Familiegegevens en opleiding
Rutger Grivel werd geboren te Amsterdam op 17 april 1818 als zoon van Henry Grivel en Antje Coenradi. Hij is de broer van kapitein Henry Grivel. De familie is van Zwitserse oorsprong
Hij trouwde met Maria Dorothea Grim, geboren te Vreeland op 13 maart 1817 als dochter van de gezagvoerder Daniel Grim en Jannetje Loopeker. Zij overleed 20 februari 1857. Rutger was een zwager van de koopvaardijkapitein Jan Albertus Keeman (zie aldaar) die met dochter Jannetje van het echtpaar Grim/Loopker was getrouwd
Hij overleed op 14 oktober 1861 in het Kanaal van Formosa
Ontleend aan www.grivel.net
De lijn van Rutger loopt verder via Daniël Grivel en Johanna Petronella Akkenaar → Emile Charles Grivel en Theodora Hendrika Muller → Albert Grivel en Maria Margaretha van der Beemt → Eric en Theo Grivel.
Maria Grivel-van der Beemt, Eric en Theo zijn de meest directe nazaten.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
R.Grivel werd met nr.813 lid van Zeemanshoop per 23 april 1850 op voorspraak van (zijn schoonvader) D.Grim. Zijn schip was de "Rembrandt van Rhijn"002. Ten tijde van de inschrijving was Grivel 32 jaar. Toegevoegd is “bedankt” 002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 16/23 april 1850 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Rutger Grivel, oud 32 jaar, “zullende voeren het Barkschip Rembrandt van Rhijn”, wonend op de Haarlemmerdijk bij de Wieringestraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein D.Grim.023.
R.Grivel werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 08 januari 1856 en bedankte in 1860003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
813 1850-1853 bark Rembrandt van Rhijn Toe Laer & Co te A’dam
424 1854-1857 fregat Nehalennia B.P.Boscher te A’dam
1858-1859 geen vermelding van schip en boekhouder
1860 3/m sch. Cito H.J.E.Hekman te A’dam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
R.Grivel Cito 20 september 1860 09 april 1862
Bouma025 vermeldt R.Grivel als gezagvoerder gedurende:
* 1851 t/m 1854 van de bark “Rembrandt van Rhijn”, gebouwd in 1850 te Amsterdam, 344 ton o.m., varend voor R.R.Toelaer & Co te Amsterdam;
* 1855 t/m 1858 van het 3/m schip “Nehalennia”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 800 ton o.m., varend voor B.D.Bosscher te Amsterdam. Het schip werd in 1858 gesloopt;
* 1859 van het 3/m schip “Agneta”, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 691 ton o.m., varend voor C.F.Kopersmit & C.J.W.ter Meulen te Amsterdam;
* 1860 t/m 1861 van de 3-mastchoener “Cito”, ex Anna, gebouwd in 1857 te Amsterdam, 327 ton o.m., varend voor H.J.E.Hekman te Amsterdam. Het schip werd in April 1862 vermist.
Overige bijzonderheden
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was R. Grivel, van het fregat “Nehallenia”.104
NRC 08 juli 1850
Advertentie. Te Amsterdam ligt in lading naar Batavia, Samarang en Sourabaya om ten spoedigste te vertrekken het nieuw gebouwd gekoperd barkschip REMBRANDT VAN RHIJN, kapt. R. Grivel, te bevragen bij de cargadoors Hoyman & Schuurman te Amsterdam.
NRC 21 augustus 1851
Rotterdam, 20 augustus. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende drie schepen, als:
Voor Amsterdam: VIER GEBROEDERS, kapt. M. de Wijn, en REMBRANDT VAN RHIJN, kapt. R. Grivel.
Voor Rotterdam: VLASHANDEL, kapt. N.T. Hoek.
NRC 16 april 1852
Batavia, 26 februari. In de nacht van 25 op 26 oktober 1851 is het Nederlands schip REMBRANDT VAN RHIJN, kapt. Grivel, met donker weder in het Engels kanaal tegen een schoener aangezeild, waarvan men, niettegenstaande genoemd schip dadelijk is bijgedraaid, niets meer heeft gezien. De REMBRANDT VAN RHIJN had de kluiverboom verloren en enige andere mindere schade bekomen. Twee schepelingen van de schoener werden opgevist, slepende aan einden touw achter het schip. Volgens mededeling der geredde schepelingen was het aangezeilde vaartuig de Engelse schoener PROVIDENCE, kapt. Pirer, groot 80 ton, van Port à Port naar Londen bestemd, bemand met vijf man. De twee geredde Engelse matrozen zijn mede naar Batavia genomen.
NRC 24 januari 1854
Amsterdam, 23 januari. Lijst van schepen op de onderstaande plaatsen liggende of ingevroren, alle herwaarts gedestineerd.
In het Nieuwe Diep:…. NEHALENNIA, …. allen van Batavia; …