Familiegegevens en opleiding
Sikke Parma werd geboren/gedoopt op 24 februari/23 maart 1784 te Workum als zoon van IJsbrand Klasesz en Hipke Sikkes.
Hij nam op 27 december 1811 te Workum de naam PARMA aan samen met zijn broer Klaas.
Hij trouwde op 25 december 1808 te Workum met Sytske Pyters Kannegieter en scheidde van haar op 12 oktober 1824.
Hij trouwde voor een 2e maal op 17 december 1824 te Workum met Janke Eeltjes Bonnema, die gescheiden was van Abel Wiarda Lycklama à Nijeholt.
Hij overleed op 12 september 1846 te Amsterdam
Algemeen Handelsblad 17 september 1846
Algemeen Handelsblad 23 september 1846
Algemeen Handelsblad 16 oktober 1846
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
S.IJ.Parma werd met vlagnummer 362 effectief lid van Zeemanshoop per 01 november 1836 op voordracht van B.J.Smeengh. Zijn schip was "De Drie Gebroeders". Toegevoegd is "overleden 1846"002.
In de Algemene Vergaderingen van 25 oktober/01 november 1836 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Sikke IJsbrands Parma, oud 49 jaar, voerend de bark “De Drie Gebroeders”, wonende te Workum, met adres en op voordracht van kapitein B.J.Smeengh te Amsterdam. Hij kreeg vlagnummer 362023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1834 wordt vermeld een brief van kapitein S.IJ.Parma “verzoekende Effectief Lid te worden niet tegenstaande hij reeds boven de 40 jaren is en wordt besloten aan hem te schrijven dat uit hoofde van het besluit van 10 Janij 1832 aan hem zijn verzoek niet kan worden toegestaan en hem Copie van dat besluit toe te zenden.” (Kennelijk is deze beslissing teruggedraaid, want hij werd effectief lid in 1836 – zie hiervoor)042
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
362 1836 bark De Drie Gebroeders A.L.van Harpen & Co
1837 bark De Drie Gebroeders Insinger & Co
1838-1840 pink De Drie Gebroeders idem
1841 bark Aurora A.Ahlers Jr.
1842 geen vermelding van schip en boekhouder
1843-1844 galjoot De Stad Zwolle geen opgave
1845 geen vermelding van schip en boekhouder
Sikke IJsbrands Postma(sic) was in 1838 gezagvoerder van het pinkschip "De Drie Gebroeders" met als matroos de latere kapitein Tjebbe Albertus Wulp010-p.49.
In het Register van schepen aangekomen in het Oosterdok045 staat o.a.:
bron naam van het schip aankomst vertrek bestemming
502-283 Astrea 15 mei 1834 26 januari 1835 Suriname
502-284 De Drie Gebroeders 05 oktober 1836 18 maart 1836 New York
Ik (S.P.) heb (gehad, want thans in het Scheepvaartmuseum te Sneek) het logboek van deze Astrea met het verslag van een reis van Vlissingen via Rio de Janeiro naar Batavia en terug (26 september 1832-06 april 1834). Het verhaal is a.h.v.: kapitein Brandligt vertrok op 14 augustus 1832 van Nieuwediep maar liep vanwege de weersomstandigheden op de 17de Vlissingen binnen. Op 6 september vertrok kapitein Brandligt weer maar vanwege zwaar weer en opgelopen schade keerde hij op 12 september weer terug in Vlissingen. Voorgaande gegevens zijn ontleend aan een scheepsverklaring opgesteld door de vrederechter van Vlissingen op 14 september 1832 en dienende om zich in te dekken tegen een schadeclaim. (Rijksarchief Zeeland) Het voornoemde journaal nu begint op 26 september 1832 wanneer het schip in dok te Vlissingen ligt: "...'s middags om 12 uur wierd ons en de heele equipage de kapitein Parma voorgesteld door den heer C.Brandligt om met dezelve de reis naar de Kaap & Batavia te vervorderen ...". Kennelijk heeft Brandligt dus zijn gezagvoerderschap overgedragen aan kapitein Sikke IJsbrands Parma (mijn betovergrootvader).
De reis vanuit Vlissingen begon op 21 oktober 1832. Onderweg constateerde hij onvoldoende voer en water voor het meegebrachte vee (zes koeien en twee bullen) en hij besloot Rio de Janeiro aan te doen. Hij liep daar 05 januari 1833 binnen. Er werd aldaar embargo op het schip gelegd door de engelsen en fransen, die in de kwestie België-Nederland partij voor de Belgen hadden getrokken. Dit embargo werd opgeheven op 18 juli 1833 en hij kon zijn reis naar Batavia voortzetten. Een gedetailleerd verslag is opgenomen in het Stadsarchief van Amsterdam, Rechtbank van eerste aanleg,5074-1443, 1834, akte 21.
Ook het Journaal geeft een verslag van de gebeurtenissen.
Sikke IJsbrand was in ieder geval gezagvoerder van de "Astrea" van september 1832-april 1834. Volgens volgende journaals vertrok hij weer op 18 juli 1834 met het fregat de "Vrienden" naar Batavia (boekhouder L.Bienfait & Zn) en op 26 september 1835 met het fregat de "Drie Gebroeders" naar Batavia (boekhouder van Harpen & Zn) (gegevens ontleend aan monsterrollen in het Gemeentearchief Amsterdam).
Het Stadsarchief van Amsterdam bevat in het Archief van de Waterschout een aantal monsterrollen op naam van Sikke IJsbrands Parma en wel:
Jonge Dirk 23 april 1814
Vrienden 18 juli 1834 (als plaatsvervanger van H.M.Lels).
Archiefnr. 38-145, 26 september 1835, fregat “De Drie Gebroeders”, kapitein Sikke Eijsbrand Parma, bestemming Batavia via Kaap de Goede Hoop, 24 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman, derde stuurman, bootsman, timmerman, kok, 8 matrozen, 5 ligtmatrozen, hofmeester, koksmaat, kajuitwachter en 2 jongens waaronder IJ. Parma 14 jaar uit Workum
Drie Gebroeders; 07 maart 1837; 02 augustus 1838.
Archiefnr. 8-98, dd 09 oktober 1815, kof “Vr. Margaretha”, kapitein Klaas IJ. Parma i.p.v. Jan Onduits, bestemming Bilbao, boekhouder De Witt., 4 bemanningsleden i.c. stuurman Sikke IJ. Parma uit Workum, gage f 31,-, kok, matroos en een ligtmatroos
Bouma025 vermeldt S.IJ.Parma als gezagvoerder gedurende:
* 1832 t/m 1834 van de brik “Astrea”, gebouwd in 1808 te Kiel, 220 ton o.m., varend voor C.Brandligt te Amsterdam;
* 1834 t/m 1835 van het 3/m schip “Vrienden”, gebouwd in 1830 te Amsterdam, 390 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam;
* 1835 t/m 1841 van de 3/m pink “Drie Gebroeders”, gebouwd in 1807 aan de Oostzee, 360 ton, varend voor Insinger & Co te Amsterdam;
* 1842 t/m 1845 van de bark “Aurora”, gebouwd in 1810, bouwlocatie niet vermeld, 200 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr. te Amsterdam;
* 1846 op hetzelfde schip maar nu varend voor Insinger & Co te Amsterdam. Het schip werd te Curaçao afgekeurd;
* 1844 t/m 1845 op de bark-galjoot “Stad Zwolle, gebouwd in 1839 te Zwolle, 240 ton o.m., varend voor H. van der Vegte te Amsterdam. Het schip werd in 1846 verkocht aan de Ned. Kofschipreederij te Amsterdam en herdoopt in “Jacoba”.deze opgave klopt niet met de vorigen
Stortingsregisters vermeldende het schip, reisddoel, de kapitein en de boekhouder van het schip, deelhebbers van de bemanning met vermelding van rang, gage en het beloop der stortingne in de verscheidene klassen 13 delen 1822-1890. Stadsarchief van Amsterdam 491/307-319
Hierna vermeldt bron van gegevens omtrent kapitein S.IJ.Parma
491-309/217 Drie Gebroeders, Amsterdam-Batavia. Vertrek 26 september 1835, Terug 15 oktober 1836.
491-311/207 Drie Gebroeders, Amsterdam-Batavia. Vertrek 2 augustus 1838, Terug 24 augustus 1839
491-311/24 Drie Gebroeders, Amsterdam-Suriname, Vertrek 10 september 1839. Terug 06 juni 1840.
491-311/97 Drie Gebroeders, Amsterdam Suriname. Vertrek 31 augustus 1840. Terug 26 maart 1841.
491-311/199 Drie Gebroeders, Amsterdaam-Suriname. Vertrek 14 september 1841. Terug 01 juni 1842.
491-312/145 Stad Zwolle, geen reisdoel opgegeven, Vertrek 08 november 1843. Terug 3 december 1844
Overige bijzonderheden
15 mei 1845 Verklaring geregistreerd te Amsterdam over de Jacoba voor de verkrijging van de zeebrief. Christiaan Adolf Schröder wonende te Amsterdam, directeur van de Nederlandsche Kofscheeps Reederrij gevestigd te Amsterdam, verklaart dat die rederij de enige eigenaresse is van het galjootschip de Stad Zwolle, thans genaamd Jacoba, gebouwd te Zwolle, hebbende een dek drie masten, zijnde groot 129 lasten, thans liggende te Amsterdam, gevoerd geweest door schipper S.IJ. Parma, thans zullende gevoerd worden door schipper H.L.Bakker
Ontleend aan “ZEEVAART ZWOLLE e.o.. Chronologieperiode 1731-1880”, door G. van Heel
Typoscript 158 pp (p.8)
In de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, Nr 546.
Bron bovenstaande bericht niet vermeld
In het Hannemahuis te Harlingen is aanwezig een schilderij uit 1835 door Spin van de 3/m pink "De Drie Gebroeders", rederij Insinger & Co te Amsterdam. Het schip draagt vlagnummer 362 van "Zeemanshoop" te Amsterdam, toebehorend aan Sikke IJsbrands Parma.
In het Archief van notaris Klinkhamer te Amsterdam, GAA 5075, stuk 19607 bevindt zich de akte van verkoop dd 06 maart 1837 van de pink “Drie Gebroeders”, kapitein Sikke IJsbrand Parma. Het schip werd verkocht door de heeren A.L.van Harpen & Zoonen te Amsterdam aan de heeren Insinger & Co te Amsterdam.
S.IJ.Parma maakte als kapitein van de “Stad Zwolle” van 18 november 1843 t/m 11 november 1844 een reis naar Suriname. Bron: www.jjlange.ehrhardt.nl
In de “Geschiedenis van het Amsterdamsche Handelshuis Louis Bienfait & Soon” samengesteld door A.W.Wichers Hoeth. Uitg. De Mercuur” Hilversum 1941, 332 pp. wordt ten aanzien van “De Vrienden” vermeld op p. 144-145:
“…”de Vrienden”, dat in 1830 moet gebouwd zijn, vermoedelijk voor de Nederl. Handel Mij. Indien dit juist is, ging het reeds spoedig in handen van Louis Bienfait & Soon over, want in 1832 staat het uitdrukkelijk vemeld als varend onder het boekhouderschap van deze firma; in 1835 troffen wij “de Vrienden”, onder kapitein S.Y.Parma, aan, den 13en Januari de reede van Pasaroean verlatende en den 21en Mei te Texel binnenloopende.
Over het schip, dat een inhoud moet gehad hebben van pl.m. 390 ton, hebben de navolgende kapiteins het gezag gevoerd:
H.Murk Lelsz 1830-1834 S.Y.Parma 1834-1835 C.W.Flens 1835-1838
B.C.Jaski 1838-1839 J.H.Ameln 1839-1842 D.Herderschee 1843-1846
-
de Wijn 1847-1848 A.Spekman 1848-1849 N.Biorn 1849-1852
A.J.T.Tiedeman 1852-1854
Rotterdamsche Courant 25 februari 1815
Advertentie. Nicolaus Montauban van Swyndregt, Hubertus Montauban van Swyndregt en Frederik van Dam, makelaars binnen Rotterdam, zullen op vrijdag 3 maart 1815 des namiddags 4 uur ten huize van George Crabb, kastelein in het Badhuis, in de Boompjes, veilen en verkopen: een extra welbezeild Smakschip, genaamd de JONGE HENDRIK, kaptein S.T. Parma, (zal S.IJ. geweest zijn) lang over Steven 68 voeten, wijd binnen de huid 16 voeten 7 duimen, hol, in het ruim, op zijn uitwatering, 6 voeten, alles Amsterdamse maat, met Rondhout, Staand en Lopend want, Ankers, Touwen en Zeilen, liggende in de Scheepmakershaven, bij de Grote Wijnbrugstraat; breder bij Inventaris en nader onderrigting bij bovengemelde makelaars.
Rotterdamsche Courant 23 april 1833114
Rotterdam, 22 april. Volgens brief van kapt. S.Y. Parma, voerende het schip ASTRA, van Amsterdam naar de Kaap de Goede Hoop en Batavia, in de Rio-Janeiro de 14e januari, was hij, na onder de linie (opm: de evenraar) door storm te zijn opgehouden, de 5e dito aldaar in goede staat binnengelopen. Van de vijandelijkheden tegen Nederlandse schepen onderricht zijnde, had hij besloten om de reis naar de Kaap de Goede Hoop niet voor te zetten maar nadere berichten af te wachten.
Rotterdamsche Courant 10 oktober 1833114
Het schip ASTREA, kapt. S.Y. Parma, van Amsterdam naar Batavia, te Rio-Janeiro binnen, heeft de 1e augustus de reis voortgezet.
Rotterdamsche Courant 26 november 1833114
Rotterdam, 25 november. Aan de Kaap de Goede Hoop is aangekomen J.M. Besant van Rio-Janeiro met het naar de Kaap de Goede Hoop bestemde gedeelte der lading van de te Rio-Janeiro binnengelopen brik ASTREA, kapt. S.Y. Parma, van Amsterdam naar de Kaap de Goede Hoop en Batavia.
Handelsblad, 05 december 1834
J.BOELEN, Makelaar, zal op Maandag den 15den December 1834, des Avonds ten 6 Ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg, aan het Y, verkoopen: een extra ordinair Welbezeild Gekoperd Nederlandsch BRIKSCHIP, genaamd ASTREA, laatst gevoerd door Kapt. S.Y PARMA, volgens Nederl. Meetbrief lang 23 ellen 96 duimen, wijd 4 ellen 90 duimen, hol 3 ellen 91 duimen, en alzoo gemeten op 108 lasten of 204 tonnen. Breeder bij den Inventaris en berigt bij bovengenoemde Makelaar.
Handelsblad 17 december 1834
Verkooping van Schepen. In de Nieuwe Stads-Herbeg, aan het IJ. Maandag 15 December 1834. No 1 Het gekoperd Brikschip Astrea, kapt. S.IJ.Parma f 6350. In slag f 650,-. Opgehouden.
Amsterdamsche Courant 07 augustus 1844
Portsmouth, 2 augustus. Het schip de STAD ZWOLLE, kapt Parma, van Suriname naar Amsterdam, is alhier lek en met verlies van zeilen en verschansingen binnengelopen.114
Amsterdamsche Courant 15 november 1844
Portsmouth, 10 november. Het schip de STAD ZWOLLE, kapt. Parma, van Suriname naar Amsterdam, alhier lek en met schade binnengelopen, heeft heden, na geëindigde reparatie, de reis voortgezet. (opm: 15 november bij Texel binnengekomen).marhisdata.
Aktenummer: 1844-s12, 23-12-1844
“Extract uit het journaal, gehouden aan boord van het Nederlandse galjootschip “De Stad Zwolle”, gevoerd door Sikke IJsbrands Parma, op een reis van Amsterdam naar Suriname, liggende op dat moment op de rivier van Suriname. Op woensdag 24 april 1844, ’s middags om ca. drie uur, overleed na een kortstondige ziekte, de bootsman Watze Mulder Mooij, oud 28 jaren, van Oude Pekela.
(Was getekend): J.P.Hoogsteede, stuurman, W.Halbertsma, onderdo. en S.IJ.Parma, gezagvoerder.”115
Geen dagblad genoteerd.
H.J.RIETVELD, Makelaar, zal op Maandag den 5den Mei 1845, des Avonds ten 6 ure precies, In de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ, alhier ten overstaan van eenen daartoe bevoegden Beambte Verkoopen: Een extra ordinair welbezeild gezinkt DRIEMAST GALJOOTSCHIP, genaamd de Stad Zwolle, gevoerd door Kapitein S.Y PARMA en varend onder Nederlandsche Vlag, volgens Nederlandsche Meetbrief lang 29 Ellen, 45 Duimen, wijd 6 Ellen 33 Duimen, hol 2 Ellen 95 Duimen, en alzoo gemeten op 129 Lasten of 244 Tonnen. Breeder bij Inventaris en Berigt bij bovengemelden Makelaar of bij de Cargadoors HOYMAN en SCCHUURMAN, alhier.
Hermanus van der Vegte J.Hzn en Wolter Wagter Smitt, beide te Zwolle, verkochten hun galjoot STAD ZWOLLE op 5 mei 1845 bij openbare verkoping. Daarop voer als gezagvoerder S.Y. Parma. (Info Lindenborn, 2008)
Aan Den Hoog Edel Gestrenge Heere Comissaris Generaal tot de Zaken der financiën van de Verenigde Nederlanden
Geeft vererentlijk te kennen Jan Dirks Gorter, wonende te Sneek,
Dat hij Suppliant zijnde meede reeder in en boekhouder van het Schip genaamd De Jonge Dirk, gebouwd te IJlst in Vriesland, gevoerd door Schipper Sikke IJsbrands Parma, leggende te Workum, verlangt voor hetzelve te obtineeren een Zeebrief, ten welke eene hij Suppliant bij deze is overleggende een legaal bewijs van eigendom en de meetbrief
Weshalve zo keert hij Suppliant zich door deze tot Uw Hoog Edel Gestrengen, vererentlijk verzoekende dat het Hoogst dezelve goedgunstelijk behage moge voor het gezegde schip te verlenen, en te doen afgeven de vereischte Zeebrief
Het welk diende de volgt een ondertekening
Request van Jan Dirks Gorter, wonende te Sneek,
verzoekende een Zeebrief voor het Schip genaamd De Jonge Dirk, gebouwd te IJlst in Vriesland, gevoerrd door Schipper Sikke IJsbrands Parma leggende te Workum.
S’Hage en 16 Maart 1814 volgt een ondertekening
Aan de hand van de zeebrieven maken we lijsten van scheepsnamen resp. kapiteinsnamen resp. boekhouders uit de periode 1813 / 1839.
We werken momenteel aan 1819-1824 waarvoor in het N.A. in Den Haag nog een paar honderd dozen moeten worden nageplozen. De vorige week waren we daar – over de dag verspreid – met maar liefst zes mensen mee bezig, en verwerkten (dwz zoeken van de aanvraag zeebrief en fotograferen voor latere verwerking door typisten of de researchers) per persoon ongeveer 4 dozen op een dag. Op diezelfde dag zaten in de KB ook nog twee ‘van ons’ om de Rotterdamsche Courant van 1827 resp 1829 te lezen tbv de kronieken.
Hieronder vind je de Parma’s voor zover ze momenteel in een door Marien bijgehouden Excel verzamellijst staan. De eerste datum is de uitgifte van de zeebrief. De JONGE NICOLAAS staat hier nog niet op
1835-09-22
|
DRIE GEBROEDERS
|
|
Harpen & Zoon, A.L. van
|
Amsterdam
|
Parma, S.IJ.
|
1837-03-21
|
DRIE GEBROEDERS
|
|
Insinger & Co.
|
Amsterdam
|
Parma, S.Y
|
Algemeen Handelsblad 30 juni 1841114
Advertentie. H.J. Rietveld, D.F. Stieven, C. Ament en J. Schutte Hoyman, makelaars, zullen ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, op maandag 26 juli 1841, des avonds ten zes ure, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ te Amsterdam, presenteren te verkopen een extra ordinair welbezeild gekoperd barkschip, genaamd ALCYON, gevoerd door kapt. H.G. Bergveld; volgens meetbrief lang 25 el 60 duimen, wijd 4 el 13 duim, bol 4 el 25 duim en alzo gemeten op 200 tonnen of 106 lasten. Liggende aan de werf het Witte Kruis, in de Kleine Kattenburgerstraat alhier en breder bij inventaris omschreven. (opm: voor NLG 6.200 binnen Amsterdam verkocht; nieuwe naam AURORA, nieuwe kapitein S.IJ. Parma)
Surinaamsche Courant 06 februari 1842