|
Harlingen. Den 1 oktober binnen gekomen de kofschepen ANNEGINA, kapt. H.J. Potjer, JOHAN GEORGE, kapt. Warner D. Kleininga, beide met zout van Liverpool. Den 3 dito binnen gekomen het smakschip CONCORDIA, kapt. L. Teunis, met zout van Liverpool (opm: de zeebrief werd op 19 november 1821 geroyeerd omdat het schip zou worden gesloopt). Den 4 dito uitgezeild de smakschepen de TWEE VRIENDEN, kapt. Reinder Jans Boeling, de JUFFER FOCKOLINA, kapt. H.I. Doder, het schonerschip ELISA, kapt. Soren Nielsen; de kofschepen ENGELINA, kapt. D.H. de Jong, de VROUW TRIJNTJE, kapt. A.B. Visser, alle met ballast op avontuur. Den 5 dito binnen gekomen het schonerschip LIVELY, kapt. William Bayes, het sloepschip UNION, kapt. John Davy, beide met ballast van Londen. Door zware lekkage en verlies van de grote mast, het galjasschip WILHELMINA, kapt. Johen Jonas, met zout van St. Martin naar Riga gedestineerd (opm: zie RC 111021). Den 6 dito binnen gekomen het smakschip MARTHA HENDRIKA, kapt. J.H. Jonker, met haver van Groningen naar Rouaan gedestineerd; door verlies van zeilen en andere schade (opm: zie RC 111021). Uitgezeild de tjalkschepen de VROUW MARGARETHA, kapt. W.O. Wilters, ANNA MARTHA, kapt. G.F. Stoppel, TWEE GEBROEDERS, kapt. J.A. Jansen, IDA CORNELIA, kapt. G.R. Broekema, de GOEDE VERWACHTING, kapt. O.G. Oortgiese, alle met pannen naar Hamburg; de VROUW FENNEGINA, kapt. A.C. Ruiten, met ballast naar Noorwegen. Den 7 dito uitgezeild de schonerschepen CORONATION, kapt. Wm. Wotton, HOPE, kapt. Wm. Barfield, het sloepschip WILLIAM, kapt. Wm. Nazeby, alle drie met ballast naar Londen.
|