Familiegegevens en opleiding
Pieter Romijn werd geboren te Dordrecht op 15 september 1807 als zoon van Hendrik Romijn en Teuntje Korevaar.
Hij trouwde op 10 januari 1838 met Metje Scheers, geboren te Dordrecht op 12 oktober 1809 als dochter van Jan Scheers en Teuntje Ketting. In Dordrecht werd geboren zoon Jan (1843) .Metje overleed op 16 mei 1905.118
Pieter overleed in 1843 op zee. aan boord van zijn schip de “Ida Willemina”
Dordrechtsche Courant 11 april 1843114
Advertentie. Heden ontving ik het treurige bericht, dat mijn echtgenoot, P. Romijn, gezagvoerder op het Oost-Indische fregatschip IDA WILHELMINA, op deszelfs reis naar Batavia, in december ll., tot bittere droefheid van mij en zijn betrekkingen, in de ouderdom van 35 jaren, is overleden, mij nalatende 2 kinderen, te jong om hun verlies te beseffen.
Dordrecht, 12 april 1843, Wed. P. Romijn, geb. Van Scheers.
Hij werd in 1835 met nr. 178 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge “La Flamboyante”.003 en 064
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.Romijn werd met vlagnummer 414 per 12 juni 1838 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van B.P.Martens. Zijn schip was de "Jacobus". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving was de man 31 jaar en de vrouw 29 jaar. Ingeschreven werd één zoon, geboren in 1841002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 05/12 juni 1838 werd als effectief lid ingeschreven Pieter Romijn, oud 31 jaar, voerend de bark “De Jonge Jacobus”, wonend te Rotterdam en met als adres de heer R.J.Martens te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.P.Martens. Hij kreeg vlagnummer 414023.
Hij werd in 1839 (geen datum vermeld) deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop. Toegevoegd is : “ingevolge Art 35* van het Reglemt moet de kapt. (terwijl hij voor Dordt is varende) dubb Contr betalen bedankt als Voortd Deeln. met 1842”.003.
P.Romijn was met vlagnummer 15 effectief lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” in de periode 01 februari 1839 t/m 1843.111 en 64a
P.Romijn was met vlagnummer R147 in de periode 1837 t/m 1840 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 mei 1842 staat een verzoek van kapitein P.Romijn “verzoekende als Doorlopend deelnemer te worden geroyeerd.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 15 juni 1843 staat een verzoek om uitkering van de wed. P.Romijn, geb. M. van Schiers. In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 juli 1843 gaat het Bestuur accoord met een uitkering aan de wed. P.Romijn voor haar en 2 kinderen ingaande 01 februari 1843.042.
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 13 januari 1857 vraagt de wed. P.Romijn om continuering van de uitkering voor haar zoon ook nà zijn 14e jaar. Dit verzoek wordt afgewezen.042.
In de notulen dd 08 augustus 1843 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat de aanvrage om onderstand van M.van Scheers, de weduwe van kapitein P.Romijn. Deze werd toegestaan per 01 februari 1843 voor haar en haar beide kinderen.023.
In het Jaarverslag 1840 van het Rotterdamse College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de kapitein P.Romijn voor het lidmaatschap heeft bedankt058.
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat in begin 1839 een boeking van entreegeld ad f 15,- van P.Romijn. 064b
Op 05 mei 1843 kreeg de weduwe P.Romijn f 100,- uitgekeerd van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”.064a. Deze uitgave is ook vermeld in het kasboek van het college dd. mei 1843.064b
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
414 1838 bark Jacobus A.van Hoboken & Zn te Rotterdam
1839-1842 fregat Ida Wilhelmina Klerk & Voogd te Dordrecht
Bouma025 vermeldt P.Romijn als gezagvoerder gedurende:
* 1839 van het 3/m schip “Jacobus”, gebouwd in 1828, bouwplaats niet vermeld, 235 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam. Het schip werd getuigd als bark;
* 1840 t/m 1843 van de bark “Ida Wilhelmina”, gebouwd in 1839 te Dordrecht, 778 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht.
Overige bijzonderheden
Tijdens de Jaarbijeenkomst van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders dd17 oktober 2004 te Hoorn werd door de Mariene Kunst en Antiekhandel Marijke de Haan-Boonen te Zaltbommel te koop aangeboden een door Spin in 1840 geschilderd portret van het fregat “Ida Wilhelmina” te Dordrecht. Het schip voert de vlag 15.
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
Hij monsterde op 23 augustus 1825 (monsterrol nr 142 Gemeentearchief Dordrecht) als lichtmatroos, wonende te Dordrecht, met een maandgage van f 20,- aan boord van de kof “Maria” onder kapitein Jan Sipkes, met 8 man voor een reis naar Liverpool (is dit wellicht kapitein J.Sikkes voor reederij G.C.Stoop te Dordrecht?).
Een monsterrol nr. 944 dd 01 oktober 1839 vermeldt hem als 31 jarige gezagvoerder op het fregat “Ida Wilhelmina”, rederij Klerk en Voogd te Dordrecht, voor een reis naar Batavia met een equipage van 37 man. Zijn laatste reis met dit schip vertrok op 31 juli 1842, aankomst Batavia 18 december 1842 en terug in Nederland in juli 1843.064.
Familiegegevens en opleiding
Gerrit Gerardus Geerling werd geboren te Leerdam op 29 juni 1814 als zoon van Otto Geerrling en Jantje van den Berg.
Hij huwde op 11 mei 1842 te Woerden met Anna Hendriena van Wijk, geboren te Woerden op 26 mei 1823 als dochter van Baltus van Wijk en Hendriena van der Kas. Anna overleed op 07 november 1891 te Rotterdam., 68 jaar., weduwe.
Gerrit overleed op 25 april 1880 te Rotterdam, 65 jaar
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.G.Geerling (te Dordrecht) werd met nr.664 lid van Zeemanshoop per 14 november 1843 op voorspraak van G.Mulder. Zijn schip was de "Ida Willemina"002. Ten tijde van de inschrijving waren Geerling en zijn vrouw 29 resp. 21 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van 07/14 november 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Gerrit Gerardus Geerling, oud 29 jaar, voerend het fregat “Ida Willemina”, wonende te Dordrecht, op voordracht van kapitein G.Mulder.023.
G.G.Geerling trad per 12 december 1843 als deelnemer toe tot het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003
G.G.Geerling werd op 13 oktober 1843 met vlagnummer 24 en voerende het schip “Ida Willemina”ingeschreven als lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. In de ledenlijsten van Sweys staat hij vanaf 1843 als lid met vlagnummer 15 in de periode 13 oktober 1843 t/m 1853 en met nummer 51 van 1854 t/m 1860.
In de ledenlijsten staat vóór en nà 1843 kapitein P.M.Vogelzang met vlagnummer 24 en ik beschouw derhalve de toekenning van dit nummer aan Geerling als een fout van de notulist.064a
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
"Ingevolge Art.35 van het reglement moet de kapitein als varende voor eenen anderen haven dan Amsterdam drie nieuwe honoraire leden/donateurs aanbrengen waaraan door hem is voldaan. Deze zijn de Heeren M.J.van Erp Taalman Kip, O.Geerling, R.van Wijk Bz allen te Woerden ieder à ¦10,- 's Jaars. Met 1 mei 1852 van beroep veranderd"003.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 oktober 1851 en die van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 11 november 1851 staan de mededelingen van kapitein G.G.Geerling dat hij van beroep is veranderd.042 en 023.
In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd november 1843 staat geboekt een entreebedrag van f 15,- door kapitein G.G.Geerling.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat G.G.Geerling als gezagvoerder064:
* 1844 t/m 1846 fregat “Ida Willemina” boekhouder Klerk en Voogd te Dordrecht
* 1850; 1852 t/m 1853 geen vermelding van een schip
* 1854 geen vermelding van G.G.Geerling bij de vlagnummers 15 en 51
* 1855 stoomboot “West Friesland”
* 1856 t/m 1859; geen vermelding van een schip
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
664 1843-1848 fregat Ida Willemina Klerk & Voogd te Dordrecht
1849-1850 stoomsch. Admiraal Verheul geen opgave
1851-1853 geen opgave van schip en boekhouder
304 1854-1872 geen opgave van schip en boekhouder
In een monsterrol dd. 26 juni 1844 op het Gemeentearchief van Dordrecht staat kapitein G.G.Geerling als gezagvoerder van het fregat “Ida Willemina” voor een reis naar Batavia vanuit Rotterdam064.
Bouma025 vermeldt G.(G.)Geerling als gezagvoerder gedurende:
* 1844 t/m 1850 van de bark “Ida Willemina”, gebouwd in 1839 op de werf van Cornelis Gips te Dordrecht, 778 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht;
* 1854 t/m 1855 van de stoomboot “West-Friesland”, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 270 ton o.m., varend voor de Gebr. van Hasselt te Kampen;
Overige bijzonderheden
Op 07 juli 1844 werd Andries Pietersen vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de "Ida Willemina" voor een reis van Dordrecht naar Batavia. Hij meldde zich weer op school per 25 juli 1845004(533/1938).
Op 18 juni 1846 werd Abraham van Eyk vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als jongen geplaatst op het schip de "Ida Wilhelmina" onder kapitein Geerling voor een reis naar Batavia vanuit Rotterdam004(533/2010)
Ontleend aan. van Blokland-Visser064 :
MRD = monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht
Op 04 oktober 1836 (MRD 789) was G.G.Geerling lichtmatroos op het fregat “Oud Alblas” die onder kapitein J.E.Strumphler met 38 man naar Batavia vertrok.
Op 23 juli 1844 (MRD 1211) is hij gezagvoerder op de “Ida Willemina”. Hij maakte 3 reizen op dit schip tot 30 april 1849.
Familiegegevens en opleiding
Bartel van Wijland werd geboren op 13 maart 1806 (of 1805?) te Appingedam als zoon van Pieter van Wijland en Annigje Bartels (beiden overleden te Appingedam).
Hij trouwde op 09 maart 1831 te Dordrecht met Jozelina de Groot, geboren in 1811 te Zuidbroek als dochter van Himme Hendriks de Groot en Geesina Haykens. Zij overleed in 1831 te Dordrecht. In de akte is sprake van Barteld Wieland, maar de bruidegom ondertekende met Bartel Pieter van Wijland.
Hij trouwde op 10 juni 1840 voor de tweede maal met Christina Vliegenthart, geboren 22 juli 1816 te Dordrecht als dochter van Martinus Vliegenthart (korenmolenaar aan de Kalkhaven) en Johanna Kruys. Getuige bij dit huwelijk was kapitein Johannes Keyser. Uit dit huwelijk werden geboren Maarten Bartel (1844), Pieter Christoffel (1848) , Margretha Johanna (1850) en Hendrik Pieter (1852). Zij overleed op 20 juni 1903 te Dordrecht.
Hij overleed in 30 december 1866 en woonde toen aan de Hoogte E404 te Dordrecht.
Hij werd op 17 augustus 1833 lid van de Vrijmetselaarsloge St.John the Baptist te Plymouth met nr 83 en tevens in 1833 met nummer 240 van de loge La Flamboyante te Dordrecht..064 en 003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.P.van Wijland (adres Coopman, de Witt & Lenaertz) werd met vlagnummer 535 per 02 juni 1840 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van K.B.de Weerd. Als zijn schip is genoemd de “Generaal Baron van Geen”. Toegevoegd is “overleden” 002. Ten tijde van de inschrijving waren van Wijland en zijn vrouw 35 resp. 26 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon uit 1839 en 1 dochter uit 1832002a.
In de Algemene Vergaderingen van 26 mei/02 juni 1840 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Barteld Pieters van Wijland, oud 34 jaar, voerend het fregat “Generaal Baron van Geen”, wonend te Dordrecht en met als adres Coopman de Wilt & Lenaertz te Amsterdam, op voordracht van kapitein K.B.de Weerd.023
Barteld werd deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop per 30 november 1847 “Met Mrt 1863 verhoogd met 50 pCt als van beroep veranderd003
B.P.van Wijland wonend te Dordrecht was in de periode 10 mei 1840 t/m zijn overlijden in 1866 (of 1867?) met vlagnummer 8 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. Bij de inschrijving is zijn schip het fregat “Generaal Baron van Geel.111 en 64a
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 maart 1867 vraagt de wed. P.J. van Wijland geb. Vliegenthart om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 02 mei 1867 wordt toegekend ingaande 01 februari 1867.042
In de Bestuursvergadering dd 06 oktober 1892 vraagt de wed. B.P. van Wijland om een verhoging van de uitkering hetgeen wordt afgewezen. Op 07 november 1895 vraagt zij om een buitengewone gratificatie maar dit verzoek wordt op 05 maart afgewezen.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 05 november 1903 wordt het overlijden gemeld van de wed. B.P.Wijland.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 07 mei 1867 staat vermeld dat per 1 februari 1867 een uitkering 1e klasse werd toegekend aan de wed. B.P. van Wijland geb Vliegenthart.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 05 maart 1896 staat vermeld een: “Brief van de Weduwe B.P. van Wijland geboren Vliegenthart verzoekende eene buitengewone uitkeering. Beantwoord door de Heeren Secretarissen met het verzoek om vertoning van den brief waarop schrijfster zich beroept. In de notulen dd 07 mei 1896 wordt melding gemaakt van haar antwoord, waaruit blijkt dat zij de brief niet (meer) in haar bezit heeft, waarop haar verzoek wordt afgewezen. 023
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 14 april 1904 staat een bericht van P.C. van Wijland omtrent het overlijden van zijn moeder de wed. B.P. van Wijland “en vragende boven de gewone uitkeering nog een extra toelage om gemaakte kosten te dekken. Afgewezen.”023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 14 april 1904 staat vermeld een “Brief van M.B. van Wijland, oudste zoon van wijlen de weduwe B.P. van Wijland, verzoekende hem te willen melden hoe groot het bedrag is geweest, dat aan zijn broeder P.C. van Wijland, voor de overleden weduwe is uitgekeerd. Inlichting verstrekt.”023.
In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd juni 1840 staat geboekt een entreebedrag van f 15,- door kapitein Wijland.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staatB.P. van Wijland als gezagvoerder064a:
* 1842 t/m 1846 fregat “Generaal Baron van Geen boekhouder Klerk & Voogd, Dordrecht
* 1850; 1852 t/m 1859; 1861 fregat “Ida Willemina” boekhouder Klerk & Voogd, Dordrecht
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
535 1840-1849 fregat Generaal Baron van Geen Klerk & de Voogd te Dordrecht
1850-1853 fregat Ida Willemina idem
224 1854-1861 fregat Ida Willemina idem
1862-1866 geen vermelding van schip en boekhouder
1866 "overleden
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip Vertrek Terugkomst
B.P.van Wijland Ida Willemina 14 april 18589 10 juli 1861
Bouma025 vermeldt B.P.van Wijland als gezagvoerder gedurende:
* 1840 t/m 1850 op het 3/m schip “Generaal Baron van Geen”, gebouwd in 1836 te Dordrecht, 840 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht;
* 1851 t/m 1862 op de bark “Ida Willemina”, gebouwd in 1839 op de werf van Cornelis Gips te Dordrecht, 778 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht.
Overige bijzonderheden
Volgens mevr. Blokland-Visser te Papendrecht zou bij de achterkleindochter van Pieter Bartels van Wijland (i.c. mevr. J.van Wijland, Voorstraat 111, 3311 EN Dordrecht, 078 - 6136592. Gegeven dd juni 2001) twee Spinnen van de “Ida Willemina” resp. “Generaal Baron van Geen” in bezit zijn. Er zou contact zijn gelegd met het Museum van Gijn te Dordrecht i.v.m. een legatering van beide afbeeldingen.
Er is een foto beschikbaar van deze kapitein en in bezit van zijn achterkleindochter mevr. van Wijland te Dordrecht
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
Volgens monsterrol nr. 788 dd 01 september 1836 (Gemeentearchief Dordecht) monsterde B.P. van Wijland, wonend te Rotterdam, oud 31 jaar, met een maandgage van f 70, aan als 1e stuurman voor een reis met het fregat “Generaal Baron van Geen” voor een reis met 40 man naar Batavia onder gezag van kapitein Jan Jaques Kortrijk.
Op de 3e reis van Holland naar Batavia met dit schip komt op 30 mei 1839 kapitein Kortrijk aan boord te overlijden en stuurman van Wijland neemt het commando over. Deze geeft het overlijden van zijn kapitein op 17 juni 1839 te Batavia aan.
Op 10 mei 1840 is hij kapitein op het fregat “Generaal Baron van Geen” en vertrekt in juli 1840 vanuit Amsterdam naar Batavia. Zij 5e en laatste reis op dit schip keert op 04 juli 1849 terug in Nederland.
Volgens monsterrol 1850 dd 15 mei 1850 in het Gemeentearchief van Dordrecht was P.B. van Wijland, oud 44 jaar, wonend te Dordrecht, gezagvoerder van het fregat “Ida Willemina”, voor een reis naar Batavia en terug naar Nederland. In het boek van binnengekomen schepen (Gemeentearchief Dordrecht) komt hij met de “Ida Willemina” te Dordrecht binnen op 11 juli 1861.064.
WIJMA, FOKKE JACOBUS
Familiegegevens en opleiding
Fokke Wijma werd geboren op 01 november 1825 te Tietjerksteradeel als zoon van Jacobus Oedzes Wijma en Jantje Fokkes Fokkema.
Hij trouwde te Harlingen op 25 oktober 1849 met Grietje Park. In Harlingen werden 7 kinderen van het echtpaar ingeschreven.
Fokke Wijma overleed op 07 mei 1871 te Allinge op de leeftijd van 45 jaar.tresoar
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Fokke Wijma werd per 04 april 1853 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij was toen stuurman op de kof "Stad en Lande. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Grietje Park te Harlingen. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 2 kinderen (niet met name genoemd). Hij werd in 1853 overgeschreven in de eerste klasse met vlagnummer H7029-fol.014.
Fokke Wyma werd per 01 februari 1854 met vlagnummer H7 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Stad en Lande", boekhouders W.& S.Tromp. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Grietje Park, geboren 06 mei 1853 (jaartal moet fout zijn). Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving 7 kinderen: Jantje (06 augustus 1850), Folkert (16 september 1852 en overleden), Ietje (17 oktober 1855), Jacoba (18 november 1857), Folkert (06 juli 1862) en Foeke Jacobus (29 maart 1867). 028-fol.043.
F.Wijma was met vlagnummer H7 lid van het College in de periode 1854-1871034.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Fokke Jacobus Wyma, laatstelijk gevoerd hebbende de "Twee Gebroeders" is volgens een verklaring van de Burgelijke Stand van Stockholm aldaar overleden op 07 mei 1871. Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van ¦875,- uit te betalen in 14 half-jaarlijkse betalingen. Zijn kinderen Ietje, Jacoba, Folkert, Foeke en Jacoba kregen ieder een uitkering van ¦10,- ineens028-fol.043.
Het College verzond op 15 maart 1888 een brief aan mevr.F.Wijma-Park te Harlingen waarin een extra uitkering van ¦50,- werd toegezegd033.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H7 1853 kof Stad en Lande kap/eigenaar, Harlingen
1856-1860 kof Stad en Lande K.J.Tromp Meesters, Steenwijk
1861 brik Stad Steenwijk (ex Juno, ex Pallas, K.J.Tromp Meesters, Steenwijk
ex Carolina Johanna)
1862-1864 brik Stad Steenwijk (ex Comita) S.Tromp Meesters, Steenwijk
1865-1866 sch.kof Stad Steenwijk (ex Comita) H.& S.Tromp Meesters, Steenwijk
verongelukt
1868-1870 sch.kof Twee Gebroeders, (ex Stad Workum, kap/eigenaar, Harlingen
ex Jantje Nanninga)
F.J.Wijma op 07 mei 1871 te Stockholm overleden034
In het Register van Schepen in het Oosterdok te Amsterdam045 komt o.a. de volgende melding voor:
Brik Juno onder kapitein F.Wijma
bron aankomst vertrek reisdoel
GAA-502/290 08 november 1861 12 december 1861 Harlingen.
Het schip met deze kapitein wordt niet gemeld uit de jaren 1860 en 1861 vóór de hierbovengemelde. Wellicht dat dan Harlingen de thuishaven was.
31 augustus 1861 (uitzeilende vanuit Paramaribo): “zeilden uit tegelijk met de Hol.Brik Juno …”053 (Reis Amsterdam-Paramaribo-Amsterdam. Mei-november 1861).
Bouma025 vermeldt F.Wijma in 1861 als gezagvoerder van de “Stad Steenwijk”(ex Juno, ex Pallas, ex Carolina Johanna). De herdoop tot “Stad Steenwijk”zou in 1861 hebben plaatsgevonden. De rederij van de “Juno” was J.Roelofs & T.Beuns & Zn te Amsterdam en van de “Stad Steenwijk” S.Tromp Meesters te Steenwijk.
Bouma025 vermeldt F.Wijma als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1856 van de kof “Stad en Lande”, gebouwd in 1836, bouwplaats niet vermeld, 112 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen;
* 1857 t/m 1861 op hetzelfde schip maar nu voor reederij K.J.Tromp Meesters te Steenwijk;
* 1862 t/m 1863 van de brik “Stad Steenwijk”, ex Juno, ex Pallas ex Carolina Johanna, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 236 ton o.m., varend voor K.J.Tromp Meesters te Steenwijk. Verkocht naar Noorwegen en herdoopt in “Deodata”;
* 1867 van de sch.kof “Stad Steenwijk” ex Comitas, gebouwd in 1848 te Papenburg, 164 ton o.m., varend voor H.& S.Tromp Meesters te Steenwijk. Het schip is in 1867 verongelukt;
* 1869 t/m 1871 van de sch.kof “Twee Gebroeders” ex Stad Workum, ex Jantje Nanninga, gebouwd in 1853 te Wildervank, 117 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen.
Overige bijzonderheden
In de Harlinger Courant van half december 1853 (geen datum op de fotokopie van de pagina) staat in de rubriek Schepen, welke alhier zijn binnen gekomen het volgende096:
“11 dec. F.Wijma, Stad en Lande, Hout, Frederikstad. 7 à 8 schepen, als bijleggers, de namen onbekend.”
Familiegegevens en opleiding
Gerrit Rotgans werd geboren op 31 augustus 1814 op Terschelling als zoon van Gerrit Cornelis Rotgans en Grietje Cornelis Schaap.
Hij trouwde op 12 juli 1838 te Terschelling met Grietje Jans Swart, geboren 13 februari 1814 te Terschelling als dochter van Jan Tjebbesz Swart en Neeltje Klasen de Jong. Er werden uit het huwelijk geboren Jan (Terschelling 1844), Neeltje, Grietje, Trijntje (1850) ern Gerrit (1854).
Gerrit overleed op Terschellling op 06 april 1869 en was toen gehuwd. tresoar
Hij werd op 01 maart 1857 met inschrijfnummer 405 lid van de vrijmetselarij Loge ,,La Flamboyante,, te Dordrecht.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.Rotgans werd met vlagnummer 823 per 11 mei 1850 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van C.Spiegelberg. Zijn schip was de Generaal Baron van Geen". Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving waren Rotgans en zijn vrouw beiden 35 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon, Jan (1843) en 2 dochters (Neeltje (1842) en Grietje (1845)002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 04/11 juni 1850 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Gerrit Rotgans, oud 36 jaar, voerend het schip “Generaal Baron van Geen”, wonend te Terschelling, op voordracht van kapitein C.Spiegelberg.023.
Hij werd per 02 mei 1854 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop . Toegevoegd is: bedankt 1865”.003
Gerrit Rotgans was lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” in de periode 14 juni 1850 t/m zijn overlijden 1869 met vlagnummer 45. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de bark “Generaal Baron van Geen.111 en 64a.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat op 28 juni 1850 de storting van f 15,- als entreegeld voor lidmaatschap van het college. G. Rotgans was toen gezagvoerder van de “Generaal Baron van Geen”.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat G.Rotgans als gezagvoerder064a:
* 1852 t/m 1856 bark “Baron van Geen” boekhouders Klerk & Voogd te Dordrecht.
* 1857 t/m 1859; 1861 fregat “Broedertrouw” boekhouders Klerk & Voogd te Dordrecht.
Lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
823 1850-1853 fregat Generaal Baron van Geen Klerk & Voogd te Dordrecht
432 1854-1856 fregat Generaal Baron van Geen idem
1857-1862 fregat Broedertrouw idem
1863-1865 bark Ida Willemina idem
Vermelding van vertrek en aankomst in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
G.Rotgans Broedertrouw 29 juni 1860 11 juni 1861
Broedertrouw 25 oktober 1861 24 oktober 1862
Ida Wilhelmina 19 juni 1863 19 mei 1864
Ida Wilhelmina 09 augustus 1864 25 aug. (geen jaartal)
Ida Willemina 01 december 1865 maart 1866
Nederland 14 mei 1866 12 februari 1867
Bato 01 augustus 1867 geen melding
Bouma025 vermeldt G.Rotgans als gezagvoerder gedurende:
* 1851 t/m 1857 van het 3/m schip “Generaal Baron van Geen, gebouwd in 1836 te Dordrecht, 840 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht. Het schip werd in 1857 gesloopt;
* 1858 t/m 1863 van het fregat “Broedertrouw”, gebouwd in 1836 te Dordrecht, 848 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht. Het schip werd in 1863 verkocht naar Noorwegen en herdoopt in “Christa”;
* 1863 t/m 1865 van de bark “Ida Willemina”, gebouwd in 1839 te Dordrecht, 778 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht. Het schip werd in 1865 verkocht naar Engeland;
* 1867 op het 3/m schip “Nederland”, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 706 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht;
* 1868 t/m 1869 op het 3/m schip “Bato” ex Joseph Willem, ex Amos Lawrence, gebouwd in 1856 te Boston, 1501 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht.
Overige bijzonderheden
G.Rotgans verzorgde per 01 november 1853 vanuit Nieuwediep met de “Generaal Baron van Geen” een troepentransport van 4 officieren en 130 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 09 februari 1854 na een reis van 100 dagen
Per 06 maart 1869 vertrok hij vanuit Nieuwediep met de “Bato” en aan boord 1 landmachtofficier en 1 soldaat. Hij arriveerde te Batavia op 10 juni 1869 na een reis van 96 dagen065.
Hij was stuurman op de bark Elisabeth Maria
Informatie door mevr.M.J.M.Weber, Hilversum. April 1999.
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
”Volgens monsterrol nr. 1454 dd 20 juni 1850 in het Gemeentearchief van Dordrecht was hij gezagvoerder op het fregat “Generaal Baron van Geen” en vertrok op 22 juli 1850 vanuit Hellevoetsluis met een equipage van 35 man voor een reis naar Batavia. Zijn eerste stuurman was P.W.B.Mellink uit Ninmegen en zijn 2e stuurman G.J.Swart uit Terschelling. Hij keerde terug op 20 juli 1851.
Volgens monsterrol 1801 dd 26 mei 1857 was hij gezagvoerder op het als bark getuigde fregat “Broedertrouw” en vertrok met 29 man naar Java met als 1e stuurman Frans Cornelis Swart uit Terschelling.
In 1861 gaat hij met de “Broedertrouw” naar Batavia met aan boord als lichtmatroos zijn zoon Jan Rotgans (17 jaar). Deze verongelukt te Batavia door een val uit de mast. 064
In het Register van binnengekomen schepen te Dordrecht staat de aankomst van de “Generaal Baron van Geen” op 20 december 1856.064.
|