1823
RC 221123
Rotterdam, 21 november. Den 18 dezer is een fregatschip, DE ZEEMEEUW genaamd (opm: transportschip voor Zr.Ms. Zeedienst), te Middelburg op de Commerciewerf gelukkig van stapel gelopen.
1824
AC 070824
Vlissingen, 3 augustus. Gisteren is uit ’s Rijks dok gebracht en heden morgen van daar naar zee gezeild Zr.Ms. transportschip DE ZEEMEEUW, gecommandeerd door de kapt.luit.t.zee Van Dura, van Vlissingen naar Port Mahon gedestineerd.
DC 061124
Hellevoetsluis, 4 november. Den 2 dezer arriveerden uit zee ANN, kapt. J. Burgess, van Alexandria, en COMMERCE, kapt. W. Frost, van Londen.
Den 3 arriveerden Zr.Ms. transportschip ZEEMEEUW, kapt.luit.t/zee Van Dura, van Port Mahon,
1825
DC 280425
Hellevoetsluis, 26 april. Van de morgen zeilden naar zee Zr.Ms. brik van oorlog DE GIER, luitenant Van Zon; Zr.Ms. transportschip DE ZEEMEEUW, luitenant t/zee De Volmer; GOOD AGREEMENT, kapt. D. Fairburn naar Hull
NSC 100525
Amsterdam, 8 mei. Zr.Ms. transportschip DE ZEEMEEUW, luitenant.t.zee Volmer, van Helvoet naar de Middellandse Zee, en Zr.Ms. fregat PALLAS, van Helvoet naar Noord Amerika bestemd, zijn den 29 april, te Deal binnengelopen doch dadelijk weer vertrokken; DE PALLAS is echter, den 30 dito, andermaal te Portsmouth binnengelopen.
PGC 090825
Den 23 juli is Z. Exc. de Baron van Zuijlen van Nijevelt, ambassadeur van Z.M. de koning der Nederlanden bij de verheven Porte (opm: de regering van het Ottomaanse rijk, nu Turkije), met mevrouw zijne echtgenote en een talrijk gevolg, te Marseille aan boord gegaan van het Nederlandse fregat RUPPEL, hetwelk hem naar de Dardanellen zal brengen en des avonds onder zeil gegaan is, gelijktijdig met het transportschip DE ZEEMEEUW.
AC 131025
Texel, 11 oktober. Zr.Ms. transportschip DE ZEEMEEUW, luit.t.zee Volmer, is den 5 september te Constantinopel aangekomen.
1826
DC 070226
Hellevoetsluis, 3 februari. De brik PALINARO, kapt. C. Williams, is met behulp van een ijssloep van de rede op de nieuwe haven gebracht. Het schip SUPERB, kapt. E. George van Charlestown, en niet van Baltimore gekomen, zo als gisteren abusievelijk gemeld is, ligt quarantaine op de rede. De wind ZZW. Den 4 dito. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: JONGE JOHAN GEORGE, kapt. G. Matson van Lissabon, CROSTY, kapt. J. Biske van Londen; dezelven zijn op de haven gekomen. De wind ZW.
Den 5 dito. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: Zr.Ms. transportschip ZEEMEEUW, luitenant.t.zee Volmer, van Port Mahon;
DC 090526
Hellevoetsluis, 6 mei. Van de morgen zeilden in zee: TWEE GEBROEDERS, kapt. D.O. Duijf naar Suriname en Zr.Ms. transportschip ZEEMEEUW, luitenant.t.zee Volmer. De wind NO.
DC 110526
Hellevoetsluis, 8 mei. Gisteren namiddag zeilden in zee: Zr.Ms. transportschip ZEEMEEUW, luitenant.t.zee Volmer en WILLEM, kapt. H.W. Kiers naar Marennes
DC 130726
Hellevoetsluis, 9 juli. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: Zr.Ms. transportschip DE ZEEMEEUW, luitenant Volmer en DE HERSTELLING, kapt. B.P. de Jong van Lissabon.
1827
RC 200127
Rotterdam, 19 januari. De 19e des morgens zeilden DE HOOP, kapt. P.J. de Boer, naar Bristol; DE FRANS EN ALETTA, kapt. M. van der Struijs, naar Bergen; DE FLORA, kapt. D. Rooderkerk, naar Liverpool, DE FELIX, kapt. W.J. Kramer, naar Bordeaux en DE HOOP, kapt. M. van Dijk, naar Port-au-Prince.
De 21e des morgens, zeilden Zr.Ms. transportschip ZEEMEEUW, kapt. luitenant.t.zee Volmer naar Suriname
MCO 060227
Amsterdam, 30 januari. Te Portsmouth is binnengelopen Zr.Ms. schip de ZEEMEEUW, kapt.-luit. Volmer, van Helvoet naar Port Mahon.
RC 260627
Rotterdam, 25 juni. De 25e, des morgens, arriveerde te Helvoetsluis Zr.Ms. transportschip ZEEMEEUW, luitenant.t.zee Volmer, van Riga.
RC 040827
Rotterdam, 3 augustus. De 1e, des namiddags, zeilde van Helvoetsluis Zr.Ms. transportschip ZEEMEEUW, luitenant.t.zee Volmer.
RC 140827
Amsterdam, 12 augustus. Aan Den Helder ligt zeilree om naar Batavia te vertrekken Zr.Ms. oorlogschip KORTENAAR, kapt. Blommendal. Kapt. Marcussen, voerende het schip ALEXANDER, van Batavia te Amsterdam gearriveerd, heeft de 3e dezer gepraaid Zr.Ms. transportschip DE ZEEMEEUW, luitenant.t.zee Volmer, van Helvoetsluis naar Port Mahon, kruisende in goede staat voor de Hoofden, aan boord alles wel.
RC 041227
Rotterdam, 3 december. Nog arriveerde na posttijd de 1e, des namiddags, Zr.Ms. transportschip ZEEMEEUW, luitenant.t.zee Volmer.
1828
RC 290328
Rotterdam, 28 maart. De 27e, des morgens, zeilde van Helvoetsluis Zr.Ms. transportschip ZEEMEEUW, luitenant.t.zee Molenaar.
RC 041228
Rotterdam, 3 december. De 1e dezer arriveerde te Helvoetsluis Zr.Ms. transportschip ZEEMEEUW, luitenant.t.zee Molenaar, van Port Mahon;
1829
PGC 161029
Utrecht, 12 oktober. Volgens brieven uit Smyrna van 27 augustus had men op de rede aldaar op den 24 dier maand ‘s Konings verjaardag gevierd. De Nederlandse vlag wapperde van de toppen van de JAVAAN, de ECHO, de KEMPHAAN, en het transportschip de ZEEMEEUW.
RC 031129
Amsterdam, 31 oktober. Zr.Ms. transportschip DE ZEEMEEUW, luitenant.t.zee Berkhout Molenaar, van Smyrna naar Texel, is de 25e dezer te Portsmouth binnengelopen.
RC 051129
Rotterdam, 4 november. De 2e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis MARIA, kapt. F.D. Roose, van Bergen; DE GOEDE VERWACHTING, kapt. W.H. Muller, van Memel; HELENA, kapt. D.J. Greven, van Marennes; DE DRIE GEBROEDERS, kapt. G. van der Borden, DE HOOP, kapt. P.G. Lesstuyver en JANTINA ENGELINA, kapt. B.P. Kolk, van Liverpool; INDUSTRIE, kapt. D.J. Cupido, van Londen
De 3e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis JANTINA ENGELINA, kapt. H.F. de Jong, van Bergen; B. HOITZEMA VICTOR (opm: BAREND HAITSMA VIËTOR), kapt. J. van Wyk, van Marennes; MARIA LUCIA, kapt. L.B. Kuper, van St. Petersburg; GEZINA, kapt. H. Veen, HARMONIE, kapt. G.E. Boer, DE WELVAART, kapt. M.J. Harkema, DE SNELHEID, kapt. H.P. de Jonge, DE VROUW MARIA, kapt. H.T. Muller, DE GOEDE VERWACHTING, kapt. B.S. Stoffels, MARIA BEERTA, kapt. K.A. Tap, MARGARETHA, kapt. D.M. Noordhoek, PETRUS LUDOVICUS, kapt. W.J. Moesker, DE HOOP, kapt. P.J. de Boer en SARA ANNA CORNELIA, kapt. K. Hofkamp Tz., van Liverpool en Zr.Ms. transportschip ZEEMEEUW, luit.t.z. Molenaar, uit de Middellandse Zee.
1830
RC 290430
Rotterdam, 28 april. De 26e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noordbeek, van Batavia; DE HOOP, kapt. J.H. Mugge, van Liverpool; DE ZEEMEEUW, kapt. T.C. Claus, van Texel, als bijlegger naar Suriname. De 27e, des morgens, zeilde DE JONGE WILLEM, kapt. J. Hartwyk, naar Archangel.
De 26e dezer, des namiddags, arriveerde in de Maas DE BATAVIER, kapt. D. Dunlop. De 27e, des morgens, zeilden DE JONGE GERRIT, kapt. J. Hus, naar Alnmouth; ’S LANDS WELVAREN, kapt. W. Schep, KLASINA EN DIRKJE, kapt. C. Schilperoord en DE VROUW NEELTJE, kapt. J. van Gelderen, naar Lissabon; MARIA, kapt. H. van Veen, naar Bordeaux; MARIA JOHANNA, kapt. H. den Breem, naar Kadix; BASTIAAN, kapt. J. Plug en JOHANNIS EN WILHELMINA, kapt. D. Mooyekind, naar Hull.
De 27e dezer, des morgens, zeilden FELIX, kapt. W.J. Kramer, naar ….; DE COURIER, kapt. P. de Best, naar Londen; ALETTA, kapt. C.H. Slaghter, naar Elseneur en DE BATAVIER, kapt. D. Dunlop, naar Londen.
De 27e dezer, des namiddags, zeilden van Helvoetsluis Zr.Ms. transportschip ZEEMEEUW, luitenant.t.zee Molenaar;
RC 080530
Rotterdam, 7 mei. Uittreksel uit de Lloijd’s Lijst van 4 mei:
te Falmouth gearriveerd het Nederlands Transportschip DE ZEEMEEUW, van Helvoetsluis naar Suriname en Curaçao;
RC 261030
Rotterdam, 25 oktober. De 22e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis GEZINA HERMINA, kapt. J.H. Jonker, van Liverpool en ANTINA, kapt. R.J. Schuring, van Cardiff; de 23e, des namiddags Zr.Ms. transportschip ZEEMEEUW, luitenant.t.zee Molenaar, van Curaçao.
RC 021130
Rotterdam, 1 november. De 31e passato, des morgens, is van de rede naar boven gezeild Zr.Ms. transportschip ZEEMEEUW, luitenant.t.zee Molenaar; ook is uit de haven naar de Willemstad vertrokken een divisie roei-kanonneerboten, bemand met vrijwilligers voor de marine, onder bevel van de kapt.-luitenant Bronovo
RC 061130
Rotterdam, 5 november. Aan de Moerdijk liggen thans Zr.Ms. transportschip DE ZEEMEEUW, luitenant.t.zee Molenaar; aan de Willemstad een divisie roeikanonneerboten, bemand met vrijwilligers voor de marine, onder bevel van de luitenant Bronovo. In eerst gemeld vaarwater worden ook nog een oorlogsbrik en zes gewapende pinken van Scheveningen gewacht.
1831
DC 120731
Iemand enige pretenties hebbende op Zr.Ms. transportschip ZEEMEEUW, gelieve dezelve aan de ondergetekende op te geven, voor den 15 dezer.
De commanderende Officier van Zr.Ms. transportschip voorn., J.G. Huijs.
1832
RC 011132
Advertentie. Hoofd-departement van de Marine van de Maas. De vice-admiraal, directeur en commandant van de marine in het hoofd-departement van de Maas, zal, ingevolge bekomen autorisatie en onder nadere approbatie van Zijne Excellentie de directeur-generaal voor de marine, op woensdag den 14 november aanstaande, des middags ten twaalf ure, op ’s Rijks werf te Rotterdam, ten overstaan van de constructeur van de 1e klasse aldaar, in het openbaar, aan de meestbiedende verkopen: het voor de dienst van de marine afgekeurde in het dok te Hellevoetsluis liggende transportschip DE ZEEMEEUW, lang 31 el; wijd binnen de huid 7,9 el; hol in het ruim 3,8 el en hol tussendeks 1,69 el; zullende die te Hellevoetsluis liggende bodem aldaar acht dagen te voren en daarna tot de dag van de verkoop door een ieder kunnen bezichtigd worden. De voorwaarden, waarop deze verkoping zal plaats hebben, liggen ter lezing op de secretarie van het departement van marine te ’s Gravenhage en van de directie van de marine te Rotterdam, alsmede bij de onder-directie van de marine te Hellevoetsluis, ten einde daarvan door de gegadigden, van des morgens 10 tot des namiddags 3 ure, inzage zoude kunnen genomen worden. Rotterdam, den 31 oktober 1832. De vice-admiraal, directeur en commandant, voornoemd, jonkheer H.A. Ruysch.
1835
Op 7 maart 1835 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de RHIJN, aangevraagd door Coenraad Brandligt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein.
AH 260335
Advertentie. Schepen in lading naar Nederlandse koloniën:
Kaap de Goede Hoop en Batavia. Het nieuw gekoperd barkschip DE RHYN, kapt. Coenraad Brandligt, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Comp, Hoyman en Schuurman en De Vries en Comp.
RC 040435
Advertentie. Naar de Kaap de Goede Hoop en Batavia zal, omstreeks het einde der maand mei, vertrekken het extra op de zeilage gebouwd, nieuw gekoperd en kopervast barkschip DE RHIJN, gevoerd door kapt. C. Brandligt, zijnde bijzonder voor de overvoer van passagiers ingericht.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen, te Rotterdam en bij De Vries en Comp., te Amsterdam.
AH 170435
Advertentie. Schepen in lading. Naar Nederlandse koloniën:
Kaap de Goede Hoop en Batavia. Het nieuw gekoperd barkschip DE RHYN, kapt. Coenraad Brandligt, van Amsterdam.
Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Comp., Hoyman en Schuurman en De Vries en Comp.
RC 090535
Advertentie. Naar de Kaap de Goede Hoop en Batavia zal, omstreeks het eind van de maand, vertrekken het extra op de zeilagie gebouwd, nieuw gekoperd en kopervast barkschip DE RHIJN, gevoerd door kapt. C. Brandligt, zijnde bijzonder voor de overvoer van passagiers ingericht. Adres bij de cargadoors De Vries & Comp te Amsterdam, of Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen, te Rotterdam.
RC 090635
Advertentie. Naar Kaap de Goede Hoop en Batavia, zal omstreeks het einde der maand juni vertrekken (zijnde het vertrek een maand uitgesteld) het extra op de zeilage gebouwd, nieuw gekoperd en kopervast barkschip DE RHIJN, gevoerd door kapt. C. Brandligt, zijnde bijzonder voor de overvoer van passagiers ingericht. Adres bij de cargadoors De Vries en Comp. te Amsterdam of Kuyper, Van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuyzen, te Rotterdam.
AH 271135
DE RHIJN, kapt. C. Brandligt, van Amsterdam naar Batavia bestemd, is gepraaid op 5º Z.B. 15º W.L.
RC 281135
Rotterdam, 27 november. De 25e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis de FACTORY, kapt. J. Parlevliet Fz., naar Batavia, welke echter bij de Goerese haven ten anker gekomen is. Kapt. J. Parlevliet Fz. rapporteert, dat hij de 6e oktober, op 3 gr. 40 min. zuiderbreedte en 16 gr. 40 min. westerlengte van Greenwich, gepraaid heeft kapt. C. Brandligt, voerende het barkschip DE RHIJN, met troepen naar Batavia gedestineerd; aan boord was alles wel.
1837
Op 7 maart 1837 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RHIJN, aangevraagd door Coenraad Brandligt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein.
RC 270437
Rotterdam, 26 april. Kapt. J.H. Hemming, van Cette (opm: Sète) in Texel binnen, heeft den 24 maart op 41º42’ N.B. 14º20’ W.L. van Greenwich, in goede staat gepraaid het schip de RHIJN, kapt. C. Brandligt, van Amsterdam naar de Kaap de Goede Hoop en Batavia.
RC 130637
Rotterdam, 12 juni. Volgens brief van C. Brandligt, voerende het schip de RHIJN, van Amsterdam naar de Kaap de Goede Hoop en Batavia, in dato 21 april, was hij toen in goede staat zeilende op 4º41’ N.B. en 23º40’ W.L. van Greenwich; aan boord was alles wel.
RC 161237
Rotterdam, 15 december. De Javasche couranten tot den 20 september behelzen:
Te Batavia lagen ter rede de barken JOHANNA WILHELMINA, TESSIER, DE RHIJN en TAN GOANSING;
1839
ZP 030739
Gearriveerd te Batavia: 17 maart: Brandligt, DE RHIJN, van Kaap de Goede Hoop
ZP 090839
Volgens brief van Batavia van de 22e april, zouden van daar vertrekken 27 april DE RHYN, kapt. Brandligt, naar Amsterdam
ZP 240839
De 18e april lagen ter rede van Soerabaija (o.m.) de RHYN, kapt. Brandligt.
1840
Op 27 maart 1840 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RHIJN, aangevraagd door Coenraad Brandligt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein.
JC 300940
Te Samarang aangekomen schepen: bark DE RHIJN, kapt. C. Brandligt, van Batavia de 15e september.
1842
Op 26 maart 1842 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RHIJN, aangevraagd door Coenraad Brandligt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein.
1844
Op 8 mei 1844 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RHIJN, aangevraagd door Coenraad Brandligt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein.
1846
Op 2 juli 1846 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RHIJN, aangevraagd door Coenraad Brandligt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein.
1848
NRC 251248
Dartmouth, 21 december. Het schip (opm: bark) de RHIJN, kapt. Brandligt, van Cuba naar Cowes, heeft zijn zeilen verloren en andere schade geleden.
1849
Op 11 april 1849 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RHIJN, aangevraagd door Coenraad Brandligt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein.
1850
NRC 090450
St. Helena, 21 februari. Kapt. Pot, voerende het schip DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL MAATSCHAPPIJ, van Batavia naar Hamburg, alhier aangekomen, rapporteert de 15e januari gepraaid te hebben het schip de RHIJN, kapt. Brandligt, van Batavia naar Amsterdam; hetzelve had de 3e januari een stortzee over gehad en daardoor stengen, enz. verloren. Kapt. Brandligt was voornemens in Tafel-Baai (opm: nabij Kaapstad) binnen te lopen.
NRC 110450
Kaap de Goede Hoop, 16 februari. Het Nederlandse fregat (opm: bark) RHIJN, kapt. C. Brandligt, van Passaroeang naar Amsterdam gedestineerd, heeft in een storm bij Mauritius de boten verloren en schade aan het tuig bekomen. Hetzelve is de 11e dezer in de Tafelbaai binnengelopen.
NRC 220450
Amsterdam, 20 april. Aangaande het schip de RHIJN, kapt. Brandligt, van Passaroeang herwaarts gedestineerd, in de Tafelbaai met schade binnengelopen, wordt van 20 februari gemeld, dat, behalve enige schade aan het wulf (opm: hol gebogen dwarsscheeps gedeelte van het achterschip tussen hakkebord en spiegel), grote rust (opm: rust van de grote mast) en roer, dat verwrongen en waardoor lekkage aan het achterschip ontstaan was, het schip zich in goede staat bevond, zodat de kapitein dacht in een maand weder gereed te zullen zijn. Van de lading waren ca. 1400 balen koffij en 50 kranjangs suiker gelost.
1851
Op 14 april 1851 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RHIJN, aangevraagd door Coenraad Brandligt, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein.
NRC 250651
Rotterdam 24 juni. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn op heden de volgende schepen bevracht:
Voor Amsterdam: PALEMBANG, kapt. S. Hoekstra; LODEWIJK ANTONIE, kapt. J.J. van der Meulen; CATHARINA, kapt. D. Lamers; CHRISTINA, kapt. D.H. Visser; ELIZE, kapt. J.F. Detering; BALTIMORE, kapt. F.C. Jaski; WILLEM DE CLERCQ, kapt. J.C. Hoek; RHIJN, kapt. C. Brandligt;
1852
NRC 030952
Rotterdam, 2 september. Het te Mauritius binnengelopen schip (opm: bark) RHIJN, kapt. C. Brandligt, van Java naar Amsterdam bestemd, had volgens bericht van daar op zee een lek bekomen.
NRC 210952
Mauritius, 5 augustus. Het alhier op de 23e juni j.l. lek binnengelopen barkschip RHIJN, kapt. C. Brandligt, van Java naar Amsterdam bestemd, is afgekeurd geworden. De lading zal met de SCIENCE, kapt. Westcott, verzonden worden.
NRC 171152
Mauritius, 9 september. Het Nederlandse barkschip RHIJN, kapt. C. Brandligt (opm: in 1823 gebouwd als fregat transportschip Zr.Ms. DE ZEEMEEUW; in 1832 door de marine afgekeurd en in 1835 door kapt. Coenraad Brandligt aangekocht en als bark RHIJN in de vaart gebracht), van Java naar Amsterdam, hetwelk hier in de verlopen maand met averij binnen kwam, is door de kapitein, aangezien het schip te zware reparatiën moest ondergaan, geabandonneerd. De romp en ondermasten zijn voorts voor $ 1255 verkocht. Het droge gedeelte der lading is in de Engelse bark SCIENCE, kapt. Westcott, overgeladen welke daarmee de 1e dezer de reis naar Amsterdam aanvaard heeft. (opm: zie o.a. NRC 030952 en 210952)
Op 4 december 1852 werd de zeebrief van de RHIJN door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Amsterdam naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verongelukt, waarna op 6 december royement volgde.