1828
Op 1 mei 1828 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de RIBBLE, aangevraagd door J. Clegg & Brother, Antwerpen, voor J.E. Beekman als kapitein.
Op 22 mei 1828 werd een Turkse Pas verstrekt voor de RIBBLE, aangevraagd door J. Clegg & Brother, Antwerpen, voor J.E. Beekman als kapitein.
RC 190628
Rotterdam, 18 juni. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild NEPTUNES, kapt. F. van der Steen, PROVIDENTIA, kapt. J. Potter en CATHARINA, kapt. J. van der Schuyt, naar Londen; DE JONGE RENTE, kapt. W.K. Huisman, THERESIA, kapt. L.J. Besseling en PAULINE, kapt. J. Joosens, naar Liverpool; DE RIBBLE, kapt. J.E. Beekman (opm: J. Beckman), naar Batavia;
JC 181028
Batavia, 15 oktober. Heden arriveerde alhier de brik RIBBLE, kapt. J.E. Beckman, de 13 juni vertrokken van Antwerpen.
1829
RC 250429
Rotterdam, 24 april. Te Antwerpen zijn gearriveerd RIBBLE, kapt. Beckman, van Batavia en CAROLINA, kapt. Melschers, van Buenos Aires.
Op 6 juli 1829 werd een Turkse Pas verstrekt voor de RIBBLE, aangevraagd door J. Clegg & Brother, Antwerpen, voor J.E. Beekman als kapitein.
Op 15 juli 1829 werd een Turkse Pas verstrekt voor de RIBBLE, aangevraagd door James Clegg & Brother, Antwerpen, voor J.E. Beekman als kapitein, verzoekende dat het verleende Turks Paspoort onder eedaflegging en borgstelling van Edmund Clegg mag worden uitgereikt.Bij resolutie aan den heer Gouverneur van Antwerpen ter beschikking of om consideratien en advies.
JCPB 1829
Bewegingen van de RIBBLE, zoals door de heer Van Coolput overgenomen:
Uit Antwerpen vertrokken 15 juli 1829 naar Batavia
Te Batavia aangekomen 14 november 1829
1830
Bewegingen van de RIBBLE onder kapt. Jan Beckman, zoals door de heer Van Coolput overgenomen uit de JCPB:
Uit Batavia en Soerabaja in Vlissingen aangekomen op 3 mei 1830; te Antwerpen op 5 mei 1830, met een lading bestaande uit koffie, suiker en indigo.
Uit Antwerpen vertrokken 6 oktober 1830 naar Batavia.
Op 20 september 1830 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RIBBLE, aangevraagd door J. Clegg & Brother, Antwerpen, voor J.E. Beekman als kapitein.
België:
Na de opstand der Belgen decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen ‘welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk te huis behoren’ de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken. Dit betrof 196 schepen. Voor de RIBBLE had dit geen onmiddellijke consequenties omdat het schip drie weken daarvoor het land had verlaten om in Liverpool te laden voor het Verre Oosten.
1831
JC 280531
Batavia, 26 mei. Den 26 mei arriveerde alhier het schip de GEZUSTERS, kapt. J. Ingerman, met 5 passagiers en 100 man koloniale zeelieden, den 24 november vertrokken van Amsterdam, de brik JEANETTE, kapt. F.T. Hoed, den 17 november vertrokken van New York en de brik RIBBLE, kapt. J.E. Beckman, met een passagier, den 10 januari vertrokken van Liverpool.
JC 011031
Te Batavia aangekomen schepen:
Den 28 september: Zr.Ms. roei-kanonneerboot No.8, luit. ter zee 2e klasse G. Banse, van station no.1; Zr.Ms. roei-kanonneerboot No. 9, opperstuurman A. Beijer, van een kruistocht om de oost; brik RIBBLE, kapt. J.E. Beckman, terug van het eiland Onrust;
AH 081031
Den 28 mei lagen ter rede van Batavia Zr.Ms. korvetten ANNA PAULOWNA, DE LEIJE en POLLUX. De Hollandse schepen DE JONGE JAN, kapt. Bonn, de IJSTROOM, kapt. A.F. Oosterlo, DE DRIE MARIA'S, kapt. Glazener, DE ONDERNEMING, kapt. J. Middel, ASTREA, kapt. C. Brandligt, JEANETTE, kapt. F.P. Hoedt en RIBBLE, kapt. Beckman.
1832
RC 260432
Rotterdam, 25 april. Den 23 dezer, des namiddags, arriveerden te Hellevoetsluis MARIA CORNELIA, kapt. H.H. Voss, van Rostock; ELIZA, kapt. C. Davey, van Suriname; RIBBLE, kapt. J.C. Beckman, van Batavia, laatst van Cowes;
De verbouwing van brik naar bark moet in mei - augustus 1832 in Rotterdam hebben plaatsgevonden: als brik lag de RIBBLE 9/1831 in Batavia en kwam 4/1832 in Rotterdam. In 8/1832 lag hij in Rotterdam als bark onder belading.
Op 7 mei 1832 werd de zeebrief van de RIBBLE, kapt. J.E. Beekman, door de gouverneur van Zuid Holland naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip behoort in Antwerpen thuis’, waarna op 7 mei royement volgde. J. Clegg & Brother verplaatste daarop de zetel van zijn rederij van Antwerpen naar Rotterdam opdat men van de relatief hoge vrachten van de Nederlandsche Handel-Maatschappij kon gebruikmaken.
Op 20 juli 1832 werd voor de RIBBLE een nieuwe Nederlandse zeebrief aangevraagd door James Clegg & Brother, Rotterdam, voor S. van Delden als kapitein. Deze aanvraag werd in advies genomen: difficulteren. Kennelijk was Den Haag nog niet overtuigd nu met een Nederlands schip temaken te hebben, zodat nader bewijs werd verlangd.
RC 280832
Advertentie - Te Rotterdam liggen in lading:
- Naar Batavia, het Nederlands gekoperd barkschip RIBBLE, kapt. Steven van Delden (opm: Azn), mede voor passagiers, waarvoor hetzelve goede inrichting heeft, om medio september aanstaande te vertrekken.
Op 31 augustus 1832 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RIBBLE, aangevraagd door James Clegg, Rotterdam, voor S. van Delden als kapitein.
RC 080932
Advertentie - Te Rotterdam liggen in lading naar Batavia, mede voor passagiers:
- Het Nederlands gekoperd barkschip RIBBLE, kapt. S. van Delden; vertrekt 12 september.
1833
JC 290133
Batavia, 27 januari. Gisteren is alhier gearriveerd de bark RIBBLE, kapt. S. van Delden, de 22 september vertrokken van Rotterdam, en heden de brik PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. J. Hilbrands, met een passagier, de 6 september vertrokken van Baltimore.
RC 250633
Rotterdam, 24 juni. De 23e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis RIBBLE, kapt. S. van Delden.
RC 130833
Advertentie. Naar Batavia liggen in lading, mede voor passagiers:
Het Nederlands gekoperd barkschip RIBBLE, kapt. S. van Delden Azn.
Het Nederlands gekoperd fregatschip BATAVIER, kapt. J. Joossens.
Adres ten kantore van Hudig & Blokhuyzen en Kuyper, Van Dam & Smeer.
RC 121033
Rotterdam, 11 oktober. De 10e, des morgens, zeilde RIBBLE, kapt. S. van Delden, naar Batavia.
RC 051133
De schepen RIBBLE, kapt. S. van Delden Azn., van Rotterdam naar Batavia, EDAMS WELVAREN, kapt. H. Rolff, van Amsterdam naar Suriname en HET VERTROUWEN, kapt. B.J. Bakker, van Rotterdam naar Bordeaux, alle drie te Ramsgate binnen, hebben de 27e oktober hun reizen voortgezet.
1834
JC 150234
Batavia, 13 februari. De 11e dezer is alhier aangekomen het fregat HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens, met enige passagiers, de 28e oktober vertrokken van Rotterdam; de 12e dezer de bark RIBBLE, kapt. S. van Delden, de 10e oktober vertrokken van Rotterdam, en heden het fregat IMMAGONDA SARA CLASINA, kapt. H. Zoetelief, de 9e oktober vertrokken van Amsterdam.
DC 120434
Dordrecht, 11 april. Van de 46 Belgische koopvaardijschepen, die, vanaf de uitbarsting der Belgische revolutie tot op heden, de stad Antwerpen voorgoed hebben verlaten, en thans de Nederlandse vlag voeren, varen deze 14 naar Amsterdam:
de FELICITAS, de DILIGENCE, de ROSALIE, de SURINAME, de EUGENIE, de MATHILDE, de AUGUSTIN, de JOSEPH, de PRESIDENT SCHIMMELPENNINCK, de DIANA, de GRAAF BAILLET, de NATALIE, de JONGE PIETER, de STAD BRUGGE.
En de navolgende 32 naar Rotterdam: de INDIAAN, de JAVA, de PRINS VAN ORANJE, de DE COCK, de ELISA, de VASCO DE GAMA, de EMANUEL, de BATAVIER, de ERASMUS, de MARIA, de MARGARETHA, de MALEYR, de BATAVIER, de PRINS FREDERIK, de MARIA THERESIA, de ANNA HELENA, de STAD ’s-GRAVENHAGE, de GENERAAL CHASSÉ, de SUMATRA, de BELLONA, de ANJER, de RIBBLE, de KOOPHANDEL, de SCHELDE, de APOLLO, de AVENTURE, de JULIANA, de VIJF GEBROEDERS, de PHENOMENE, de MACASSAR, de VAN DER WERVE, de ORTELIUS.
DC 280634
Hellevoetsluis, 25 juni. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: RIBBLE, kapt. S. van Delden, Az., van Batavia;
Op 30 juli 1834 werd de eerste zeebrief (bedoeld wordt nieuwe) verstrekt voor de RIBBLE, aangevraagd door J. Clegg & Brother, Rotterdam, voor D.H. de Boer als kapitein.
RC 260834
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading naar Batavia, mede voor passagiers.
Het Nederlands gekoperd barkschip de RIBBLE, kapt. D.H. de Boer, om in het begin van september te zeilen.
DC 230934
Hellevoetsluis, 19 september. Den 21 dito. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: VIER GEBROEDERS, kapt. A.J. Bakker, van St. Davids; en zeilden naar zee: NEÉRLANDS KONING, kapt. A. Schaap; RIBBLE, kapt. D.H. de Boer, beiden naar Batavia.
1835
JC 210135
Te Batavia zijn aangekomen: de 19e januari de Nederlandse bark RIBBLE, kapt. D.H. de Boer, van Rotterdam de 20e september;
RC 050535
Rotterdam, 4 mei. Kapt. H.B.C.H. Ruysch, te Helvoetsluis binnen, rapporteert gepraaid te hebben, bij het afzeilen van de rede van Batavia, onder Kuiperseiland, de schepen HET ZEEPAARD, kapt. Drent en DE NEDERLANDEN, kapt. Spleed; de 6e januari, op 13º09’ ZB 97º OL het schip RIBBLE, kapt. De Boer en de 31e maart, op 22º18’ NB 40º24’ WL het schip DE VIER GEBROEDERS, kapt. Jaski.
RC 110735
Rotterdam, 10 juli. Volgens rapport is voor de wal met loodsen aan boord de bark RIBBLE, kapt. D.H. de Boer, van Batavia.
RC 140735
Rotterdam, 13 juli. De 10e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis RIBBLE, kapt. D.H. de Boer, van Batavia;
RC 080935
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading naar Batavia:
met uitmuntende inrichtingen voor passagiers, het nieuwe gebouwd en gekoperd Nederlands fregatschip MARY EN HILLEGONDA, kapt. H. Glazener mede voor passagiers, het Nederlands gekoperd barkschip RIBBLE, kapt. D.H. de Boer, om de 22e september te vertrekken.
Adres ten kantore van Hudig en Blokhuyzen en Kuyper, Van Dam en Smeer.
Op 28 september 1835 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RIBBLE, aangevraagd door J. Clegg & Brother, Rotterdam, voor B.H. Meijershoff als kapitein.
RC 201035
Rotterdam, 19 oktober. De 17e dezer, des morgens, RIBBLE, kapt. B.H. Meyerhof en DE VIJF GEBROEDERS, kapt. C. van der Hoeven, naar Batavia;
1836
JC 060235
Batavia, 5 februari. Alhier zijn aangekomen: de 3e februari het Nederlandse schip (opm: fregat) de TWEE CORNELISSEN, kapt. S. Veenstra, met twee passagiers, de 20e oktober van Amsterdam vertrokken, en de Nederlandse bark RIBBLE, kapt. B.H. Meijerhoff, met een passagiers, de 17e oktober van Rotterdam vertrokken, en bij het eiland Onrust de Nederlandse stoomboot WILLEM DE EERSTE, kapt. H. Blad, de 7e oktober van Texel vertrokken.
DC 250836
Advertentie. H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam, en F.N. Montauban van Swijndregt, makelaars te Rotterdam, zijn van mening op dinsdag 6 september 1836, ten 6 ure namiddags, in het lokaal op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk A. no, 458, te veilen en verkopen het snelzeilend Nederlands barkschip, genaamd RIBBLE, gevoerd bij kapt. B.J. Meijerhoff, volgens meetbrief lang 27,90 el, wijd 4,73 el, hol 3,99 el, en alzo groot 234 tonnen, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, ketting, touwen en verdere inventaris, zo als hetzelve is liggende in de Scheepmakershaven, nabij de Glashaven, te Rotterdam.
(opm: als brik JAVA PACKET in Antwerpen in 1828 van stapel gelopen en verdoopt in RIBBLE, thuishaven Antwerpen; na vertuiging tot bark in 1832 door haar eigenaren onder Nederlandse vlag gebracht; in 1836 voor NLG 11.600 verkocht, scheepsnaam nu VLASHANDEL, kapt. H.H. Uil)
Op 17 september 1836 werd de zeebrief van de RIBBLE, kapt. B.H. Meijershoff, door de Ontvanger te Rotterdam naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verkocht’, waarna op 19 september royement volgde.
Op 28 september 1836 werd de eerste (bedoeld wordt nieuwe) verstrekt voor de VLASHANDEL, aangevraagd door E. & S. & C. St. Martin, Rotterdam, voor H.H. Uil als kapitein.
RC 171236
Te Rotterdam ligt in lading, naar Batavia, het Nederlands nieuw gekoperd barkschip VLASHANDEL, gevoerd door kapt. H.H. Uil; hebbende zeer goede inrichtingen voor passagiers. Adres ten kantore van Hudig en Blokhuyzen en Kuyper, Van Dam en Smeer.
1837
RC 030137
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:
Batavia: het nieuw gekoperd Barkschip VLASHANDEL, kapt. H.H. Uil.
Idem: het Barkschip FACTORY, kapt. J. Parlevliet.
Beide schepen hebben zeer goede inrichtingen voor passagiers.
Adres ten Kantore van Hudig en Blokhuyzen, en Kuyper, Van Dam en Smeer
RC 020337
Rotterdam, 1 maart. Den 1 maart zeilden JACOBUS, J. Lourens, NICKERIE, J. Bunnemeyer, VLASHANDEL, H.H. Uil, HARMONIE, B.J. Mulder, FACTORY, J. Parlevliet en CATHARINA, F. Rietmeyer naar Batavia,
RC 141037
Rotterdam, 13 oktober. In de Javasche Couranten tot den 21 juni vindt men het volgende:
Straat Sunda doorgezeild het Nederlands schip VLASHANDEL, van Rotterdam naar Batavia.
RC 231137
Rotterdam, 22 november. Den 22 arriveerde VLASHANDEL, H. Uil, van Batavia.
1838
JC 150838
Batavia, 13 augustus. Heden zijn hier aangekomen het Nederlandse schip BATAVIER, kapt. J.F. Scharper, met twee passagiers, vertrokken van Rotterdam de 22e april, het dito schip VLASHANDEL, kapt. H.H. Uil, met een passagier, vertrokken van Rotterdam de 22e april, en het dito schip ANNA CATHARINA, kapt. P. Bakker, met een passagier, vertrokken van Amsterdam de 14e april.
1839
DC 150139
Hellevoetsluis, 13 januari. Heden arriveerden, onder meer anderen, de schepen VLASHANDEL, kapt. H.H. Uil, en ROTTESTROOM, kapt. B.H. Kuiper, beide van Batavia.
PGC 180139
Kapt. Uil, voerende het schip VLASHANDEL, van Batavia te Helvoet binnen, heeft op 15 januari op de hoogte van Wight gepraaid het schip de BROEDERTROUW, kapt. Hazewinkel, van Batavia naar Dordrecht.
Op 7 maart 1839 werd een nieuwe verstrekt voor de VLASHANDEL, aangevraagd door E. & S. & C. St. Martin, Rotterdam, voor H.H. Uil als kapitein.
DC 171239
Dordrecht, 16 december. Door kapt. H.H. Uil, voerende het schip (opm: bark) de VLASHANDEL, van Batavia in Hellevoetsluis binnen, is gepraaid de 13e november op 16º54’ N.B. en 32º22’ W.L. het schip de ZWAAN, kapt. C.J. van Driesten, van Dordrecht naar Suriname.
1840
ZP 270240
Het schip de VLASHANDEL, kapt. Uil, van Rotterdam naar Batavia, is de 21ste februari met schade aan het roer te Cowes binnengelopen. (zie ZP 050340)
ZP 050340
Het schip DE VLASHANDEL, kapt. Uil, van Rotterdam naar Batavia, met schade te Cowes binnengelopen – zie ons nommer van de 27 februari j.l. – heeft de 29e februari de reis weder voortgezet.
1841
LP 180141
Dover, 11 januari. De Nederlandse driemaster (opm: bark) VLASHANDEL, kapt. H.H. Uil, op 10 september laatstleden van Tjilatjap (Java) naar Rotterdam vertrokken, is 15 september noodgedwongen de rede van Batavia aangelopen omdat het schip vier voet per uur water maakte als gevolg van een stranding waarbij het langs een rots was geschuurd. De lading moet aan wal worden gebracht en het schip moet naar de werf op het eiland Onrust om zijn koperen beplating weg te halen en de noodzakelijke reparaties te kunnen verrichten.
RC 040241
Rotterdam, 3 februari. Het schip DE VLASHANDEL, kapt. H.H. Uil, van Tjilatjap naar Rotterdam, te Tjilatjap lek uit zee terug, is, volgens brief van Batavia van de 14e oktober, de 7e dito van Tjilatjap naar Soerabaya vertrokken, om te repareren; men vreesde voor schade aan de lading.
RC 060341
Rotterdam, 5 maart. Het schip DE VLASHANDEL, kapt. H.H. Uil, van Tjilatjap naar Rotterdam, te Tjilatjap met schade uit zee terug en van daar naar Soerabaya vertrokken, is volgens brief van Batavia van de 4e november, de 25e oktober te Soerabaya aangekomen om te repareren.
RC 290641
Advertentie. A. Herdenberg, J. Witkamp, A.C. Dalen, J. Sinderam en L.J. Plemp van Duiveland, makelaars te Rotterdam, zijn van mening, als last hebbende van hun meesters en voor rekening van assudeuren, na gedane aangifte conform de wet, op vrijdag de 2e juli 1841, des voormiddags ten elf ure, in het Huis der Notarissen aan de Gelderschekade, publiek te verkopen: circa 3.000 balen Java koffie, allen minder en meerdere door zeewater beschadigd, alhier van Batavia aangebracht per het schip DE VLASHANDEL, kapt. H.H. Uil en dat bij kavelingen, zo als die zijn liggende op een zolder van het pand Hubert, wijk A, no. 89, alwaar dezelve daags vóór en op de verkoopdag voor een ieder te zien zullen zijn. Nadere onderrichting bij bovengemelde makelaars.
1842
Op 29 juli 1842 werd een nieuwe verstrekt voor de VLASHANDEL, aangevraagd door E. & S. & C. St. Martin, Rotterdam, voor P.L. du Pain als kapitein.
1843
MCO 200543
Middelburg, den 13 mei. Door kapitein Giltjes is den 9 april l.l. gepraaid, op 3 gr. 39 min. N. breedte en 22 gr. 25 min. W. lengte het barkschip de VLASHANDEL, kapitein Dupain (opm: kapt. P.L. du Pain), van Rotterdam; was den 13 januari van Batavia gezeild.
1844
JC 100244
Batavia, 7 februari. Gisteren zijn hier aangekomen de Nederlandse bark MERCATOR, kapt. M. Korteland, de 2e november van Schiedam vertrokken, en dito bark VLASHANDEL, kapt. P.L. Dupain, de 24e januari van Manila vertrokken.
DC 010844
Dordrecht, 31 juli. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn de volgende 12 schepen voor de maand augustus bevracht, te weten:
Voor Amsterdam: SARA MARIA, DOROTHEA, MARGARETHA SIMONETTA, NEPTUNUS, AMPHITRITE en CERAM van Dordrecht.
Voor Rotterdam: NOVA-ZEMBLA, ROTTERDAM, TWEE ANTHONY’S en GENERAAL
BARON VAN GEEN van Dordrecht.
Voor Dordrecht: VLASHANDEL van Rotterdam.
Voor Middelburg: KONING WILLEM II.
Op 2 augustus 1844 werd een nieuwe verstrekt voor de VLASHANDEL, aangevraagd door E. & S. & C. St. Martin, Rotterdam, voor P.L. du Pain als kapitein.
JC 251244
Batavia, 23 december. De 20e dezer zijn hier aangekomen de Nederlandse bark JEANNETTE PHILIPPINA, kapt. N. Rademaker, de 19e september van Amsterdam vertrokken, en de dito bark VLASHANDEL, kapt. P.L. Dupain (opm: P.L. du Pain), de 23e september van Rotterdam vertrokken.
1845
DC 130545
Dordrecht, 12 mei. Aan deze stad is gearriveerd: het schip VLASHANDEL, kapt. Dupain, van Batavia, met koffie en suiker.
1846
DC 300446
Dordrecht, 29 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende schepen, als:
Voor Rotterdam: BANCA, kapt. B.C. ten Ham; JOHANNES MARINUS, kapt. J. van Delft Cz.; AMBOINA, kapt. J. Lourens; BEURS VAN ROTTERDAM, kapt. W.C. Veenstra; VLASHANDEL, kapt. P.L. Dupain; INDIA, kapt. D. Charlau; PRINSES SOPHIA, kapt. J.H. Pellenwessel; PROTEUS, kapt. Radijs; PRINS VELDMAARSCHALK, kapt. M. van Velthoven; MAASSTROOM, kapt. H. Schut; MOSAMBIQUE, kapt. T.J.J. Bouman; GENERAAL VAN DEN BOSCH, kapt. A. Plokker; ADMIRAAL ZOUTMAN, kapt. H.G. Hinrichs; ROTTERDAM, kapt. P. Vis; KORTENAAR, kapt. B.P. Martens.
JC 300946
Batavia, 28 september. Gisteren is hier aangekomen de Nederlandse bark VLASHANDEL, kapt. P.L. Dupain, vertrokken van Rotterdam de 4e juni.
1847
AH 070147
Het schip (opm: bark) VLASHANDEL, gezagvoerder P.L. Dupain, is op den 27ste september met een gedeelte van het drijvend droog dok, behouden ter rede van Batavia aangekomen.
Op 31 maart 1847 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VLASHANDEL, aangevraagd door E. & S. & C. St. Martin, Rotterdam, voor P.L. du Pain als kapitein.
1849
Op 7 maart 1849 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VLASHANDEL, aangevraagd door N.F. Hoek, Rotterdam, voor zichzelf als kapitein.
1850
AH 060550
Hong Kong, 5 maart. Uitgezeild VLASHANDEL (opm: bark), kapt. N.F. Hoek, naar Singapore.
JC 030750
Batavia. Schepen liggende ter rede.
Zr.Ms. korvet NEHALENNIA, stoomschepen PHOENIX, schoener KAMELION, Gouv. schoener HAAI, Ned. schepen BATAVIER, MARSOEK, NEHALENNIA, barken DE NEDERWAARD, VLASHANDEL,
OHC 250950
Amsterdam, 24 september. Den 20ste juli heeft van Batavia na volbrachte reparatie de reis voortgezet het schip (opm: bark) de VLASHANDEL, kapt. Hoek, van Singapore naar Triëst.
1851
Op 26 augustus 1851 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VLASHANDEL, aangevraagd door E. & S. & C. St. Martin, Rotterdam, voor N.F. Hoek als kapitein.
NRC 210851
Rotterdam, 20 augustus. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende drie schepen, als:
Voor Amsterdam: VIER GEBROEDERS, kapt. M. de Wijn, en REMBRANDT VAN RHIJN, kapt. R. Grivel.
Voor Rotterdam: VLASHANDEL, kapt. N.F. Hoek.
1852
NRC 180552
Batavia 27 maart. Het barkschip RIJSWIJK, kapt. Bijl, van Californië, kwam lek aan en is naar Soerabaya vertrokken om te timmeren. Ook de NEERLANDS KONINGIN, kwam lek van Banjoewangie (opm: Banyuwangi) alhier aan, heeft zijn lading gelost en is daarna mede naar Soerabaya vertrokken om te timmeren. Het barkschip VLASHANDEL ligt mede aldaar in reparatie.
NRC 190552
Batavia, 27 maart. Het barkschip VLASHANDEL ligt te Soerabaija in reparatie.
1853
NRC 141153
Batavia, 25 september. In grote schepen is ruimte naar Engeland tot GBP 2.2 à GBP 2.10 te bekomen, terwijl schepen van middelbare grootte nog steeds een goed emplooi vinden. Naar San Francisco werd een schip bevracht tot $ 20 per ton. De LIMA is van Sjanghai aangekomen en laadt voor Hamburg via Kaapstad. De PREUSSISCHER ADLER mede van daar aangekomen, is nog zonder bestemming en de CLARA ANNA MURIA, die ook van Sjanghai arriveerde, laadt voor Batavia, waarheen de BERNHARD HERTOG VAN SAXEN WEIMAR eerdaags zal vertrekken. De VLASHANDEL gaat naar Manilla terug en de MACHTILDA CORNELIA lost een lading kolen te Hong Kong. Het Zweedse schip EXCELLENT wordt ter bevrachting aangeboden.
1854
NRC 300354
Batavia, 10 februari. Scheepsvrachten. Aanvankelijk bleven de arrivementen sedert ons vorig bericht traag en souteneerden (opm: handhaafden) de vrachten zich. Sedert een paar dagen arriveerden enige onbevrachte bodems en werden daardoor lagere offertes geaccepteerd. Onderstaande bevrachtingen kunnen wij ditmaal vermelden: de POLLUX, reeds vroeger gecharterd, NLG 125 naar Amsterdam voor suiker te laden te Tagal, Samarang en Soerabaija (opm: Tegal, Semarang en Surabya); de VLASHANDEL te Soerabaija NLG 120 voor suiker naar Rotterdam, de HOLLAND te Samarang NLG 120 voor suiker alhier en NLG 110 voor rijst naar idem;
NRC 050954
Advertentie. De makelaars H.F. en W.H. Montauban van Swijndregt en F. & W. van Dam te Rotterdam zijn van mening, als lasthebbende van hunne meesters, op dinsdag de 19e september 1854, des middags ten 12 ure, in de zaal op de Scheepmakershaven, wijk 1, No. 499, publiek te verkopen: het extra snel zeilend Nederlands gekoperd en kopervast barkschip VLASHANDEL, laatst gevoerd door kapt. N.F. Hoek, volgens meetbrief 27 el 80 duim, wijd 5 el 5 duim, hol 4 el 1 duim (opm: 27,80 x 5,05 x 4,01 m.) en alzo groot 250 tonnen, met al deszelfs staand en lopend want, ankers, kettingen, touwen en verdere scheepsgereedschappen, zo als hetzelve is liggende in de Haringvliet, zuidzijde, binnen deze stad.
In september 1854 werd de zeebrief van de VLASHANDEL, kapt. N.F. Hoek, door de Ontvanger te Rotterdam naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip is gesloopt’, waarna op 25 september royement volgde.
Adrianus van de Weg, scheepssloper te Dordrecht, moet zich hebben bedacht en heeft de bark in december 1855 alsnog verkocht. Op 23 maart 1855 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JOHANNA WILHELMINA, aangevraagd door A. Sandberg, Dordrecht, voor H.D. de Groot als kapitein.
1855
NRC 030155
Lijst van Nederlandse schepen welke in het jaar 1854 verongelukt, verbrand, afgekeurd, gesloopt of vermist zijn.
VLASHANDEL, kapt. N.F. Hoek.
(opm: de bark VLASHANDEL, bouwjaar 1828, werd gekocht door een sloper, maar kwam in maart 1855 als JOHANNA WILHELMINA onder kapt. H.D. de Groot toch weer in de vaart)
AH 070655
Wilmington, 17 mei. Binnengekomen JOHANNA WILHELMINA, kapt. H.D. de Groot, van Dordrecht.
1856
AH 180456
Montevideo, 5 februari. Binnengekomen JOHANNA WILHELMINA (opm: bark), kapt. H.D. de Groot, van Cadix.
1857
Op 9 maart 1857 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JOHANNA WILHELMINA, aangevraagd door A. Sandberg, Dordrecht, voor N. Lange als kapitein.
GRC 030457
Helvoet, 29 maart. Vertrokken JOHANNA WILHELMINA, kapt. N. Lange, naar Noorwegen.
1859
NRC 161059
Texel, 15 oktober. Aangekomen JOHANNA WILHELMINA, kapt. N. Lange, van Frederikstad.
Op 18 oktober 1859 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JOHANNA WILHELMINA, aangevraagd door N. Lange, plaatsnaam en kapitein niet vermeld.
AH 091159
Advertentie. Uit de hand te koop: Het snelzeilend kopervaste barkschip JOHANNA WILHELMINA, groot 249 tonnen, liggende te Nieuwe Diep. Te bevragen bij de makelaars Boekhout Vincke aldaar en te Amsterdam, alsmede bij de reders Sandberg & Van Der Slik, Dordrecht. (opm: voor de bark, in 1828 als brik gebouwd, werd op 21 februari 1860 t.n.v. kapt. A. Sandberg nog wel een nieuwe zeebrief afgegeven, maar het schip ging niet weer naar zee en werd voorjaar 1860 verkocht voor de sloop, zie ook JB 080960)
1860
Op 21 februari 1860 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JOHANNA WILHELMINA, aangevraagd door A. Sandberg, Dordrecht, voor E.R. Sandberg als kapitein.
JB 080960
Lijst van Nederlandse schepen in het eerste Semester 1860 uit de grote vaart geraakt:
In Nederland gesloopte schepen:
CORNELIA (opm: CAROLINA) |
De Best |
442 |
gebouwd anno 1838 |
PRESIDENT RAM |
Ulrich |
320 |
gebouwd anno 1839 |
JAVA KOERIER |
Diepering |
286 |
gebouwd anno 1840 |
JOHANNA WILHELMINA |
Lange |
132 |
gebouwd anno 1828 |