1857
Op 29 april 1857 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de GALILEÏ, aangevraagd door T.C.H. Koch, voor zichzelf als kapitein.
NRC 200257
Capelle a.d. IJssel, 19 februari. Heden liep alhier van stapel van de werf der heren P. Bakhuyzen & Zn voor rekening van de heren Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam het nieuw gebouwd fregatschip GALILEÏ, gemeten 380 lasten en gevoerd zullende worden door kapt. T.C.H. Kock.
NRC 210757
Rotterdam, 20 juli. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende zes schepen:
Voor Amsterdam: JAN HENDRIK, kapt. H. de Jong; GALILEÏ, kapt. F.C.H. Kock; WATERGEUS, kapt. W.H. Kramer; BEZOEKI, kapt. J.H. Lammerts van Buren; IDA MARIA DE RAADT, kapt. J. de Boer, de drie laatstgenoemden voor Rotterdam.
Voor Schiedam: BROEDERTROUW, kapt. G. Rotgans, voor Dordrecht.
1858
NRC 110358
De gezagvoerder van het alhier op 26 december van Foo-Chew-Foo (opm: mogelijk Fuzhou, 26º5’ N.B. 119º19’ O.L.) gearriveerde Nederlandse schip ELIZABETH, rapporteert, dat hij bij het passeren van de Lucipara’s Droogte, aldaar op strand heeft zien zitten het Nederlandse schip GALILÉE, kapt. Kock (opm: fregat GALILEI, kapt. T.C.H. Koch), en geassisteerd heeft om het vlot te krijgen.
N.B. De GALILÉE vertrok 30 december van Soerabaija naar Probolingo.
NRC 020758
Amsterdam, 1 juli. Volgens brief van kapt. Kock, voerende het fregatschip GALILEI, de 27e juni van Banjoewangie in Texel binnen, had hij de 10e maart l.l. bij Mauritius een orkaan doorgestaan, waarin alle zeilen verloren gingen, boten en hetgeen zich verder op dek bevond aan stuk geslagen en over boord geslingerd, en de lading door de hevige stortzeeën belangrijk beschadigd werd.
1860
Op 9 oktober 1860 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de GALILEÏ, aangevraagd door T.C.H. Koch, voor zichzelf als kapitein.
1862
NRC 260362
Amsterdam, 24 maart. Volgens telegrafisch bericht van Plymouth, is het schip GALILEÏ, kapt. Van der Mey qq. (opm: fregat, kapt. B.S. van der Meij), van hier naar Liverpool, gisterenavond aldaar binnengelopen, na op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point) in de midscheeps te zijn ingevaren door een Engelse stoomboot, de naam onbekend, waardoor enige inhouten, een gedeelte van de binnenwegering, berghouten enz. gebroken zijn.
NRC 270362
Rotterdam, 26 maart. Nopens de aanzeiling van het Nederlandse schip GALILEÏ, kapt. Van der Meij qq., van Amsterdam naar Liverpool - zie NRC van 26 dezer - behelst de Shipping and Mercantile Gazette enige bijzonderheden, waaruit blijkt, dat het schip zondagnacht op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point) met een onbekende ijzeren stoomboot (opm: het Engelse s.s. WILLIAM CORY) in aanzeiling is geweest, die het aan stuurboordzijde in de midscheeps raakte en aldaar, zoals bereids gemeld is, zeer belangrijke schade toebracht. Men was aan boord van de GALILEÏ, die over stuurboordzijde lag, juist bezig om zeil te minderen en het schip had op het ogenblik van de aanzeiling geen andere zeilen bij dan dubbel gereefd groot- en voormarszeil en voorsteng stagzeil. Grootzeil, kluiver en bezaan waren vast en fok- en kruiszeil hingen in de gij, zodat het schip als het ware bijlag. De stoomboot kwam het Kanaal op en had niets dan een lantaarn aan de top van de mast branden. Alleen nadat de eerste schok – een tweede trof het schip meer achterlijk, doch deed weinig schade – gedaan was, vertoonde men het bakboordslicht. Toen de schepen geheel vrij kwamen hoorde men van de stoomboot een stem roepen: “You are all right” en op het verzoek van een van de officieren van de GALILEÏ om bij het schip te blijven, totdat men zich overtuigd had dat het nog zee kon bouwen, werd geen acht geslagen. De stoomboot zette haar koers voort en men zag er niets meer van. Het was een grote boot, hoog boven water zonder boegspriet. De GALILEÏ zou 24 dezer te Plymouth in het dok halen om de geleden schade te herstellen. (opm: zie verder NRC 280362 en 290362)
NRC 280362
Rotterdam, 27 maart. De stoomboot waarmee het schip GALILEÏ in aanzeiling is geweest – zie ons nommer van gisteren – is gebleken te zijn de stoomboot WILLIAM CORY, op de Theems aangekomen.
NRC 290362
Amsterdam, 28 maart. Het schip GALILEÏ, kapt. Van der Mey qq., van hier naar Liverpool, met schade wegens aanvaring te Plymouth binnengelopen, zou volgens brief van daar van 26 dezer, de 30e dito na enige voorlopige herstellingen de reis naar Liverpool voortzetten en aldaar gedurende de belading repareren.
1863
NRC 290563
Batavia, 14 april. Vrachten zijn iets vaster; er werden enige schepen voor China gecharterd, en was er, daar de laatste tabaksoogst binnenkomt, meer vraag voor ruimte naar Holland. IJSTROOM, bevracht te Soerabaija à GBP 3.12.6 per ton, om te Singapore te laden naar Londen of Liverpool. DAGERAAD, laadt suiker à NLG 60 en NLG 75 voor licht goed naar Rotterdam. GALILEI NLG 55 voor rijst en NLG 60 voor suiker naar Amsterdam.
NRC 180963
Rotterdam, 17 september. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn heden bevracht de navolgende 10 schepen, als:
Voor Rotterdam: CATHARINA JACOBA HENRIETTE, kapt. C.J. Tonjes, NOORDBRABANT, kapt. J.C.W. Loos, EDOUARD MARIE, kapt. A. van der Kolff.
Voor Amsterdam: JOSEPHINE BERNARDINE, kapt. A.F. Bos, WILHELMINA, kapt. A.A. Koster, POLLUX, kapt H.P. Cruys, GALILEI, kapt. B.S. van der Mey, QUATRE-BRAS, kapt. H. Nieuwenhuys, CHRISTINE, kapt. J.F. Remeus.
Op 19 oktober 1863 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de GALILEÏ, aangevraagd door de Gebroeders Hendrichs, Amsterdam, voor B.S. van der Meij als kapitein.
1864
DC 210464
Zeetijdingen. Aangekomen schepen op Java, vóór 15 maart: ALBRECHT BEYLING, kapt. v.d. Burg, van Singapore; GALILEI, kapt. Van der Meij, van Amsterdam; MARIA MAGDALENA, kapt. Willenbrink, van Padang; GRONDWET, kapt. Kamminga, van Shields; BREDERODE, kapt. Kruymel, van Melbourne; CONCURRENT, kapt. Van der Harst, en GRAAF DIRK III, kapt. Rotgans, beiden van Rotterdam.
1866
Op 20 maart 1863 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de GALILEÏ, aangevraagd door de Gebroeders Hendrichs & Co., Amsterdam, voor B.S. van der Meij als kapitein.
NRC 130566
Rotterdam, 12 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn op 12 dezer bevracht de navolgende 21 schepen, als:
- Voor Amsterdam: ZEEBLOEM, kapt. T.D. Gollards; WAALSTROOM, kapt. C. de Groot; HENDRINA, kapt. J. van Breen; CELEBES, kapt. R.K. Teppema; MARIA REGINA, kapt. A.J. Ouwehand; CHRISTINA, kapt. J.F. Remeeus; GALILEÏ, kapt. B.S. van der Mey; STAATSRAAD VAN EWIJCK, kapt. J.C. Ham; INDIA PACKET, kapt. G. Diepering en ANTHONY VAN HOBOKEN, kapt. H.P. Hazewinkel.
NRC 121066
Batavia, 14 september. Aangekomen schepen:
H. VINC. VAN PAULO, |
kapt. Nagel, |
van Swansea naar Singapore |
CORNELIA HENDRIKA, |
kapt. Marcussen, |
van Singapore |
PETRONELLA, |
kapt. Strootman, |
van Amoy |
JOAN, |
kapt. Laseur, |
van Rotterdam |
JEDO, |
kapt. Van Rossem, |
van Singapore |
HENDRIK-IDO-AMBACHT, |
kapt. Bijl, |
van Rotterdam |
BALTIMORE, |
kapt. Brakke, |
van Amsterdam |
FAGEL, |
kapt. Van Duin, |
van Sunderland |
KORTENAER, |
kapt. Schuchard, |
van Singapore |
KRIMPENERWAARD, |
kapt. Kluit, |
van Singapore |
GALILEI, |
kapt. Van der Mey, |
van Sunderland |
KRIMPEN A/D LEK, |
kapt. Rottgans, |
van Rotterdam |
DYONISIA CATHARINA, |
kapt. Berkelbach v. d. Sprenkel, |
van Amsterdam |
HELLEVOETSLUIS, |
kapt. Rems, |
van Hongkong |
1867
NRC 290367
Amsterdam, 28 maart. Volgens bericht uit Tafelbaai, dd.19 februari, was het schip (opm: fregat) GALILEÏ, kapt. B.S. van der Meij, van Banjoewangie naar Amsterdam, aldaar op die dag met assistentie van een stoomboot binnengesleept. Het schip had met mistig weder op de hoogte van de Houtbaai gestoten, maakte water en zou gedeeltelijk moeten lossen. Verdere bijzonderheden ontbreken, daar de mail op dat ogenblik vertrok. (opm: zie NRC 240467, 260467, 230567, 250567, 260667)
NRC 240467
Kaapstad, 19 maart. De 19e dezer kwam het schip GALILEI, kapt. B.S. van der Meij, in deze haven aan. Het was op 12 december jl. met een lading suiker en koffij van Batavia vertrokken met bestemming naar Amsterdam. Bij het binnenkomen had het veel kans op strand te lopen nabij Houtbaais Punt ten gevolge van de dikke mist, grote stilte en sterke stroom, welke als toen heersten. De stoomboot GNU heeft het schip uit die gevaarlijke staat gered. De kapitein bericht, dat zaterdag namiddag, toen hij Kaappunt omkwam, het vaartuig plotseling op een blinde klip of wrak stootte, en daardoor lek is geworden. De stoomboot GNU is door arbiters voor het redden van de GALILEI uit diens hachelijke toestand de som van GBP 300 toegekend. Het vaartuig zal nu binnen kort op de scheephelling worden gesleept, om gerepareerd te worden. De 8e dezer werden van dit schip verkocht 615 balen Java koffie, meer of min door zeewater beschadigd, en wel tegen 55sh.6d. per 100 pond.
De firma O. J. Truter Sr. zijn agenten.
NRC 260467
Amsterdam, 24 april. Volgens brief van kapt. Van der Meij, voerende het Nederlandse schip GALILEÏ, de 19e februari jl. met schade in Tafelbaai binnengelopen - bevorens gemeld - was hij de 16e te voren, 's namiddags tussen 2 en 3 uur, met een harde zuidoosten wind en een negenmijls vaart, zeilende op circa 12 Engelse mijlen van Kaap Punt, toen het schip stootte, naar men veronderstelt op een blinde klip of drijvend wrak, en weldra zo lek werd, dat na vervolgens scheepsraad gehouden te hebben, besloten werd de Tafelbaai binnen te lopen; dat derwaarts koers werd gezet, doch door aanhoudende stilte en dikke mist werd het schip door stroom voortgedreven en bevond zich eensklaps nabij enige brekers; men liet dadelijk het anker vallen en deed verscheidene noodschoten; toen de volgende morgen de mist was opgeklaard, bespeurde men zich nabij Houtbaai's punt te bevinden, omtrent twee scheepslengten van de wal, waarop naar Tafelbaai werd gezonden ter assistentie, doch ontmoette men de stoomboot GAU, welke reeds op weg naar de GALILEÏ was, die dan ook genoemde bodem, welke tot veiligheid van schip en lading haar anker en ketting slippen liet, op sleeptouw nam en het schip in de namiddag van 19 februari in Tafelbaai op 6 vademen water, ten anker bracht. Door de stoomboot werd GBP 500 geëist, doch door arbiters uitspraak gedaan, dat aan de eigenaars daarvan GBP 300 voor hulp zal worden uitbetaald, terwijl de kosten van arbitrage ieder voor de helft zullen worden gedragen. De GALILEÏ had reeds 2/3 van zijn lading gelost, waarvan een gedeelte, hoofdzakelijk koffie, beschadigd. Reeds waren 615 balen op vendutie verkocht. Het schip zou op de scheepshelling halen om te worden nagezien, doch moest daarmee nog enige dagen wachten daar genoemde sleephelling in gebruik was door een van de mailboten.
NRC 230567
Kaap de Goede Hoop, 18 april. De GALILEÏ, kapt. Van der Mey, is op 3 dezer op de scheepshelling alhier gekomen om te repareren. Op de 9e werd een partij beschadigde suiker verkocht, welke van 27sh. tot 30 sh.6d. per 100 pond opbracht.
NRC 250567
Amsterdam, 23 mei. Volgens brief van kapt. Van der Mey, voerende het Nederlandse schip GALILEÏ, de 14e februari met schade te Kaapstad binnengelopen, had hij het grootste gedeelte van de lading gelost en was het schip de 3e april op de sleephelling gekomen. Bij de expertise werd bevonden dat de loze kiel was weggeslagen en een groot aantal bladen koper aan stuurboordszijde waren losgewerkt. Bij nader onderzoek bleek, dat er vijf inhouten en zetters waren gebroken, verschillende houten nagels en koperen bouten waren uitgedreven en een ruimbalk gesprongen was. Men was bezig een en ander te herstellen en zou het schip binnen en buiten gebreeuwd en opnieuw gekoperd worden; ook waren 153 kranjangs suiker in beschadigde staat verkocht.
NRC 260667
Kaapstad, 19 mei. Op het ogenblik hebben we in onze havens geen andere Nederlandse schepen dan de GALILEÏ, kapt. Van der Mey, die, na op de stoomhelling een degelijke reparatie te hebben ondergaan, thans in het buitendok ligt en zich voor de thuisreis gereed maakt.
NRC 240767
Queenstown, … juli. Het Nederlandse schip GALILEÏ, kapt. Van der Mey, is de 22e juni in de Algoabaai binnengelopen met 3 voet water in het ruim. De schade was veroorzaakt doordien het met de boeg op een anker stootte. De lading wordt gelost.
NRC 260767
Amsterdam, 25 juli. Volgens brief van de heer O.J. Truter sr., Nederlandse consul te Kaapstad, Kaap de Goede Hoop dd. 21 juni, was het Nederlandse schip GALILEÏ, kapt. Van der Mey, de 19e van die maand aldaar, na volbrachte reparatie, zeilklaar liggende in het buitenbassin; dat echter op de avond van die dag een zware orkaan is komen opsteken, waardoor een zware deining in het bassin ontstond, dat de GALILEÏ dientengevolge geweldig voor- en achteruit rukte, zodat niet slechts de trossen, maar ook de kettingen zijn gebroken, waarmee het schip voor en achter behoorlijk was vastgelegd, dat door tijdige toebrenging van een zwaar anker met tros van de wal en eveneens door assistentie van het Portugese oorlogsschip MARIA ANNA, de GALILEÏ voor grotere schade is gevrijwaard.
De dag daaropvolgende heeft een verklaring van het gebeurde voor de Nederlandse consul plaats gehad; voor goedmaking van de door dit ongeval veroorzaakte kosten was door de consul een wissel afgegeven op de rederij, groot NLG 1.919,36.
(opm: zie NRC 140867 200867 en 240867; het gebruik van zware cocos-rekkers in Kaapstad is noodzakelijk wanneer men aldaar op voor deining onbeschutte ligplaatsen ligt)
NRC 260767
Kaapstad, 19 juni. Er bevinden zich thans niet meer dan twee Nederlandse schepen aan de kust van Zuid Afrika. Het ene is het fregat GALILEÏ, dat na een verblijf van vier maanden thans op het punt van vertrek staat. Het tweede is het fregatschip FRIESLAND.
NRC 140867
Kaapstad, 6 juli. Een groot gedeelte van de lading van het Nederlandse schip GALILEÏ, kapt. Van der Mey, van Banjoewangie naar Amsterdam bestemd, hetwelk de 22e juni in Algoabaai bezig was met lossen wegens schade, veroorzaakt door het wegslaan van haar ankers, is alhier in een beschadigde staat aan wal gebracht en verkocht geworden.
NRC 200867
Amsterdam, 19 augustus. Volgens brief van de Kaap de Goede Hoop, dd. 8 juli, was het schip GALILEÏ, kapt. Van der Mey, van Banjoewangie herwaarts, aldaar binnengelopen - bevorens gemeld - de 21e juni van de geleden schade hersteld, gereed om naar zee gesleept te worden, toen in de ochtend van die dag het schip in zinkende staat begon te verkeren en reeds 5 voeten water in had. Onmiddellijk werd de vereiste hulp verleend en door de duiker bericht dat het zwaar anker onder het schip lag, de stok gebroken was en een van de handen door het schip was gegaan; de duiker heeft met goed gevolg door een hoeveelheid bruinwerk, een stuk lood en vilt er overheen te spijkeren, het lek gestopt. Nadat het schip was lens gepompt en de lading gelost, is het op de sleephelling gehaald en heeft aldaar gerepareerd. In de namiddag van 6 juli was men met de reparatie gereed en ligt het schip veilig in de Tafelbaai ten anker. De volgende dag is men begonnen de lading weer in te nemen.
NRC 240867
Kaapstad, 20 juli. Behalve de GALILEÏ, kapt. Van der Meij, is er op het ogenblik geen enkel Nederlands vaartuig in onze havens. Voor dat schip echter zullen al zeer treurige herinneringen aan Tafelbaai verbonden zijn als het eenmaal onze kusten verlaten heeft.
In de vorige maand berichtten wij het als geheel gerepareerd en zeilree en werkelijk lag het op zaterdag de 22e juni, gereed om uitgesleept te worden, toen men bij het peilen van de pompen ontdekte dat het schip vier a vijf voet water in had en reeds begon te zinken. In allerijl werd met macht van koelies en met behulp van de bemanning van een in hetzelfde bassin liggende Portugese oorlogsstoomboot de lading gelost en voor zover mogelijk geborgen, terwijl inmiddels door een duiker onderzoek werd gedaan naar de oorzaak van die nieuwe ramp en bevonden dat het schip gestoten had op een anker dat het een paar dagen tevoren door de zware deining verloren had. Er was een groot gat in de bodem nabij de kiel. Het gat werd zo goed mogelijk door de duiker toegemaakt en op aanbeveling van experts werd besloten het schip weer op de sleephelling te halen en na te zien. Dat geschiedde. De breuk werd spoedig hersteld, het schip te water gelaten en het restant van de lading weer aan boord genomen, zodat het donderdag de 18e andermaal zeilree lag en ditmaal werkelijk werd uitgesleept. Maar nog schijnt aan de ongevallen van de rampspoedige GALILEÏ geen einde te zijn, daar het schip in de nacht weer is teruggekeerd en gisteren een noordwester storm in de Tafelbaai heeft moeten ondervinden, gedurende welke het tweemaal met anker en kabeltros van de wal is moeten voorzien worden.
NRC 270867
Kaapstad, 20 juli. Het schip GALILEÏ, kapt. Van der Meij, van Banjoewangie naar Amsterdam, is in de namiddag van 11 dezer, van de Algoa-baai naar zee gesleept, doch heeft tegen de avond het sleeptouw laten slippen en is op de ankerplaats teruggekomen, waarvan de oorzaak nog niet bekend is, daar regen en buiig weer de communicatie met het schip belemmeren.
NRC 270967
Vlissingen, 26 september. Heden is alhier binnengekomen het Nederlandse fregatschip GALILEÏ, kapt. Van der Meij, van Batavia laatst van de Algoabaai naar Amsterdam bestemd, met zeeschade en het Engelse brikschip OCEAN, van Odessa naar Rotterdam bestemd.
NRC 290967
Amsterdam, 28 september. Kapt. Van der Mey, voerende het Nederlandse schip GALILEÏ, van Batavia, laatst van Kaapstad herwaarts, als bijlegger te Vlissingen binnengelopen, rapporteert dat met harde noordenwind op de kust bezet geraakt zijnde, door een zware grondzee het galjoen (opm: licht, ondersteunend deel van de boeg, waarop de boegspriet rust) werd weggeslagen en de boegspriet loswerkte, waardoor het gehele tuig dreigde over boord te gaan. Hij zou een en ander uit eigen middelen herstellen en bevestigen en hoopte dan spoedig de reis naar Texel te kunnen vervolgen.
NRC 071067
Middelburg, 6 oktober. Gisterenmiddag is te Vlissingen uit het dok gehaald het Nederlands driemastschip (opm: fregat) GALILEÏ, kapt. Van der Meij, onlangs met zeeschade aldaar binnengekomen. Het schip gaat buitenom naar Amsterdam.
1868
NRC 100168
Rotterdam, 9 januari. Ten gevolge van de afschaffing van het sedert jaren in gebruik zijnde stelsel van beurtbevrachting van de Nederlandsche Handel-Maatschappij voor de overvoer van producten van Java naar Nederland, heeft de maatschappij dezer dagen de rederijen uitgenodigd tot een inschrijving op de bekende condities ten vorige jare vastgesteld en waarvan indertijd is melding gemaakt.
Gisteren had alsnu ten kantore van de directie in het openbaar de opening van de ingekomen inschrijvingsbiljetten plaats en wel met het navolgende resultaat:
Ingeschreven zijn de navolgende schepen: GOEDE VERWACHTING, van Amsterdam, 396 last, naar Amsterdam NLG 94,79; HELENA HENRIETTE, van Amsterdam, 243 last, naar Amsterdam NLG 109,50; NEDERLAND EN ORANJE, van Amsterdam, 319 last, naar Amsterdam NLG 93, naar Rotterdam NLG 94; CONSTANCE, van Amsterdam, 381 last, naar Amsterdam NLG 120; CELEBES, van Amsterdam, 250 last, naar Amsterdam NLG 110; MARIA ELISE, van Amsterdam 398 last, naar Amsterdam NLG 100; GALILEÏ, van Amsterdam, 392 last, naar Amsterdam NLG 104,43, naar Rotterdam NLG 104,43, naar Dordrecht NLG 109,43; MENTOR, van Amsterdam, 294 last, naar Amsterdam NLG 104,43, naar Rotterdam NLG 104,43, naar Dordrecht NLG 109,43 (opm: bekort)
DC 060868
Batavia, 11 juli. Aangekomen schepen: AZIA, kapt. Trappen; BILDERDIJK, kapt. Viëtor; COPERNICUS, kapt. Algra; CORNELIA, kapt. De Boer; DORDRECHT, kapt. Verhoeven; EENSGEZINDHEID, kapt. De Waal; L.J. ENTHOVEN, kapt. Koens;
GALILEI, kapt. V.d. Mey; HENDRIKA, kapt. V.d. Valk; HENRIETTE MARIA, kapt. Tjebbes; NEDERLAND EN ORANJE, kapt. Haasnoot; PRESIDENT PLATE, kapt. Julius; VERTROUWEN (ex KIANDRA, ex DRIE VRIENDEN), kapt. Dekker; IDUNA, kapt. Du Sar.
Vertrokken schepen: HELENA EN HENRIETTE (ex ELISE HENRIETTE), kapt. Deterding; MEDEA, kapt. Van Teuten; NEDERLAND EN ORANJE, kapt. Kramers; PRINSES AMALIA, kapt. Bentveld; SCHEVENINGEN, kapt. Annokkee; SCHOONDERLOO, kapt. Van Leeuwen; WIJK AAN ZEE, kapt. Mannoury.
1869
NRC 091269
Rotterdam, 8 december. Bij de plaats gehad hebbende inschrijving van schepen, ter bevrachting retour van Java zijn aangeboden aan de Nederlandsche Handel Maatschappij: INDIA PACKET, 400 lasten, vracht naar Amsterdam NLG 69,47, naar Rotterdam NLG 74,47, naar Dordrecht NLG 79,47, naar Middelburg NLG 84,47, naar Schiedam NLG 74,47; AMSTELSTROOM, 378 lasten, naar Amsterdam NLG 76,20; GALILEI, 392 lasten, naar Amsterdam NLG 89,69, naar Rotterdam NLG 92,69; CALIFORNIA, 343 lasten, naar Amsterdam NLG 82,49, naar Rotterdam NLG 85,49, naar Dordrecht NLG 85,49, naar Schiedam NLG 85,49 (opm: bekort).
1871
NRC 130471
Rotterdam, 12 april. Plaats gehad hebbende inschrijving van schepen, ter bevrachting retour van Java aangeboden aan de Nederlandsche Handel- Maatschappij:
ARIA EN BETSY, 319 lasten, naar Amsterdam NLG 78,74 ; PIETER ADOLF, 449 lasten, naar Amsterdam NLG 79,95 ; CORNELIA, 440 lasten, naar Amsterdam NLG 79,89; naar Dordrecht en Schiedam NLG 83,89; INDIA PACKET, 400 lasten, naar Amsterdam NLG 81,73; naar Rotterdam NLG 86,73; JOHANNES, 845 lasten, naar Amsterdam NLG 76,40; naar Rotterdam en Dordrecht NLG 76,99; GESINA, 272 lasten, naar Amsterdam NLG 79,79; GALILEI, 392 lasten, NLG 78,69, naar Rotterdam NLG 82,69;
NRC 281171
Amsterdam, 27 november. Kapt. B.S. van der Meij, voerende het schip (opm: fregat) GALILEÏ, van Amsterdam de 13e oktober te Batavia aangekomen, rapporteert het navolgende: De 27e augustus bevonden wij ons op 41º20’ ZB 03º OL. Tegen de avond nam de wind aan tot storm en sloeg ’s nachts over in orkaanvlagen, die tot op 30 augustus het schip hevig teisterden. Die dag behielden wij nog stormweder, de 31e augustus werd het handzaam. Wij hadden bijgelegen voor groot topzeil en stormbezaan, de laatste was echter spoedig uit de lijken gewaaid. Op dek werd alles stuk- en losgeslagen, vele deknaden sprongen, waardoor nog al water naar beneden drong, de steunder van de roerpen werd uit het rek gerukt, waardoor de stuurreep los lag en de borgtalies braken, hetgeen intussen zo goed mogelijk werd verholpen, terwijl vele andere kleine schaden ten beste werden hersteld. Intussen had het schip herhaaldelijk plat op zijde gelegen, zodat de lijwanten door het water sleepten en het dek tot over de luiken onder water was. Daardoor zeilde zowel in het ruim als tussendek (die slechts gedeeltelijk beladen waren) de lading van stuur- naar bakboord zodanig over, dat het schip na het bedaren van de storm circa 5 voet slagzijde had. Dit werd zo goed mogelijk geredresseerd. Behalve reeds genoemde en enige andere kleine schaden en veel slijtaadje in het tuig, heeft het schip niet geleden en is het, behalve de ontzette lijf- en deknaden, volmaakt dicht gebleven.
NRC 171271
Batavia, 11 november. Vrachten. Er heerst een iets flauwere stemming, grotendeels ten gevolge van de geringe hoeveelheid producten ter verscheping naar Nederland. De afdoeningen voor Nederlandse schepen sedert ons vorig bericht zijn geweest: naar Nederland: KANAGAWA NLG 72,50 voor suiker naar Rotterdam; GALILEI NLG 72,50 voor suiker naar Amsterdam; CORNELIA NLG 72,50 voor suiker naar Rotterdam; MAASSLUIS NLG 71,25 voor suiker naar Rotterdam; GIJSBERTUS HERMANUS NLG 70 voor suiker en koffie naar Rotterdam; ANNA MARGARETHA NLG 72,50 voor suiker, NLG 70 voor koffie naar Rotterdam; ORTELIUS, NLG 72,50 voor suiker naar Amsterdam; OCEAAN, NLG 72,50 voor suiker naar Rotterdam.
1872
NRC 100272
Amsterdam, 9 februari. Volgens schrijven van kapt. Strootman, voerende de FLEVO, en kapt. Van der Meij, voerende de GALILEI, beiden 9 december van Samarang naar Amsterdam vertrokken, waren zij, na tot 18 december opgewerkt te hebben naar Straat Sunda, door hevig invallende westmoesson verplicht geworden af te houden naar Banjoewangie, waar zij 24 december arriveerden, Beiden zouden de volgende dag de reis voortzetten. Aan boord was alles wel.
NRC 060672
Rotterdam, 5 juni. Plaats gehad hebbende inschrijving van schepen, ter bevrachting retour van Java aangeboden aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij: GERARD PIETER SERVATIUS, 350 last, naar Amsterdam NLG 84,98; PIETER ADOLF, 449 last, naar Amsterdam NLG 76,74; CORNELIA, 440 last, naar Amsterdam NLG 78,39, naar Rotterdam, Dordrecht en Schiedam NLG 81,-; CHRISTINA 250 last, naar Amsterdam NLG 81,20; JOHANNES, 845 last, naar Amsterdam NLG 81,20; AMSTELSTROOM, 378 last, naar Amsterdam NLG 79,90; STAATSRAAD VAN EWIJCK, 396 last, naar Amsterdam NLG 79,90; FLEVO, 686 last, naar Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht en Schiedam NLG 76,68; GALILEI, 392 last, naar Amsterdam NLG 78,68 (opm: bekort).
NRC 171072
Rotterdam, 16 oktober. Plaats gehad hebbende inschrijving van schepen, ter bevrachting retour van Java aangeboden aan de Nederlandse Handelmaatschappij: GALILEI, 392 lasten, naar Amsterdam per 250 last NLG 95, gehele ruimte NLG 90 (opm: bekort)
1873
NRC 030273
Batavia, 26 december. De vrachten verkeerden in een flauwe stemming en zijn ten gevolge der beperkte vraag naar scheepsruimte lager gegaan. Van de Nederlandse schepen is slechts bevracht de GALILEI naar Bushire (opm: Perzische Golf) NLG 2,25 per pikol (opm: een schoudervracht van circa 62 kg), te Cheribon en Tegal te laden.
Lossende en onbevrachte Nederlandse schepen, hier en op de kust: ELLY, CORNELIA, KANAGAWA, ANNA EN SOPHIA en MARIA EN ELISABETH. De Nederlandse BATOE BASSIE vertrok naar Macassar. Het Nederlandse schip ANNA LUCRETIA, komende van Amsterdam en bestemd naar Soerabaija, is gisteren Batavia gepasseerd.
NRC 220673
Amsterdam, 21 juni. Het Nederlandse schip GALILEI, kapt. Van der Meij, 29 april van Batavia naar Bushire vertrokken, is volgens telegram van Bombay van 20 dezer, aldaar lek, met verlies van zeilen en gebroken ijzeren grote mast binnengelopen; zou gedeeltelijk moeten lossen om te repareren (opm: zie ook NRC 240773 en JB 290774).
NRC 170773
Bombay, 20 juni. Het barkschip GALILEI, kapt. Allen (opm: kapt. B.S. van der Meij), van Batavia naar Bushire bestemd, is gisteren alhier lek en met verlies van grote mast binnengelopen.
NRC 240773
Bombay 27 juni. Het schip GALILEI, kapt. Van der Meij van Bushire naar Batavia, alhier 19 dezer binnengelopen, was lek in het bovenschip en heeft zeilen verloren.
NRC 270973
Bombay, 26 augustus. Het schip GALILEI, kapt. Van der Mey, van Batavia naar Bushire, alhier binnengelopen, is heden van hier vertrokken na volbrachte reparatie.
NRC 241273
Bushire, 15 november. Het schip GALILEI, kapt. Van der Mey, is 6 november alhier van Bombay en Batavia aangekomen; de lading is in beschadigde toestand.
1874
NRC 300174
Amsterdam, 29 januari. Volgens telegram van kapt. Van der Mey, dd. 28 dezer, lag hij te Bushire met het schip GALILEI, zeilklaar naar Batavia, na beladen te zijn geworden te Butsorah (opm: mogelijk Basrah). Aan boord alles wel.
NRC 120374
Plaats gehad hebbende inschrijving van schepen, ter bevrachting retour van Java aangeboden aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij.
ERNESTINE, 745 last, naar Amsterdam NLG 76,68 per gehele ruimte, naar Rotterdam, Dordrecht, Middelburg en Schiedam NLG 78,68 per gehele ruimte; ANNA ELISABETH, 449 last, naar Amsterdam NLG 84,68, per 269 last en NLG 79,68 per gehele ruimte; WILLEM POOLMAN, 813 last, naar Rotterdam, Dordrecht, Middelburg en Schiedam NLG 81,81 per 260 last; LICHTSTRAAL, 794 last, naar Rotterdam en Schiedam NLG 80,- per gehele ruimte; NEDERLAND, 373 last, naar Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Middelburg, Schiedam NLG 95,- per 260 last en NLG 84,90 per gehele ruimte; GALILEI, 392 last, naar Amsterdam NLG 84,68 per 260 last en NLG 79,68 per gehele ruimte; SOERABAYA PACKET, 262 last, naar Amsterdam NLG 89,- per gehele ruimte. (opm: bekort)
NRC 120574
Batavia, 1 april. In vrachten is weinig omgegaan en wordt voor Europa nauwelijks enig zwaar goed aangeboden. De volgende afsluitingen van Nederlandse schepen zijn te melden:
CATO, naar New York GBP1.200 in full, te Soerabaija en Batavia te laden; LUCTOR ET EMERGO naar New York, GBP3.15 in de Oosthoek te laden.
Lossende en onbevrachte Nederlandse schepen, hier en op de kust: VIER GEBROEDERS, HENRIETTE, KADANGHAUER II, MARIE, UTRECHT, GALILEI,STAD MIDDELBURG en stoomschip JAVA.
JB 290774
Tjilatjap, 23 juli. De GALILEÏ, kapt. B.S. van der Meij, bestemd om van hier te repatriëren, is heden niet langer zeewaardig gekeurd en komt vermoedelijk naar Batavia om daar verkocht te worden. Het schip heeft zware averij in Bombay gehad (opm: zie NRC 220673).
1875
NRC 250175
Amsterdam, 24 januari. Volgens particulier bericht is het Nederlandse schip GALILEI, kapt. Van der Meij, de 4e oktober van Probolingo naar Amsterdam gezeild via Banjoewangi, en zou het Nederlandse schip FLEVO, kapt. Strootman, de 21e december van Batavia naar het Kanaal voor order vertrekken. Op beide schepen alles wel.
AH 040475
Amsterdam, 6 april. Kapt. Van der Mey, voerende het Nederlandse barkschip GALILEI, van Probolingo herwaarts, 8 maart in Tafelbaai (Kaap de Goede Hoop) binnengelopen, heeft aldaar aangebracht de gezagvoerder, stuurman en 4 man der equipage van het Hamburgse schoenerschip TEIN ESSER, kapt. Greuning (opm: kapt. J.H. Graumann), één man was verdronken. Dit schip van Adelaide met meel en provisiën naar Port Natal bestemd, was 30 januari in een hevige bui gekenterd, waarna de equipage gedurende 4 uren zich buiten op de bakboordzijde heeft vastgeklemd. Toen braken de masten, waardoor de schoener zich weder richtte en drijvende bleef. Na vervolgens zes dagen zonder voedsel of drinken daarop te hebben doorgebracht, verliet de bemanning de 5e februari op 26˚26'ZB 63˚24' OL het in zinkende staat verkerende vaartuig en ging zij over op het schip GALILEI. Aan boord van laatstgenoemd schip was alles wel en dacht de kapitein 11 maart de reis naar Amsterdam voort te zetten.
NRC 110675
Amsterdam, 10 juni. Het Nederlandse schip GALILEI, kapt. Van der Meij van Probolingo naar Amsterdam, is gisteren te Castletown bij Portland binnengelopen om proviand in te nemen; het heeft onmiddellijk de reis voortgezet.
Opmerking van Marhisdata:
Het inmiddels 19-jarige schip, reeds enkele jaren eerder vertuigd van fregat naar bark, had vrij veel geleden en was waarschijnlijk door de Nederlandsche Handel-Maatschappij afgekeurd om nog haar lading te mogen vervoeren. Zoals zo vaak werd de bark verkocht aan een rederij die haar inzette voor het vervoer van hout vanuit de Oostzee naar Amsterdam. Nat hout als gevolg van lekkage was geen probleem, en bij erg veel lekkage hield de lading het schip wel boven water.
1876
NRC 010376
Verkochte schepen. Het Nederlandse barkschip GALILEÏ, groot 742 tonnen, gebouwd in 1857, is door tussenkomst van de makelaar C. Ament voor NLG 24.000 uit de hand verkocht aan de heren E.J. Bok & Zonen (opm: nieuwe scheepsnaam LINA EN JOHANNA, kapt. Van Wijk).
NRC 171176
Kopenhagen, 14 november. De LINA EN JOHANNA, kapt. Van Wijk, van Kotka naar Amsterdam, met hout, is alhier lek binnengesleept.
NRC 181176
Amsterdam, 17 november. Volgens brief van kapt. Van Wijk, voerende het Nederlands schip LINA EN JOHANNA, van Kotka herwaarts, d.d. Kopenhagen 14 dezer, was het schip in een zware sneeuwstorm, die van 6 tot 8 dezer aan hield, op Öland bezet geraakt en door zwaar werken lek geworden, zodat men genoodzaakt was te Kopenhagen binnen te lopen om de geleden schade te herstellen.
NRC 201176
Kopenhagen, 14 november. Het schip LINA EN JOHANNA, kapt. Van Wijk, alhier met averij binnen is nagezien en moet een gedeelte van de lading lossen om te repareren.
PGC 201276
Kopenhagen, 15 december. De bark LINA EN JOHANNA, kapt. Van Wijk, is heden na volbrachte reparatie, naar Amsterdam onder zeil gegaan en de volgende dag op de rede van Elseneur ten anker gekomen.
1878
NRC 300678
Amsterdam, 29 juni. Het Nederlandse schip LINA EN JOHANNA, kapt. Van Wijk, arriveerde de 20ste dezer van Nerva alhier voor de Nieuwe Houthaven, is na 261 tult balken gelost te hebben, de 27ste dezer weder uit IJmuiden naar Sundsvall vertrokken en heeft derhalve slechts 7 dagen nodig gehad om te lossen, ballast in te nemen en weder naar zee te gaan.
Kapt. Jan Lammert Wiersma 1882 - 1884
1887
NRC 180887
Amsterdam, 17 augustus. Volgens bij de rederij ontvangen telegrammen zijn de Nederlandse schepen IJMUIDEN, kapt. Wiersma en LINA EN JOHANNA, kapt. Visser, beide van hier, gisteren te Sundsvall aangekomen.
NRC 151087
Cuxhaven, 13 oktober. De Nederlandse bark LINA EN JOHANNA, kapt. Visser, van Amsterdam naar Sundsvall, werd heden voormiddag door het stoomschip MAGNET binnen en in de haven gesleept. De sleepboot GRAF MOLTKE bracht hier in de haven de Nederlandse bark IJMUIDEN, die door LINA EN JOHANNA in de Noordzee verlaten drijvend aangetroffen werd. Vier man van de LINA EN JOHANNA werden daar aan boord gezet, die het schip hier binnen brachten.
1888
PGC 050188
Cuxhaven, 1 januari. De navolgende Nederlandse schepen liggen alhier in de haven: IJMUIDEN, LINA EN JOHANNA en de HOOP.
1896
PGC 191096
Helsingfors (opm: Helsinki), 11 oktober. De Nederlandse bark LINA EN JOHANNA, kapt. F. Dobbinga, van Hernösand naar Amsterdam, is hier de 8e oktober wegens tegenwind en verlies van zeilen binnengelopen en bij Sveaborg ten anker gegaan. Zodra het schip voorzien is van enige nieuwe zeilen en de wind gunstig is, zal de reis worden voortgezet.
1897
PGC 220397
Amsterdam, 19 maart. Het Nederlandse schip (opm: bark) LINA EN JOHANNA, laatst bevaren door kapt. F. Dobbinga, is verkocht en wordt naar St. Maartensbrug (opm: bij Schagen, N.H.) gebracht om aldaar te worden gesloopt.