Familiegegevens en opleiding
Willem (William) Alexander was getrouwd met Magdalena (Cornelia) van der Poel.
Bataviasche Courant, 15 mei 1824
Op den 8sten mei 1824, overleed te Batavia, na eene ziekte van slechts weinige dagen, Wm. Alexander, in leven gezagvoerder van het Nederlandsche schip Mary, wordende zeer betreurd door alle die hem gekend hebben. (opm: het fregat werd onder kapt. H.B. Voss naar Rotterdam gevaren, zie BC 220524)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.Alexander was op 14 september 1819 één van de elf oprichters van het Rotterdamse zeemanscollege "Maatschappij tot Nut der Zeevaart".058.
W.Alexander was met vlagnummer R6 in de periode 1819 t/m 1824 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart005.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Jaarverslagen 1832, 1833 en 1834 van de Maatschappij (Gemeentearchief van Rotterdam) staat in de rekening-Courant dat de weduwe van kapitein W.Alexander een uitkering kreeg van f 180,40, f 147,80 en f 160,10. Door de financiële situatie van de Maatschappij wisselden in deze periode de hoogte van de uitkeringen.
In de Jaarverslagen 1835 en 1836 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe van kapitein W.Alexander een uitkering krijgt van f 170,- voor haar en haar kind. In 1837 is de uitkering F 151,67 voor haar en 1 maand voor haar kind. In 1838 t/m 1841, 1849, 1851 1855, 1858 en 1859 is de jaarlijkse uitkering f 150,-. en is de uitkering voor het kind vervallen (dit kind heeft vermoedelijk de maximale uitkeringsleeftijd bereikt).
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt W.Alexander als gezagvoerder gedurende:
* 1824 van het 3/m schip “Mary”, gebouwd in 1815 (volgens Verhoeff, april 2005), 338 ton o.m., varend voor Reijn, Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam.
In 1824 was W.Alexander gezagvoerder van het Rotterdamse fregat de "Marij" (181 lasten). De boekhouder was Reijn, Varkevisser & Dorrepaal012.
Het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevat monsterrollen op naam van kapitein Willem Alexander op de:
“Hoop”, dd 09 september 1808 (Vlag Papenburg)
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant december 1813114
(opm: Hieronder volgt een selectie van gedurende december 1813 door verschillende cargadoors geplaatste advertenties van in Rotterdam in lading liggende schepen, welke een indruk geeft van de ‘lijndiensten’ op een aantal Engelse havens)
Naar Londen:
Om spoedig te vertrekken, ….
Hollandsch Brikscheepje MARIA CHARLOTTA, kaptein Willem Alexander. Adres by J. van Ommeren Fz, Cargadoor.
Rotteramsche Courant 27 juli 1815114
Advertentie. Nicolaus Montauban van Swyndregt, Hubertus Montauban van Swyndregt en Frederik van Dam, makelaars binnen Rotterdam, als last-hebbende van hun Principalen, en geauthoriseerd door de Regtbank van Koophandel, zitting houdende binnen deze stad Rotterdam, zijn van mening, op donderdag 3 augustus 1815, des namiddags ten 4 uren, ten huize van George Crabb, kastelein in het Badhuis, in de Boompjes, in het openbaar te veilen en te verkopen: een extra welbezeild Brigantijnschip, genaamd MARIA-CHARLOTTA, laatste gevoerd bij kaptein W. Alexander, lang over steven 73 voeten, wijd, bij de eerste balk voor het groot luik binnen zijn huid, 21 voeten 3 duimen, hol, in het ruim, bij de eerste balk voor het groot luik op zijn uitwatering, 13 voeten, alles Amsterdamsche maat, met alle deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere scheeps-gereedschappen, zoals hetzelve is liggende, even buiten de Schiedamschepoort, aan de scheepstimmerwerf van de heren P. van Swyndrecht en Zoon; breder bij Inventaris en nader onderrigting bij bovengemelde makelaars.
Rotterdamsche Courant 04 september 1817114
Te Rotterdam liggen in lading naar…:
HavreBaltimore: het Brikschip de HOOP, kaptein Willem Alexander, om den 20 dezer te vertrekken.
Rotterdamsche Courant 19 juni 1821114
Rotterdam, 18 juni….
…..Den 16 zeilden MARY, W. Alexander, naar Batavia; EGMOND, T. Scottland, naar Montrose; de VROUW ANNAGINA, S.H. Spelde, naar Liverpool, en arriveerden WABUSH, J.A. Jucker, van Baltimore, en ERWACHTING, J.C. Deihneke, van Memel (opm: Klaipeda)……
Rotterdamsche Courant 30 maart 1822114
Rotterdam, 27 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 26 maart:….
Te Liverpool is gearriveerd VLASBLOEM; te Batavia den 7 december 1821 VROUW CATHARINA ELIZA (opm: fregat DE VROUW CATHARINA ELISABETH), J. Ingerman, van Amsterdam, en den 8 MARY, Alexander, van Rotterdam; van Batavia zijn vertrokken den 18 november 1821 LORD WELLINGTON, Anderson, naar Antwerpen, den 21 ROTTERDAM, Waters, naar Amsterdam; den 2 december TEXEL, Hosman, en ZELIMA, Neurenberg (opm: driemaster, thuishaven Gent, kapt. Christian J. Neurenberg), naar Antwerpen; den 9 HELVETIUS, Swift, naar Antwerpen, en den 12 DELPHINA, Boelen, naar Amsterdam.
Familiegegevens en opleiding
Johannes Fredrik Ulrich werd geboren c. 1771 of 1773 te Amsterdam. Hij woonde aan de Nieuwesteeg nr.147 te Rotterdam. Hij werd op 01 juli 1836 levenloos uit het water van de Zalmhaven te Rotterdam opgehaald005.
Foto (nr.92) beschikbaar van kapitein J.Ulrich (niet duidelijk of het om J.F. of J.R.Ulrich gaat)047.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.F.Ulrich was op 14 september 1819 één van de 11 oprichters van het Roterdamse zeemanscollege "Maatschappij tot Nut der Zeevaart". Hij was effectief lid met vlagnummer R11 in de periode 1819 t/m 1836058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1831 van het College (Gemeentearchief Rotterdam - J.126) staat dat zijn “behoeftigen staat aan de Maatschappij te kennen hebben gegeven, zijnde J.F.Ulrich, n.o 11 een uitkering van de Maatschappij heeft gekregen. In de Jaarverslagen 1832, 1833 en 1834 van de Maatschappij Gemeentearchief van Rotterdam) staat dat de öude Kapitein” nr. 11, zijnde kapitein J.F.Ulrich een jaarlijkse uitkering kreeg van f 200,-, f 162,50 resp. f 187,50. In het Jaarverslag 1835 (Maritiem Museum, Rotterdam) staat dat de “oude kapitein” nummer 11 een uitkering heeft gekregen van f 200,-. In 1836 kreeg hij tot aan zijn overlijden nog een uitkering van f 100,- voor 6 maanden, waaruit is te concluderen dat hij in juni/juli 1836 is overleden.
In het Jaarverslag 1836 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat kapitein J.F. Ulrich in 1836 “hier ter stede” is overleden058.
De schepen van de kapitein
Geen
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 03 februari 1818114
Rotterdam, 2 februari. Volgens brief van kapt. J.F. Ulrich, voerende het sloepschip de JONGE MARTINUS, van Rotterdam, laatst van Dartmouth, was hij den 12 december laatstleden, in goede staat, te Philadelphia aangekomen; de equipagie en passagiers waren allen in de beste welstad, en hij had, niettegenstaande de lange reis en vele uitgestane storm, geen zieken gehad, maar daarentegen waren er drie kinderen geboren.
Een Engelse brik, den 18 van Amsterdam aangekomen, was niet zo gelukkig geweest, want van de 200 aan boord geweest zijnde passagiers waren er 73 overleden.
Rotterdamsche Courant 28 juli 1818114
Advertentie. Nicolaus Montauban van Swijndregt, Hubertus Montauban van Swijndrecht en Fredrik van Dam, makelaars te Rotterdam, als lasthebbende van hun Principalen, zijn van mening, na gedane aangifte, ingevolge de Wet, op heden den 28 juli 1818, des namiddags ten 4 uren, in het Logement genaamd Het Badhuis, onder de Boompjes, in het openbaar te veilen en aan de meest daarvoor biedenden, of hoogst mijnenden, te verkopen: een snelzeilend Chaloupschip (opm: sloep of barkas), genaamd de JONGE MARTINUS, laatst gevoerd bij kaptein Johannes Fredeirk Ulrich, lang over steven 57 en 1 half voet, wijd, bij de eerste balk van het grote luik, op zijn binnenwegering, 16 voet 9 duim, hol, in het ruim, van de onderkant van het dek tot op de buikdenning, 10 voet, alles Amsterdamse maat; (zijnde in den jare 1817 zwaar vertimmerd) met alle deszelfs rondhout, staande en lopende want, ankers, touwen, zeilen en verdere gereedschappen, zo als hetzelve is liggende in de Blaak, Zuidzijde, voor de Huizinge van de Heer J.C. Jouhaneau Laregnere. Nader onderrigting bij bovengemelde makelaars.
Het omschrevene schip kan heden, door een ieder, worden bezigtigd.
Rotterdamsche Courant 01 november 1821114
Rotterdam, 1 november.
….Den 30 zeilde ZEELUST, A. van der Linden, naar … ; FLORA, J.H. Jonker, naar Brest; JOHN AND MARY, G. Watson, naar Leith. Bij het vertrek der post liggen twee uit zee komende schepen ten anker, waaronder, volgens rapport, een brik voerende de nummervlag R. nr. 11; de wind Z.Z.O….
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
brik “Vrouw Gerarda”
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Matthijs Jurgens op de:
“Vrouw Gerarda”, dd 03 augustus 1818 en 02 augustus 1819.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 09 juli 1816114
In Rotterdam liggen in lading, naar: ….
Surinamen: het Brikschip de VROUW GERARDA, kapt. M. Jurgens. ….
Rotterdamsche Courant 07 maart 1818114
Amsterdam, 5 maart. Volgens een brief van Surinamen, van den 15 december (opm: 1817), zou in de eerste dagen van februari van daar vertrekken het schip de VROUW GERARDA, kapt. M. Jurgens, alsmede dat onder de schepen, welke het eerst de terugreis uit de Kolonie zouden aannemen, zich bevonden de COURIER, kapt. A. van Dyk, ELISABETH EN ANNA, W. Trippensé, en de ZEEMEEUW, kapt. L. de Vries, alle te Rotterdam thuis behorende en deels derwaarts en deels naar Amsterdam gedestineerd.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
De ledenlijsten van 1820 t/m 1825 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart te Rotterdam zijn niet beschikbaar. C. Schultz komt in geen van de overige ledenlijsten voor. Hieruit concludeer ik dat hij lid is geweest in de periode 1820 -1825 maar het is niet na te gaan in welke jaren Ook het vlagnummer is onbekend.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1832 van de Rotterdamse Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Gemeentearchief van Rotterdam) staat in de Rekening-Courant dat de weduwe van kapitein C.Schultz voor haar en haar twee kinderen een uitkering kreeg van f 200,-. In 1833 kreeg zij voor haar en haar twee kinderen f 152,50 en in 1834 voor haar en nog maar één kind f 162,50. In deze jaren wisselden de hoogte van de uitkeringen vanwege de wisselende financiële situatie van de Maatschappij.
In het Jaarverslag 1835 van de Rotterdamse Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat bij de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe van kapitein C.Schultz een uitkering krijgt van f 170,- voor haar en haar kind. In 1836 t/m 1841, 1849, 1851 en 1855 is sprake van een uitkering van f 150,- alleen voor haarzelf. En in de Jaarverslagen 1858 en 1859 wordt nog gesproken van jaarlijks F. 150,- voor de weduwe van J.C.Schultz (ik neem aan dat het hier ook gaat om C.Schultz, omdat een J.C.Schultz niet in deledenlijsten voorkomt).
Het wegvallen van de ondersteuning voor een kind zou kunnen duiden op het overlijden van dat kind.
De schepen van de kapitein
“Vrouw Agatha”
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 25 september 1821114
Rotterdam, 24 september. …..
….Den 22 zeilden GEORGE DE VIERDE, H. Lidstone, naar Guernsey; ROTTERDAM PACKET, A.M. Donald, naar Aberdeen; FLORA, J.W. Berisford, naar Rochester; BRUNSHEE, H.J. de Jong, naar …. ; de VROUW GERARDA, C. Schultz, naar Surinamen; OLIJSON, R.W. Gruno, naar St. Ubes (opm: Setubal); KLAZINA EN DIRKJE, C. Schilperoord, naar Brest; JOHANNES, H. Rubarth, naar de Oostzee, en arriveerden CARL FIFE, D. Watson, van Macduff; SARA EN LOUISA, J. Velnon, van Arendsburg; THULSCON, M.G. Drews, van Wolgast; de HARMONIE, B.J. Wijgers, heeft bij het naar zee zeilen, beoosten de haven, aan het hoofd, enige schade bekomen en is op de haven gebragt…..
Rotterdamsche Courant 02 oktober 182114
Rotterdam, 1 oktober. Van Helvoetsluis wordt van den 29 passato gemeld:
Den 30 passato arriveerden STEPHANIE, J. Desquer; LES DEUX FRÈRES, Fezant, van St. Malo; kapt. Levieng, met de brieven van den 29, van Harwich; de VROUW GERARDA, C. Schultz, door contrarie-wind en lekkagie, als bijlegger, naar Surinamen.
Rotterdamsche Courant 06 oktober 1821114
Rotterdam, 5 oktober. Den 3 arriveerden te Helvoetsluis de schepen EARL OF CLANCARTY, F.F. Gibbs, van Londen; NAIAD, H. Aries, van Bilbao, als bijlegger; de VROUW GERARDA, C. Schultz, is op de haven gekomen…..
Rotterdamsche Courant 30 oktober 1821114
Rotterdam, 29 oktober.
....Den 28 arriveerde kapt. Knocker, met de brieven van den 27, van Harwich, en zeilden PHANIX, J. Lewfestij, naar Guernsey; de FENIKS, J. Kardas, en FLORA, J.H. Jonker, naar Brest; FREDRIK, J. Davids, naar St. Ubes (opm: Setubal); OTTER, T. Downing, naar Sumatra; BARON VAN DER CAPELLEN, W. Purvis, en DIJKZIGT, J. Schaap, naar Batavia; de VROUW GERARDA, C. Schultz, en de TWEE VRIENDEN, H. Bos, naar Surinamen; AURORA, G. Johannes, naar Liverpool; dezelven zijn, door de stilte van wind, onder de Goereese haven ten anker gekomen; de wind O. dik en mistig.
Rotterdamsche Courant 01 november 1821114
Rotterdam, 1 november. Van Helvoetsluis wordt van den 30 oktober gemeld: den 29 zeilden naar zee de schepen de VROUW GERARDA, C. Schultz, en de TWEE VRIENDEN, H. Bos, naar Surinamen en ZORG EN VLIJT, J.E. Zwart, naar Brest….
Rotterdamsche Courant 08 november 1821114
Rotterdam, 7 november. Van Helvoetsluis wordt van den 6 gemeld: den 5 is van de rede naar het Hitsersche Gat gezeild het schip FORTUNA, A. Kouwenhoven, en arriveerde de VROUW GERARDA, C. Schultz; komt door lekkagie terug uit zee; ROTTERDAM PACKET, A.M. Donald, van Aberdeen; de VIER BRÖDRE, N. Andersson, van Stubbekiöbing; WOODBURNE, kapt. Aussel, van Londen; OAK, W. Weeks, van Boston. Kapt. Schepen is van zijn quarantaine ontslagen; de wind N.W…..
Rotterdamsche Courant 09 april 1822114
Rotterdam, 8 april. ….
…. Den 7 zeilden de VRIENDSCHAP, T. Helm, naar Marseille, en de JONGE GERRIT, F. Plokker, naar Cherburg.
Den 8 zeilden de CORNELIA LUCIA, J. Altona, naar Lissabon; KLAZINA EN DIRKJE, C. Schilperoord, naar Liverpool; DOLPHIJN, W. Verloop, naar St. Thomas; HIJPERION, H.S. Bruinsma, en de VROUW AGATHA, C. Schultz, naar Surinamen; MARGRITA LOURENTIA, J.P. Kortrijk, naar Brest, en ZEEGEWIN, J. van Teijlingen, naar Lissabon; de wind N.N.O.
Rotterdamsche Courant 11 juli 1822114
Rotterdam, 10 juli. Het schip de VROUW GERARDA, kapt. Schultz, den 8 april laatstleden uit Helvoetsluis gezeild, is, na een reis van 30 dagen, behouden te Surinamen gearriveerd. Volgens een brief van de kapitein, van den 15 mei, was alles zeer wel aan boord.
Juiste kapitein?
Rotterdamsche Courant 17 september 1822114
Amsterdam, 15 september. Volgens brief van Paramaribo, van den 25 juli, zouden, behalve de reeds als vertrokken opgegeven, den 31 juli van daar vertrekken de schepen l’AUGUSTE, kapt. J. Hulsen Jr; HARLINGEN, kapt. L.L. Buisman, en SOFIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, naar Amsterdam, en de HARMONIE kapt. F. Petersen, naar Middelburg; en 15 augustus de schepen de KOLONIST, L. Wildschut, en SPECULATION, Th. Pietersz, beide met suiker; PAULINA, H.J. Strijk, de SURINAAMSCHE VRIEND, T.C. Claus en HUIS TE SPIJK, D.G. Doeksen, met koffij, allen naar Amsterdam, en de VROUW GERARDA, C. Schultz, met koffij naar Rotterdam.
Datum vanaf: |
1820 |
Kapitein: |
Schultz, Carl |
Overige informatie: |
1821-07-20 |
|