1965-03-25: |
NvhN 25-03-1965: Sluisdeur werdstuk geslagen. Kustvaarder Bosco stortte 5 meter omlaag in sluis. (Van onze correspondent in Rotterdam).
„Het was verschrikkelijk. We waren verstijfd van schrik, toen we door die brekende sluisdeur werden gesleurd. Zoiets maak je maar eens in je leven mee en dan moet je nog lang leven ook." Dit verklaarde gisteren kapitein K. Zwartewaalsloot van de kustvaarder Bosco, toen hij met zijn scheepje in Bolnes kwam voor reparatie na een wel zeer merkwaardig ongeluk in de haven van Liverpool. Het was ongeveer half elf in de avond, dat de 499 brt. metende kustvaarder voor de sluis lag te wachten om geschut te worden. Aan de kop lag het schip gemeerd, van achteren werd bijgestuurd met de schroef. Het waterniveau stond op dat moment vijf meter boven het water in de sluiskolk. Plotseling voer in de sluis een coaster, de Peveril, door de sluisdeur en lichtte deze uit de hengsels. Het water buiten de sluis stortte zich met enorm geweld en geraas de kolk in. De Peveril werd al direct uit de sluis gestuwd. Door de zuiging werd de Bosco negentig graden gedraaid, met de steven omlaag getrokken en met een slagzij van vijfenveertig graden ook in de sluis „geperst." Het geluk zat wel mee. De trossen van drie duim dik knapten op het goede moment af. Was dit niet gebeurd, dan was de Bosco dwars voor de sluis gekomen met het watergeweld in de zij en was hij zeker gebroken. Met de grote watermassa werd de Bosco door de sluis „gespoeld." Op de rivier de Mersey botste de Bosco tegen de Peveril. Een flink beschadigde steven en ingedrukte bakboordboeing waren het gevolg hiervan.
Het Vrije Volk 25-03-1965: Losgeslagen na ongeluk in sluis. Coaster Bosco behouden uit gevaarlijk avontuur. (Van een onzer verslaggevers). De Nederlandse coaster Bosco is na een angstig avontuur behouden, zij het met een zwaar beschadigde voorsteven op een werf in Bolnes aangekomen. Het schip is onlangs bijna vergaan, bij een merkwaardig ongeluk in de haven van Liverpool. De Bosco lag voor een sluis in de rivier Mersey te wachten op een schutbeurt. Eerst moest het Britse schip, Peveril naar binnen. Dit schip kon, toen het in de sluis was gekomen, niet op tijd stoppen en voer prompt de sluisdeur uit de hengsels. Het gevolg was, dat een enorme watermassa zich door de sluiskolk perste. De Bosco, die met twee drieduimstrossen lag afgemeerd, werd losgeslagen, door de sluiskolk gestuwd en op de rivier tegen de Peveril gesmeten. Het schip maakte op een gegeven ogenblik een slagzij van bijna 40 graden. Zijn geluk was, dat het zich nog net op tijd oprichtte en ook niet dwars voor de sluiskolk terecht kwam. In dat geval was het zeker reddeloos verloren geweest en hadden de opvarenden geen kans gehad zich in veiligheid te stellen. Machteloos. Kapitein Zwartewaalsloot uit Vlaardingen, de gezagvoerder van de Bosco, was met zijn bemanning volslagen machteloos. Eén van de opvarenden stond, toen de Brit door de sluisdeur schoot, op de bak. Hij kon op het nippertje wegkomen, voordat de coaster op de Peveril botste. De Bosco kwam er achteraf bezien nog betrekkelijk goed af. Wel werd er flinke schade aangericht, maar een groot zeeschip, dat op de rivier lag, verspeelde zelfs een stuk van het achterschip. Kapitein Zwartewaalsloot zei: „We moeten er niet aan denken wat er zou zijn gebeurd, wanneer de trossen niet op het kritieke moment waren gebroken. Als we dwars voor de sluisdeur waren terecht- gekomen, was het schip volkomen gekraakt. Dat hadden we geen van allen overleefd." Na een voorlopig onderzoek van de schade bleek de Bosco de klap nog zo goed te hebben doorstaan, dat de coaster naar Nederland kon varen om te worden gerepareerd.
De Telegraaf 26-03-1965: Kok sliep door toen coaster sluis uit spoelde. Van onze correspondent Liverpool, donderdag. De Nederlandse kustvaarder „Bosco" spoelde, als een lucifer in een dakgoot bij stortregen, door een sluis bij Liverpool, toen een ander schip de sluisdeur had geramd. De kustvaarder maakte een val van vijf meter door het verschil in waterstand in de rivier de Mersey en het grote havenbassin waarin de „Bosco" gereed lag om geschut te worden. Niemand kon een vinger uitsteken, toen het schip, met een geschatte vaart van 25 a 30 mijl door de sluiskolk werd gesleurd en langs de sluismuur schuurde. Buiten de sluiskolk stootte het, op de rivier de Mersey, met volle kracht met de boeg tegen het Britse schip „Peveril", dat de sluisdeur kapot had gevaren. Dat schip was, vóór de Bosco uit, achterstevoren door de sluiskolk naar buiten gezogen. De „Bosco" ramde de „Peveril" in het sloependek en verspeelde daarbij bijna zijn hele voorsteven. Door het weglopen van het water in het havenbassin raakten vele andere schepen van hun trossen los en even later lag het havenbassin droog: alle water was eruit gelopen. „Ik ben nog nooit zo geschrokken en ik heb er nog hoofdpijn van", vertelde kapitein K. Zwartewaalsloot (30) uit Vlaardingen. Toen het schip op de werf kwam, bleek het behalve zijn neus kwijt te zijn, aan bakboordzijde over dertig meter te zijn opengescheurd en een gat in de dubbele bodem te hebben. Alle opvarenden van het schip waren aan dek, toen de ramp gebeurde, behalve de kok, die lag te slapen aan dezelfde kant waar de schade ontstond bij liet schuren langs de sluiswand. De kok bleef doorslapen. Het personeel aan dek liep geen verwondingen op. |