1821
A. Saportas – plan Lijndienst Antwerpen / Rio Janeiro
In 1821 ontwikkelde de heer Adriaan Saportas uit Antwerpen een plan om ter bevordering van scheepvaart en handel met het huis van negotie van W. Theremin & Cie in Antwerpen in onderhandeling te treden tot oprigting ener vaste beurtvaart van Antwerpen op Rio de Janeiro. Dit plan werd door de Administrateur der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen in Antwerpen naar de Staatsraad in Den Haag opgezonden. Deze op zijn beurt stuurde het plan op 10 november 1821 door naar de Minister.
Men zou zich daarbij moeten bedienen van goëletten (opm: schoeners) als snelzeilende vaartuigen, en nooit van schepen hetwelk men hier te lande niet zoude kunnen aantreffen, waardoor hij, ter voorkoming van grote kosten en oponthoud, genoodzaakt is, om ten dien einde twee alzo buitenlands gebouwde schepen aan te kopen, welke hij wenst genationaliseerd te zien, met aanbod tevens om, bij eenen goeden uitslag zijner onderneming, de voor die vaart alsdan nog benodigde vier soortgelijke vaartuigen, binnen dit Rijk te zullen doen aanbouwen.
Daar de oprigting van zodanig eene beurtvaart als belangrijk voor scheepvaart en handel met bijzonder het Departement voor het Publiek Onderwijs, de Nationale Nijverheid in de Koloniën betreft, vermeen ik voorzeide missieve en bijlagen hiernevens aan Uwe Excellentie te moeten doen toekomen, met verzoek mij Hare gedachten met terugzending dier stukken te willen mededelen, omtrent des min of meerdere belangrijkheid van de daarbij vermelde bedoeling in het door den Adressant aangemelde nopens de daartoe vereist wordende aankoop van buitenlands gebouwde schepen. Op 24 december 1821 werd de Koninklijke goedkeuring verleend om twee buitenlandse schepen aan te kopen, met daarbij de bedoeling de volgende gewenste schepen in de Nederlanden te laten bouwen. De zeebrieven mochten slechts geldig blijven zolang deze twee schepen ook daadwerkelijk binnen de lijndienst werden ingezet.
In 1819 was een wet aangenomen dat geen buitenslands gebouwde schepen mochten worden aangekocht tenzij dit in het landsbelang was. Op eigen werven schepen bestellen was voor de werkgelegenheid natuurlijk van groot belang. Desondanks kregen Saporta c.s. toestemming hun plan ten uitvoer te brengen, een belangrijk besluit van een moedig plan in een tijd die financieel-economisch zowel nationaal als internationaal zee slecht was, met veel werkloosheid en opgelegde schepen.
De bouw van de ANTWERPSCH WELVAREN, in juni 1826 voorafgegaan door die van de brik DE NEDERLANDER en in 1827 gevolgd door de brik DE PRINS VAN ORANJE, waren een uitvloeisel van bovengenoemde overeenkomst.
1826
Op 20 september 1826 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de ANTWERPSCH WELVAREN, aangevraagd door Antwerpsche Rheederij (dir. A. Saportas), Antwerpen, voor N. Peeters als kapitein.
ZZC 200126
’s Gravenhage, 12 januari. Te Antwerpen is een nieuwe rederij-maatschappij gevormd (opm: de Antwerpsche Rheederij), tot het bouwen en uitrusten van schepen voor de grote vaart. Aan het hoofd van die maatschappij staan de heren de Caters, Rucker en Saportas.
DC 021126 Vlissingen, 17 oktober. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 10 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: DE COMMERCIE, kapt. J. Pedersen, naar Noorwegen met ballast; DE BRABANDER, kapt. R.R. de Haan, naar Bristol met haver; DE JOSEPH, kapt. J.H. Arends, naar Belfast met boomschors; ELISA, kapt. J. Renken, naar Londen met haver; DE JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, naar de Marennes met ballast; DE LEEUW, kapt. J. Verbruggen met boomschors, JOHANNA MARIA, kapt. J. Schoneveld met haver, en DE VRIENDSCHAP, kapt. W.M. Zwart met boomschors, alle drie naar Londen; DE JONGE PIETER, kapt. J.R. Brons, naar Hull met haver en vlas; DE TWEE BROEDERS, kapt. J.K. Potjewijd en ANTWERPS WELVAREN (opm: eerste reis van de brik ANTWERPSCH WELVAREN, thuishaven Antwerpen), kapt. N. Peters, beide naar de Marennes.
RC 161126 Advertentie. Te Antwerpen ligt in lading naar Rio de Janeiro, mede voor passagiers, het Nederlands nieuw gekoperd brikschip ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters, om medio december aanstaande te vertrekken. Adres ten kantore van Hudig en Blokhuijzen, te Rotterdam.
DC 021226 Vlissingen, 26 november. Van den 26 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: DIEVERDINA, kapt. Meintz, van Liverpool met stukgoederen; MARIA KLASINA, kapt. S.H. Hooghoudt van Noirmoutier en ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters van Tremblade, beide met zout.
1827
MCO 230127
Zeetijdingen - Vlissingen, 20 januari. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en de 17 en 19 dezer van onze rede naar zee gezeild: DE VROUW HENDRINA, kapt. H. van den Oever, met boomschors; DE VROUW HELENA, kapt. S.C. de Vries, met haver, beide naar Londen; CAROLUS, kapt. C.J. Claassens, naar Topsham, met boomschors; ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters, naar Rio de Janeiro.
RC 050627
Rotterdam, 4 juni. Te Antwerpen zijn gearriveerd JONGE SOPHIA, kapt. Muijs, van Londen; ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. Peters, van Rio-Janeiro en GOEDE VERWACHTING, kapt. van der Mijden, van Palermo.
RC 310727
Advertentie. Te Antwerpen ligt in lading: naar Rio de Janeiro, mede voor passagiers:
het Nederlandsch nieuw gekoperd brikschip ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters om vóór of op de 15e augustus te vertrekken.
Adres ten kantore van Hudig en Blokhuijzen te Rotterdam.
RC 210827
Advertentie. Te Antwerpen ligt in lading, naar Rio-de-Janeiro, mede voor passagiers, het Nederlandsch nieuw gekoperd brikschip ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters, om vóór of op de 25e dezer te vertrekken.
Adres ten kantore van Hudig en Blokhuijzen, te Rotterdam.
RC 080927
Rotterdam, 7 september. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild LE SAINT MICHEL, kapt. E.P. Brons en NIKOLAAS, kapt. J. Schippers, naar ….; ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters, naar Rio-Janeiro; THERESIA, kapt. L.J. Besseling.
1828
Op 24 april 1828 werd een Turkse Pas verstrekt voor de ANTWERPSCH WELVAREN, aangevraagd door Antwerpsche Reederij (dir. A. Saportas), Antwerpen, voor N. Peeters als kapitein.
Op 2 december 1828 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ANTWERPSCH WELVAREN, aangevraagd door Antwerpsche Reederij (dir. A. Saportas), Antwerpen, voor N. Peeters als kapitein.
RC 260128
Rotterdam, 25 januari. Te Antwerpen zijn gearriveerd CLOTILDE, kapt. Polter, van Palermo; ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. Peters, van Rio-Janeiro; EPAMINONDAS, kapt. Zandhof, van Cette; NOORDSTAR, kapt. Norman, van New-York; JOHAN HENDRICH, kapt. Jurgenson, van Malaga; VLIJT, kapt. De Vries, van Liverpool en PAULINA, kapt. Joossens, van Matanzas.
AH 300128
Carga-lijsten.
Antwerpen, 24 januari, ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters, van Rio de Janeiro; EPIMANONDAS, kapt. Landshoff, van Cette. Reeds op 25 januari werden schip en lading geïnspecteerd door keurmeester J.F. van Coolput.
RC 250328
Advertentie. Te Antwerpen ligt in lading, naar Rio-de Janeiro, mede voor passagiers, het snelzeilend brikschip ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters, om in het begin van april aanstaande te vertrekken. Adres ten kantore van Hudig en Blokhuijzen, te Rotterdam.
RC 170528
Rotterdam, 16 mei.
Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild LE SANS REPOS, kapt. C. Peters en MINERVA, kapt. T. Mooij, naar Londen; DE VRIENDSCHAP, kapt. T.G. van Rhijn, naar Kilkalbij (opm: mogelijk Kirkcaldy) en ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters, naar Rio-Janeiro.
RC 201128
Rotterdam, 19 november. Te Antwerpen zijn gearriveerd VRIENDSCHAP, kapt. Bielly, van Londen; MARIA, kapt. Lange, FORTUNA, kapt. Jongbloed, JONGE GEBINA, kapt. Nagel (opm: smak JOHANNA GEBINA), UDONIA, kapt. Van der Molen, van Riga; FENNEGINA, kapt. Puister, van Koningsbergen; BROEDERLIEFDE, kapt. Karst en HERMINA, kapt. Hazewinkel, van Havre; ANTWERPS PACKET, kapt. Rieke, van Hull; CATHARINA, kapt. Pot, Dartmouth; REINA, kapt. Koops, EENDRAGT, kapt. Dillewyns en JOSEPHUS, kapt. Bakker, van Liverpool; ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. Peters, van Rio-Janeiro; JONGE JAN, kapt. Petersen, van Dantzig; VROUW ANNA, kapt. Korter, van Portsmouth; MARIA, kapt. Vollemaer, van Bayonne; ZEPHIR, kapt. J. Flemming (opm: na lossing werd de brik verkocht voor de sloop; op 30.01.1829 werd de zeebrief geretourneerd onder vermelding ‘schip zal worden gesloopt’), van Batavia; PEGASE, kapt. Wagenaar, van Villa-Nova.
1829
RC 100129
Rotterdam, 9 januari. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE JONGE HORTENCE, kapt. H.A. Nieberding, naar Marseille; COLUMBUS, kapt. N. Drinkwater, naar New York; DE JONGE TJITSKE TROMP, kapt. T.S. Oldendorp, naar Newhaven; DE MARIA, kapt. E.R. Borchers en DE ELISA, kapt. M. Harkema, naar Lima; DE JONGE LODEWYK, kapt. K.E. Boswyk, THERESIA, kapt. L.J. Besseling, THERESIA, kapt. J. van der Perre, MINERVA, kapt. J.D. Zijlstra, ANNA MARIA, kapt. H.H. Kuyper, ANNETTE, kapt. K. van den Oever en DE JONGE CESAR, kapt. G. Unruh, naar Londen; LE VOLTIGEUR, kapt. H. Wagenaar, naar Bristol; DE VRIENDSCHAP, kapt. J. Hubroek, naar Plymouth; DE JONGE ISABELLA, kapt. H.B. Drent, naar Lynn; MARGARETHA, kapt. H.K. Dykhuis, naar Liverpool; ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters, naar Rio Janeiro.
RC 230629
Rotterdam, 22 juni. Te Antwerpen zijn gearriveerd ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. Peters, van Rio de Janeiro; JONGE HYLKE TROMP, kapt. Willems, van Cette.
RC 011029
Rotterdam, 30 september. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE STAD ANTWERPEN, kapt. E. van der Zweep en VASCO DE GAMA, kapt. C. Brandaris, naar Batavia met troepen; ANTWERPEN, kapt. H.C. Schultz, naar Arnede; DE NIJVERHEID (opm: brik, thuishaven Brugge), kapt. J. Rickmers, naar Nice; DE ATLAS, kapt. J. Jurgenson, naar St. Jago; ZELFSTANDIGHEDEN. kapt. J. Zahler, naar St. Martin; ISABELLE, kapt. W. Haven, naar Kadix; PEGAGUS, kapt. H.H. Wagener, naar Villa (opm: Villa Nova); CONCORDIA, kapt. J.H. Nagel, naar …. ; CONCORDIA, kapt. A.E. Pot, THEODORE, kapt. J. Wybrands en DE HARMONIE, kapt. G.E. de Boer, naar Liverpool; DE GOEDE HOOP, kapt. A.C. Dinsworth, naar Havanna; JOHANNA GEZINA, kapt. P.G. Schuur, naar Yarmouth; CUPIDO, kapt. G. Pettersen, naar Gothenburg; AURORA, kapt. B.J. Wygers, naar de Middellandsche Zee; CATHARINA, kapt. J. van der Schuyt, naar Londen; ANTWERPSCH WELVAART, kapt. N. Peters, naar Rio-Janeiro en DIANA, kapt. W.J. Stuit, naar Bayonne.
RC 031029
Rotterdam, 2 oktober, des morgens, zeilden HEMMINA, kapt. F.S. Taay, naar de Oostzee; MAAS, kapt. P. Niemann en CATHERINA MARIA, kapt. J.A. Bradhering, naar de Oostzee.
De 2e dezer, des morgens, zeilden van Maassluis DE VROUW ALBERDINA, kapt. D.A. Wilkens, naar Moldon, DOROTHEA, kapt. R.R. Hendrikus, naar Hamburg en DE GOEDE VERWACHTING, kapt. K.K. de Boer, naar Hull en arriveerde DE HOOP, kapt. P. Bergwerf.
Van de schepen die van Vlissingen naar zee gezeild waren, zijn de volgende door contrarie-wind ter rede teruggekomen: DE STAD ANTWERPEN, kapt. E. van der Zweep, VASCO DE GAMA, kapt. C. Brandaris, DE VIER GEBROEDERS, kapt. H.G. Prins, PRINSES CAROLINA AMALIA, kapt. B. Tyhn en ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters.
1830
In de periode tot 1830 staat de scheepsnaam de ANTWERPSCH WELVAREN in de officiële documenten, zoals bijlbrief en zeebrieven. Onder Belgische vlag werd de naam vooral geschreven als ANTWERPS WELVAREN en ANTWERPS WELVAEREN, ook in de zeetijdingen; deze zijn door Marhisdata niet aangepast).
Op 20 december 1830 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ANTWERPSCH WELVAREN, aangevraagd door A. Saportas, Vlissingen, voor N. Peeters als kapitein. Deze werd reeds op 30 december 1830 door de gouverneur van de provincie Zeeland naar Den Haag teruggezonden, zonder vermelding van reden, waarna op 7 januari 1831 royement volgde. Kennelijk had men geconstateerd dat de rederij feitelijk toch niet was verplaatst.
Op 30 december 1830 werd de zeebrief van de ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peeters, door de gouverneur van de provincie Zeeland naar Den Haag geretourneerd, zonder vermelding van reden, waarna op 7 januari 1831 royement volgde.
RC 090330
Rotterdam, 8 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd JONGE CAMILLE, kapt. Bakker en VROUW HELENA, kapt. De Vries, van Londen; VROUW JANTINA, kapt. Kuiper en FREDERIK WILHELM DRIE, kapt. Dirksens, van Bordeaux; AURORA, kapt. Wygers van Sevilie (opm: Sevilla); MERCURE, kapt. Smit, ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. Peters, HARLINGER, kapt. Harrison en MARIA MATHILDA, kapt. Lofgreen, van Rio-Janeiro;
Na de opstand der Belgen decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoren de Nederlandse zeebrieven moeten worden ingetrokken. Dit betrof onderstaande 196 schepen, waaronder het ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters.
1831
MCO 210431
Advertentie. Openbare verkoping binnen Vlissingen, op het Drooge Dok, vrijdag den 22 April 1831, voormiddags elf uren, van een oude mast, oud ijzer, gesprongen bramsteng, dito draaireep, gebroken anker, en meer ander gekapt, gesneden en gevijld touwwerk; alles voortkomende van het met schade binnen Vlissingen gekomen brikschip genaamd ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters.
MCO 030531
Vlissingen, 30 april. Den 26 dezer is van hier gezeild ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peeters, naar Rio de Janeiro, met stukgoederen en ballast.
(opm: ondanks het feit dat het schip feitelijk Belg was geworden werd kennelijk nog steeds gebruik gemaakt van de Nederlandse zeebrief; zelfs in januari 1832 werd door de rederij zonder succes nog geprobeerd een Turkse Pas te verkrijgen; de zeebrief werd eerst op 9 augustus 1832 via het Ministerie van Buitenlandse Zaken naar de Staatsraad teruggezonden, waarna het document op 31 augustus werd geroyeerd)
1832
Op 18 januari 1832 werd een Turkse Pas aangevraagd voor de ANTWERPSCH WELVAREN, aangevraagd door A. Saportas, Vlissingen, voor N. Peeters als kapitein. Deze aanvraag werd in advies genomen en aan de gouverneur van Zeeland gezonden om conseil en advies, of verzoeker werkelijk te Vlissingen woonachtig is. Op 9 februari bleek dat niet het geval waarop het besluit viel ‘difficulteren’ en de Turkse Pas werd geweigerd.
MCO 060932
Vlissingen, 4 september. Sedert den 29 augustus, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: ANTWERPS-PACKET, kapt. J.H. Ricke, van Goole, met wol en aluin; WILLEM LODEWIJK, kapt. J.C. Nieschwager, van Liverpool, met klipzout; ANTWERPS WELVAREN, kapt. N. Peters, van Marseille, met stukgoederen; (opm: de brik werd na lossing opgelegd en op 30 juli 1834 openbaar geveild; koper werd Egide van Regemortel, Antwerpen; de scheepsnaam werd niet gewijzigd en kapitein werd H.H. Wagenaar)
1833
De ANTWERPSCH WELVAREN ligt opgelegd in de haven van Antwerpen.
1834
AH 230934
Uitgezeild.
Antwerpen, 19 september. ANTWERPS WELVAREN, …..Wagenaar, naar Havanna.
MCO 230934
Vlissingen, den 22 september. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en van onze rede naar zee gezeild ANTWERPS WELVAREN, kapt. H.H. Wagenaar, naar Havanna, met stukgoederen.
1835
AH 110735
Men meldt van Nassau d.d. 28 mei, dat het schip ANTWERPS WELVAREN, kapt. Wagenaar (opm: brik ANTWERPSCH WELVAREN, Belg maar voormalige Zuid-Nederlander, bouwjaar 1826; kapt. H.H. Wagenaar; zie ook UC 130735 en LC 231035), van Antwerpen naar Havana, op Abaco (opm: een van de Bahama-Eilanden; gelet op de lading suiker vermoedelijk op de thuisreis) de 3e dier maand gestrand is; de equipage was geborgen.
UCO 130735
Belgische berichten.
Te Antwerpen heeft men de 8ste tijding ontvangen, dat het laatste Belgisch vaartuig, ANTWERPS WELVAREN, met ene lading suiker bij de Havana vergaan is (opm: zie AH 110735 en LC 231035). De kapitein en twee man van het scheepsvolk waren met een Engels vaartuig te Liverpool aangekomen. De Belgische Mercurius zegt, dat de Belgische vlag voortaan voor memorie op de schilderij der Europese vlaggen zal dienen.
LC 231035
Leeuwarden, 22 oktober. Blijkens opgave in de Belgische bladen zijn binnen de tijd van twee maanden niet minder dan zes Belgische handelsvaartuigen op zee verongelukt, als: ANTWERPS WELVAREN (opm: zie AH 110735), van Antwerpen naar Havana, LOUISE en THERESE, beide van Rotterdam naar Antwerpen, ZWAAN, van Londen naar Antwerpen, COLOMBE, van Antwerpen naar Liverpool, en MEDUSA, van Londen naar Antwerpen bestemd. Als voorname oorzaak dezer ongelukken wordt opgegeven de ongeschiktheid der vaartuigen, die, oorspronkelijk voor binnenlandse vaart bestemd, met enige wijziging door de reders tot zeeschepen waren ingericht, doch uit hoofde hunner zwakheid niet in staat om zee te bouwen.