Over de scheepsnaam heerst verwarring. In de bijlbrief van 2 juni 1830 wordt de naam niet genoemd.
In de cedule van 14 juni 1830 heet het schip EBOLIA. De zeebrief van 17 juni 1830, opgemaakt aan de hand van de eigendomsverklaring, spreekt van EBELIA. De zeebrief van 25 juni 1833 vermeldt EBOLIA, maar deze zeebrief wordt na het vergaan van het schip weer geretourneerd en geroyeerd onder de naam EBELIA. Ook de naam EBOLINA wordt nog ergens vermeld.
De meeste krantenberichten en de advertenties van de scheepsmakelaar schrijven EBELIA.
1830
Op 17 juni 1830 werd de eerste zeebrief voor de EBELIA, aangevraagd door beide eigenaren voor kapt. A.W. Hazewinkel.
AH 250930
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam. Naar Koningsbergen. Het Nederlandse smakschip EBELIA, kapt. A.W. Hazewinkel.
Adres bij Jan Corver & Co
AH 071230
Carga-lijsten. Amsterdam, 6 december. VRIENDSCHAP, kapt. R. Westerberg, PIETERNELLA, kapt. J.A. Schuring en MARGINA MARGARETHA, kapt. H.J. Oortjes, LOUISE, kapt. E.A. Bakker en EBELIA, kapt. A.W. Hazewinkel van Koningsbergen;
1831
AH 220331
In lading liggende schepen te Amsterdam: Naar Bayonne. Het Nederlandse smakschip EBELINA (opm: EBELIA), kapt. A.W. Hazewinkel. Adres bij Jan Corver & Co.
1832
AH 061032
Advertentie – Schepen in lading te Amsterdam: Naar Bayonne. Het Nederlandse smakschip EBELIA, kapt. A.W. Hazewinkel.
Adres bij Jan Corver en Co.
1833
AH 010633 Advertentie. Schepen in lading. Naar Frankrijk, Engeland, Spanje, Portugal, de Middellandse Zee, de Levant, enz. Bayonne. Het Nederlands smakschip EBELIA, kapt. A.W. Hazewinkel.
Adres bij Jan Corver en Co.
Op 25 juni 1833 werd een eerste zeebrief voor de EBOLIA, nu aangevraagd door en voor kapt. A.W. Hazewinkel, Veendam. Mogelijk was kapt. Hazewinkel toen enig eigenaar geworden waardoor abusievelijk van ‘eerste’ zeebrief werd gesproken in plaats van ‘nieuwe’ zeebrief; deze veronderstelling kon niet verder worden onderbouwd.
AH 080733
Texel, 5 juli. Uitgezeild EBELIA, kapt. A.W. Hazewinkel, naar Bayonne;
1834
RC 240734
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading: Naar St. Petersburg, het Nederlands smakschip EBELIA, kapt. A.W. Hazewinkel.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
De zeebrief van 25 juni 1833 werd onder de naam EBELIA op 14 september 1834 door de consul van Elseneur naar Den Haag geretourneerd met de opmerking ‘schip verongelukt’, waarna op 20 september royement volgde.
PGC 260934
Aangaande het schip EBELIA, kapt. A.W. Hazewinkel (opm: smak, kapt. Aaldrik Wolters Hazewinkel) van Rotterdam naar Petersburg, wordt nader van Elseneur gemeld, dat hetzelve in de ochtend van 8 september, naar gissing 3¼ mijl ZO aan Trolsburg (opm: Zuid-Zweden) gestoten heeft, waarschijnlijk op een wrak en daardoor zodanig lek werd, dat hetzelve des avonds te 8 uren reeds tot aan het dek vol water stond. De equipage, zich in de boot gered hebbende en kort daarvoor door een Engels schip opgenomen zijnde, zag van daar het schip zinken en werd vervolgens te Elseneur aangebracht (opm: zie PGC 300934)
RC 300934
Rotterdam, 29 september. De smak EBELIA, gevoerd geweest door kapt. A.W. Hazewinkel, van Rotterdam naar Petersburg, is, daags nadat zij door het volk verlaten is geworden, door een Deens jacht op de hoogte van Smöge of Smye, in Zweden, gekenterd drijvende gevonden en naar Sandhammer gesleept, doch aldaar wegens storm weder verlaten geworden; een kleine kist met 20 flessen cayennepeper, gemerkt 11, was de kajuit uitgespoeld.