Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Geen
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” dd 24 februari 1842 verzoekt M.Biester, de weduwe van R.Akkerman om een gratificatie. Het Bestuur stelt f 25,- ter beschikking als zij “behoeftig en Weduwe van eenen kapitein is.”.042
Het is de vraag of het hier om genoemde Roelof Akkerman gaat.
De schepen van de kapitein
In het Stadsarchief van Amsterdam bevindt zich in inventaris 5081-7149 een akte van onderhandse koop/verkoop dd Amsterdam 21 april 1803 van de brik “Aurora”. De verkoper was Martin Christiaan Schröder, voor zijn huis Martin Christiaan Schröder & Zoon, Amsterdam, als gemachtigde van de heren Bartelt en Strebelou/Streblou te Elbing. De kapitein was Engelbert Zacharias. De aankoper voor f 13.500,- waren de Gebr. Planta. De notaris was Mr. Everard Cornelis Bondt te Amsterdam.
Op de datum van de akte uit 1803 is het schip al door de eigenaren overgenomen en van Amsterdam vertrokken. Bij de akte is gevoegd een aanvraag voor een zeebrief dd 19 november 1814 voor het schip “Aurora”, gevoerd door Roelof Ackerman en getekend door J.Planta te Amsterdam van het huis Gebr. Planta.
Het Archief van de Waterschout011a bevat de volgende monsterrollen:
38-96 25 mei 1815, brik “Aurora”, kapitein Roelof Akkerman, bestemming Berbice, correspondent Gebr. Planta, 9 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman/bootsman, kok, matroos/klamphouder, 4 matrozen, ligtmatroos/kajuitwachter.
38-101 15 oktober 1816, brik “Aurora”, kapitein Roelof Akkerman, bestemming Berbice, correspondent Gebr. Planta, 9 bemanningsleden i.c. stuurman, bootsman, klamphouder, kok, 3 matrozen, ligtmatroos en een jongen.
38-106 20 oktober 1817, brik “Aurora”, kapitein Roelof Akkerman, bestemming Barcelona, correspondent Gebr. Planta, 7 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 3 matrozen, ligtmatroos en een jongen
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 27 juni 1818114
Amsterdam, 25 juni. Den 29 mei is, na sedert den 6 dito voor de Straat (opm: Straat van Gibraltar) gekruist te hebben, wegens gebrek aan provisie en aanhoudende tegenwind, te Malaga binnengelopen het schip REIGERSDAAL, kaptein L.H. Schneider, van Smirna (opm: Izmir) naar Amsterdam; hetzelve lag den 31 dito gereed, om bij de eerste gunstige gelegenheid de reis te vervolgen. Volgens schrijven van gemelde kaptein, waren aldaar, uit hoofde van gedurige westelijke winden, circa zestig schepen liggende, waarvan vier Hollandse, en onder deze de AURORA, kaptein R. Akkerman, van Barcelona.
Familiegegevens en opleiding
Gijsbert Jans de Groot werd geb/ged. te Hollum op 03 juni 1784/14 februari 1808 als zoon van Jan Dirks de Groot en Eeke Gijsberts. Hij was doopsgezind.
Hij trouwde op 17 oktober 1812 te Ameland met Grietje Jans, geb/ged te Hollum 1786/14 februari 1808 als dochter van Jan Jobs en Antke Jans, doopsgezind. Zij was naaister van beroep. Zij overleed te Ameland op 09 juni 1841, 55 jaar, weduwe.
Het echtpaar kreeg 4 kinderen i.c.
Jan de Groot geb. 1812?, ovl. 07-12-1815, Ameland.
Eeke Gijsberts de Groot geb. 28-08-1813.
Jan Gijsbert de Groot geb. 26-05-1817.
Jeppe Gijsbert de Groot geb. 17-07-1822.
Gijsbert overleed op 26 september 1823.
gegevens van Tinneke Borsch te Ameland, 21 augustus 2008
De schepen van de kapitein
In het Stadsarchief van Amsterdam is onder invoernummer 5081-7149 een akte van koop/verkoop dd Workum 22 juni 1814 van een kaagschiphol “Henriëtte”. De verkoper was “Jan Tyens (of Ayens) Struck” (volgens opgave Lindenborn, maar gezien de opgaven in het Archief van Amsterdamse monsterrollen zal het Jan Aryens Struik geweest zijn). De koper voor f 600,- was Gijsbert Jansen de Groot, schipper van Ameland. De notaris was Simon Stoffels te Workum. Het schip lag bij de verkoop te Workum
In het Amsterdamse Stadsarchief is in invoernummer 5181/7150-1815-52 een akte van aan/verkoop dd Amsterdam 30 juni 1815 van het Amerikaanse fregat “Fanny”, na aankoop genaamd “Juliana.
De verkopers waren Carel Willem Gebhard, koopman te Amsterdam, voor de firma Gebhard & Co., als gemachtigde van Richard Black, Fredrik Gebhard, Abraham Bell en Robert H. Browne, negocierende onder de firma Bell & Browne, en John Hu..man (?), allen kooplieden te New York. Het schip werd gevoerd door kapitein Freddrik Willem Tweploss(?). De aankoper voor f 3000,- was Jan Fredsrik Seemann voor de firma Seeman & Co, kooplieden te Amsterdam.
In het bijgevoegd rederij-ceduul in dato Amsterdam, 5 oktober 1815, van schip JULIANA, gevoerd door kapt. G.J. de Groot, eigenaren W. König & Co, en Seemann & Co.
In het Archief van de Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam011a is de volgende monsterrol:
38-93 12 september 1814, schip “Henriëtta”, kapitein Gisbert Jansen de Groot, bestemming Riga, correspondent der Kinderen, 4 bemanningsleden i.s. stuurman, kok, matroos en een jongen.
38-98 13 oktober 1815, fregat “Juliana”, kapitein Gijsbert Jansen de Groot, bestemming Havana, correspondent Zeeman & Co, 12 bemanningsleden i.c. opperstuurman onderstuurman, bootsman, timmerman, kok, 6 matrozen en een kajuitwachter.
38-103 21 maart 1817, fregat “Juliana”, kapitein Gijsbert J. de Groot, bestemming Dememarij, correspondent Zeeman & Co, 14 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, bootsman, timmerma, kok, 5 matrozen, 3 ligtmatrozen en een jongen.
38-107 08 mei 1818, fregat “Juliana”, kapitein Gijsbert J. de Groot, bestemming St.Eustatius en Curacao, correspondent Zeeman & Co, 15 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, bootsman, timmerman, kok, 6 matrozen, 3 ligtmatrozen en een jongen.
38-119 09 november 1822, brik “Willem & George”, kapitein Giesbert Jans de Groot, bestemming Curacao, correspondent W.& J.Kloppenburg & Co, 11 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman/bootsman, timmerman, kok, 5 matrozen, ligtmatroos en 2 jongens.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van Gisbert Jansen de Groot als gezagvoerder op de:
“Henrietta”, dd 12 september 1814;
“Juliana”, dd 13 oktober 1815; 21 maart 1817; 08 mei 1818;
“Maria”, 04 april 1820; 09 april 1821; 17 december 1821;
“Willem en George”, dd 09 november 1822 (“kap. overleden”)
Krantenberichten
Rotterdamsche Courant 18 oktober 1814114
Nog wordt van de 10 dito gemeld, dat schipper G.J de Groot, voerende het schip HENRIETTA, van Amsterdam naar Riga gedestineerd, die dag wegens lekkagie naar herwaards was teruggezeild.
Rotterdamsche Courant 20 oktober 1814114
Amsterdam, den 18 October. …Te Amsterdam is teruggekomen het schip HENDRICA, kaptein G.J. de Groot, naar Riga gedestineerd. Heeft in het Vlie gestoten en is door zwaar werken lek geworden, moet lossen om te repareren….
Rotterdamsche Courant 19 september 1818114
Amsterdam, 17 september. Te St. Thomas is gearriveerd van Amsterdam G.J. de Groot; dezelve zou ten spoedigste de reis naar St. Martin, St. Eustatius en Curaçao vervolgen.
Rotterdamsche Courant 28 augustus 1819114
Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoijman, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, F. der Kinderen, A. van der Sluijs, H.J. Rietveld en G.W. Sesink Clee, makelaars, zullen, op maandag den 30 augustus 1819, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild tweedeks eiken Fregatschip, genaamd JULIANA, gevoerd door kaptein G.J. de Groot, lang 87 voet en 5 en 1 half duim, wijd 26 voet, hol 11 voet 3 duim, het verdek 5 voet 5 en 1 half duim, alles Amsterdamse maat; gemonteerd met deszelfs ijzeren gotelingen (opm: gietijzeren lichte kanonnen) en andere amunitie van oorlog naar advenant (: verhouding); breder bij de inventaris.
Zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop, en berigt bij de makelaars.
Rotterdamsche Courant 02 maart 1820114
Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoijman, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink, F. der Kinderen, A. van der Sluijs, H. Smit, J. Boelen, H.J. Rietveld en G.W. Seesink Clee, makelaars, zullen, op maandag den 13 maart 1820, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Pinkschip, genaamd APRIL, gevoerd door kapt. G.J. de Groot (opm: kapt. Dirk Cornelis de Groot), lang 133 voet, wijd 33 voet 2 duim, hol 16 voet 6 duim, het verdek hoog 7 voet 2 duim, alles Amsterdamse maat; gemonteerd met deszelfs ijzeren gotelingen (opm: gietijzeren lichte kanonnen) en andere ammunitie van oorlog naar advenant, breder bij de inventaris. Zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop. Berigt bij de makelaar en bij De Vries en Comp. (opm: op 30 augustus 1819 werd dit schip ook al ter veiling aangeboden, zie RC 280819)
ROtterdamsche Courant 17 oktober 1820114
Londen, 13 oktober. Den 20 augustus is te Nassau een klein vaartuig van Florida aangekomen met een lading suiker van een Hollandse brik, die op het rif gestrand was; er waren nog vijf kleine geladen vaartuigen, en de brik zelve kwam ook op, doch was zwaar beschadigd; dezelve kwam van Havana en was naar het Vasteland bestemd.
Rotterdamsche Courant 19 oktober 1820114
Amsterdam, 17 oktober. Kapt. G.J. de Groot, voerende het schip MARIA, van Havana naar Amsterdam, meldt van de kust van Florida, van den 16 augustus, dat hij den 12 dito van Havana gezeild zijnde, twee dagen daarna op de hoek van de Floridase kust aan de grond geraakt was, alwaar het schip zo geweldig stootte, dat de stukken van de loze kiel en huid boven water kwamen; met adsistentie van vaartuigen, in welke een gedeelte der lading was overgescheept, had men het schip in vlot water gebragt, hetwelk naar New-Providence zou zeilen om te repareren. Van Nassau wordt van den 20 augustus gemeld, dat aldaar reeds een vaartuig met goederen uit het gemelde schip was aangekomen.