Kronieken
1814
Op 14-03-1814 wordt voor de DIDO door David van Lennep Coster uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Pieter Jacob Smit, deze aanvraag wordt op 16-06-1814 vernieuwd, omdat het schip een 2e mast heeft gekregen.
LCO 100614
Den 4 en 5 dezer zijn bij Terschelling aangekomen de Schepen DIDO . Kapt. P. J. Smit, van Memel.
1815
LCO 260415
Uit het Vlie gezeild; P.J. Smit, DIDO naar Koningsbergen
LCO 181215
Sedert onze laatste zijn in Tessel binnen gekomen
E. K. Lugies Groninger Welvaart, van Port a Port, A E. Nieuhoff Jacoba van Riga. W. M. Bok Elisabeth, van Friedrichstad, W. J. Groenewold Dageraad, en. P. J. Smit DIDO, beide van Dantzig.
1816
LCO 210616
Te Terschelling zijn binnengekomen J.J. Paap Vrouw Margaretha, van Memel, P. J. Smit DIDO, van Koningsbergen, K. A. Jonker VROUW Margaretha, van Hamburg.
Op 27-06-1816 wordt voor de DIDO door kapt. Pieter Jacob Smit een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
1817
LCO 220117
In het Vlie zijn binnen gekomen J.C. Visser Verhildersum en P. J. Smit DIDO, beide van Londen.
LCO 190517
‘t Vlie
Uitgezeild
P. J. Smit DIDO en L. Hansen Goelbergerland, beide naar Danzig
1818
Op 21-08-1818 wordt voor de DIDO door van Lennep, Coster & Co uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Pieter Jacob Smit.
Geen scheepvaart berichten gevonden.
1819
Geen scheepvaart berichten gevonden.
1820
Op 24-08-1820 wordt voor de DIDO door van Lennep, Coster & Co uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Pieter Jacob Smit.
Geen scheepvaart berichten gevonden.
1821
RC 310721
Amsterdam, 29 juli.
Het schip DIDO, kapt. P.J. Smit, van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) naar Amsterdam, is wegens tegenwind, doch in goede staat, het Friesche Gat binnengelopen.
RC 161021
Amsterdam, 14 oktober.
Het schip (opm: tjalk) DIDO, kapt. P.J. Smit, van Amsterdam naar Koningsbergen (opm: Kaliningrad), is, volgens brief van Helgoland, van den 3 oktober, de vorige dag, des ochtends te vier uren, op het Zandduin (opm: naast het eiland) gestrand en sedert aan stukken gestoten; het grootst en kostbaar gedeelte der lading is weg, en alleenlijk enig ijzerwerk in het wrak gebleven, hetwelk men zal trachten te bergen, doch, om het gehele bederf voor te komen, dadelijk publiek verkocht zal worden; het volk is met het grootste gevaar op een plank aan land gekomenVolgens brief van de kapitein, van den 6 dito, waren de vaten met ijzerwerk, enige kisten met bloembollen, 5 of 6 vaten wijn, een kist arak (opm: rijstbrandewijn), enig papier enz. geborgen.