Kopenhagen, 26 november. Het Nederlandse galjootschip JANTINA, kapt. De Groot, met een lading rogge van St. Petersburg naar de Maas bestemd, is heden alhier op de rede aangekomen met verlies van zeilen, stengen, ra’s, watervaten, boot en verschansingen. Het moet alhier repareren.
Kopenhagen, 13 februari. Na geëindigde reparaties zijn de volgende schepen op de rede ten anker gegaan, om met de eerstvolgende gunstige wind de reis voort te zetten, als de Nederlandse galjootschepen JANTINA, kapt. De Groot, naar de Maas bestemd; BROEDERTROUW, kapt. Impke, met bestemming naar Schiedam en CATHARINA, kapt. Dekker, naar Hull bestemd.
Kopenhagen, 13 februari. Alhier liggen zeilklaar de JANTINA, kapt. De Groot, naar de Maas, BROEDERTROUW, kapt. Ymker, naar Schiedam, en CATHARINA, kapt. Dekker, naar Hull, allen komende van Petersburg en allen na volbrachte reparatiën.
Bornholm, 23 augustus. De schepen JANTINA, kapt. De Groot, van Livorno naar St. Petersburg, en NANNY, kapt. Jansen, van Rotterdam naar Sundsvall, zijn wegens slecht weder aan deze kust geankerd.
Harlingen, 14 januari. Volgens hier ontvangen telegram is het te Pekela te huis behorende schoenerschip JANTINA , kapt. D.E. de Groot, van St. Petersburg met lijnzaad gedestineerd naar Harlingen, in zinkende toestand verlaten en de equipage te Emden aangebracht.
Emden, 14 januari. Door kapt. Haster, van het schip ALLIANCE, van Hamburg naar Malaga, is alhier aan land gebracht de equipage van de schoener JANTINA, kapt. De Groot, bestaande uit 7 man, benevens de vrouw en 2 kinderen van de kapitein. De JANTINA, met lijnzaad naar Harlingen bestemd, was bij Ameland gezonken.
Ameland, 28 januari. Hedenochtend is hier aan het strand gespoeld het hek van een schip, op het naambord staat met vergulde letters JANTINA-1866 en daaronder de letters J.J.K. Het Nederlandse schip JANTINA, kapt. De Groot, boekhouder de heer J.J. Koerts, van St. Petersburg naar Harlingen, is in de Noordzee door het volk verlaten.