|
Amsterdam, 15 oktober. Kaptein P. Mooijekind, voerende het bomschip FORTUNA, van Amsterdam naar Havre gedestineerd, meldt van Stavoren van den 12 oktober, dat hij, den 10 dito van Amsterdam vertrokken zijnde, de volgende ochtend door de loods op het Enkhuizer Zand aan de grond gezeild was en aldaar, gedurende vijf uren, gestoten had; het schip daardoor zwaar lek geworden en de mast of het spoor gebroken zijnde, was hij te Stavoren binnengelopen en zou lossen om te repareren. (opm: kapitein Nicolaas Mooijekind was genoodzaakt een lening groot NL 1.096 op bodemarij op te nemen om zijn schip te kunnen laten herstellen; financier Jan Corver, waarschijnlijk zijn zaakwaarnemer te Amsterdam, liet deze lening op 7 december 1818 vastleggen tegenover notaris Horatius Albarda in Workum; na reparatie zeilde de FORTUNA verder naar haar eindbestemming Le Havre, maar strandde op 19 december nabij Calais en ging verloren, zie RC 291218; doordat het schip verging behoefden de aandeelhouders onder de voorwaarden van bodemarij hun lening niet terug te betalen)
|