Familiegegevens en opleiding
Otto Zwaal werd geboren te Terschelling op 03 maart 1823 als zoon van Jurjen Volkertsz Zwaal en Janke Otto van Marle.
Hij trouwde op 10 december 1846 te Harlingen met Mijsje Duinmeyer, geboren 24 mei 1824 te Harlingen als dochter van Pieter Duinneyer en Elisabeth Kramer. Overlijden niet gevonden op Tresoar.
Het schip van Otto werd vermist in 1872 op reis van Stockholm en Rotterdam.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Otto Zwaal werd per vermoedelijk 01 juli 1851 met vlagnummer H32 ingescchreven als effectief lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Barend”, boekhouder Barend Visser & Zn. De contributie werd betaald door de boekhouders. Hij was gehuwd met M.P.Duinmeijer, geboren 24 mei 1824. Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving 1 kind i.c. Elisabeth (22 oktober 1848). 028-fol.031
Otto was met vlagnummer H32 lid van Zeemansvoorzorg in de periode 1851-1872.034
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
| kap.Otto Zwaal laatsgevoerd hebbende het Nederl. schip Fortuna … is blijkens bij de Directie ingekomen bescheiden, verongelukt…”. Zij weduwe Antje Doekzen (!**) had aanspraak op een bijdrage uit het fonds van f 875,- uit te betalen in 12 maandelijkse termijnen. Zijn zoon Pieter (15 mei 1864) had reccht op een uitkering ineens van f 10,-.028-fol.031
**Antje Doekzen moet een verschrijving zijn want Tresoar geeft op 01 november 1849 een huwelijk te Terschelling van een echtpaar waarvan bruid Trijntje Anes Zwaal als ouders heeft: Ane Volkerts Zwaal en Antje Jans Doeksen
De schepen van de kapitein
lid van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlag periode type scheepsnaam reder/boekhouder
H32 1848-1854 sch.kof Barend Barend Visser & Co, Harlingen
1855-1859 sch.brik Zeemeeuw idem
1860-1864 kof Johanna Elisabeth Zeilmaker & Co, Harlingen
1865-1872 brik Fortuna idem
Bouma025 vermeldt als go.J.Zwaal als gezagvoerder gedurende:
* 1849 t/m 1854 van de schoenerkof “Barend”, gebouwd in 1844 te Harlingen, 176 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;
* 1856 t/m 1860 van de 2-mastschoener “Zeemeeuw”, gebouwd in 1855 te Harlingen, 170 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;
* 1861 t/m 1865 van de kof “Johanna Elisabeth”, ex Pieter, gebouwd in 1837 te Pekela, 141 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen;
* 1866 t/m 1872 van de brik “Fortuna”, ex Hendrika Roelina, gebouwd in 1856 te Hoogezand, 168 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip werd vermist tussen Stockholm en Rotterdam (Zeetijdingen 25 januari 1873).
Overige bijzonderheden
Geen