1827
RC 030527
Advertentie Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Suriname, het Nederlands brikschip MARIA AGNITA, kapt. Paulus Rijnbende, ligt gereed.
Naar Suriname, het nieuw gebouwd en gekoperd Nederlands schooner-barkentijnschip MARIA, kapt. Frans van Ginkel.
Adres ten kantore van Kuijper, van Dam en Smeer.
Op 29 mei 1827 werd de eerste zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door C. & A. Vlierboom, Rotterdam, voor kapt. F. van Ginkel.
RC 070727
Rotterdam, 6 juli. De 5e, des morgens, zeilde van Helvoetsluis MARIA, kapt. F. van Ginkel, naar Suriname.
RC 090827
Rotterdam, 8 augustus. Het schip HENDRICA ELISABETH, gevoerd door kapt. Anne Glazener, hetwelk de 8e juni onder convooi van het Engelsch oorlogschip BRISK van Malta naar Smyrna is vertrokken, is aldaar de 24e juni behouden aangekomen.
De 20e juli was op 42 gr. 40 min. noorderbreedte en 10 gr. 20 min. westerlengte van Greenwich, met een stijve noordoostenwind, in goede staat zeilende het schooner-barkentijnschip MARIA, kapt, Frans van Ginkel, van Rotterdam naar Suriname.
1828
RC 050128
Amsterdam, 3 januari. Het schip MARIA, van Suriname naar Amsterdam, op de hoogte van Padstow gemeld, is waarschijnlijk het Rotterdamse schip MARIA, kapt. Frans van Ginkel.
RC 100128
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip MARY EN HILLEGONDA, kapt. Hessel Glazener; hebbende bij innemendheid goede inrichtingen voor passagiers, om bij open water in de loop der maand maart te vertrekken.
Naar Suriname, het Nederlands gekoperd brigantijn galjootschip MARIA, kapt. Frans van Ginkel; hebbende bijzondere goede inrichtingen voor passagiers.
Adres ten kantore van Kuijper, van Dam en Smeer.
AH 120128
Carga-lijsten: Rotterdam, 9 januari. MARIA, kapt. Frans van Ginkel, van Suriname; DE HOOP, kapt. H. van den Bosch, van Nantes.
Op 28 januari 1828 werd een Turkse Pas verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door C. & A. Vlierboom, Rotterdam, voor kapt. F. van Ginkel.
RC 120228
Rotterdam, 11 februari. De 8e dezer, des namiddags, zeilde van Helvoetsluis MARIA, kapt. F. van Ginkel, naar Suriname.
AH 130228
Uitgezeilde schepen. Texel, 8 februari, TRITON, kapt. S.W. de Vries, naar Bordeaux; GEERTRUIDA, kapt. H.D. Klatter; CORNELIA, kapt. J. de Jong, naar Londen.
Helvoetsluis, 8 februari, MARIA, kapt. F. van Ginkel, naar Suriname.
RC 170528
Rotterdam, 16 mei. De 30e maart is te Paramaribo aangekomen het schip MARIA, kapt. F. van Ginkel, van Rotterdam.
RC 190728
Rotterdam, 18 juli. De 16e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis DE VROUW ENGELINA, kapt. H.T. de Jong, van Marennes en MARIA, kapt. F. van Ginkel, van Suriname.
AH 230728
Carga-lijsten. Amsterdam, 22 juli. MARIA. Kapt. F. van Ginkel, van Suriname.
RC 070828
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Suriname, het Nederlands gekoperd schooner barkentijnschip MARIA, kapt. Eildert Reints, heeft bijzonder goede inrichtingen voor passagiers.
Adres ten kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer.
Op 26 augustus 1828 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door C. & A. Vlierboom, Rotterdam, voor kapt. E. Reints.
RC 300928
Rotterdam, 29 september. De 27e dezer, des morgens, zeilde van Helvoetsluis MARIA, kapt. Reints, naar Suriname.
1829
RC 070429
Rotterdam, 6 april. De 5e dezer, des namiddags zeilden uit de Maas INDUSTRIE, kapt. D.J. Cupido, naar Hull; en de 6e, des morgens, DE VROUW HERMINA, kapt. W.M. Cornell, naar Elseneur.
Er waren twee schepen in het gezicht, waaronder MARIA, kapt. E. Reints, van Suriname.
Op 16 april 1829 werd Turkse Pas verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door C. & A. Vlierboom, Rotterdam, voor kapt. E. Reints.
RC 250429
Rotterdam, 24 april. De 24e, des morgens, zeilden MARIA ADOLPHINA, kapt. J.M. Haverbult, naar Riga; DE VROUW JACOBA, kapt. M.R. Grimminga, naar Arendsburg; MAGARETHA, kapt. H.J. Veen, naar Elseneur; MARIA, kapt. E. Reints, naar Suriname en DE JONGE WILLEM, kapt. P. Jansen, naar Jersey.
RC 240929
Rotterdam, 23 september. De 21e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis CORNELIUS STAR, kapt. P.T. Kramer, van Bergen; MARIA, kapt. E. Reints, van Suriname; ANNA SOPHIA, kapt. S.O. Visser, van Marennes.
Op 9 oktober 1829 werd een Turkse Pas verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door C. & A. Vlierboom, Rotterdam, voor kapt. E. Reints.
1830
AH 030330
Amsterdam, 2 maart. Volgens brieven van Suriname d.d. 20 januari j.l. waren aldaar de volgende schepen aangekomen:
16 december: AURORA, kapt. A. Ahlers; DE ZORGVULDIGHEID, kapt. E.D. Dekker; CONCORDIA, kapt. W. Groen; PARAMARIBO (opm: fregat), kapt. K. Spiegelberg.
22 december: MARIA, kapt. E. Reints; VEREENIGING, kapt. W. de Boer; COLONIST, kapt. D. Spreeuw.
RC 240430
Rotterdam, 24 april. De 21e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis MARIA, kapt. E. Reints en AGENORIA, kapt. W. van der Kolff, van Suriname.
Op 30 april 1830 werd Turkse Pas verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door C. & A. Vlierboom, Rotterdam, voor kapt. E. Reints.
RC 110530
Rotterdam, 10 mei. De 6e dezer, des namiddags, arriveerden in de Maas ANNA MARIA, kapt. S.G. Burga, van Bordeaux; DE HOOP, kapt. L. Teunis, van Suriname en zeilden DE JONGE ANNA, kapt. H.J. Dik, naar Rochefort; de 7e, des morgens en MARIA, kapt. E. Reints, naar Suriname.
RC 051030
Rotterdam, 4 oktober. De 3e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis DIDO, kapt. P.H.N. Davids, van Pernau. De 4e, des morgens, zeilde AURORA, kapt. C. Calande, naar Bergen en arriveerden MARIA, kapt. E. Reints, van Suriname.
Op 21 oktober 1830 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door C. & A. Vlierboom, Rotterdam, voor kapt. E. Reints.
RC 271130
Rotterdam, 26 november. De 24e dezer, des namiddags, zeilde uit de Maas MARIA, kapt. E. Reints, naar Suriname;
1831
RC 251031
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Suriname, mede voor passagiers, het Nederlands gekoperd schoener barkentijnschip MARIA, gevoerd bij kapt. E. Reints, zullen spoedig tot vertrek gereed zijn.
Op 17 november 1831 werd Turkse Pas verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door C. & A. Vlierboom, Rotterdam, voor kapt. E. Reints.
1832
Op 18 juni 1832 werd Turkse Pas verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door C. & A. Vlierboom, Rotterdam, voor kapt. E. Reints.
RC 030732
Rotterdam, 2 juli. Den 29 passato, des namiddags, zeilden van Hellevoetsluis: Zr.Ms. oorlogsbrik ZWALUW, kapt. luitenant Tam; PALEMBANG, kapt. C.H. Kraanstuyver, naar Baltimore; HOPE, kapt. J. Howland, van New-Bedford; MARIA, kapt. E. Reints, naar Suriname;
RC 151232
Rotterdam, 14 december. Uittreksel uit de Lloydslijst van den 11 december.
- De MARIA, kapt. Reints, van Suriname naar Rotterdam, is den 17 te Ramsgate opgezonden en bij het binnenkomen gestoten, doch weer vlot gebracht en ogenschijnlijk zonder averij.
RC 181232
Rotterdam, 17 december. Kapitein E. Reints, voerende het schip MARIA, van Suriname naar Rotterdam, door een Engels oorlogsschip (opm: SNAKE) genomen en te Ramsgate binnengezonden, heeft na reeds genomen te zijn, dertig mijlen van de Goeree, het mastenloze Engelse schip TYRO, kapt. J. Fray, van Londen naar Emden, op sleeptouw genomen en eerst den 4 dezer verlaten en aan een vissersvaartuig overgegeven, waarna het den 9 dito te Aldbro is binnengelopen.
RC 271232
Rotterdam, 26 december. Den 25 dezer, des namiddags, arriveerde te Hellevoetsluis: MARIA, kapt. E. Reints, van Suriname en GRATIRUE (opm: mogelijk GRATITUDE), kapt. W. Diewichson, van Londen; de wind WZW.
1833
RC 171033
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Havana, het Nederlands gekoperd schoonerschip MARIA, kapt. J.N. Jansen, om de 24e dezer te vertrekken.
RC 141133
Rotterdam, 13 november. De 13e dezer, des morgens, zeilden van Helvoetsluis ANNA MARIA, kapt. J.D. Jensen, naar Triest; MARIA, kapt. J.N. Jansen, naar Havannah;
1834
DC 100534
Hellevoetsluis, 6 mei. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: de VIER GEBROEDERS, kapt. J.C. Lupcke; ALEXANDER VON HUMBOLDT, kapt. J.J. Lausen, beiden van Batavia; ALEXANDER, kapt. A. Cassie, van Suriname; HERCULES, kapt. F. Kamps, van Antwerpen; HOFNUNG, kapt. D. Martens, van Emden. Heden morgen arriveerde uit zee: MARIA, kapt. J.N. Jansen, van Havanna.
RC 240734
Rotterdam, 23 juli. De 21e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis HELPER, kapt. B.F. Maaske, van Papenburg en zeilden MARIA, kapt. J.N. Jansen, naar Brazilie en CATRIANA, kapt. M. Pot, naar Marseille.
Op 24 oktober 1834 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA, aangevraagd door C. & A. Vlierboom, Rotterdam, voor kapt. J.N. Jansen.
1835
RC 230635
Rotterdam, 22 juni. De 21e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis MARIA, kapt. J.N. Jansen, van Havanna; ROELINA JETTINA, kapt. D.H. Puister, van Oleron; de 22e, des morgens, VASCO DE GAMA, kapt. J.H. Zeeman, van Batavia.
RC 090735
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Lissabon, het Nederlands gekoperd brigantijnschip MARIA, kapt. J.N. Jansen.
Naar Bordeaux, om spoedig te vertrekken, het Nederlands kofschip FELIX, kapt. J.J. Cramer.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
RC 200835
Rotterdam, 19 augustus. De 19e, des morgens, zeilde MARIA, kapt. J.N. Jansen, naar Lissabon.
RC 201035
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Lissabon, het gekoperd Nederlands brigantijnschip MARIA, kapt. J.N. Jansen.
Naar Bordeaux, het Nederlands kofschip MARIA, kapt. G. Wortelboer.
RC 051135
Rotterdam, 4 november. De 3e dezer, des morgens, zeilden van Helvoetsluis LA LIBERTÉ, kapt. A.H. Trip, naar Suriname; DE HOOP, kapt. L. Teunis, naar New-York; MARIA, kapt. J.N. Jansen, naar Lissabon; NEÉRLANDS KROONPRINS, kapt. J. van der Meyden, naar Messina en CONCORDIA, kapt. F.H. Eddes, naar Boston.
1836
AH 250636
Het schip MARIA, kapt. P. Jansen (opm: schoener-barkentijn, bouwjaar 1827, kapt. J.N. Jansen), van Rotterdam, laatst van Buenos-Ayres, naar Havana, is volgens brief van Rotterdam d.d. 23 juni, in de Golf van Mexico, totaal verongelukt. (opm: zie ook RC 280636)
RC 280636
Uittreksel uit de Lloydslijst van de 24e dezer: Men meldt uit Liverpool, de 21e dezer, dat de MARIA, kapt. Jansen, van Rotterdam, vóór de 8e laatstleden op de kust van Cuba is gestrand en de equipage door de JANE, van Liverpool naar New-Orleans, is opgenomen (opm: zie AH 250636).
Op 29 juli 1836 werd door het Ministerie van Buitenlandse zaken de zeebrief van de MARIA, kapt. J.N. Jansen, geretourneerd, met vermelding ‘schip verongelukt’, waarna op 2 augustus 1836 royement volgde.