|
Harlingen. Den 12 mei binnen gekomen het smakschip de VROUW GESINA, kapt. Fokke Joosten, en het tjalkschip de VROUW FENNEGINA, kapt. Arend C. Ruiten, beide met hout van Noorwegen; uitgezeild het kofschip VERWACHTING, kapt. Steeven de Vries, met schors naar Liverpool.
Den 13 dito binnen gekomen het tjalkschip WILHELMINA, kapt. D.D. de Jong; de smakschepen de JONGE DANIEL, kapt. H.J. Oortjes, HILLEGONDA HILLEGINA, kapt. E.K. Kuilema, de VROUW MARGINA, kapt. Daniel J. Oortjes, en het kofschip de VROUW ELISABETH, kapt. J.J. Arends, alle met hout van Noorwegen; het smakschip MARIA SOPHIA, kapt. R.D. Lovius, met hout van Hamburg.
Den 14 dito binnen gekomen het schonerschip CORONATION, kapt. W. Wotton, de sloepschepen ATTALANTE, kapt. James Byrne, the UNION, kapt. John Davey, alle met ballast van Londen; het smakschip EENDRACHT, kapt. Klaas J. Doijes (opm: kapt. K.J. Dooijes), het kofschip de JONGE CORNELIS, kapt. Harm H. Koster, en het tjalkschip HILLEGINA, kapt. Harm Kloeve, alle met hout van Noorwegen; uitgezeild het kofschip VRIESLANDS WELVAREN (opm: VRIESLANDS WELVAART), kapt. Fokke. D. van Veen, met schors enz, naar Liverpool.
Den 15 dito binnen gekomen het kofschip ANNA CATHARINA, kapt. Broer R. de Vries, het schonerschip MARTHA, kapt. Jens Larsen; de smakschepen DIANA, kapt. W.J. Stuit, de DAGERAAD, kapt. Jan A. Smith, de VIJF GEZUSTERS, kapt. P.E. de Jong, CASTOR, kapt. S.H. Hooghout, het tjalkschip de VROUW HILLEGINA, kapt. W.J. Patman, en het kofschip JOHAN HEINRICH WILHELM, kapt. Harmanus Slokuis, alle met hout van Noorwegen; uitgezeild het kofschip de GOEDE WELVAART, kapt. Israel J. Vos, met ballast op avontuur.
Den 16 dito binnen gekomen het galjasschip NOORDSTERN, kapt. M.O. Rod, het schonerschip ELISA, kapt. Anders Firman, beide met hout van Noorwegen; het motschip GEDULD, kapt. H. Schneider, met pot aarde van Carolinerzijl (opm: Carolinensiel).
Den 17 dito binnen gekomen de kofschepen de VROUW ANNA, kapt. Pieter C. Piebes, EENDRACHT, kapt. Egbert M. de Jong, beide met hout van Noorwegen, en het sloepschip WILLIAM, kapt. William Naseby, met ballast van Londen; uitgezeild de kofschepen de VRIENDSCHAP, kapt. G.H. Haverbult, CATHARINA, kapt. Arend Clasen, de VROUW TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser, de VROUW ALIDA, kapt. Jan Klasen; de smakschepen de VROUW MARTHA, kapt. D.K. de Groot, GESINA CHARLOTTE, kapt. Gerardus van Veen, en de JONGE CORNELIS DE HAAN, kapt. Jan J. Siedses, alle met ballast naar Noorwegen.
Den 19 dito binnen gekomen het kofschip de VROUW HENDRIES (opm: JUFVROUW HENDRIKA), kapt. H.H. Scholtens, met zout van Liverpool; uitgezeild het schonerschip LIVELY, kapt. William Bayes, het sloepschip WALTER MATTHEWS, kapt. A. Galloway, beide met boter enz. naar Londen.
Den 20 dito binnen gekomen het tjalkschip de JONGE HENDRIK, kapt. G.T. Nijland, met hout van Hamburg, het kofschip ALIDA CLAZINA, kapt. Egbert L. Tiktak, met hout van Noorwegen; uitgezeild het kofschip de VROUW HARMINA, kapt. Jan L. de Jong, met ballast op avontuur.
|