1835
Op 6 maart 1835 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de kof JONGE IDA’S, aangevraagd door R.R. Keizer, Hoogezand, voor zichzelf als kapitein.
PGC 170435
Het schip de JONGE IDA'S, kapt. R.R. Keizer, van Groningen, was de 8e april op de hoogte van Ramsgate. (opm: eerst getraceerde vermelding van de kof)
1837
RC 170137
Rotterdam, 16 januari. Kapitein R.R. Keizer (opm: kof DE JONGE IDA’S), van Rochefort te Amsterdam gearriveerd, rapporteert, tegen de avond van den 27 december 1836 (opm: in RC 210137 gecorrigeerd als 25 december in de ochtend) op de hoogte van Engelands Eind (opm: Land’s End) gezien te hebben het schip (opm: fregat) FLEVO, kapt. H.T. Amsberg, van Amsterdam naar Batavia, alsmede een bark, tonende de Rotterdamse vlag met No. 11.
Op 28 maart 1837 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de kof JONGE IDA’S, aangevraagd door R.R. Keizer, Groningen, voor zichzelf als kapitein.
RC 160537
Rotterdam, 15 mei. Het schip (opm: kof) de JONGE IDA’S, kapt. R.R. Keizer, met kaas, vijlen (opm: mogelijk worden vijgen bedoeld) en drogerijen van Amsterdam naar Bayonne, is, volgens brief van daar van den 3 dezer, den 1 dito bij Boucau aan de noordhoek van de baar van Bayonne aan de grond geraakt; de lading is in afgezonden ligters geborgen en die dag te Bayonne aan de geconsigneerden afgeleverd; het schip had niets geleden en zou met de vloed weder afgebragt worden. (opm: zie RC 030637)
RC 030637
Rotterdam, 2 juni. Het schip (opm: kof) de JONGE IDA’S, kapt. R.R. Keizer, van Amsterdam naar Bayonne, op de baar van Bayonne gestrand (opm: zie RC 160537), is, volgens brief van daar van den 24 mei, weder af en in de haven gebragt.
PGC 110737
Het schip (opm: kof) DE JONGE IDA'S, kapt. R.R. Keizer, van Bayonne naar Kopenhagen, was de 7 en het schip (opm: fregat) OLIVIER VAN NOORT, kapt. G. de Jong, van Amsterdam naar Batavia, op 8 juli op de hoogte van de Lezard.
RC 181137
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:
Bordeaux: het Kofschip FELIX, kapt. J.J. Cramer.
Belfast: het Kofschip JONGE IDA’S, kapt. R.R. Keizer, vertrekt den 25 dezer.
RC 071237
Rotterdam, 6 december. Den 6 dezer zeilden JONGE IDA ES (opm: kof DE JONGE IDA’S), R.R. Keyzer, naar Belfast, en arriveerde Zr.Ms. stoomschip PHOENIX, kapt.-luit. le Jeune, welke rapporteert dat het schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. M. Harkema, na het anker verloren en het spil gebroken te hebben, naar Vlissingen gestevend is, als hebbende het niet kunnen binnenslepen, omdat geen water genoeg aan de wal. De wind N.O.
1839
ZP 030639 – 406
Het schip (opm: Kof) DE JONGE IDA’S, wijlen kapt. R. Keijzer, van Liverpool naar Harlingen, is de 27e mei wegens het overlijden van gemelde kapitein te Penzance binnengelopen. (opm: zie ZP 150639 en LC 280639)
ZP 150639 – 417
Op 10 juni arriveerde te Harlingen het schip (opm: kof) de JONGE IDA’S, van Liverpool, kapt. J. de Groot voor wijlen Keijzer (opm: zie ZP 030639).
LC 180639
Harlingen. Binnengekomen: den 9 juni het barkschip SOLID, kapt. P. Knudsen, van Oudsoen; het brikschip AUKATHOR, kapt. J. Christensen, van Drammen. Den 10 dito het galjootschip ENIGHEDEN, kapt. C. Lie, van Drammen; het schonerschip ORWELL, kapt. R. Cubitt, van Londen; het smakschip VERWAGTING, kapt. J. Eilers, van Leith; het kofschip de JONGE IDA’S, kapt. J. de Groot, van Liverpool.
LC 280639
Advertentie. De notaris Wijma, te Harlingen, zal aldaar, op woensdag den 10 juli 1839, des namiddag ten 3 ure, in de herberg van S. Beidschat, in het openbaar presenteren te verkopen: het, in den jare 1835 te Hogezand nieuw gebouwde Kofschip, genaamd de JONGE IDA’S, lang over steven 21 el 60 duim, wijd 4 el 1 duim, hol 2 el 4 duim, en alzo gemeten op 79 ton, ladende plus minus 56 roggelasten, en dat met al zijn rondhout, opstaand en lopend want, ankers en touwen, zeil en treil en verdere scheepsgoederen, zodanig het is gevoerd geweest bij wijlen kapitein Roelof Reintjes Keizer (opm: zie ZP 030639) en is liggende in de Zuiderhaven te Harlingen, om dadelijk te worden aanvaard. Nader onderricht ten kantore van gemelde notaris, te Harlingen. (opm: na verkoop werd LEEUWARDEN de nieuwe naam)
1839
Op 12 juli 1839 werd de zeebrief voor de kof de JONGE IDA'S door de ontvanger te Harlingen geretourneerd, onder vermelding “schip verkocht” waarop 15 juli 1839 royement volgde.
Op 24 juli 1839 werd de eerste (bedoeld wordt nieuwe) zeebrief verstrekt voor de LEEUWARDEN, aangevraagd door P. Koumans Smeding, Leeuwarden, voor E.H. Oldenburger als kapitein.
1840
LC 210240
Harlingen. Binnen gekomen: Den 19 februari het kofschip LEEUWARDEN, kapt. E.H. Oldenburger, naar Newcastle.
LC 170340
Harlingen. Binnen gekomen: Den 12 maart het kofschip LEEUWARDEN, kapt. E.H. Oldenburger, van Newcastle.
LC 310340
Harlingen. Binnen gekomen: Den 19 maart het kofschip LEEUWARDEN, kapt. E.H. Oldenburger, naar Newcastle.
LC 280440
Harlingen. Uitgezeild: Den 19 april het kofschip LEEUWARDEN, kapt. E.H. Oldenburger, naar Newcastle.
Op 23 mei 1840 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de LEEUWARDEN, aangevraagd door P. Koumans Smeding, Leeuwarden, voor kapt. K.W. Nieboer.
PGC 290940
De schepen MINERVA, kapt. Albers (opm: buitenlander), en LEEUWARDEN, kapt. Nieboer (opm: kof, kapt. K.W. Nieboer), beide van Amsterdam naar Riga, zijn, na op de Vlierede door aanzeiling schade bekomen te hebben, den 23 september te Harlingen binnengelopen, doch hebben, van de geleden schade hersteld zijnde, de volgende dag de reis voortgezet.
ZP 291240
Terschelling, 21 december. Een schip, volgens ingewonnen bericht de LEEUWARDEN, kapt. Nieboer, van Newcastle naar Harlingen, is de 19e dezer ter rede geweest, doch heeft wegens het menigvuldige ijs weder naar zee moeten zeilen.
1842
Op 16 juli 1842 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de LEEUWARDEN, aangevraagd door P.K. Smeding, voor K.W. Nieboer als kapitein.
1844
AH 230944
Texel, 21 september.
Binnengekomen. LEEUWARDEN, kapt. K.W. Nieboer, van Petersburg.
Op 2 oktober 1844 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de LEEUWARDEN, aangevraagd door K.W. Nieboer, Zaandam, voor zichzelf als kapitein.
1845
GRC 031045
Vlissingen, den 28ste september. Binnengekomen. LEEUWARDEN, kapt. K.W. Nieboer, van Bristol.
RC 161045
Vlissingen, den 14 dezer. Uitgezeild. K.W. Nieboer (opm: kof LEEUWARDEN, zie RC 111145), naar de Oostzee.
RC 111145
Men schrijft uit Aalborg, dat den 28 oktober bij Stenshoved een Nederlands kofschip, in zinkende staat, en van volk verlaten, gevonden is. (opm: dat moet de kof LEEUWARDEN zijn geweest, bouwjaar 1835, kapt. Klaas Willems Nieboer, van wie sinds 14 oktober niets meer is vernomen; zie ook RC 161045)