General Information:
De galjas is een type schip dat zijn oorsprong vindt in de zuidelijke Oostzee. Galjassen die door Nederlanders, voornamelijk uit Vlaardingen en Rotterdam, werden aangekocht werden vooral ingezet op de vaart naar Portugal en Zuid-Spanje.
Het bouwjaar van de galjas met de namen ADELAAR / AIGLON JONGE WILLEM / PÉGASE kon niet met zekerheid worden achterhaald, maar moet 1802 of 1803 zijn.
Het in 1828 opgerichte classificatiebureau Bureau Veritas noemt de PÉGASE in 1829, haar eerste register, als waarschijnlijk gebouwd in 1802. Lloyd’s Register registreert in 1810 een schip ADLER, kapt. F. Clodius, 258 ton singledecker, 13’ diepgang, gebouwd in Holstein; LR 1811 voegt daaraan toe 7 jaar oud. Hun ‘jaar’ begon eerst per 1 juli, terwijl de meeste schepen na de winter werden opgeleverd, dus vermoedelijk bouwjaar 1803.
De Cedule van 12 juni 1810 vermeldt een aankoop uit Pruisisch Pommeren d.d. 6 maart 1809. Door ‘francisatie’ heeft het schip in 1813 nog kortelings onder Franse vlag gevaren waarbij de naam werd gewijzigd in AIGLE.
1814
RC 190514
Te Rotterdam liggen in lading JONGE WILLEM, Casper Hendrik Nieuwkerk; ZEELUST, Albert van der Linden; SARA JACOBA, Ede Barre Holwedel; WELBEDAGT, Gerrit Schepen; de VROUW ANNA, Kien Alberts Bos; de GOEDE VERWACHTING, Jan Kemp; MARIA ELISABETH, Jan Vlieland.
Op 25 mei 1814 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de JONGE WILLEM, aangevraagd door A. van Hoboken als enig eigenaar, Rotterdam, voor Casper Hendriks Nieuwkerk als kapitein. Het schip lag te Rotterdam, was buitenslands gebouwd en gefranciseerd geweest.
Op 6 juli 1814 werd een nieuwe zeebrief voor de JONGE WILLEM aangevraagd door A. van Hoboken, Rotterdam, voor Lourens Janssen als kapitein. De vorige kapitein was Casper Hendriks Nieuwkerk.
1816
RC 100816
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading:
Naar Elseneur en Petersburg, het galjasschip de JONGE WILLEM, kapitein Laurens Jansen.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
Op 12 augustus 1816 werd een nieuwe zeebrief voor de JONGE WILLEM, aangevraagd door A. Van Hoboken, Rotterdam, voor Lourens Janssen als kapitein.
Op 5 december 1816 werd een Turkse Pas voor een reis naar Gibraltar verstrekt voor de JONGE WILLEM, aangevraagd door A. van Hoboken, Rotterdam, voor Lourens Janssen als kapitein. Deze Pas werd op 27 juli 1817 geroyeerd.
1817
OHC 040317
Amsterdam, 3 maart. Te Lissabon is binnen gelopen het schip (opm: galjas) de JONGE WILLEM, kapt. L. Jansen, van Amsterdam naar Marseille.
RC 290517
Te Rotterda ligt in lading:
Naar Gibraltar en Smirna (opm: Izmir), het met een huid van zink Nederlands schip de JONGE WILLEM, kapitein Laurens Jansen.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
Op 28 juni 1817 werd een Turkse Pas voor een reis naar Smirna verstrekt voor de JONGE WILLEM, aangevraagd door A. van Hoboken, Rotterdam, voor Lourens Janssen als kapitein. Deze Pas werd op 12 februari 1818 geroyeerd.
1818
RC 210318
Te Rotterdam liggen in lading naar:
Smirna (opm: Izmir): het schip de JONGE WILLEM, kaptein Laurens Jansen.
Smirna (opm: Izmir): het Pinkschip ZEELUST, kaptein Albert van der Linden.
Adres ten Kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer
Op 10 december 1818 werd een nieuwe zeebrief voor de JONGE WILLEM, aangevraagd door A. van Hoboken, Rotterdam, voor Laurens Janssen als kapitein. De zeebrief werd op 3 april 1821 geroyeerd.
1819
RC 290719
Rotterdam, 28 juli. Den 27, des middags, arriveerde te Helvoetsluis de JONGE WILLEM, L. Jansen, van Smirna (opm: Izmir), doch ligt quarantaine op de rede, en volgens rapport van de zeeloodsen, ligt voor de wal ten anker het schip JAVA, kapitein Jongheim, van Batavia. Den 28 zeilde van de Maas naar Guernsey de WILLEM DEN EERSTEN (opm: brik), C.J. Batten.
1820
RC 120220
Advertentie. S. Faber, G. Harmans, G. Rademakers, G. Duuring, D.H. Joosten, H.W. Wahter, P. Outmans, B. Van Eck, Ph. W. Halberstadt, G.J. Zompoll en J.C. Mynssen, makelaars te Rotterdam, als last hebbende van hunnen meesters, zullen, ten overstaan van de heer Griffier van de Rechtbank van Koophandel, na gedane aangifte, conform de wet, op donderdag den 2 maart 1820, des voormiddags te elf uren, in het Notarishuis, op de Gelderschekaai, publiek verkopen: Ene partij van 129 vaten zwart en 218 dito rood Smirna rozijnen, en door de makelaars P.J. Cantzlaar, P. Overgaauw en J. De La Porte, ene parij van 35 balen Smirnasche gele bessen, alles direct aangebracht met het Nederlands schip (opm: galjas) de JONGE WILLEM, kapt. Lourens Jansen, en liggende als nader bij notitie zal worden aangewezen. Nader onderrichting bij bovengemelde makelaars.
Op 14 mei 1820 werd een Turkse Pas voor een reis naar de Middellandse Zee verstrekt voor de JONGE WILLEM, aangevraagd door A. van Hoboken, Rotterdam, voor Lourens Janssen als kapitein. Deze Pas werd op 9 maart 1821 geroyeerd.
1821
RC 240221
Rotterdam, 23 februari. Den 21 arriveerde te Helvoetsluis het schip (opm: galjas) DE JONGE WILLEM, kapt. L. Jansen, van Smirna (opm: Izmir), en ligt onder quarantaine op de rede.
RC 060321
In Rotterdam in lading liggende schepen naar:
Smirna (opm: Izmir): het Galjasschip de JONGE WILLEM, kapt. Lourens Jansen.
Bordeaux: het Smakschip CONCORDIA, kapt. Steffen Swart.
Nantes: het Sloepschip HET FORTUIN, kapt. Hendrik van der Kolf.
Liverpool: het Nederlands tonnage Koffschip IDA ALIJDA, kapt. Okke Jans Woldringh.
Riga: het Galjootschip de MAASSTROOM, kapt. Paulus Sijtses Schuil.
Bergen in Noorwegen: het Smakschip de GOEDE HOOP, Wijcher Hendriks Bontekoe.
Adres ten Kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer.
RC 240421
Rotterdam, 23 april. Den 22 zeilde de JONGE WILLEM, L. Jansen, naar Livorno,
RC 110921
Rotterdam, 10 september. Zr.Ms. fregat van oorlog DIANA, kapitein Van der Loeff, is den 22 juli van Port-Mahon, en het schip (opm galjas) de JONGE WILLEM, kapt. L. Jansen, den 23 juli van Livorno gearriveerd.
RC 131221
Rotterdam, 12 december. Den 11 arriveerden de schepen de JONGE WILLEM, L. Jansen, van Smirna (opm: Izmir), en ligt onder quarantaine op de rede; CHARLES PATRICK EDUARD, K.G. Ouwehand, uit de Maas.
1822
RC 190222
Rotterdam, 18 februari. Den 15 dezer zeilde uit de Maas het schip (opm: galjas) de JONGE WILLEM, L. Jansen, naar Marseille; dezelve ligt tot heden in de put ten anker.
RC 090322
Rotterdam, 8 maart. Den 7 arriveerde te Helvoetsluis terug uit zee de JONGE WILLEM (opm: galjas), L. Jansen, door lekkagie, als bijlegger; de wind N.W.
Op 31 januari 1822 werd een Turkse Pas voor een reis naar de Middellandse Zee verstrekt voor de JONGE WILLEM, aangevraagd door A. van Hoboken, Rotterdam, voor Lourens Janssen als kapitein. De Turkse Pas werd op 24 mei 1822 geroyeerd.
Op 29 mei 1822 werd een nieuwe zeebrief voor de JONGE WILLEM, aangevraagd door A. van Hoboken, Rotterdam, voor G.J. Meeuw als kapitein. De vorige kapitein was L. Jansen.
RC 200722
Rotterdam, 19 juli. Den 18 zeilden van Helvoetsluis PARAMARIBO, M. McDougal, naar Surinamen; HESPERUS, W. Rijnbende, naar Belfast, en de JONGE WILLEM, G.J. Meeuw, naar Brest.
RC 241022
Rotterdam, 23 oktober. Van Vlissingern wordt van den 19 gemeld, dat sedert onze laatste, voor Antwerpen bestemd aldaar ter rede zijn gekomen de VROUW ALIDA, T.E. Bart, van Liverpool; de VROUW ANNEGINA, H.J. Potjer, van Liverpool; le VOLTIGEUR, W. de Ruiter, van New York, en de JONGE WILLEM, G.J. Meeuw, van Tremblade, beide laatste naar Vere (opm: Veere).
1823
Op 26 augustus 1823 werd voor de PEGAZE (bedoeld is PÉGASE) een nieuwe zeebrief aangevraagd door E. van Regemortel, Antwerpen, voor kapt. G. de Haan.
De galjas was op 30 juli onderhands aangekocht door E. van Regemortel, Antwerpen.
DC 200923
Vlissingen, 9 september. Den 7 en 8 dezer zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de volgende schepen, waarvan er echter twee door contrarie wind op de rede zijn teruggekomen, en wel die waarvan de namen hieronder met een * zijn getekend de GOEDE VERWACHTING (opm: kof), kapt. B.S. Stoffels naar Bristol met boomschors; CONCORDIA, kapt. J.J. Willems (opm: driemaster, thuishaven Oostende, mogelijk kapt. Auke Willems), met troepen, en CONCORDIA (opm: fregat CORNELIA), kapt. S.H. Veer, met stukgoederen beide naar Batavia; GEZINA (opm: kof GESINA), kapt. R.F. Taay met boomschors naar Liverpool; PEGASUS (opm: galjas, meestal PÉGASE genaamd, ex-JONGE WILLEM), kapt. G. de Haan, naar Londen met vlas en boomschors;
1824
RC 080424
Rotterdam, 7 april. Van Vlissingen wordt van den 6 dezer gemeld, dat sedert de laatste van Antwerpen de Schelde afgekomen zijn en naar zee gezeild de NIKOLAAS, kapt. E. Mazens, naar Rio-Janeiro; JONGE KLAAS ZUININGA, kapt. H.J. Bol, naar Londen; MARIA, kapt. E.P. Bron, naar Liverpool, en PEGASUS (opm: galjas PÉGASE, Antwerpen), kapt. G. de Haan, naar Londen.
DC 211024
Vlissingen, 16 oktober. Van den 13 dezer tot heden zijn alhier ter rede gekomen voor Antwerpen bestemd LATONA, kapt. W. Airth, van Arbroath, met ballast; CHRISTINA VOS, kapt. N.A. Smaal, van Londen, met stukgoederen; DE VRIENDSCHAP, kapt. H. Gerlofs, van Kadix, met stukgoederen; de VROUW CHRISTINA, kapt. R.J. Dood, van Bordeaux, met potash, koffie, enz; de JONGE FERDINAND, kapt. M. van der Kerckhoven, van Christiaansand, met houtwaren; FELIX, kapt. C.M. van Dijck, van Malaga, met wijn en fruit; the ROBIN HOOD, kapt. J. Woodberry, van de Havannah, met suiker, met suiker en koffie; PEGASUS (opm: galjas PÉGASE, Antwerpen), kapt. G. de Haan, van Villa Nova, met stukgoederen; ELISABETH, kapt. P.J. Diercks, van Drontheim, met stokvis en traan.
Ook is den 12 dezer van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild the INDUSTRY, kapt. E. Mitchell, naar Arbroath, met vlas.
1825
DC 270125
Vlissingen, 22 januari. Den 19 en 20 dezer zijn voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: NEPTUNES (opm: galjoot NEPTHUNUS), kapt. E.J. Dik van Lissabon, met zout en fruit; DE TRITON, kapt. T.J. Creilink van Smyrna met fruit; deze laatste heeft, alvorens naar Antwerpen te zeilen, visite van quarantaine ondergaan.
Het schip JEREMIAS, kapt. L. Sijbes van Sunderland naar Bordeaux gedestineerd, met steenkolen, is van onze rede naar zee gezeild.
Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en gisteren en heden van onze rede naar zee gezeild: MARIA BARBERA, kapt. J.J. Koller naar Penzance; HARMANUS, kapt. H. van Veen naar Dartmouth; DE VROUW ELISABETH, kapt. F.B. Nepperus naar Plymouth en MERKURIUS (opm: kof MERCURIUS), kapt. E.J. Mos naar Londen, alle vier met boomschors; PEGASUS (opm: galjas PÉGASE), kapt. G. de Haan naar Charlestown met ballast;
DC 070625
Vlissingen, 28 mei. Van den 25 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: HERCULES, kapt. F. Schipman, van Havre-de-Grace met stukgoederen; THE JASON, kapt. W. Cavan, van Rio de Janeiro met koffie en potasch; JEREMIAS, kapt. L. Sijbes, van Newhaven met koffie en suiker; de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, van Liverpool met klipzout; MARIANNE, kapt. A. van der Kaa, van Londen; MAARTEN ALETTE, kapt. J.G. Hoetjer, van Bayonne en DE DOCHTER ALIDA, kapt. H.D. Duit, van Havre-de-Grace, alle drie met stukgoederen; CHINA, kapt. H. Putnam, van Salem met rijst en katoen; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. J.F. Scholte, van Liverpool met klipzout; THE MARY, kapt. J. Besch, van Hull met stukgoederen; THE MARY, kapt. E.A. Renouf, van Rio de Janeiro met koffie; THE NIGER, kapt. M. Luce, van Mantanzes met suiker enz.; THE TWO SISTERS, kapt. J. Thomas, van Guernsey met koffie en huiden; SARDE LA FELICE, kapt. C. Faisolle, van Bahia met suiker en huiden; THE BLOSSOM, kapt. P. Falls, van Guernsey met koffie, suiker en huiden; THERESE, kapt. J. Groenendahl, van Alexandrië in Egypte; PEGASUS, kapt. G. de Haan met stukgoederen en MOUNT VERNON, kapt. J. Busslij met koffie, rijst en katoen, beide van Charlestown. De drie laatste moeten quarantaine houden.
Op 18 augustus 1825 werd een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt voor de PÉGASE, aangevraagd door E. van Regemortel, Antwerpen, nu voor kapt. J.E. Mazens.
DC 170925
Vlissingen, 10 september. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van den 8 dezer tot heden naar zee gezeild: JACOBA, kapt. A.K. de Groot naar Dantzig; de VROUW JACOBA, kapt. J.J. Rink naar Riga en FORTUNA, kapt. J.C. Scholberg naar de Oostzee, alle drie met ballast; de VROUW CATHARINA, kapt. H.K. Wijkmeijer naar Kinkardin en de VIER GEBROEDERS, kapt. C.R. de Vries naar Milton, beide met boomschors; PEGASUS (opm: galjas, meestal PÉGASE genaamd), kapt. J. Mazens, naar Alexandrië met steenkolen; MARGINA, kapt. W.R. Huisman, naar Aberdeen met boomschors; MAGNANIME, kapt. J. Sietzes, naar Alvarado met ijzer, staal, kwikzilver en passagiers; LA VIERGE MARIE, kapt. J. de Meire, naar Messina met stukgoederen.
1826
MCO 060726
Vlissingen, 4 juli. Gisteren is van quarantaine ontslagen en naar Antwerpen opgezeild de PEGASUS (opm: galjas), kapt. J. Mazens, van Alexandria, met katoen.
Op 3 november 1826 werd een Turkse Pas verstrekt voor de PÉGASE, aangevraagd door E. van Regemortel, Antwerpen, voor E. Mazens als kapitein. Deze Tukse Pas werd op 25 augustus 1827 geroyeerd.
1827
MCO 030727
Vlissingen, 30 juni. Alhier is ter rede gekomen, voor Antwerpen bestemd, PEGASUS (opm: galjas PÉGASE), kapt. J. Mazens, van Marseille, met stukgoederen.
Op 15 augustus 1827 werd een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt voor de PÉGASE, aangevraagd door E. van Regemortel, Antwerpen, voor J. Mazens als kapitein.
RC 060927
Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild PASAH, kapt. H.G. Botje en DE VROUW GEZINA, kapt. N.H. Baas, naar Leith; CATHARINA, kapt. K.H. Schippers, naar de Oostzee; HADZEMA, kapt. J. van Wijk, naar ….; DE HOPENDE ZEEMAN, kapt. C. Plath, naar Bordeaux en PEGASUS, kapt. J. Mazens, naar Havannah.
1828
AH 020428
Cargalijsten. Antwerpen, 27 maart. ANNA, kapt. J. Pettersen, van Menton; FRANCIS, kapt. Stephen Wilkens, van Samarang; PEGASE, kapt. J. Mazens, van Havanah.
Op 23 augustus 1828 werd een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt voor de PÉGASE, aangevraagd door E. van Regemortel, Antwerpen, voor H.H. Wagenaar als kapitein.
RC 060928
Rotterdam, 5 september. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild ENDONIA, kapt. E.J. van der Molen, naar Riga; HULL PACKET, kapt. H.H. Lange, naar Hull; LE PROSPER, kapt. L. Vranken, naar St. Vas; DE JONGE EGBERTUS, kapt. J.B. Muller, naar Milton; JOHANNA ELISABETH, kapt. M. Mestdagh, naar St. Mayo; MARIA, kapt. P.E. Boer, naar Montrose; REINIËRA, kapt. G. Meugens en PEGASUS (opm: PÉGASE), kapt. H.H. Wagenaar, naar Villa-Nova;
RC 201128
Rotterdam, 19 november. Te Antwerpen zijn gearriveerd VRIENDSCHAP, kapt. Bielly, van Londen; MARIA, kapt. Lange, FORTUNA, kapt. Jongbloed, JONGE GEBINA, kapt. Nagel (opm: smak JOHANNA GEBINA), UDONIA, kapt. Van der Molen, van Riga; FENNEGINA, kapt. Puister, van Koningsbergen; BROEDERLIEFDE, kapt. Karst en HERMINA, kapt. Hazewinkel, van Havre; ANTWERPS PACKET, kapt. Rieke, van Hull; CATHARINA, kapt. Pot, Dartmouth; REINA, kapt. Koops, EENDRAGT, kapt. Dillewyns en JOSEPHUS , kapt. Bakker, van Liverpool; ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. Peters, van Rio-Janeiro; JONGE JAN, kapt. Petersen, van Dantzig; VROUW ANNA, kapt. Korter, van Portsmouth; MARIA, kapt. Vollemaer, van Bayonne; ZEPHIR, kapt. J. Flemming (opm: na lossing werd de brik verkocht voor de sloop; op 30 januari 1829 werd de zeebrief geretourneerd onder vermelding ‘schip zal worden gesloopt’), van Batavia; PÉGASE, kapt. Wagenaar, van Villa-Nova.
1829
RC 240129
Rotterdam, 23 januari. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild CONCORDIA, kapt. D.H. van Wijk naar Londen; PEGASUS, kapt. H.H. Wagenaar naar Maranham (opm: Sao Luiz de Maranhao, Brazilië); HARMONIE, kapt. S. Peter naar Leith; VRIESLAND, kapt. E.J. Drent en JACOBA, kapt. H.R. Grimminga naar Liverpool en HENDRIKA, kapt. T.T. Harding, naar Newcastle.
RC 140729
Rotterdam, 13 juli. Te Antwerpen zijn gearriveerd ELISABETH, kapt. Brouwer, van Riga; PEGASE, kapt. Wagenaar, van Maranham (opm: Sao Luiz de Maranhao, Brazilië); DE LEEUW, kapt. Verbrugge, van Rouaan en PROVIDENTIA, kapt. Dalin, van Triëst.
RC 191229
Rotterdam, 18 december. Te Antwerpen zijn gearriveerd PÉGASE, kapt. Wagenaar en BRUSSELAAR, kapt. De Vries, van Villanova; VRIENDSCHAP, kapt. Valom en TITIA, kapt. Zelling.
1830
RC 240430
Rotterdam, 24 april. De Nederlandse galjas PEGASUS (opm: PÉGASE), kapt. H.H. Wagenaar, de 8e dezer van de rede van Vlissingen gezeild en gedestineerd naar Maringham (opm: Maranham, Brazilië), is met gebroken boegspriet de 17e uit zee aldaar terug gekeerd, hebbende deze haverij door slecht weer bekomen.
RC 110530
Rotterdam, 10 mei. Het schip PEGASUS, kapt. H.H. Wagenaar, dat sedert de 18e april te Vlissingen heeft binnengelegen, is de 4e dezer, na het herstellen zijner averij, naar zee gezeild, zijnde gedestineerd naar Maranham.
RC 061130
Amsterdam, 4 november, Het Nederlands galjas PEGASUS (opm: PÉGASE), kapt. H.H. Wagenaar, van Maranhão (opm: Brazilië), om order te Vlissingen binnen, is de 30e oktober van zijn ankers geslagen en bezuiden de haven van Bath op het slijk geraakt, alwaar het de volgende namiddag nog liggende was.
België
Gedurende 25-27 augustus 1830 waren er in Brussel onlusten geweest welke de opmaat vormden tot de revolutie die resulteerde in de afscheiding van België. Op 4 oktober 1830 werd eenzijdig de onafhankelijkheid van België geproclameerd. In reactie hierop decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoorden de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken. Dit betrof 196 schepen, waaronder de PÉGASE. Of de stranding van 30 oktober reeds consequenties had is niet bekend.
Van Regemortel probeerde in januari 1831 nog wel een nieuwe Nederlandse zeebrief te verkrijgen, maar tevergeefs. De galjas was Belg geworden en zou onder deze vlag blijven varen.
1831
Op 7 januari 1831 werd in Den Haag voor de PÉGASE een nieuwe Nederlandse zeebrief aangevraagd door E. van Regemortel, Antwerpen, voor H.G. Wagener als kaptein. Deze werd niet verstrekt omdat het schip behoorde tot de Zuidelijke Nederlanden. Vanwege dezelfde reden werd de bestaande, geëxpireerde, zeebrief ingetrokken.
MCO 030531
Vlissingen, 30 april. Naar Antwerpen zijn de Schelde opgevaren: LA VIERGE MARIE, kapt. J.F. Schulte, van Liverpool, met klipzout, alsmede de PEGASUS (opm: galjas PÉGASE), kapt. H.H. Wagenaar en OCTAVIE, kapt. L.C. Domburg, welke beide laatste sedert december l.l. alhier in de haven hebben gelegen (opm: wegens de schermutselingen welke in Antwerpen en op de Schelde waren uitgebroken nadat op 4 oktober 1830 in Brussel de onafhankelijk van België was geproclameerd).
MCO 030531
Vlissingen, 30 april. Naar Antwerpen zijn de Schelde opgevaren: LA VIERGE MARIE, kapt. J.F. Schulte, van Liverpool, met klipzout; FAÇON, kapt. R.P. Littteworth, van Messina, met fruit; alsmede de PEGASUS, kapt. H.H. Wagenaar en OCTAVIA, kapt. L.C. Domburg, welke beide laatste sedert december ll. alhier in de haven hebben gelegen.
MCO 111031
Vlissingen, 8 oktober. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en sedert den 5 dezer van onze rede naar zee gezeild: DE DRIE GEBROEDERS, kapt. C. Popp, naar Emden, met spijkers; ALEXANDER, kapt. P.J. Colas, naar Rio de Janeiro, met stukgoederen; CATHARINA, kapt. J. van der Schuyt, naar Londen, met boomschors; le GUILLAUME, kapt. Simoneau, naar Duinkerken, met ballast; LEOPOLD DE EERSTE, kapt. F.H. de Vries, naar Londen, met boomschors; JULIANA, kapt. J. Bienvenu, naar Shields, met ballast; ANNA MARIA, kapt. L.A. Spelman, naar Hamburg, met stukgoederen; PEGASUS, kapt. H.H. Wagenaar, naar Villa-Nova, met ballast; LA BELLE ALLIANCE, kapt. O.A. Wilman, naar Leith, met boomschors; DE VROUW TIETENA, kapt. H. Gerdes, naar Duinkerken, met spijkers en glas.
1832
MCO 110232
Vlissingen, 7 februari. Sedert eergisteren zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: PEGASUS, kapt. H.H. Wagenaar, van Villa-Nova, met fruit; JOSEPH, kapt. J.H. Arends, van Liverpool, met klipzout en katoen; de PELLIKAAN (opm: gaffelschip PELICAAN), kapt. J L. Vroome en de CATHARINA, kapt. J. van der Schuyt, beide van Londen; DE JONGE JOHAN VAN LETTEN, kapt. J. Damster, van Bayonne, alle drie met stukgoederen.
MCO 190632
Vlissingen, 16 juni. Sedert den 12 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gearriveerd: DE VROUW DOROTHEA, kapt. G.R. Eekhoff; van Emden, met rogge en gerst; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. J.W. Sautjer, van Emden, met haver en aardewerk; de HERSTELLING, kapt. L.E. Gust, van Emden, met graan; SPECULATION, kapt. J. Olsen, van Koningsbergen en CAROLINA JOHANNA, kapt. D. Nieman, van Riga, beide met rogge; de STAD MEPPEN, kapt. E. Harders; LORD EXMOUTH, kapt. W. Carten; DE VROUW GEZINA, kapt. H.E. Lindeboom en MAGDALENA, kapt. J.L. Blond, alle vier van Riga, met rogge; NEPTUNES, kapt. H.H. Peters; DOROTHEA, kapt. J. Nottage, beide van Londen PEGASE, kapt. H.H. Wagenaar, van Villa-Nova, met zout; CONCORDIA, kapt. U. F. Bonjer, met rogge en EMANUEL, kapt. M. Bruin, met stukgoederen en haver, beide van Riga.
MCO 170732
Vlissingen, 14 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en sedert den 10 dezer van onze rede naar zee gezeild: de FREDERIK, kapt. J.L. Meijer, naar Memel; IDUNA, kapt. W.J. Groenewold, naar de Oostzee; PEGASUS (opm: galjas PÉGASE), kapt. H.H. Wagenaar, naar Lissabon; AMASIS, kapt. F.E. Tisser, op avontuur; PIETER EN KAREL, kapt. W.D. de Ruyter, naar Liverpool
MCO 091032
Vlissingen, 6 oktober. Sedert den 30 september ll. zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: de KLEINE DAVID, kapt. J.U. Jansens, van Emden, met gerst; OCTAVIA, kapt. D.J. Salzsieder, van Lissabon, met fruit; de VROUW DOROTHEA, kapt. H.G. Pool, van Bayonne, met zoethout en oliën; PEGASUS, kapt. H.H. Wagener, van Cadiz, met zout en stukgoederen;
1833
DC 060633
Middelburg, 3 juni. De Belgische schepen PEGASUS en OCTAVIE (opm: galjas PÉGASE resp. schoener), welke onder witte vlag ter rede van Vlissingen gekomen waren, hebben de vergunning gekregen om vrij en onverhinderd naar Antwerpen, de plaats hunner bestemming, op te zeilen.
(opm: hadden ze geen neutrale maar de Belgische vlag gevoerd, dan waren de schepen tegengehouden; slechts enkele weken later gaf Nederland onder druk van de door Engeland en Frankrijk uitgevoerde boycot het verzet tegen de vrije doorgang van de Westerschelde op, waarna de meeste van de 171 naar een buitenlandse vlag uitgeweken Nederlanders opnieuw een Nederlandse zeebrieven aanvroegen)
MCO 311233
Gisteren is, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de PEGASUS (opm: Belgische galjas PÉGASE) kapt. H.H. Wagenaar, met fruit, van Lissabon.
1834
MCO 110234
Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en den 9 en 10 dezer van onze rede naar zee gezeild: de PEGASUS, (opm: galjas PÉGASE), kapt. H.H. Wagenaar, naar Lissabon; L’ECLAIR, kapt. Salzsieder, naar de Havannah en de KAREL (opm: brik CHARLES), kapt. H.H. Stuurman, naar Marseille, alle drie met stukgoederen.
RC 060534
Rotterdam, 5 mei. De PEGASUS, van Lissabon naar Antwerpen met zout en vruchten, is verlaten en met vier voet water in het hol gevonden op 49º breedte en 15º lengte. (opm: ex-Zuid-Nederlandse galjas PÉGASE, bouwjaar 1802, sinds januari 1831 Belg, kapt. H.H. Wagenaar; de bemanning had op 14 april het schip verlaten en werd gered)