|
Vlissingen, 5 juni. Den 3 en 4 dezer zijn alhier ter rede gekomen: AMICITIA, kapt. J.H. Rubartt, van Riga, met rogge en MARIA AUGUSTA, kapt. T. Pieper, van Südwesthörn, met haver, beide op order; DE VIER GEBROEDERS, kapt. C.T. Nielsen, van Riga, met lijnzaad, naar Duinkerken gedestineerd. Sedert den 29 mei zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: PIERRE AMELIE, kapt. A. la Couture, van Bayonne, met wol; HULL PACKET, kapt. J. Meijer, van Liverpool, met klipzout en huiden; JOSEPHUS, kapt. O.H. Arends, van Liverpool, met klipzout; PROBITY, kapt. J. Harris, met koffie en indigo en PIETER EN JAN, kapt. J.E. de Roer, met tarwe, beide van Londen; ANTWERPS-PACKET, kapt. J.H. Ricke, van Liverpool, met klipzout; THE SPRIGHTLY, kapt. W. Davison, van Londen, met koffie en suiker; THE GEM, kapt. C. Brett, van Cowes, met passagiers; PORTIA, kapt. J. Barnet, van Buenos Aires, met huiden; THE LORDS, kapt. J. Pike, van New Orleans, met tabak; JANE HADDOU, kapt. J. Hamilton, van New York, met suiker en koffie; MATHILDA, kapt. G.A. Klimp, van Havanna, met suiker; LOUISE, kapt. B. Arsven, van Zante, met krenten; HELENA, kapt. C.E. Aaden en DE JONGE JEANNETTE, kapt. A.T. de Haan, beide van Emden, met haver; THE IRWELL, kapt. G. Holliday, van Londen, met koffie en katoen; DE VERWACHTING, kapt. H. Dirks en HENDRINA, kapt. A.D. Katt, beide van Emden, met haver; CONCORDIA, kapt, G.T. Ebeling, van Leer, met granen; DE VROUW HENDRIKA, kapt. O.H. Brahms, van Hooksiel, met haver; DE VROUW EHE, kapt. G.T. Linneman, van Koningsbergen, met tarwe en lijnzaad; MARTHA, kapt. C.W. Kulhmann, van Carolinensiel, met paardenbonen; DE VIER GEBROEDERS, kapt. W. J. Wilts, van Hoeksiel, met lijnzaad; NEPTUNES, kapt. J. Luiken, van Ditsen en de MARIA, kapt. C. von Ehren, van Tohr, beide met haver; ZELDEN RUST, kapt. G.J. Kluin , van Pillau, met rogge; AURORA, kapt. R.E. Betten, van Newharlingen, met haver; DIE HOFFNUNG, kapt. J. Mewes, van Wismar, met haver en rogge; THE WILLIAM, kapt. T. Gall, van Goole, met stukgoederen; PIETER KAREL, kapt. H. Poppen, van Vlissingen, met ballast; de HAR????, kapt. B.H. Sturmann, van Hamburg, met granen; CERES, kapt. E.B. Jansen, met haver en boter en DIE HOFFNUNG, kapt. J.H. Arians, met haver, beide van Emden; KRAGEROE, kapt. H. Knodse, van Krageroe, met houtwaren; ST. PETER, kapt. P.R. Jorgensen, van Hesch, met kurk; THE AGNES, kapt. J. Hannoy, van Bremen, met tarwe en lood. Onder bovengemelde schepen zijn er vele die quarantaine moeten houden. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 30 mei tot heden van onze rede naar zee gezeild: FREDERIK, kapt. P.T. Bager, op avontuur, met ballast; CAPORICA, kapt. J. Haumont; CATHARINA MARGARETHA, kapt. C. Haack en DE VROUW GRIETJE, kapt. H.B. Gewald, alle drie naar Hamburg, met potaarde; APOLLO, kapt. O. Runerang, naar Riga, met ballast; HENRIETTE, kapt. F. Beniest, naar Liverpool, met vlas; DE VROUW FENNA, kapt. T.J. Schoncke; DE VIER GEBROEDERS, kapt. H.J. Caspers en DE TWEE GEBROEDERS, kapt. A.A. Brecher, alle drie op avontuur, met ballast; DE VROUW DOROTHEA, kapt. J.H. Carstens, naar Hamburg, met potaarde; DIE TUGEND, kapt. L. Fretwurst, naar Rostock; THERESE, kapt. M.B. Schroder, naar Newcastle en ROMEREGO, kapt. J. Andreissen, naar Gotenburg, alle drie met ballast; JEANNETTE, kapt. J. Muggenborch, naar Rostock, met suiker; FRIEDRICH WILHELM, kapt. J. Schroder, op avontuur; JOANNA, kapt. F. Christoffers, naar Emden en NEPTUNES, kapt. D. Fyen, naar Leer, alle drie met ballast; LEOPOLD DEN EERSTEN, kapt. T.H. de Vries, naar Lissabon en BAUWINA, kapt. T. T. Jansen, naar Rostock, beide met stukgoederen; DE VROUW MARGARETHA, kapt. J. Strak, naar de Oostzee, met ballast; DE VRIENDSCHAP, kapt. A.J. Heijen, naar Emden, met stukgoederen; EENIGHEDEN, kapt. B. Andriessen, op avontuur, met ballast.
|