KCO 041009
Zeetijding. Volgens een brief van Riga, van den 13de van herfstmaand, waren weder vrijgegeven de volgende schepen, als: de VREDE, kapt. Fr. Zeemann, NEPTHUNUS, kapt. H.J. Katt, de VROUW GERSINA, kapt. Hendrik Peters, CATHARINA AUGUSTA, kapt. J.J. Sprenger, GEERTRUIDA, kapt. Roelof Jansen, de JONGE FREDRIK, kapt. J.J. Dik, de JONGE PIETER, kapt. Wilh. Stent, de DRIE GEBROEDERS, kapt. J.C. Doyes, de WELVAART, kapt. Warntje Jans de Boer, de VROUW HERMANA, kapt. Berend de Boer, de DRIE GEBROEDERS, kapt. Geert Oomkes, de VROUW JANTJE, kapt. Geert Meilofs, de JUFVROUW HERMINA, O.G. van Dam, de JONGE SOPHIA EN HENDRIK, kapt. J. Visser, HENRIETTE, kapt. J.M. Schaar, de JONGE HENDRIK, kapt. R. Alberts, VROUW GEPKE, kapt. K.P. Kramer, de EENDRAGT, kapt. Swier Geerds, JOSEPHUS, kapt. Berend Hooghout, FRANCISCA, kapt. Dirk Jansz, MARGARETHA, kapt. G. Bakker, de WAAKZAAMHEID, kapt. Pieter T. Berg, de VROUW MARGARETHA, kapt. J.G. Orsel, de VROUW GEERTINA, kapt. E.A. Back, de VROUW GESINA, kapt. Eilt Obbes, de VROUW GERTINA, kapt. G.G. Hut, de JONGE JURGEN, kapt. B. Jurgens, de 3 GEBROEDERS, kapt. H.H. Vroom, de ZEELUST, kapt. G. Fredriks, de VROUW ALIDA, kapt. J.D. Schmidt, de VROUW ULINA, kapt. J. Roluffs, de VROUW JANTJE GEBINA, kapt. F. Hendriks de Jonge, MERCURIUS, kapt. J.S. Poort, de VROUW GEERTINA, kapt. P. Wessels, de ONDERVINDING, kapt. Simon Eppes, de WELVAART, kapt. H.J. Wijk, de HOOP, kapt. Evert Eppes, JUSTITIA, kapt. H.F. Wilken, en de DRIE GEBROEDERS, kapt. J.J. Duintjes.
1814
Op 1 juli 1814 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de DRIE GEBROEDERS, aangevraagd door H.A. Lukkien (boekhouder en mede-reder), Veendam, voor J.J. Duintjer als kapitein.
Op 9 augustus tekende kapt. Jurriaan J. Duintjer bij de waterschout in Amsterdam een monsterrol voor de Hollandse smak DRIE GEBROEDERS; de bestemming was ‘op avontuur’, met andere woorden op zoek naar een passende lading. De scheepsagent was de firma Salm & Meijer.
LCO 261014
Te Antwerpen is aangekomen de DRIE GEBROEDERS (opm: smak), kapt. J.J. Duintjer, van Marennes.
1816
LCO 050616
Amsterdam, 3 juni. Sedert onze laatste is in Texel binnengekomen de DRIE GEBROEDERS, kapt. J.J. Duintjer, van Nantes.
Van de DRIE GEBROEDERS werd op 17 september door L.R. Dorenbosch c.s. hun 50% aandeel voor 2.250 gulden verkocht aan kapt. J.J. Duintjer te Veendam. De nieuwe scheepsnaam werd JONGE LODEWIJK.
Op 19 september 1816 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE LODEWIJK, aangevraagd door J.J. Duintjer, Veendam, voor zichzelf als kapitein.
Op 1 oktober 1816 tekende kapt. Jurriaan J. Duintjer in Amsterdam een monsterrol voor de Hollandse smak de JONGE LODEWYK. De bestemming was de Oostzee en de scheepsagent de firma Salm & Meijer.
RC 211116
Amsterdam, 19 november. Van Elseneur wordt van den 9 dezer gemeld, dat den 7de de wind naar het westen gelopen zijnde, alle de schepen, naar de Oostzee gedestineerd, welke, wegens contra-wind, buiten het kasteel ten anker lagen, vertrokken waren, waaronder de Nederlandse schepen de JONGE SYBRAND, kapt. Pieter Schut, van Rouan naar Petersburg, en de JONGE LODEWIJK, kapt. J.J. Duintjer, van Amsterdam naar de Oostzee.
1817
Op 15 september 1817 werd een Turkse Pas verstrekt, voor een reis van Riga naar Bordeaux, voor de JONGE LODEWIJK, aangevraagd door H.A. Lukkien, Veendam, voor J.J. Duintjer als kapitein. Nadat de reis was uitgevoerd werd de Turkse Pas conform de wet terug gezonden naar Den Haag en op 13 februari 1818 geroyeerd.
1818
MCO 240318
Vlissingen, 19 maart. Van Antwerpen is van onze rede naar zee gezeild de JONGE LODEWIJK, kapt. J.J. Duintjer, naar Newcastle, met tarwe.
GVB 121018
Vlissingen, 8 oktober. Sedert den 4 dezer zijn de Schelde opgevaren:
Naar Antwerpen: JUFVROUW FINA, kapt. J. Kelder, van Palermo, met zwavel en zumac; MARGINA (om: smak), kapt. R.R. Engelsman, van Havre-de-Grace, met katoen, traan en wol; ELISABETH, kapt. H. Roze, van Marennes, met rouw zout; de JONGE JAN, kapt. W. de Ruyter, van Hull, de VROUW GERARDINA, kapt. P.D. Dick, van Boston, beide met ballast; EMERENTIA (opm: 3-mast hoeker), kapt. W. Schipman, van Rio Janeiro, met suiker, koffie en verw-hout; de VROUW PETINA (opm: tjalk), kapt. K.D. Mulder, met rijst en aardewerk, beide van Londen; JUFFROUW TITSIA (opm: kof JUFFROUW TITIA), kapt. H. Kuyper, van Liverpool, met zout, rijst, potasch en wijn; de JONGE LODEWIJK, kapt. J.J. Duintjer, van Londen, met ballast; de JONGE JAN, kapt. C.J. Cornée (opm: kapt. C.J. Cornel), van Kadix, met differente goederen.
Op 16 oktober 1818 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE LODEWIJK, aangevraagd door R. van Goorlaecken, Antwerpen, voor J.J. Duintjer als kapitein.
1819
Op 6 oktober 1819 tekende kapt. Jurriaan J. Duintjer in Amsterdam een monsterrol voor de JONGE LODEWIJK; de bestemming was Bayonne. De scheepsagent was nu F. Smit.
1820
Op 23 november 1820 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE LODEWIJK, aangevraagd door R. van Goorlaecken, Antwerpen, voor J.J. Duintjer als kapitein.
1821
RC 140421
Rotterdam, 13 april. Van Vlissingen wordt van den 10 gemeld: Gisteren en heden de Schelde afgekomen en naar zee gezeild L’ESPERANCE, A. van Geyt, de JONGE LODEWIJK, J.J. Duintjer, naar Londen; de VROUW ANNA, H.H. Borgerding, naar de Marennes; de VROUW HENDRIKA, T.P. Kramer naar Oleron; de TWEE VRIENDEN, M. Mesdagh, de VROUW MARTHA, D.R. van Wijk, de NOORDSTAR, E.G. Boekhout, de VROUW REINA, H. Koops, HENRIËTTE, G. Abrams, de GEZIENA, C. Taaij, de LIEFDE, M. Bakker en de JONGE NICOLAAS (opm: kof JONGE NICOLAS, thuishaven Gent), J.C. Jansen, naar Liverpool; de HARMONIE, H.C. Schutt, de VROUW LUPPINA, E.H. Mulder en de VROUW GEZIENA, D.J. Greeven, naar Noirmoutier; LE LÉVRIER, J. Piebers, de COUREUR, B. Butin en de TWEE GEBROEDERS, E.J. van der Heijde, naar Rouaan; de GOEDE HOOP, W.H. Boon, naar Rochelle; SARA MARIA, S.H. Hegge, naar St. Ubes (opm: Setubal); L’AIMABLE PAULINE, L.J. Luijtjes, naar Lissabon; de VIERGE MARIE, J. de Meire, naar Messina; DELPHINE, J. Boelen Jz. naar Batavia; de VROUW FENNA, S. Kelder, naar Marseille; POMMERANIA, J.C. Wendt, ERSPHINE CATHERINE, H. Richelsen en IDUNA, P. Smith, naar de Oostzee; CATHARINA MARIA, G.G. Krobs, naar Hamburg en DE DRIE GEBROEDERS, C. Lorentzen, naar Marseille. De vijf laatsten zijn door contrarie-wind terug gekomen.
RC 300621
Rotterdam, 29 juni. Van Vlissingen wordt van den 25 gemeld: van den 21 tot den 23 voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de JUFVROUW AKKE, E.T. Jeltes, van Liverpool; de JUFFROUW ANNA (opm: smak), J.G. Sap, van Dantzig (opm: Gdansk); en de JONGE LODEWIJK (opm: smak), J.J. Duintjer, van Liverpool.
RC 260721
Rotterdam, 25 juli. Van Vlissingen wordt van den 21 gemeld:
Van den 17 tot heden zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen HENRIETTE, H. Schroder, naar St. Ubes (opm: Setubal); de GEZINA, C.T. Taaij (opm: smak, kapt. Christiaan Fokkes Taaij), naar Londen; de VROUW ANNA, K.A. Bos, en de JONGE WILLEM, P. Stratingh, naar … ; de VROUW HENDRIKA, T.P. Kramer, naar Bordeaux; AURORA, S.J. Brouwer, naar Aberbrothock; de TETIS (opm: waarschijnlijk THETIS), J. Osterblad, naar de Oostzee; de VROUW MARGARETHA, H.J. Veen, naar … ; de TRITON, J.S. Bakker, naar Bergen in Noorwegen; de JONGE LODEWIJK, J.J. Duintjer, naar de Oostzee.
RC 290921
Rotterdam, 28 september. Van Vlissingen wordt van den 25 gemeld: alhier ter rede gekomen
voor Antwerpen bestemd: MARIA VAN OLST, J.P. Kelder, van Petersburg; de JUFVROUW ANNA, J.G. Sap, van Christiaansand; ANNA MARGARETHA, l. Christensen, van Marder; de WINDLUST, J.N. Jacobs, van Petersburg; ANNA SOPHIA, F. Hagen, van Aalborg; de VRIENDSCHAP, H.W. Poel, van Petersburg; AVENTURE, J. Duhn, en HELENA, M. Matthiessen, van Kiobenhage (opm: Kopenhagen); de JONGE LODEWIJK, J.J. Duintjer, van Dantzig (opm: Gdansk);
1822
RC 230322
Rotterdam, 22 maart. Van Vlissingen wordt van den 16 dezer gemeld: Sedert onze laatste, zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de VROUW ANNA, K.A. Bos, en JOSEPH (opm: kof, thuishaven Antwerpen), J.H. Arends, naar Liverpool; MERCURIUS, R. Folkertz (opm: kof, kapt. R. Folkerts), naar Zante (opm: waarschijnlijk ’t Zandt; Pte. de l’Aiguillon [46º16’ N.B. 1º12’ W.L.]); de WILLEM, J.S. Okkes, naar Liverpool; JAVA, J. Neal naar Batavia; de JONGE LODEWIJK, J.J. Duintjer, en NEPTUNIS, G.G. Smit, naar de Oostzee; de TWEE GEBROEDERS, H.J.A. Bruins, naar Stockton,
RC 180522
Rotterdam, 17 mei. Van Vlissingen meldt men van den 14 mei: Aldaar zijn ter rede aangekomen de VROUW JANTINA, Z. Jans, van Memel (opm: Klaipeda), en la BELLE ALLIANCE, O.A. Wilman, van Noorwegen, beiden naar Brussel gedestineerd, en voor Antwerpen bestemd ADELHEID, J.T. Hubner, van Stettin (opm: Szczecin), en VROUW ANNA, J. Scholtens, van Malaga; de JONGE LODEWIJK, J.J. Duintjes (opm: smak, kapt. Jurjen [ook Jurriaan] Jurjens Duintjer), van Dantzig (opm: Gdansk); de GOEDE HOOP, W.H. Boon, van Petersburg; de VROUW GEZINA, E.J. Dik, van Liverpool.
RC 220622
Rotterdam, 21 juni. Van Vlissingen wordt van den 15 gemeld, dat sedert de laatste van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild zijn de schepen de VRIENDSCHAP, N. Heeres, naar Londen; ADELHEID, J.H. Hubner, naar Stettin (opm: Szczecin), en de JONGE LODEWIJK (opm: smak), J.J. Duintjer, van Danzig (opm: Gdansk).
RC 070922
Rotterdam, 6 september. Van Vlissingen wordt van den 3 dezer gemeld:
Alhier zijn ter rede gekomen de JONGE LODEWIJK, J.J. Duintjer, van Dantzig (opm: Gdansk), en de DRIE GEBROEDERS, C.L. Menzel, van Lissabon, beiden naar Antwerpen bestemd.
1823
DC 300823
Vlissingen, 26 augustus. Van den 24 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de VROUW REINA (opm: kof), kapt. H. Koops van Londen met ballast; de JONGE LODEWIJK (opm: smak), kapt. J.J. Duintjer, van Dantzig (opm: Gdansk), met timmerhout; de VIER GEBROEDERS kapt. J. Hustede van Hamburg, met wol en koper; de VROUW ANNA CHRISTINA, kapt. K.C. Kreve (opm: smak, kapt. E.C. Kreije), van Memel (opm: Klaipeda), met timmerhout.
Op 8 september 1823 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE LODEWIJK, aangevraagd door R. van Goorlaecken, Antwerpen, voor H.A. Wagenaar als kapitein.
DC 091023
Vlissingen, 4 oktober. Sedert den 1 dezer zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild la JEUNE JEANNETTE (opm: smak, thuishaven Antwerpen), kapt. D.F. Moldenhauer; MARIA JOSINA (opm: kof), kapt. P.J. Muntendam, beide naar Hull; HOPPET, kapt. H.A. Seeven en DE VROUW HENDRINA (opm: kof), kapt. K. van den Oever, beide naar Londen en de JONGE LODEWIJK (opm: smak, thuishaven Antwerpen), kapt. H.A. Wagenaar, naar Montrose, alle met boomschors; WILHELMINA CATHARINA, kapt. Z. Oltzen op avontuur met ballast.
1824
DC 020324
Vlissingen, 24 februari. Gisteren zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de MARIA, kapt. E.P. Brons, naar Londen met boekweit; GEZINA, kapt. R.F. Taaij, naar Dublin met boomschors; CHRISTINA VOS, kapt. N.A. Smaal, naar Londen met boekweit; BONTJE JOHANNA, kapt. C.D.E. Kamp (opm: E.D. Ekamp), naar Hull, en de JONGE LODEWIJK, kapt. E. Wagenaar, naar Leith, beide met boekweit.
RC 050824
Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen de JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, ANNA LUPINA, kapt. B.H. Plukker, en MINERVA, kapt. J.C. Kuijper, naar Leith; de COMMERCIE (opm: COMMERCE), kapt. H.A. de Vries, naar Londen; AUGUSTE, kapt. J. Andersen, naar Batavia; de WILLEM, kapt. H.W. Kiers, naar Leith; de VROUW SOPHIA (opm: tjalk), kapt. S.O. Visser, naar Hamburg; MARIA, kapt. E.P. Brons, naar Duinkerken en l’ESPERANCE, kapt. A. van Geijt, naar Londen.
RC 141224
Amsterdam, 12 december. Volgens brief van Elseneur van den 4 dezer had de vorige dag aldaar een zware storm gewoed, waardoor vele schepen ter rede ankers en touwen verloren hadden en verscheidene derzelve naar zee gedreven waren.
Van de Nederlandse schepen lagen nog in goede staat de VRIENDSCHAP, kapt. H.W. Poel, van Memel naar Amsterdam; de JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, van Elbing naar Antwerpen, en de VROUW PETRONELLA, kapt. H.K. de Grooth, van Riga naar Rotterdam; van het laatste was een anker en touw gekapt.
1825
DC 260225
Vlissingen, 1 februari. Van den 2 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen de JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, van Elbing met houtwaren; LE VOLTIGEUR, kapt. M. Knudzen, van Londen met stukgoederen; METEORE, kapt. L. de Necker, met koffie, van Rio de Janeiro; ANA, kapt. T.A. van Deinum, van Bayonne met wijn en stukgoederen.
DC 050425
Vlissingen, 29 maart. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van 26 tot den 29 dezer naar zee gezeild: DE JONGE SOPHIA, kapt. J.F. Muys, naar Duinkerken met ballast; DE JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, naar Elbing met dakpannen; JULIUS, kapt. J.C. Nieschwagen en VICORIA, kapt. G. Kuper, beide naar Christiansand met ballast.
AC 210525
Texel, 19 mei. De wind NO. Binnengekomen: JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, van Elbing;
Op 6 september 1825 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE LODEWIJK, aangevraagd door J.J. Duintjer, Antwerpen, voor H.A. Wagenaar als kapitein.
DC 250825
Midddelburg, 20 augustus. Van den 17 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: ADMITTANCE, kapt. H. Drinkwater, van de Havannah met koffie en suiker, en moet quarantaine houden; HARMINA HELENA, kapt. J.K. Nagelhoud, van Memel met balken en delen; FREDERIKA WILHELMINA, kapt. J.T. Neuman, van Riga met timmerhout; de GOEDE HOOP, kapt. J.G. Boon, van Bergen met stokvis; de MERKURIUS, kapt. P. Dirks, van Nantes met stukgoederen; de JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, van Dantzig met houtwaren; de JONGE PAULINE, kapt. J. Jansen, van Mantanzas met suiker en koffie.
DC 061025
Vlissingen, 1 oktober. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van den 28 tot den 30 september van onze rede naar zee gezeild: de VROUW JANTINA, kapt. G.G. Smit naar Douvres; CONSTANCE, kapt. P. van der Kerkhoven naar Cork; LA JOYEUSE ARRIVÉE, kapt. F. Beniest; MEDUSA, kapt. J. Lubbing; DE VROUW HENDRINA, kapt. K. van den Oever; DE AREND, kapt. H. Elbring; VICTORIA, kapt. G. Kuijper, alle vijf naar Londen; LA REINE CHÉRIE, kapt. P. Sparboom naar Milton; de JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar naar Newry alle negen met boomschors; JACOBA HENRIETTA, kapt. J.G. Bart, naar Alicante met mechanique goederen; FRANCISCUS, kapt. B.H. Ricke, naar Cadix met stukgoederen; LA MARIE, kapt. G. Heraud, naar Nantes met geweren; de VROUW ANNA, kapt. A.J. Korter, op avontuur met ballast; LE VOLTIGEUR, kapt. M. Knudsen, naar Marseille met tarwe; de VROUW ELISABETH, kapt. F.B. Nepperus, naar Aberdeen en HARMINA HELENA, kapt. J.K. Nagelhoud naar Leith, beide met boomschors; JOHANNA CHRISTINA, kapt. T.C. de Vries, naar Colchester met boomschors; GUILLAUME, kapt. W. de Ruyter en L’AVENTURE, kapt. J.F. Poodts, beide naar de Havannah met stukgoederen;
DC 311225
Vlissingen, 17 december. Van den 14 dezer tot heden, op onze rede aangekomen naar Antwerpen bestemd: de TWEE GEBROEDERS, kapt. J. Lobeek, van Havre-de-Grace met stukgoederen; L’UNION, kapt. J. Rickmers, van Cette met wijn en spiritus; PROVIDENTIA, kapt. M. Madsen, van Bordeaux met wijn en koffie; JOHANNA HAZINA, kapt. D.J. Jonge, DE JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens en CONSTANCE, kapt. P. van der Kerkhoven, alle vier van Liverpool met klipzout en katoen; REINIERA, kapt. G.M. Meuger, van Villa-Nova met fruit; DE VROUW ANNA, kapt. H.J. Korter en de BRABANDER, kapt. A.E. de Groot, beide van Liverpool met klipzout en katoen; L’ESPERANCE, kapt. A. van Geyt, van Londen met stukgoederen; DE VROUW MARCHINA, kapt. C. van de Weeg, van Londen met stukgoederen; de JUFFER TITSIA, kapt. L.J. Besseling, van Liverpool met klipzout; LE SANS REPOS, kapt. C. Pethers, van Londen met stukgoederen; LE JEUNE FRANÇOIS, kapt. F. Duperrier, van Bordeaux met wijn.
1826
DC 110326
Vlissingen, 4 maart. Sedert onze laatste zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild: EENIGHEDEN, kapt. H.O. Melbye, naar Oléron met ballast; DE JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, naar de Oostzee met ballast.
RC 010426
Amsterdam, 30 maart. Kapitein H.A. Wagenaar, voerende het schip DE JONGE LODEWIJK, van Antwerpen naar Dantzig, meldt van Elseneur in dato den 13 dezer, dat hij drie mijlen noordwest van Schagen heeft zien drijven een kofschip zonder grote mast, de ankertouwen van de roef en de boot van de luiken; hij had geen volk op het dek gezien, was te veraf en had, wegens storm, ook geen gelegenheid om hetzelve te naderen, ten einde iets meer te ontdekken of de naam te weten te komen; hetzelve scheen op de lading te drijven.
DC 010626
Vlissingen, 23 mei. Van den 20 dezer tot heden voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: de HEMMINA, kapt. S.F. Taay en de JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, beide van de Marennes met zout; L’UNION, kapt. J. Rickmers, van Bordeaux met wijn enz.; DE VROUW ANNEGINA, kapt. H.J. Potjer, van de Marennes met zout; MAGDALENA, kapt. H.R. Lutje, van Bayonne met stukgoederen; MARGARETHA, kapt. W. Simpson en FORTITUDE, kapt. G. van den Broeke, beide van Batavia met koffie, suiker enz.; CONSTANCE, kapt. P. van den Kerkhoven, van Liverpool met katoen; DE VROUW HOUWINA, kapt. H.S. Valk, van Londen met koffie; CONCORDIA, kapt. B.J. de Boer, van Oléron met zout; DIANA, kapt. L.A. Bergman, van Stockholm met pik en teer;; DE TROMP, kapt. R.J. Nolles, van de Marennes en DE VROUW MARGARETHA, kapt. H.J. Veen, van Oléron, beide met zout; DE JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens en DE JONGE NIKOLAAS, kapt. H. Peters, beide van de Marennes met zout.
DC 240626
Vlissingen, 16 juni. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en den 15 dezer van onze rede naar zee gezeild: HENDRIK, kapt. K. Terkelsen naar Arendsdahl; DE JOSEPH, kapt. J.H. Arends en DE JONGE LODEWIJK, kapt. H.H. Wagenaar, beide naar de Oostzee, en alle met ballast;
DC 290826
Vlissingen, 22 augustus. Van den 20 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: DE VROUW HENDRIKA, kapt. K. van den Oever, van Londen met stukgoederen; DE JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, van Dantzig met houtwaren.
1827
RC 260627
Rotterdam, 25 juni. Te Antwerpen zijn gearriveerd VERWAGTING, kapt. Schippers, WILLEM, kapt. Kiers, GOEDE HOOP, kapt. Dik, JEANNA AZINA, kapt. Kolk, MARGRITA, kapt. Dijkhuis en PELIKAAN, kapt. Rieke, van Marennes; JONGE LODEWIJK, kapt. Wagenaer, van Dantzig en AREND, kapt. Elbring, van Londen.
RC 190727
Rotterdam, 18 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE PELIKAAN, kapt. J.H. Ricke, DE ELISA, kapt. J. Renken en DE JONGE SOPHIE, kapt. J.F. Muijs, naar Londen; HARRIET, kapt. G.L. Buijsman en DE JONGE ORANCIA, kapt. S. de Best, naar Batavia; DE JONGE FERDINAND, kapt. J.J. Doesken, naar St. Ubes; DE VERWACHTING, kapt. J.H. Schipper, naar Sandwich; DE JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar en GEORGE PHILIP, kapt. T.G. Rents, naar de Oostzee; THERESIA, kapt. Poodst (opm: brik THÉRÈSE, thuishaven Brugge, kapt. J. Poodts), naar de Marennes; MARIA MATHILDA, kapt. C. van der Hoeven, naar Rio-Janeiro; DE TRITON, kapt. J. Waller, naar Gothenburg.
RC 250927
Rotterdam. 24 september. Te Antwerpen is gearriveerd JONGE LODEWIJK, kapt. Wagenaar, van Dantzig en TWEE GEBROEDERS, kapt. Pronck, van Bremen.
1828
Op 13 maart 1828 werd de zeebrief van de JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, door de gouverneur van de provincie Antwerpen naar de Staatsraad in Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verkocht’, waarna op 15 maart royement volgde.
J.J. Duintjer had zijn 50% belang voor 2.175,00 gulden verkocht aan mede-eigenaar, de Weduwe R. Van Goorlaecken, beiden te Antwerpen)
Op 22 maart 1828 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE LODEWIJK, aangevraagd door de wed R. van Goorlaecken, Antwerpen, voor H.A. Wagenaar als kapitein.
RC 120428
Rotterdam, 11 april. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild SOPHIA ELISA, kapt. P. Petersen naar de Oostzee; MARIA ADOLPHINA, kapt. J.H. Haverbult, RUDOLF EN THEODORE, kapt. J.A. Zijl, DE JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, ZELDEN RUST, kapt. G.J. Kluin en DE JONGE SCHREUDER, kapt. C.H. Schreuder, naar … en MINERVA, kapt. P. Boijesen, naar Noorwegen.
RC 170628
Rotterdam, 16 juni. Te Antwerpen zijn gearriveerd DE JONGE LODEWIJK, kapt. Wagenaar, van Dantzig en WELDAAD, kapt. Stuit (opm: tjalk, kapt. Willem Jans Stuut), van Corbeckminden.
RC 100728
Rotterdam, 9 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild HENRIETTE, kapt. C.P. Tik, naar Hamburg; DE JONGE LODEWYK, kapt. H.A. Wagenaar naar de Oostzee; DE JONGE JOHANNA, kapt. J. van Puyvelde en MEDUSA, kapt. J. Bunnemeyer, naar Londen; DE MEELZAK, kapt. J.H. Witteveen, naar Christiaanstad; de JONGE FERDINAND, kapt. J.J. Doesken, naar Bermerlee; KAREL EN WILLEM, kapt. J.F. Schulte, naar Sevilla (opm: de kof KAREL EN WILLEM, thuishaven Antwerpen, moet op de heen- of terugreis zijn vergaan, waarschijnlijk in het Kanaal; op 8 maart 1829 retourneerde de consul te Londen de laatst afgegeven zeebrief naar Den Haag met de mededeling ‘schip verongelukt’).
RC 180928
Rotterdam, 17 september. Te Antwerpen zijn gearriveerd JEREMIAS, kapt. Siebes, van Marseille; LES AMIS, kapt. Nosten, van Rio-Janeiro; CHARLOTTA, kapt. Wippel, van Triëst; OTHELLO, kapt. Nieuwezwager (opm: fregat, thuishaven Antwerpen, kapt. J.K. Nieschwager; na lossing werd het schip afgekeurd, de zeebrief werd op 31.1.1829 teruggezonden onder vermelding ‘schip buiten staat langer te varen’, van Batavia; VICTOIRE, kapt. Kuijper, van Liverpool; AGNETTE, kapt. Hollander, van Adra; JUFVROUW MEES, kapt. Doornbos, van Marennes; MARIA , kapt. Borchers, van Sevilla; BOUGINA, kapt. De Jonge, van Koningsbergen; VROUW HILKE, kapt. Wyckman, van Nice; JONGE LODEWYK, kapt. Wagenaer, van Riga en JONGE JOHANNA, kapt. Poel, van Petersburg.
Op 18 december 1828 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de THERESIA, aangevraagd door de wed R. van Goorlaecken, Antwerpen, voor K.E. Boswijk als kapitein. Mogelijk had kapt Boswijk van de weduwe een aandeel in de smak gekocht en was de verandering van scheepsnaam in THERESIA hiervan een afgeleide.
1829
RC 100129
Rotterdam, 9 januari. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE JONGE HORTENSE, kapt. H.A. Nieberding, naar Marseille; COLUMBUS, kapt. N. Drinkwater, naar New York; DE JONGE TJITSKE TROMP, kapt. T.S. Oldendorp, naar Newhaven; DE MARIA, kapt. E.R. Borchers en DE ELISA, kapt. M. Harkema, naar Lima; DE JONGE LODEWIJK (opm: de scheepsnaam van de smak was in december 1828 veranderd in THERESIA), kapt. K.E. Boswijk, THERESIA (opm: kof), kapt. L.J. Besseling, THERESIA (opm: smak THÉRÈSE), kapt. J. van der Perre, MINERVA, kapt. J.D. Zijlstra, ANNA MARIA, kapt. H.H. Kuyper, ANNETTE, kapt. K. van den Oever en DE JONGE CESAR, kapt. G. Unruh, naar Londen; LE VOLTIGEUR, kapt. H. Wagenaar, naar Bristol; DE VRIENDSCHAP, kapt. J. Hubroek, naar Plymouth; DE JONGE ISABELLA, kapt. H.B. Drent, naar Lynn; MARGARETHA, kapt. H.K. Dykhuis, naar Liverpool; ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters, naar Rio Janeiro.
(opm: de brik ELISA vertrok naar Valparaiso alwaar 17 mei 1829 is aangekomen, via een kustreis naar Arica op 26 november 1829 in Valparaiso teruggekeerd en vandaar naar Antwerpen gezeild waar het schip op 8 maart 1830 is binnengelopen)
RC 210229
Rotterdam, 20 februari. Te Vlissingen zijn, voor Antwerpen bestemd, ter rede gekomen DE COMMERCIE, kapt. J.H. Duriez en DE LEEUW, kapt. J. Verbruggen, van Londen; KAREL, kapt. B.H. Sturman, van Villa Nova; HITJE TROMP, kapt. J.D. Zijlstra, van Cette; DE WAAKZAAMHEID, kapt. J.K. de Weerd, van Liverpool en LOUISA, kapt. D. Guyt, van Jersey. Deze schepen zijn in de haven binnengebracht, terwijl de volgende op de rede voor anker liggen: THERESIA, kapt. K.E. Boswijk, van Londen, DE MARIA, kapt. O.H. Arend, van Liverpool.
RC 020429
Rotterdam, 1 april. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild PAULINE, kapt. J. den Duyts, naar Liverpool, STAD EN LANDE, kapt. F. de Leeuw, naar Cork; NEPTUNUS, kapt. W.A. Bakker, GOUVERNEUR VAN IMHOF, kapt. G.H. Peperboom en DE TWEE GEBROEDERS, kapt. J.K. Potjewijd, naar Leith; CHRISTINA VOS, kapt. N.A. Smaal, naar ……; JASPERDINA, kapt. W. A. Kleindijk, naar Rouaan; EMANUEL, kapt. F. Marting en DE MARIA, kapt. H. Lange, naar Bordeaux; VENERATOR, kapt. Z. Renblom, naar Nantes; THERESIA, kapt. K.E. Boswijk en MARIA PETRONELLA, kapt. M. de Boer, naar de Oostzee; DE NEDERLANDER, kapt. E. Mazens, naar Rio de Janeiro.
RC 010829
Rotterdam, 31 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE PELIKAAN, kapt. J.L.Vroome en CATHARINA, kapt. J. van der Schuyt, naar Londen; DE GOEDE VERWACHTING, kapt. J.J. Schuring en FENNEGINA, kapt. H.J. Puister, naar Leith; ANNA PAULOWNA, kapt. J. van Louwen, naar Bilbao; MERCURIUS, kapt. J. Roose, naar Boston; FANNY, kapt. P. de Boer, naar Batavia; DE JACOBA, kapt. A.K. de Groot, MERCURIUS, kapt. H.K. de Groot, naar Liverpool; DE JONGE ROSE, kapt. J. Roelfsema; SOPHIA, kapt. P.C. Kroning en DE VROUW ELISABETH, kapt. W.A. Wijkman, naar de Oostzee; HENDRINA JOHANNA, kapt. H.G. Jonker, naar Petersburg; THERESIA, kapt. K.E. Boswijk, naar Dantzig; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. D.T. Doornbos, naar Aberdeen; MINERVA, kapt. J.G. Schultz, naar Stettin; DE VROUW HEDWIG, kapt. M. Hoting, naar Bremen.
RC 220929
Amsterdam, 20 september. De smak THERESIA, kapt. K.E. Boswijk, met hout van Dantzig naar Antwerpen, is, na op de hoogte van Anholt overzeild te zijn geworden en daardoor de boegspriet en voorzeilen verloren te hebben, zwaar lek en op de last drijvende door Zweden in een haven van het eiland Wedderoe (opm: waarschijnlijk Hallands Väderö, Zw.) binnengebracht.
RC 101029
Amsterdam, 8 oktober. Het schip THERESIA, kapt. K.E. Boswijk, van Dantzig naar Antwerpen, laatst van het eiland Wedderöe (opm: zie ook RC 220929), bevorens reeds gemeld, is te Elseneur zwaar lek binnengelopen; moest lossen om te repareren.
(opm: dit is de laatstgevonden melding van deze THERESIA, bouwjaar 1806; vermoedelijk is de smak in Helsingör verkocht voor de sloop)
1830
Gedurende 25-27 augustus 1830 waren er in Brussel onlusten geweest welke de opmaat vormden tot de revolutie die resulteerde in de afscheiding door België. Op 4 oktober 1830 werd eenzijdig de onafhankelijkheid van België geproclameerd. In reactie hierop decreteerde koning Willem I bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoorden de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken.
Op een lijst van in totaal 196 schepen stond ook de smak THERESIA van de Weduwe van Goorlaecken onder kapt. K.E. Boswijk. Op deze enigszins achterhaalde lijst staan enkele schepen die reeds waren vergaan of gesloopt, waaronder dus waarschijnlijk het schip van Van Goorlaecken.