koophandel, zitting houdende binnen deze stad Rotterdam, zijn van mening, op dinsdag 9 Augustus 1814 des namiddags te vier uur, ten huize van George Crabb, kastelein in het Badhuis, in de Boompjes, in het openbaar te veilen en aan de meest daarvoor biedende of eerstmijnende te verkopen:

Een extra welbezeild kofschip, genaamd WILHELMINA, gevoerd bij kapitein Cornelis Tevez, lang over steven 89 voet, wijd over zijn berghouten 21 voet 7 duim, hol, in het ruim, 9 voet 2 duim, alle Amsterdamse voeten, liggende in de Leuvehaven, Oostzijde. (opm: bekort)

 

Rotterdamsche Courant 24 maart 1818114

Amsterdam, 22 maart. Den 8 maart is te St. Trojean, op de kust van Chateau, eiland Oleron, gestrand het schip de GOEDE HOOP, C. Teves, van Bordeaux naar Rotterdam; hetzelve is geborsten en zal dus weg zijn; men was bezig de lading wijn te bergen.

 

Rotterdamsche Courant 24 februari 1821114

Rotterdam, 23 februari. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 20 februari 1821:

Den 3 dezer is gepraaid op 49º43’ N.B. 20º W.L. het schip de JONGE MARIA, van Havana naar Rotterdam, met een nood-boegspriet en fokkemast, zonder zeil aan de grote steng, fok, vierkant grootzeil, met een groot noodzeil en zeer lek…..

 

Rotterdamsche Courant 06 maart 1821114

Rotterdam, 5 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s Lists van den 27 februari en den 2 maart 1821:…..

…..Den 26 januari is gepraaid op 48º breedte 40º lengte, het schip de JONGE MARIA, van Havana naar Rotterdam, hebbende de fokkemast, de grote steng en de boegspriet verloren.

 

Rotterdamsche Courant 13 maart 1821114

Rotterdam, 12 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 9 maart 1821:

Het schip de JONGE MARIA, Port, van Savannah naar Rotterdam, is den 6 dezer, met verlies van de fokkemast, boten, zeilen, enz. te Cowes binnengelopen. (opm: zie RC 240221, 060321 en 020621)….

 

Rotterdamsche Courant 10 april 1821114

Rotterdam, 9 april. Kapt. Huibrecht Krakeel, van Zierikzee, rapporteert aan de Maatschappij tot Nut der Zeevaert alhier, dat hij den 5 april laatstleden, op de hoogte van Texel, had gezien een brikschip, voerende de maatschappijvlag R, no. 79, hetwelk hij vervolgens gepraaid heeft, zijnde het schip (opm: brik) de JONGE MARIA, kapt. C. Teves, komende van Malaga en gedestineerd naar de Oostzee.

 

Rotterdamsche Courant 12 februari 1822114

Rotterdam, 11 februari. ….

…..Van den 11 dezer meldt men: gisteren namiddag zeilde in zee Zr.Ms. brik van oorlog KEMPHAEN, kapt-luit. Dingemans, en arriveerde de JONGE MARIA, W. Teves, van Cette (opm: Sète); ook is het schip DE HOPENDE ZEEMAN, K. Pelat, binnendoor naar Antwerpen gezeild.

 

Rotterdamsche Courant 05 maart 1822114

Rotterdam, 4 maart. Des morgens zeilden van Helvoetsluis de schepen de JONGE MARIA, W. Teves, naar Lissabon, en de ONDERNEMING, R. Hakker, naar Liverpool. De wind Z.

 

Rotterdamsche Courant 26 november 1822114

Rotterdam, 25 november. Den 22 dezer arriveerden te Helvoetsluis de JONGE MARIA (opm: brik), C. Teves, van Smirna (opm: Izmir); de VROUW JANNA, J.B. Mulder, van Figueira; de twee laatsten liggen quarantaine op de rede.

Den 24 arriveerden OLIJFBOOM, M.J. Harkema, en EENDRAGT, R.J. Klander (opm: mogelijk R. Klunder), van Londen, en BUITEN VERWACHTING (opm: smak), C. van der Plas, van Oleron; de wind Z.W. en W.

 

 

Datum vanaf: 1827
Kapitein: Teves/Tewes, Cornelis
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Eilert Bergman werd geboren te Elssleth in het Hertogdom Oldenburg op 25 februari 1802..

Hij huwde met Antje Leenderts Buysman, geboren te Harlingen op 22 januari 1801. Zij overleed op 20 juli 1868 (of-66?)003.

Eilert overleed in 1851. Bij zijn overlijden is als woonplaats aangegeven Krimpen.118

 

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 augustus 1838 en die van de Algemene Vergadering van 25 september 1838 van Zeemanshoop staat de melding van de weduwe van kapt C.R.de Jong, geboren Buisman, dat zij is hertrouwd met kapitein E.Bergsma en een continuering van de uitkering voor 2 van haar kinderen vraagt, hetgeen wordt toegestaan, hetgeen wordt toegestaan 023 en 042.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

E.Bergman, adres A.Huidekoper, werd met nr.423 effectief lid van Zeemanshoop per 26 mei 1835 op voorspraak van J.J.Bart. Zijn schip was de “Maria”002.

In de Algemene Vergaderingen van 19/26 mei 1835 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Eilert Bergman, oud 32 jaar, voerende de brik “Johanna”, wonende te Rotterdam, met adres en op verzoek van J.Bondix, op voordracht van kapitein J.J.Bart023.

Hij was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1835 t/m 1851 met devlagnummers 423 (1835 t/m 1836) en 310 (1836 t/m 1851)

E.Bergman werd per 20 augustus 1838 deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop003

 

E.Bergman was met vlagnummer R79 in de periode 1831 t/m 1851 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 november 1851 staat een verzoek om uitkering van A.Buisman, de weduwe van kapitein E.Bergman. In de vergadering dd 30 december 1852 gaat het Bestuur accoord met een uitkering voor haar en 1 kind ingaande 01 augustus 1851.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 augustus 1866 staat de melding van het overlijden van de wed. Bergman-Buisman.042.

In de notulen van de Algemene Vergadering van 27 januari 1852 wordt per 01 augustus 1851 een uitkering toegekend aan de weduwe van kapitein E.Bergman.023.

In de notulen dd 25 september 1866 van de Algemene Vergadering staat vermeld een bericht van de heer J.Bergman omtrent het overlijden van zijn moeder de wed. E.Bergman geb. Buisman.023.

 

In het Jaarverslag 1851 van het College”Maatschappij tot Nut der Zeevaart” (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1851 is overleden058.

In het Jaarverslag 1851 van de Maatschappij staat bij de rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe E.Bergman een uitkering krijgt van f 90,- voor onderstand en schoolgeld van haar en haar kind. In 1855 krijgt zij de volle uitkering van f 170,- voor haar en haar kind. In 1858 nog f 165,- voor haar en haar kind en in 1859 nog f 150,- voor haar alleen058.

In het Jaarverslag 1866 van het College staat vermeld dat zijn weduwe in 1866 is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

       423              1835                      brik         Johanna                                geen opgave

       310                1836-1837            brik         Johanna                               A.van Hoboken en Zn te Rotterdam

                                   1838 geen opgave van schip en boekhouder

                               1839-1846            bark       Maria                                    A.van Hoboken en Zn te Rotterdam

                                   1848                fregat     Amboina                             idem

                                  1849                 fregat     Prinses Marianne                idem

                                 1850                  fregat     Amboina                             idem

 

Bouma025 vermeldt E.Bergman als gezagvoerder gedurende:

*    1832 t/m 1838 op de brik “Johanna”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 180 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1840 t/m 1848 op het 3/m schip (later bark) “Maria”, gebouwd in 1828 te Rotterdam, op de werf “Welvaren” van B.de Hoog, 296 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1848 t/m 1849 op het 3/m schip “Amboina”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1850 op het 3/m schip “Prinses Marianne”, gebouwd in 1831 te Kinderdijk, 710 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

In het Jaarverslag 1849 staat kapitein E.Bergman vermeld als gezagvoerder van het fregat “Prinses Marianne”, 378 last, varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam058.

 

Overige bijzonderheden

In het Jaarverslag 1831 van het College (Gemeentearchief van Rotterdam, J/126) staat dat kapitein E.Bergman, vlagnummer 79, “een nieuw opgekomene Vulkanis-Eiland gezien (heeft) in de Middellandschezee, liggende tusschen het eiland Sicielie en de Barbarijsche kust.   De Engelschen hebben hunne vlag er op geheschen, en hetzelve Graham-eiland genaamd.”058

 

E.Bergman verzorgde per 28 juni 1840 vanuit Hellevoetsluis met de “Maria” een troepentransport van 6 officieren en 28 manschappen. 5 man bleven achter in St. Georg d’Elmina. 4 Europeanen en 58 Afrikanen werden aan boord genomen. Onderweg overleden 1 Afrikaan en 1 Europeaan. Hij arriveerde te Batavia op 22 november 1840 na 147 dagen.

Per 14 december 1847 verliet hij Hellevoetsluis met 1 landmachtofficier aan boord van de “Amboina”. Aankomstdatum en reisduur zijn niet vermeld065.

 

“De snelste van alle naar en van Oost-Indië varende Van Hoboken-schepen bleef ruim drie jaar lang de brik Johanna. Anthonie van Hoboken had Baud in januari 1834 lovend over zo’n prestatie-reis geïnformeerd toen het schip in drie maanden was thuisgevaren. De reis die daarna volgde zou nóg sneller gaan: kapitein Eilert Bergman ‘joeg’ zijn schip toen in zeven maanden en twee dagen uit en thuis. Het Algemeen Handelsblad schonk op Nieuwjaarsdag 1836 aandacht aan de Johanna: voor vier reizeen heen en weer had de brik slechts dertig maanden ern 16 dagen gebruikt, waarvan 27 maanden en zeven dagen op zee werden doorgebracht.”.069 – p.192.

“De Amboina werd in oktober 1847 bevracht en in de brief waarin de maatschappij (i.c. de Nederl Handelmaatschappij) werd bedankt (door Anthony van Hoboken) las de NHM-directie tevens dat Eilert Bergman de nieuwe kapitein van de brik zou zijn – ‘die zich door zijn gedrag op het schip Maria en andere schepen deze verbetering waardig heeft betoond’ “ 069 – p.261.

 

 

Datum vanaf: 1831
Kapitein: Bergman, Eilert
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Richardus Jozephus Rijken werd gedoopt op 21 april 1806 te Rotterdam als zoon van de Rooms-Katholieke Joannes Rijken, commies bij de Rijksbelastingen, en Agatha Wap, beiden wonende te Woerden. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Schiekade Wijk 14 nr. 468 en aan de Koningssteeg Wijk 2 nr. 86.

Hij huwde op 07 oktober 1832 te Rotterdam met Catharina Baaten, gedoopt 09 september 1810 te Rotterdam, als dochter van de Rooms-Katholieke Marinus Baaten, tapper, en Adriana Berke.l005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

R.J.Rijken (adres bij A.van Hoboken & Zn) werd met vlagnummer 476 per 02 juli 1839 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van kapitein B.J.Martens. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de "Johanna". Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving waren Rijken en zijn vrouw 33 resp. 30 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1833002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 25 juni/02 juli 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Richardus Josephus Rijken, oud 33 jaar, voerend de brik “Johanna”, wonend te Rotterdam en als adres aldaar bij A.van Hoboken & Zonen, op voordracht van kapitein B.J.Martens023.

 

R.J.Rijken werd per 14 april 1840 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop Toegevoegd is: “de kapt van eenen anderen Haven als Amsterdm varende betaald ingevolge Art 35* dubb. Contr”. Bedankt per 1850002

 

R.J.Rijken was van 1841 t/m 1857 met vlagnummer R26 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren         type                 scheepsnaam                 naam reder/boekhouder

     476                           1839         brik                  Johanna                          A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

                                        1840         brik                  Willem                                                  idem

                                     1841-1842    geen vermelding van schip en boekhouder

                                     1843-1849    fregat              Menado                          A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum Rotterdam) staat kapitein R.J.Ryken als gezagvoerder in de ledenlijst van058:

*   1849   het fregat “Menado”     334 last     varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*   1851   de bark “Amboina”       386 last     varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*   1855   het fregat “Cortgene”    397 last     varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt R.J.Rijken als gezagvoerder gedurende:

*   1840 op de brik “Johanna”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*   1841 op de brik “Willem”, gebouwd in 1826 te Rotterdam, 230 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*   1844 t/m 1852 op het 3/m schip “Menado” ex Borneo, gebouwd in 1830 te Rotterdam, 645 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*   1852 op het 3/m schip “Amboina”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*   1853 t/m 1855 op het 3/m schip “India”, gebouwd in 1834 te Rotterdam, 850 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*   1856-1857 op de bark “Cortgene”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 752 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

 

Overige bijzonderheden

R.J.Rijken vervoerde per 03 mei 1847 vanuit Hellevoetsluis met de “Menado” 1 militair naar Batavia. Aankomstdatum en reisduur zijn niet vermeld.

Op 13 oktober 1848 verzorgde hij vanuit Hellevoetsluis met de “Menado” een troepentransport van 5 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 20 januari 1849 na 99 dagen.

Op 22 november 1851 voer hij vanuit Hellevoetsluis met de “Amboina” en 1 landmachtofiicier plus 1 manschap. Hij arriveerde op 12 juni 1852 na 203 dagen te Batavia. Er is geen melding omtrent deze uitzonderlijk lange reisduur065.

Op 10 mei 1854 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “India” met een contingent van 4 officieren en 140 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 18 augustus 1854 te Batavia na een reis van 100 dagen.

Op 20 mei 1855 vertrok hij van Hellevoetsluis met de “India” met aan boord 1 landmachtofficier en 5 manschappen. De aankomstdatum is niet vermeld 065.

 

Tijdens de reis van mei - september 1855 van de “India” waren passagiers Eduard Douwes Dekker (Multatuli) , zijn vrouw Tine van Wijnbergen en hun zoontje Edu. Deze overtocht werd als een “rustige zeereis van mei tot september 1855” beschreven.

p.297 in “MULTATULI. Leven en werk van Eduard Douwes Dekker. SUN,Nijmegen. 2002, 912 pp.

 

 

Datum vanaf: 1839
Kapitein: Rijken, Richardus`Josephus
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1841
Kapitein: Schröder, J.G.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Hermannus Poort werd geboren te Rotterdam op 25 februari 1806. Bij de inschrijving in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop op 10 mei 1842 was hij ongehuwd, maar hij trouwde op 27 maart 1850 met Johanna Jacoba Cornelia Temminck, geboren te "Samarang" op 14 maart 1825003.

 

Hermanus Poort werd geboren op 25 ferbruari 1806 te Rotterdam als zoon van Leendert Poort en Elizabeth Kaar. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Schiedamsche Dijk Wijk 15 nr. 662. Hij huwde op 27 maart 1850 te Rotterdam met Johanna Jacoba Cornelia Temminck, geboren op 14 maart 1825 te Semarang als dochter van Coenraad Liebrechts Temminck en Anna Elizabeth Leyedekker.

Hij overleed te Rotterdam aan de Boomgaardstraat op 07 februari 1885005

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Poort (adres: A.van Hoboken & Zn) werd met vlagnummer 581 effectief lid van Zeemanshoop per 27 april 1841 op voordracht van P.S.Matzen. Zijn schip was de "Johanna". Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving was Poort 35 jaar en ongehuwd002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 20/27 april 1841 werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Hermanus Poort, oud 35 jaar, voerend de brik “Johanna”, wonend in Rotterdam, adres bij A.van Hoboken & Zn te Rotterdam, op voordracht van kapitein P.S.Matzen.023.

 

H.P oort was met vlagnummer R41 in de periode 1841 t/m 1885 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

H. Poort was in 1850 vice president en van 1865-1870 permanent commissaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 04 augustus 1864 vragen de heren van Hoboken & Zn toepassing van art. 58 van het regelement voor kapitein H.Poort Het Bestuur vraagt het bewijs van gebrekkingheid van de kapitein.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 09 augustus 1864 is vermeld een: “Brief van de Heeren A. van Hoboken & Zn voor Kaptn H.Poort verzoekende toepassing van art. 58 alinea 2 van het reglement welk verzoek is toegestaan mits kaptn H.Poort zijn gebrekkigheid bewijze.”023.

 

In het Jaarverslag 1885 van de Maatschappi tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                   naam reder/boekhouder

       581                        1841-1845     brik                   Johanna                           A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

                                          1846            fregat               Anthony                           idem

                                      1848-1849     fregat               Rhoon en Pendrecht       idem

                                           1850           geen vermelding van schip en boekhouder

                                      1851-1852     fregat               Batavia                            A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

                                           1853           bark                 Amboina                          idem

       250                        1854-1857     fregat               Europa                             idem

                                           1858           fregat               Rotterdam                       idem

                                      1858-1862     fregat               Europa                             idem

                                      1862-1863     fregat               Rotterdam                       idem

                                      1864-1867     geen vermelding van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein H.Poort met vlagnummer als gezagvoerder in de ledenlijsten van:

*    1849                                fregat “Rhoon en Pendrecht”     448 last        varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1851                                bark “Batavia”                              373 last  varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1855                                fregat “Europa”                            587 last  varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1858, 1859, 1862          fregat “Rotterdam”                      621 last  varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1863 t/m 1867, 1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883           geen schip vermeld

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

H.Poort                        Rotterdam                                09 maart 1861                                      02 april 1862

H.Poort                        Rotterdam                                16 augustus 1862                                 02 september 1863

 

Op 04 januari 1858 vertrok uit Brouwershaven het fregat de "Rotterdam" van rederij A.van Hoboken & Zn te Rotterdam onder kapitein H.Poort en arriveerde te Batavia op 12 april 1858 na 97 dagen reis026(38/162).

 

Bouma025 vermeldt H.Poort als gezagvoerder gedurende:

*    1842 t/m 1847 van de brik “Johanna”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 180 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

             Een portret door J.Spin uit 1841 van de “Johanna” met het kapiteinsnummer 41 van Zeemanshoop bevindt zich in het Maritiem Museum Prins Hendrik te Rotterdam.

*    1846 t/m 1847 van het fregat “Anthony”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 470 ton o.m., varend voor A.van Hoboken te Rotterdam. Het schip voer in 1848 voor C.Balguerie & Zn te Amsterdam en was herdoopt in “Jan de Witt;

*    1849 t/m 1851 van het fregat “Rhoon en Pendrecht”, gebouwd in 1834 te Rotterdam, 825 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam.

      Lloyd’s vermeldt087: “21 Feb. 1850  RHOON EN PENDRECHT  been on shore.”

*    1852 van het fregat “Batavia”, gebouwd in 1829 te Rotterdam, 710 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1853 t/m 1854 van het fregat “Amboina”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam

*    1855 t/m 1857 van het 3/m schip “Europa”, gebouwd in 1840 te Maassluis”, 1154 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1858 t/m 1863 van het 3/mschip “Rotterdam”, gebouwd in 1841 te Maassluis, 1173 ton o.m., varend voor A. van Hoboken te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

H.Poort vervoerde per 10 augustus 1856 vanuit Brouwershaven met de “Europa” 1 landmachtsoldaat naar Indië. De aankomstdatum te Batavia is niet vermeld.

Op 15 november 1857 vertrok hij met de “Europa” vanuit Brouwershaven en een contingent van 4 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 18 februari 1858 na een reis van 95 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden065.(deze opgave klopt niet met die in de alinea hiervóór).

Op 24 maart 1861 vertrok hij uit Brouwershaven met de “Rotterdam” en een contingent van 12 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 juli 1861 na 114 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden.

Op 16 augustus 1862 vertrok hij uit Brouwershaven met de “Rotterdam” en 1 landmachtofficier. De aankomstdatum werd niet vermeld.

Op 26 november 1863 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “Rotterdam” en een contingent van 17 officieren en 4 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 22 maart 1864 na 117 dagen065.

 

In particulier bezit van J.H. van Hoboken in Assel is een aquarel door J.Spin uit 1856 van het fregat “Batavia”, voor Rotterdam ter hoogte van het gebouw van de Koninklijke Nederlandsche Yachtclub. Een afbeelding staat in referentie 069 - p.215.

Eveneens in particulier bezit van van Hoboken in Asselt is een aquarel van J.Spin uit 1856 van de “Amboina” met in top de vlag R41 en den de rederijvlag van van Hoboken. Afbeelding in zwart-wit in referentie 069 p 217.

 

“Twee dagen voordat Van Hoboken overleed (op 14 januari 1850­­), verscheen de Rhoon en Pendrecht met gezagvoerder Hermannis Poort vanuit Batavia voor de wal in Helvoirt. Deze Poort was een vijftien jaar jongere broer van Cornelis, die in 1818 reeds als gezagvoerder voor Van Hoboken voer. Hermannis Poort – hij was 43 jaar oud – kwam uit een Rotterdams gezin waarvan de vader eveneens kapitein was geweest. Waarschijnlijk heeft Cornelis Poort zijn jeugdiger broer bij Van Hoboken geëintroduceerd. Hermannis begon zijn zeemansloopbaan als kajuitsjongen en beëindigde deze als gezagvoerder. In de loop der jaren was hij kapitein op de brik Johanna (in 1842 was dit zijn eerste commando), op de barekn Batavia en Amboina en op de fregatten Anthony., Rhoon en Pendrecht, Europa en Rotterdam. “069 – p.267.

 

 

Datum vanaf: 1842
Kapitein: Poort, Hermannus
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Wouter Calander werd geboren op 10 januari 1809 te Rotterdam, Nederlands Hervormd. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de oostzijde van de Leuvenhaven, Wijk 1, nr. 210 (nieuw nr. 88) en Nieuwe Haven, Wijk 12, nr. 228.

Hij was getrouwd met Allegonda Maria Snijders, geboren op 09 januari 1809, Rooms-Katholiek.

Hij overleed op 05 april 1866005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. Calander was met vlagnummer R216 in de periode 1846 t/m 1866 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

W.Calander was afwisselend commissaris in 1847/48 en 1858-1860 en permanent commissaris van de Maatschappij van 1861-1863058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein W.Calander met vlagnummer R216 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849                bark “Maria”                             159 last     varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1851                bark “Catharina”                       114 last     varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1855                bark “Neêrlands Koning”         313 last     varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam

*    1858, 1859, 1862 t/m 1865                               geen vermelding van schip en reeder.

 

Bouma025 vermeldt W.Calander als gezagvoerder gedurende:

*    1841 van het fregat “Jacobus”, gebouwd in 1828, bouwlocatie niet vermeld, 235 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1848 van de brik “Johanna”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 180 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam. Het schip voer in 1849 voor J. van Vollenhoven te Rotterdam en was herdoopt in “Witte Leeuw”;

*    1849 van het 3/mschip “prinses Marianne”, gebouwd in 1831 te Kinderdijk, 710 ton o.m., varend voor A. van Hoboken te Rotterdam. (Bouma geeft geen initialen van de kapitein);

*    1850 t/m 1852 van de bark “Maria”, gebouwd in 1828 te Rotterdam, op de werf “Welvaren” van B.de Hoog, 296 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam. Bouma vermeldt Kalander.

*    1851 t/m 1855 van de bark “Catharina”, gebouwd in 1835 te Rotterdam, 233 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    1856 t/m 1857 van het 3/m schip “Neerlands Koning”, gebouwd in 1825 te Rotterdam, 630 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

W.Calander vertrok vanuit Hellevoetsluis op 21 augustus 1852 met de “Catharina” met 1 landmachtofficier naar Indië. Aankomstdatum is niet vermeld065.

 

De bark “Catharina” onder kapitein W.Calander verrtrok op 23 juni 1851 vanuit Rotterdam en bereikte via Kaap Hoorn op 27 oktober Valparaiso.. Met salpeter van Arica voer het schip dezelfde route terug en kwam op 16 juni 1852 aan in Rotterdam.121

 

 

Datum vanaf: 1847
Kapitein: Calander, Wouter
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.J.Heres was met vlagnummer R232 in de periode 1848 t/m 1849 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J. Heres als gezagvoerder gedurende:

      *    1849 van de brik “Witte Leeuw”, ex Johanna, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 183 ton o.m., varend voor J. van Vollenhoven & Co te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1848
Kapitein: Heres, J.J.
Overige informatie: Sinds 09.04.1848 WITTE LEEUW

Familiegegevens en opleiding

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt F.C.Brandt als gezagvoerder gedurende:

  • 1850 t/m 1851 van de brik “Witte Leeuw” ex Johanna, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 183 ton o.m., varend voor J. van Vollenhoven & Co te Rotterdam.

Zie ook bij Brandt, Siewerd Frederiks

 

Overige bijzonderheden

Algemeen Handelsblad Verkregen via Douwe Keizer, e-mail 07 november 2004

Maandag 20 October 1851

Valparaiso, 22 Aug; De Nederl. Brik Witte Leeuw, Brandt, 18 Julij ll, op de reize van Callao n. Rott. Alhier binnen, is afgekeurd en verkocht.

De brik ‘Witte Leeuw‘ onder kapitein F.C.Brandt vertrok uit Antwerpen en ariveerde, via Kaap Hoorn, op 13 februari 1851 Valparaiso. Het schip werd aldaar verkocht, vanwege ernstige lekkage.121

 

Datum vanaf: 1849
Kapitein: Brandt, F.C.
Overige informatie: 0

Afbeeldingen


Omschrijving: JOHANNA
Collectie: particuliere collectie, niet gespecificeerd
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Zeeopname
Algemene informatie

1827

RC 300827
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading: Naar Smirna, het nieuw gebouwde en gekoperde brikschip JOHANNA, kapt. Cornelis Teves, om de 1e september te vertrekken.
RC 110927
Rotterdam, 10 september. De 9e, des morgens, zeilde van Helvoetsluis JOHANNA, kapt. C. Teves, naar Smijrna.

1828

AH 020728
Carga-lijsten. Rotterdam, 26 juni. JOHANNA, kapt. C. Teves, van Smirna;
RC 030728
Advertentie. Te Rotterdam in lading: Naar Smirna het nieuw Nederlands gekoperd snelzeilend brikschip JOHANNA, kapt. Cornelis Teves. Adres ten kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer.
RC 091228
Rotterdam, 8 december. De 4e november zijn te Smirna aangekomen de Nederlandse schepen JOHANNA, kapt. Cornelis Teves en DE SNELHEID, kapt. Albert van der Linden, beiden van Rotterdam, laatst van Marseille en Malta en van de laatste plaats geconvoijeerd door de schooner der Vereenigde Staten van Noord-Amerika PORPOISE.

1829

RC 110629
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:Naar Marseille en Smirna, het nieuw Nederlands gekoperd snelzeilend brikschip JOHANNA, kapt. Corn. Teves.

1832

AH 030132
Hellevoetsluis, 31 december. Vertrokken: JOHANNA, kapt. E. Bergman, naar Odessa.
RC 260732
Advertentie - Te Rotterdam liggen in lading: - Naar Smyrna, het Nederlands gekoperd brikschip JOHANNA, kapt. Eylert Bergman, om uiterlijk aanstaande week te vertrekken.
AH 031132
Uit Smyrna wordt onder dagtekening van 19 september laatstleden bericht, dat sedert den 1 juli laatstleden, de volgende Nederlandse schepen aldaar zijn aangekomen: De EENDRAGT, kapt. C. van Gelderen, uit Vlaardingen; De JONGE MARIA, kapt. G.J. Meeuw, uit Rotterdam en Marseille; de JOHANNA, kapt. E. Bergman, uit Rotterdam; De HENDRIKA ELISABETHA, kapt. D. Miercke, uit Rotterdam; De ALIDA, kapt. A.M. Hughes, uit Triëst. Alle deze schepen waren voornemens een lading naar Holland in te nemen, behalve het laatste, hetwelk naar Antwerpen bevracht was tot NLG 62 per last. De twee eerste zouden in het laatst van die week zeilen naar Rotterdam en de JOHANNA zou met het schip AMSTERDAM, kapt. De Jong, denkelijk volgen in het begin van augustus. Het was te die tijd te Smyrna bekend dat de MILTIADES, kapt. Corbière en de SNELHEID, kapt. Schackel, zich in de buurt van Konstantinopel bevonden en door noorden wind werden opgehouden om te Smyrna te komen laden. De menigte vreemde schepen, meest Oostenrijkse en Engelse, uit Triëst aangekomen en bevracht naar Hamburg, Bremen, Stettin, Amsterdam en Antwerpen, zullen waarschijnlijk nadeel doen aan onze handel en scheepvaart en veroorzaken te Smyrna een grote rijzing in de prijzen van de vruchten. De staat van de gezondheid was in de stad en omstreken volkomen goed, ofschoon de pest hevig in Konstantinopel en de cholera in Syrië heerste.
AH 271132
Standgate, 20 november. De JOHANNA, kapt. E. Bergman, van Smyrna naar Rotterdam, is door Zr.Ms. schip SNAKE in deze haven opgebracht.
RC 221232
Rotterdam, 21 december. Den 21 dezer, des morgens, arriveerde te Hellevoetsluis: JOHANNA, kapt. E. Bergman, van Smyrna; de wind ZZW.

1833

RC 040633
Rotterdam, 3 juni. De 2e, des morgens, zeilde van Helvoetsluis JOHANNA, kapt. E. Bergman, naar Batavia.
PGC 070633
Rotterdam, 3 juni. Zodra het bericht van het opheffen van het embargo hier bekend was, zijn dadelijk twee koopvaardijschepen, de JOHANNA, kapt. E. Bergman en de KONING DER NEDERLANDEN, kapt. O. Kievyt, van hier naar Batavia onder zeil gegaan.
RC 080633
Rotterdam, 7 juni. De 6e dezer, des namiddags, arriveerde te MINERVA, kapt. N. Aukens, van Liverpool. Kapt. N. Aukens rapporteert, dat hij de 4e dezer in goede staat gezien heeft het brikschip JOHANNA, kapt. E. Bergman, tonende Rotterdamse nommervlag 79, hebbende toen Zuid-Voorland W. per kompas in pijl 5 mijlen.
JC 250933
Batavia, 24 september. De Nederlandse brik JOHANNA, kapt. E. Bergman, de 2e juni van Hellevoet gezeild, heeft de belangrijke en lang gewenste tijding der opheffing van het embargo aangebracht, waaromtrent de officiële stukken slechts zeer kort voor het vertrek van die bodem in Nederland moeten aangekomen zijn.

1837

RC 230937
Rotterdam, 22 september. Den 20 dezer zeilden van Helvoetsluis JOHANNA, E. Bergman, naar Batavia,

1848
NRC 190448
Advertentie. De makelaars H. en F.N. en H.W. Montauban van Swijndregt en F. en W. van Dam te Rotterdam, als lasthebbende van hun meesters, zijn van mening op dinsdag de 2e mei 1848, des namiddags ten vier ure, in de zaal op de hoek der Scheepsmakershaven en Bierstraat, wijk 1, no. 499, publiek te veilen het snelzeilend Nederlands gekoperd en kopervaste brikschip JOHANNA, gevoerd door kapt. W. Calander, lang 25,65 el, wijd 4,91 el, hol 3,27 el, en alzo groot 183 tonnen of 97 lasten, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, geschut, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere inventaris, zo als hetzelve ligt aan de Scheepstimmerwerf genaamd Rotterdamsch Welvaren, aan de Hooge Zeedijk, even buiten de stad. Zijnde inmiddels uit de hand te koop.

 

WITTE LEEUW

1849

NRC 150149
Limerick, 10 januari. Gisteren nacht heerste hier een zware storm, waardoor het Nederlandse schip (opm: brik) WITTE LEEUW, kapt. J. Heres, op de kust bij de New Docks is geworpen.
NRC 160149
Limerick, 11 januari. Nadere berichten omtrent het schip de WITTE LEEUW, kapt. Heres, luiden, dat hetzelve door een zware storm uit het noord-noord-oosten op de palen van de nieuwe haven is geworpen en gezonken. De lading, bestaande uit tarwe, zal, hoewel in zeer slechte staat, nog gelost worden (opm: de brik bleef behouden).
GRC 030749
Elseneur. Den 23 juni passeerde de WITTE LEEUW, Brandt, de Sond, onderweg van Liverpool naar Nerva.
GRC 240749
Te Nerva den 1 juli, WITTE LEEUW, Brandt, van Liverpool.
GRC 170849
Elseneur. Den 10 augustus passeerde WITTE LEEUW, Brandt, van Nerva naar Antwerpen.
MCO 300849
Vlissingen, 29 augustus. Voor Antwerpen bestemd is alhier (o.m.) ter rede gekomen WITTE LEEUW, S.F. Brandt, van Nerva, met hout.

1850

NRC 140550
Buenos Ayres, 24 februari. Den 13 dezer arriveerde alhier het Hollandse schip (opm: brik) WITTE LEEUW, kapt. S.F. Brandt. Thans liggen hier 220 schepen. Er zijn geen andere vrachten te bekomen dan naar Liverpool à 20/- à 25/- per ton gezouten huiden.
OHC 300850
Amsterdam, 29 augustus. Te Vlissingen is binnengekomen het schip de WITTE LEEUW, kapt. Brandt, van Buenos-Ayres.
AH 251250 Gezien, op 9 november, op de hoogte van het eiland St. Antonio (opm: Kaap Verdische Eilanden) de WITTE LEEUW (opm: brik) , Brandt, van Antwerpen naar Valparaiso en Panama.

1851

NRC 240751
Valparaiso, 9 mei. WITTE LEEUW, Brandt, vertrokken naar Callao. Callao, 22 mei. WITTE LEEUW, Brandt, aangekomen, van Valparaiso.
NRC 171051
Valparaiso, 22 augustus. Een groot aantal schepen liggen zonder bestemming in onze baai. Vrachten zijn buitengemeen schaars te bekomen en verscheidene schepen vertrekken in ballast naar Rio de Janeiro, Buenos-Ayres of Java. De GRAAF VAN NASSAU is na drie maanden verblijf alhier naar Java vertrokken. Nog nimmer heeft men hier zulk een slechte tijd voor de bevrachtingen gekend. Meer dan twintig schepen hebben zich aangeboden om tot een lage vracht de lading over te nemen van de WITTE LEEUW (opm: brik, b.j. 1827, kapt. F.C. Brandt, zie NRC 261051, zie ook NRC 220965), welk schip is afgekeurd en verkocht. De EVERDINA ELISABETH (opm: bark) ligt klaar om lading naar San Fransisco in te nemen, maar niemand durft goederen te schepen uit vrees, dat zij te lang aan boord zullen blijven. Alleen wanneer men verneemt, dat een schip op zijn vertrek is, maakt men gebruik van de gelegenheid om het weinige, dat zich voor San Fransisco voordoet, te laden.
AH 201051
Valparaiso, 22 augustus. De Nederlandse brik WITTE LEEUW, kapt. Brandt, 18 juli l.l. op de reize van Callao naar Rotterdam alhier binnen, is afgekeurd en verkocht.
NRC 261051
Rotterdam, 25 oktober. Het te Valparaiso afgekeurde brikschip de WITTE LEEUW (opm: zie NRC 171051 en AH 201051) is aldaar in publieke veiling verkocht en heeft een som van $ 1125 opgebracht.

1865


NRC 220965 Advertentie. Pro Deo. In den jare achttien honderd vijf en zestig, de een en twintigste september. Ten verzoeke van Theodorus Adrianus Loeff, wonende te Rotterdam, ten deze woonplaats kiezende ten kantore van Jan Dirk Castanien, Procureur bij de arrondissements-rechtbank van Rotterdam, aldaar gehouden wordende aan de Mosseltrap, wijk 11, n°. 23, die in deze voor hem in rechten zal occuperen.
Heb ik Otto Vermij, deurwaarder bij de arrondissements-rechtbank van Rotterdam, aldaar wonende, gepatenteerd.
Uit kracht van het verlof verleend door de arrondissements-rechtbank van Rotterdam, de 18e september 1865, Gedagvaard:
Cornelis Johannes Loeff, vroeger wonende te Rotterdam, wiens tegenwoordig verblijf is onbekend, doende mijn exploit op de wijze voorgeschreven in artikel 4, n°. 7 , van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, sprekende in het parket van de edel achtbare heer officier, bij welgemelde rechtbank, met de edel achtbare heer Mr. J.R.W. Swellengrebel, Officier van Justitie, die het origineel met gezien getekend, terwijl dit exploit zal worden aangeplakt aan de voorname deur der vergaderzaal van meergenoemde rechtbank, mitsgaders aan het Huis der Gemeente te Rotterdam, terwijl hetzelve wordt geplaatst in de Nieuwe Rotterdamsche Courant en de Staats-Courant, als zijnde de aangewezene nieuwsbladen, om te verschijnen op woensdag de zeven en twintigste december achttien honderd vijf en zestig, des voormiddags ten elf uren, of als dan geen terechtzitting zijnde, op de eerstvolgende ter audiëntie van de arrondissements-rechtbank van Rotterdam, gehouden wordende in het Paleis van Justitie aan het Haagsche Veer te Rotterdam; ten einde te horen zeggen:
- Aangezien de Gedaagde in het jaar 1850 zich te Antwerpen als matroos heeft doen aanmonsteren op het schip DE WITTE LEEUW (opm: brik, kapt. F.C. Brandt), bestemd naar Valparaiso en terug.
- Aangezien hij met dat schip die reis heeft ondernomen.
- Aangezien dat schip was slecht en onzeewaardig, zodat na aankomst te Valparaiso een groot deel van de bemanning hetzelve heeft verlaten, en het schip dan ook later in Valparaiso voor afbraak is verkocht (opm: zie NRC 171051).
- Aangezien de Gedaagde onder dat gedeelte van de bemanning was, en nimmer meer iets van zich heeft doen horen.
- Aangezien de Gedaagde een paar dagen voor zijn vertrek geschreven heeft aan een hier ter stede wonende nicht.
- Aangezien de eiser tegen hem verlangt te procederen tot vermoedelijk overlijden-verklaring sedert medio oktober 1850.
- Aangezien de termijn daartoe bij de wet gesteld verstreken is, en de Gedaagde bij het verlaten van zijn woonplaats Rotterdam geen volmacht tot het waarnemen van zijn zaken heeft achtergelaten, of order op het beheer daarvan gesteld;
- dat de Gedaagde alsnog behoorlijk van zijn aanzijn en rechten zal doen blijken, bij gebreke waarvan door de eiser zal worden verzocht dat hem van zijn niet verschijning zal worden verleend acte, en verlof, gegeven tot het doen van een tweede openbare dagvaarding met reserve van kosten.
En heb ik Deurwaarder doende enz. enz.
(opm: sterk bekort)

1866

NRC 020666  Advertentie. Pro Deo. In den jare 1866, de eerste juni, ten verzoeke van Theodorus Adrianus Loeff, wonende te Rotterdam, ten deze woonplaats kiezende ten kantore van Jan Dirk Castanien, procureur bij de arrondissementsrechtbank van Rotterdam, aldaar gehouden wordende aan de Bierhaven, Wijk 1 No. 365, die in deze voor hem in rechten zal occuperen;
Heb ik Otto Vermij, deurwaarder bij voornoemde rechtbank, wonende te Rotterdam, gepatenteerd; uit kracht van het verlof, verleend door de arrondissementsrechtbank van Rotterdam de 18e september 1865;
Gedagvaard: Cornelis Johannes Loeff, vroeger wonende te Rotterdam, wiens tegenwoordig verblijf is onbekend, doende mijn exploit op de wijze voorgeschreven in artikel 4, No. 7 van het Wetboek van Burgelijke Rechtsvordering, sprekende in het parket van de edel achtbare heer officier bij welgemelde rechtbank met de edel achtbare heer Mr. Swellengrebel, die het origineel met gezien heeft getekend, terwijl dit exploit zal worden aangeplakt aan de voorname deur van de vergaderzaal van meergenoemde rechtbank, mitsgaders aan het huis van de gemeente Rotterdam, terwijl hetzelve wordt geplaatst in de Nieuwe Rotterdamsche en de Staats-Courant, als zijnde de aangewezen nieuwsbladen.
Om te verschijnen op woensdag de 5e september 1866, des voormiddags ten elf ure, of alsdan geen terechtzitting zijnde, op de eerstvolgende, ter audiëntie van de arrondissementsrechtbank van Rotterdam, gehouden wordende in het Paleis van Justitie, aan het Haagscheveer te Rotterdam, ten einde te horen zeggen:
- Aangezien de gedaagde in den jare 1850 zich te Antwerpen als matroos heeft doen aanmonsteren op het schip DE WITTE LEEUW (opm: kapt. F.C. Brandt), bestemd naar Valparaiso en terug; aangezien hij met dat schip die reis heeft ondernomen; 
- Aangezien dat schip was slecht en onzeewaardig, zodat na aankomst te Valparaiso een groot deel van de bemanning hetzelve heeft verlaten en het schip dan ook later in Valparaiso voor afbraak is verkocht:
- Aangezien de gedaagde onder dat gedeelte van de bemanning was en nimmer meer iets van zich heeft doen horen;
- Aangezien de gedaagde een paar dagen vóór zijn vertrek geschreven heeft aan een hier ter stede wonende nicht;
- Aangezien de eiser tegen hem verlangt te procederen tot vermoedelijk overlijdensverklaring sedert medio oktober 1850;
- Aangezien de termijn, daartoe bij de wet gesteld, verstreken is en de gedaagde bij het verlaten van zijn woonplaats Rotterdam, geen volmacht tot het waarnemen van zijn zaken heeft achtergelaten of orde op het beheer daarvan gesteld;
Dat de gedaagde alsnog behoorlijk van zijn aanzijn in rechten zal doen blijken; bij gebreke waarvan door de eiser zal worden verzocht, dat hem van die niet verschijning zal worden verleend akte en verlof gegeven tot het doen van een tweede openbare dagvaarding, met reserve van kosten.
En heb ik deurwaarder, doende mijn exploit en sprekende zoals gezegd is, kopieën aangeplakt op de plaatsen hier boven vermeld, het exploit doen plaatsen in de nieuwsbladen en afschrift gelaten aan hem tot wie in sprak.
Enz., enz., (opm: verkort weergegeven).
Geregistreerd te Rotterdam, de ontvanger (getekend) Van Berkel.
(opm: de brik onder kapt. S.F. Brandt maakte een reis van Antwerpen, 140251 te Valparaiso, op 220551 lag zij na ronding van Kaap Hoorn in Callao [NRC 240751], doch op 220851 werd de brik op weg naar Rotterdam in Valparaiso [als noodhaven; zie AH 201051] afgekeurd en verkocht).

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.218 __________________________________________________
Bijlbrief
Naam schip: JOHANNA

Plaats en datum acte Bijlbrief, Rotterdam, 15 augustus 1827

Soort schip brik

Bouwwerf / verkoper Johannes de Jong, namens zijn firma van J. de Jong &
P. Korteland, scheepsmakers op hun werf genaamd de Naarstigheid, aan de Houtlaan, even buiten de stad Rotterdam


Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper Anthony van Hoboken, koopman en scheepsreder te Rotterdam

Te voeren door kapt. Cornelis Teves

Groot volgens meetbrief 275 tonnen

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang 25,65 m., breed 4,91 m., hol 3,27 m.

Kiellegging 16 oktober 1826

Tewaterlating geheel volbouwd, 24 juli 1827

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 16 augustus 1827

Nummer van registratie deel 1, folio 61, recto, vak 3 en 4

Notaris Dammes Ledeboer, vrederechter te Rotterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden






Researcher/datum research ML/270107

Naam JOHANNA
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1827
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.140
DVD VIII – 323, 324
ACTE VAN KOOP/VERKOOP
Naam schip JOHANNA, thans de WITTE LEEUW

plaats en datum acte onderhandse verkoop/koop, Rotterdam, 9 mei 1848

type schip bark, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper A. van Hoboken & Zonen, kooplieden en reders te Rotterdam

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Joan van Vollenhoven & Co., kooplieden te Rotterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 183 tonnen of 97 lasten (meetbrief Rotterdam, 1 juni 1847)

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 25,65 m., breed 4,91 m., hol 3,27 m.

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Rotterdam, 10 mei 1848

nummer van registratie deel 36, folio 91, verso, case 4

notaris F. & W. van Dam, makelaars te Rotterdam

prijs NLG 7.000,-

bijzonderheden: het schip ligt bij deze transactie aan de werf Rotterdams Welvaren, aan de Hooge Zeedijk, even buiten de stad.
A. van Hoboken, thans de firma A. van Hoboken & Zonen ,had het eigendom van het schip verkregen door aanbouw op de werf de Naarstigheid van J. de Jong & P. Kortland te Rotterdam volgens bijlbrief Rotterdam, 15 augustus 1827.






researcher/datum research: ML / 120208

Naam WITTE LEEUW (de)
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1848
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag, archiefnummer Rott.3.03.56.65.218
NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675. ? No. 140
N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07, diverse bestanddelen
G.N. Bouma (Hoorn 1998) Nederlandse Koopvaardijschepen 1820-1900
H. Hazelhoff Roelfzema (Hoorn 2010): Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag
AH = Algemeen Handelsblad
GRC = Groninger Courant
JC = Javasche Courant
MCO = Middelburgsche Courant
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
PGC = Prov. Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant
OHC = Oprechte Haarlemsche Courant
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk