Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Bandix wordt vermeld als lid van het Amsterdamse zeemanscollege “De Blauwe Vlag” met vlagnummer 106 in 1827 t/m 1830008.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In het Archief van de Waterschout te Amsterdam011a worden monsterrollen genoemd op naam van Christiaan Bandix als gezagvoerder van:
“Stadt Kanson”, dd 14 april 1785;
“Twee Gezusters”, dd 16 februari 1789;
“Frau Elizabet”, dd 29 maart 1796 (Deense vlag); 20 juli 1796; 22 oktober 1796 (D); 09 juni 1800 (D); 15 november 1800; 19 augustus 1801 (D); 23 maart 1802 (D);
“Vrede”, dd 10 juli 1802;
“Vr. Dorothea” dd 12 september 1814; 10 april 1815; 16 augustus 1815; 12 april 1816; 03 oktober 1816; 21 februari 1817; 05 juni 1817; 14 april 1818.
“Vr. Theodora” dd 27 maart 1819; 11 oktober 1819; 22 september 1820; 05 maart 1821; 22 oktober 1821; 06 november 1822; 21 juli 1823, 29 december 1823 en 07 oktober 1824.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 23 juli 1818114
Advertentie. C. de Grijs, T. Zuhrmühlen, J. Tentye, H.R. de Barbanson en F. Bouvy, makelaars, zullen, op maandag den 27 juli 1818, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen: een extraordinair welbezeild Kofschip, genaamd de VROUW DOROTHEA, gevoerd door kaptein C. Bandix, lang 93 en 1 half voet, wijd 22 voet 7 duim, hol 11 voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars.
Rotterdamsche Courant 02 december 1819114
Amsterdam, 30 november. Kapitein C. Bandix, voerende het schip THEODORA, van Amsterdam naar Bilbao gedestineerd, meldt van Olaveaga, bij Bilbao, in dato 17 november, dat hij den 13den in goeden staat tot voor de baar genaderd was, doch dat vervolgens het schip, door onkunde van de loods, op dezelve gezet was, en gedurende vier uren zwaar gestoten had, waardoor het schip lek werd, en daarna met behulp van twee boten voor Portugulette ten anker kwam; vervolgens naar Bilbao opzeilende was men half wegen, toen de loods het schip weder aan de grond zettede, waarom hij resolveerde (opm: d.w.z. de kapitein besloot) weder naar Olaveaga terug te keren en aldaar te lossen, waarmede hij begonnen was. Hij hoopte nogthans weinig schade aan de lading te hebben, als hebbende direkt beginnen te pompen. Op de baar had hij een werp-anker en touw laten staan en gekapt.
Rotterdamsche Courant 15 deccember 1821114
Amsterdam, 13 december. Het schip (opm: kof) de VROUW THEODORA, kapt. C. Bandix, van Amsterdam naar Bilbao, is, na drie maal uit het Kanaal in de Noordzee terug gestormd te zijn, den 22 november in goede staat onder de Singels (opm: ondiepten in de inham bij Winchelsea, 10 mijl west van Dungeness) ten anker gekomen, alwaar het met nog wel 50 schepen gelegen heeft tot den 6 december, en alstoen deszelfs reis met gunstige gelegenheid heeft voortgezet; aan boord was alles wel.
Rotterdamsche Courant 05 januari 1822114
Amsterdam, 3 januari. Kapitein Bandix, voerende het schip DE VROUW THEODORA, van Amsterdam naar Bilbao, meldt van Folkestone van den 26 december, dat hij den 6 dito van onder de Singels (opm: ondiepten in de inham bij Winchelsea, 10 mijl west van Dungeness) gezeild zijnde, reeds de vuren van Lezard in het gezigt gehad heeft, doch door storm en onweer terug gedreven was, en niet eerder een haven had kunnen aandoen dan den 25 dito, toen hij door hulp van een loods te Folkestone is binnengekomen; de zeilen en het touwwerk hadden veel geleden, hetgeen hij echter met zijn eigen volk hoopte te herstellen; voorts was het schip digt en alles in goeden staat.
Rotterdamsche Courant 08 januari 1822114
Amsterdam, 6 januari. Kapt. C. Bandix, voerende het schip (opm: kof) de VROUW THEODORA, van Amsterdam naar Bilbao, volgens onze vorige te Folkestone binnengelopen, meldt van daar, in dato den 31 december, dat hij, zijn geleden schade met eigen volk hersteld hebbende, toen gereed was om met de eerste gunstige gelegenheid zijn reis te vervolgen.
Rotterdamsche Courant 31 januari 1822114
Amsterdam, 29 januari. Het schip de VROUW THEODORA, kapt. C. Bandix, van Amsterdam naar Bilbao, was den 17 januari aldaar voor de baar.
Datum vanaf: |
18?? |
Kapitein: |
Hayes, Jan |
Overige informatie: |
0 |
Datum vanaf: |
1818 |
Kapitein: |
Singer, Hendrik Fredrik |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Lambert Hendrik Singer werd geboren te Korte Zwaag, provincie Vriesland op 04 februari 1796.
Hij was getrouwd met Antje Hattems/Hattum, geboren te Amsterdam op 07 april 1808 (of 12 juli 1814). Zij overleed 22 juli 1877.
Lambert overleed in 1873. Bij zijn overlijden is als woonplaats Amsterdam vermeld.118 en 003
Lambertus Hendrik Singer woonde op de Wittenburgergracht te Amsterdijk. Hij werd geboren in 1809 in Goedijk. Zijn religie was Nederduits Hervormd.098
Is dit een foute opgave in het Bevolkingsregister of was er een tweede L.H.Singer? – Parma.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.H.Singer (met als adres J.A.de Jongh) werd met vlagnummer 297 per 22 september 1829 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein C.Haasnoot. Zijn schip was de “Zaandam” (met potlood doorgestreept en vervangen door “Koning Willem”) 002.
In de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdams zeemanscollege Zeemanshoop van 15/22 september 1829 werd Lammert Hendrik Singer, wonende te Zaandam en met als adres J.Corver & Co te Amsterdam, oud 34 jaar, voerend de kof “Zaandam”, op voordracht van kapitein C.Haasnoot voorgedragen/benoemd als effectief lid met vlagnummer 297023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop per 01 januari 1836. Per 01 mei 1855 van beroep veranderd003.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 07 januari 1836 staat een brief van kapitein L.H.Singer “verzoekende uitstel tot het fourneren van nadere documenten om als voortdurend Deelnemer te worden aangenomen hetwelk wordt toegestaan … “042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 januari 1857 staat een verzoek van kapitein L.H.Singer om vrijstelling van contributie, hetgeen wordt afgewezen. In de vergadering dd 29 april 1858 verzoekt hij wederom om ontheffing van het betalen van contributie wat opnieuw wordt afgewezen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 oktober 1858 vraagt kapitein L.H.Singer om een uitkering. In de vergadering dd 25 november 1858 wordt hem een halve uitkering toegekend ingaande 01 november 1858, maar dan moet eerst worden voldaan aan de contributieverplichtingen conform artikel 58 van het Reglement.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 mei 1859 verzoekt kapitein L.H.Singer om een volledige uitkering te mogen ontvangen, die hem in de vergadering dd 30 juni 1859 alsnog wordt toegekend ingaande 01 augustus 1859.042.
In de Bestuursvergadering van 29 september 1859 vraagt kapitein L.H.Singer om vrijstelling van contributie, hetgeen wordt afgewezen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 juli 1867 verzoekt kapitein L.H.Singer om ontheffing of vermindering van de contributie. Dit wordt om reglementaire redenen afgewezen.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 maart 1873 vraagt de wed. L.H.Singer om de regelementaire uitkering welke haar in de vergadering van 24 april 1873 wordt toegestaan ingaande 01 mei 1873.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 07 december 1858 staat vermeld dat kapitein L.H.Singer om onderstand verzoekt. Er volgt dat aan hem “de helft der onderstand in de 1e klasse is toegestaan ingaande 1e November 1858”. In de vergadering dd 19 juli 1859 wordt hem een volle uitkering toegekend ingaande 01 augustus 1859. In de vergadering dd 18 oktober 1859 staat een verzoek van kapitein L.H.Singer om vrijstelling van contributie, hetgeen wordt afgewezen.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 27 augustus 1867 is vermeld een verzoek van L.H.Singer om ontheffing of vermindering van zijn contributie. Dit verzoek wordt afgewezen. 023.
In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 10 juni 1873 staat vermeld dat per 01 mei 1873 een uitkering in de 1e klasse wordt toegekend aan de wed. H.L.Singer geb. Hattum.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
297 1829-1833 kof Zaandam J.Simonsz te Zaandam
1834-1835 sch.kof Zaandam idem
192 1836-1838 sch.kof Zaandam idem
1839 geen vermelding van schip en boekhouder
1840-1848 sch.kof Koning Willem A.H.& H.A.Tromp te Woudsend
1849 kof Annette geen opgave
1850-1853 kof Annette de kapitein
54 1854 kof Annette idem
1855-1872 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt L.H.Singer als gezagvoerder gedurende:
-
* 1825 t/m 1827 van de kof “Vrouw Catharina”, geen vermelding van bouwgegevens, varend voor W.Visser te Zaandam. Het schip werd 2 keer te Harlingen geregistreerd en wel van Liverpool resp met hout uit de Oostzee;
-
* 1830 t/m 1839 van de kof “Zaandam”, gebouwd in 1829, bouwplaats niet vermeld, 189 ton o.m., varend voor J.Simons te Zaandam. Het schip werd in 1839 verkocht;
-
* 1841 t/m 1849 van de schkof “Koning Willem”, gebouwd in 1840 te Woudsend, 195 ton o.m., varend voor A.H. & H.A.Tromp te Woudsend;
-
* 1850 t/m 1854 van de kof “Annette” ex Vrouw Grietje, gebouwd in 1845 te Pekela, 85 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Amsterdam. Het schip is op weg van Archangel naar Amsterdam bij Nordland verongelukt.
Overige bijzonderheden
In het FSMO te Sneek hangt een schilderij door Teupken van de schoenerkof de “Koning Willem” onder kapitein L.H.Singer.
“Lammert Hendriks Singer werd in 1796 geboren te Gorredijk. In 1830 was hij kapitein op een Zaans kofschip de “Zaandam”... Het scheelde een haar of een benoeming als kapitein op één van de schepen van de n.v. “Friesche Kofscheepsrederij” was niet doorgegaan. Scheepsbouwer Meijes uit Amsterdam reageerde aanvankelijk niet op het verzoek van de directie nadere inlichtingen over Singer te verstrekken. Het verzoek werd nog eens herhaald. ... Gelukkig voor Singer reageerde Meijes toen wel. Na een ontmoeting met de directie werd besloten Singer de kapiteinspost op de “Koning Willem” aan te bieden. Ondanks dat de benoeming pas per 1 mei 1840 in zou gaan (en de eerste maanden voor halve gage) werd Singer al ver voor die datum aan het werk gezet. Hij zorgde voor een tuigplan en inderhield namens de directie contacten met Amsterdamse leveranciers van scheepsbenodigdheden ... Verder was hij actief in het aan “de” man brengen van aandelen. In de volgende jaren bleek Singer een betrouwbaar en loyaal kapitein. Hij deed wat van hem werd verlangd, zonder zich geheel aan de wensen van de directie aan te passen. Die oefende in 1840 nogal druk op hem uit in Woudsend te komen wonen, maar Singer hield de boot beleefd af. Wel verhuisde hij in de loop der jaren van Zaandam naar Amsterdam. In 1849 vlak voor het einde van de betrekking bij de rederij, ontstond er tussen kapitein en directie onenigheid over de inventarisatielijst van de “Koning Willem”. De lijst zou volgens de directie niet volledig zijn ingevuld. De poging van Singer om met de directie de “Koning Willem” te kopen maakte mede door dit meningsverschil weinig kans meer. Singer kocht in 1849 het kofschip “Annette” en voer er mee tot 1855. Op 4 februari 1873 overleed hij in zijn woning aan het Rapenburgerplein”041-p.80.
“Kapitein Singer nam twee van zijn zoons mee op reis. De oudste zoon maakte snel vorderingen bij zijn vader. In vier jaar klom hij op tot eerste stuurman. Aan het niveau van vader Singers lessen behoeft niet te worden getwijfeld: twintig jaar later is deze zoon kapitein op de bark Arlequin. De andere zoon had minder talenten. Hij bracht het niet verder dan lichtmatroos”041-p.78.
“De Drie Gebroeders” in het Nauw van Calais057:
04 september 1838 “... passeerden een schoenerkof toonde de Hollandsche vlag en nommervlag dezelve had 192 Kaptijn Singer kof Zaandam ...”. (was dus op weg naar Nederland).I
De kof “Zaandam” onder gezag van Lambert Hendk Singer en met 9 manschappen dateerde de monsterrol op 07 december 1837 met bestemming Newkerij (vermoedelijk Nickerie in Suriname). De boekhouders waren Hooyman Schuurman011.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt T.W. de Vries als gezagvoerder gedurende:
* 1831 t/m 1838 van de kof “Vrouw Catharina”, gebouwd in 1804, bouwplaats niet vermeld, 220 ton o.m., varend voor de wed. Visser te Zaandam. Het schip lag in 1838 te koop in Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
|