Binnen een maand nadat de FANNY uit Wilmington in Amsterdam was aangekomen vond reeds een eerste verkoopveiling plaats. Zoals in die jaren vaker gebeurde was ook dit schip naar Europa gezonden met de vooropgezette bedoeling het te verkopen. Meestal had de kapitein reeds een machtiging bij zich, soms voor zichzelf, maar hier voor de firma Gebhard & Co, waarschijnlijk een zakenrelatie van de Amerikaanse rederij. Op 5 juni, de eerste veiling, werd een bieding van in totaal 6.000 gulden nog afgewezen. Ook de tweede veiling op 15 juni had geen succes. Eerst op 30 juni kwam een onderhandse verkoop tot stand; de koopprijs was echter gezakt naar 3.000 gulden. Seemann & Co had uitstekend onderhandeld!
FANNY was een zodanig populaire scheepsnaam, dat wegens onvoldoende gegevens in de beschikbare Lloyd’s Registers niet kon worden nagegaan of deze FANNY daarin is vermeld. Derhalve is ook het bouwjaar ongewis, maar dat zou 1812 geweest kunnen zijn, het trouwjaar van kapitein Furpless.
1815
LCO 120515
Amsterdam, 10 mei. Sedert onze laatste is in Texel binnengekomen de FANNY, kapt. F.W. Furpless, van Wilmington (opm: Amerikaans fregat dat na lossing werd verkocht, zie RC 010615).
AMV 060615 1815-174
Veiling: op maandag 5 juni 1815 een extra ordinair welbezeild fregat-schip, genaamd FANNIJ (opm: de FANNY was in de Verenigde Staten gebouwd; het bouwjaar kon niet worden vastgesteld), gevoerd door kapt. F.W. Furpless, lang over steven 87 voet, wijd bij de eerste balk voor ’t grootluik binnen zijn huid 26½ voet, hol in ’t ruim bij de eerste balk voor ’t grootluik op zijn uitwatering 10 voet 2 duim, ’t verdek bij de eerste balk voor ’t grootluik hoog aan boord 5 voet 4 duim. Alles Amsterdamse maat. NLG 4.000, in slag NLG 2.000. Opgehouden.
RC 010615
Advertentie. Thomas van Olivier, makelaar, zal ten overstaan van een daartoe bevoegd Beambte, op maandag den 15 juni 1815 des avonds ten 6 uren, te Amsterdam in het Nieuwezijds-Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extra ordinair welbezeild Fregatschip, genaamd FANNY, gevoerd geweest door kaptein F.W. Furpless, lang over steven 87 voet, wijd 26 en 1 half voet, hol 11 voet 2 duim, het dek hoog aan boord 5 voet 4 duimen, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. Nader onderrigting te bekomen bij de voornoemde makelaars. (opm: op 30 juni werd het schip onderhands voor NLG 3.000 gekocht door Seemann & Co, Amsterdam, nieuwe naam JULIANA, kapt. Gijsbert Jansz de Groot)
Op 9 oktober 1815 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de JULIANA, aangevraagd door W. Konig & Co., Amsterdam, voor G.J. de Groot als kapitein.
Waterschout 38-98
Op 13 oktober 1815 werd de eerste monsterrol opgemaakt voor het fregat JULIANA onder kapitein Gijsbert Jansen de Groot, bestemming Havana, correspondent Seemann & Co; de bemanning bestond uit 12 man: opperstuurman onderstuurman, bootsman, timmerman, kok, 6 matrozen en een kajuitwachter.
1816
LCO 280616
Amsterdam, 26 juli. Sedert onze laatste is in Texel binnengekomen de JULIANA (opm: fregat), kapt. G. de Groot, van Havana.
1817
Op 7 maart 1817 werd een Turkse Pas voor een reis naar Demerary verstrekt voor de JULIANA, aangevraagd door Seemann & Co., Amsterdam, voor Gijsbert Jansz. de Groot als kapitein.
Waterschout 38-103
Op 21 maart 1817 wordt voor de JULIANA een monsterrol opgemaakt voor de bestemming Demerarij, met kapt. G.J. de Groot en 14 bemanningsleden: opperstuurman, onderstuurman, bootsman, timmerman, kok, 5 matrozen, 3 ligtmatrozen en een jongen.
1818
Op 28 april 1818 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JULIANA, aangevraagd door Seemann & Co, Amsterdam, voor Gijsbert Jansz de Groot als kapitein.
Waterschout 38-107
Op 8 mei 1818 wordt voor de JULIANA een monsterrol opgemaakt voor de bestemmingen St. Eustatius en Curaçao. Kapitein G.J. de Groot krijgt de beschikking over 15 bemanningsleden, te weten opperstuurman, onderstuurman, bootsman, timmerman, kok, 6 matrozen, 3 ligtmatrozen en een jongen.
CCR 010818
Curaçao. Wij hebben bericht ontvangen, dat het schip JULIANA, kapt. De Groot, en VROUW TRIJNTJE, kapt. Dekker, hier verwacht worden, de eerste zal St. Thomas aandoen.
OHC 240918
Amsterdam, 22 september. Het schip JULIANA, kapt. G.J. de Groot, van Amsterdam te St. Thomas gearriveerd, lag den 28 juli aldaar gereed om deszelfs reis naar Curaçao voort te zetten, hetzelve was te St. Martin en te St. Eustatius reeds geweest, toen het te St. Thomas arriveerde.
1819
CCR 080519
Curaçao, Gouvernements Secretarie den 6de mei 1819.
Hierbij wordt kennis gegeven dat ter Gouvernements Secretarie een brievenzak zal worden opgemaakt om met het Nederlands schip JULIANA, kapt. G.J. de Groot, van hier naar Amsterdam verzonden te worden, en dat dezelve op woensdag den 12de dezer precies des ochtends om 7 uren zal gesloten worden.
RC 280819
Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoijman, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink, F. der Kinderen, A. van der Sluijs, H.J. Rietveld en G.W. Sesink Clee, makelaars, zullen, op maandag den 30 augustus 1819, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild tweedeks eiken Fregatschip, genaamd JULIANA, gevoerd door kaptein G.J. de Groot, lang 87 voet en 5 en 1 half duim, wijd 26 voet, hol 11 voet 3 duim, het verdek 5 voet 5 en 1 half duim, alles Amsterdamse maat; gemonteerd met deszelfs ijzeren gotelingen (opm: gietijzeren lichte kanonnen) en andere ammunitie van oorlog naar advenant (opm: verhouding); breder bij de inventaris. Zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop, en berigt bij de makelaars.
(opm: tijdens de veiling werd het fregat voor NLG 11.000 verkocht aan P.J.N. Vereul, Amsterdam; de nieuwe naam werd PAULINA en kapitein Jens Johannesen)
Op 8 oktober 1819 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de PAULINA, aangevraagd door Pierre Jean Nicolas Vereul, Amsterdam, voor Jens Johannesen als kapitein, met vermelding ‘schip verdoopt en andere kapt’.
Voor deze combinatie werd ook een Turkse Pas voor een reis naar Suriname verstrekt.
1820
SUC 110120
Paramaribo (geen datum). Binnengekomen het schip (opm: fregat) PAULINA, kapt Jens Johannesen, van Amsterdam.
SUC 140420
Paramaribo (geen datum). Uitgezeild het schip PAULINA, kapt Jens Johannesen, naar Amsterdam.
OHC 030620
Amsterdam, 1 juni. Den 31 mei is in Texel binnengekomen het schip PAULINA, kapt J. Johannesen van Suriname
Op 29 augustus 1820 werd een Turkse Pas voor een reis naar Suriname verstrekt voor de PAULINA, aangevraagd door Pierre Jean Nicolas Vereul, Amsterdam, voor Jens Johannesen als kapitein.
1821
SUC 170421
Paramaribo. Uitgezeild het schip (opm: fregat) PAULINA, kapt. J. Johanessen naar Amsterdam.
RC 160621
Amsterdam, 14 juni. Kapt. A. Hansen, voerende het schip AMICITIA, den 12 juni in Texel binnen van Surinamen, is den 12 april van daar vertrokken; dezelve berigt, dat voor hem gezeild is het schip (opm: pink) SIMONETTA MARIA, kapt. G.H. Ahlers; dat het fregat PAULINA, kapt. J. Johannesen, den 15 dito zou vertrekken, en gevolg worden door de schepen CONCORDIA, kapt. W. Groen, en MARIA, kapt. E.D. Dekker, allen naar Amsterdam.
OHC 190621
Amsterdam, 16 juni. Den 15de dezer zijn in Texel binnengekomen de schepen PAULINA, kapt. J. Johannesen; CONCORDIA, kapt. W. Groen; JOHANNA PHILIPPINA, kapitein W. de Boer en MARIA, kapt. E.D. Dekker van Suriname.
Op 7 september 1821 werd een Turkse Pas voor een reis naar Suriname verleend voor de PAULINA, aangevraagd door Pierre Jean Nicolas Vereul, Amsterdam, voor Jens Johannesen als kapitein.
Deze Turkse Pas werd op 28 september 1821 administratief afgehandeld wegen verandering van kapitein. Kapt. Jens Johannesen werd vervangen door Arie Janse Struik.
SUC 201121
Advertentie. (Paramaribo) Aangebracht door kapt. A.J. Struik per het schip (opm: fregat) PAULINA, en te bekomen bij den ondergetekende: boter, zoetemelkse en komijne kaas, ronde edammer kaas, kunstprenten in lijsten met glazen; voorts aardappelen, gezouten ossen en kalfsvlees, gerookt vlees, ossen tongen en saucijzen de Belogne, pekel worst in vaatjes en vele andere goederen meer.
Jan van Broek.
1822
Op 17 april 1822 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de PAULINA, aangevraagd door Pierre Jean Nicolas Vereul, Amsterdam, voor A.J. Struik als kapitein, met vermelding ‘stuurman voorheen genaamd Jens Johannesen’.
RC 170922
Amsterdam, 15 september. Volgens brief van Paramaribo, van den 25 juli, zouden, behalve de reeds als vertrokken opgegeven, den 31 juli van daar vertrekken de schepen l’AUGUSTE, kapt. J. Hulsen Jr; HARLINGEN, kapt. L.L. Buisman, en SOFIA MARIA (opm: fregat SOPHIA MARIA), kapt. G.L. Röperhoff, naar Amsterdam, en de HARMONIE kapt. F. Petersen, naar Middelburg;en 15 augustus de schepen de KOLONIST, L. Wildschut, en SPECULATION, Th. Pietersz, beide met suiker; PAULINA, H.J. Strijk (opm: fregat, kapt. Arie Janse Struik), de SURINAAMSCHE VRIEND, T.C. Claus en HUIS TE SPIJK, D.G. Doeksen, met koffij, allen naar Amsterdam, en de VROUW GERARDA, C. Schultz, met koffij naar Rotterdam.
RC 151022
Amsterdam, 13 oktober. Het schip de SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. T.C. Claus, in Texel binnen van Surinamen, is den 15 augustus van daar gezeild, tegelijk met de schepen SPECULATION, kapt. T. Pietersz, het HUIS TE SPIJK, kapt. D.G. Doeksen, en PAULINA (opm: fregat), kapt. A.J. Struik, en zou den 1 september gevolgd worden door het schip de KOLONIST, L. Wildschut, allen naar Amsterdam.
1823
RC 150323
Amsterdam, 13 maart. Kapt. A.J. Struik, voerende het schip (opm: fregat) PAULINE, van Amsterdam den 23 januari in goede staat te Suriname gearriveerd, heeft den 5 dito, op circa 28º30’ N.B. 19º W.L. van Greenwich, gepraaid het schip de WELVAART, kapt. C. Koert (opm: pink, kapt. Casparus Koert), van Amsterdam naar Berbice, aan welks boord alles wel was.
OHC 150523
Amsterdam, 13 mei. Den 12 mei is bij Texel binnengekomen het schip PAULINA, kapt. A.J. Struik van Suriname.
AC 231023
Texel, 21 oktober. Gisteren zijn uitgezeild de PAULINA (opm: fregat), kapt. A.J. Struik, CONCORDIA (opm: pink), kapt. W. Groen, ANNA MARIA (opm: brik), kapt. J.D. Haijnes, VEREENIGING (opm: fregat), kapt. W. de Boer, ARGYLE (opm: fregat), kapt. D. Spreeuw, SANDRINA CORNELIA (opm: brik), kapt. G.B. Vos, en WILLEM DE EERSTE (opm: fregat), kapt. J. Johannesen, alle zeven naar Suriname;
1824
AC 130224
Van den 30 november tot den 21 december 1823 zijn te Suriname aangekomen ARGYLE, kapt. D. Spreeuw; PAULINA, kapt. A.J. Struik; VEREENIGING, kapt. W. de Boer; GOEDE VERWACHTING, kapt. J.W. Bodeman; CONCORDIA, kapt. W. Groen; SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff; ELISABETH CORNELIA, kapt. P.H. Bos; WILHELMINA, kapt. W. Swart; WILLEM DE EERSTE, kapt. J. Johannesen; ANNA MARIA, kapt. J.D. Hanes; IPENRODE, kapt. A.F. Oosterloo; JUFVROUW AAGJE (opm: brik JUFFROUW AAGJE), kapt. K.H. Ruijl; MARIA, kapt. E.D. Dekker, en MARGARETHA JOHANNA, kapt. K. Jansen, alle van Amsterdam.
Op 31 maart 1824 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de PAULINA, aangevraagd door Pierre Jean Nicolas Vereul, Amsterdam, voor A.J. Struik als kapitein.
Voor deze combinatie werd op 31 maart en 14 oktober een Turkse Pas verstrekt.
OHC 140824
Arrivementen: Te Suriname den 8 juni PAULINA, kapt. A.J. Struik van Amsterdam.
1825
RC 150125
Amsterdam, 13 januari. Den 9 dezer lagen in het Nieuwe Diep de volgende schepen, welke gedeeltelijk sedert de maand september op gunstige wind wachtten, om naar zee te zeilen, als: JACOBA ELISABETH JOHANNA, kapt. G.B. Bos, JOANNES ARNOLDUS, kapt. P.J. Kerkhoven, DE VRIENDSCHAP, kapt. J.K. de Jong, HENRIETTE, kapt. J.E. Schneebeeke, DE JONGE WILLEM, kapt. G, van Medevoort, MARIA, kapt. E.D. Dekker, NOORD-HOLLAND, kapt. H.K. Ruijl, DE GRAAF BULOUW, kapt. R. Maalsteed, DE KOLONIST, kapt. L. Wildschut, DE VIER GEZUSTERS, kapt. J. van Dijk, DE VRIENDSCHAP, kapt. Jan Visser, ARGYLE, kapt. D. Spreeuw, DE GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman, ZORGVULDIGHEID, kapt. J. Hulsen, PAULINA, kapt. A.J. Struik, MARIA, kapt. F.H. Zeijlstra, SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, DE VROUW CORNELIA, kapt. D. Steenveld, GODEFRIDA, kapt. A. Hansen, ANNA MARIA, kapt. J.D. Haijnes, MARGARETHA JOHANNA, kapt. A.A. Herman, CONCORDIA, kapt. W. Groen, ANNA MARIA, kapt. R.T. Rinses, WILLEM DE EERSTE, kapt. J. Johannesen, HENRIETTE EN BETSY, kapt. J.E. de Boer, en SPECULATION, kapt. T. Pietersz, naar Suriname;
RC 250125
Amsterdam, 23 januari. Sedert onze laatste zijn van Texel uitgezeild: HENRIETTE, kapt. J.E. Schnebeeke, JONGE WILLEM, kapt. G. van Medevoort, MARIA, kapt. E.D. Dekker, NOORD-HOLLAND, kapt. H.K. Ruijl, GRAAF BULOW, kapt. R. Maalsteed, KOLONIST, kapt. L. Wildschut, VIER GEZUSTERS, kapt. H. Dijl (opm: pink, kapt. J. van Dijk), VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser, GOEDE VERWAGTING, kapt. J.B. Bodeman, ZORGVULDIGHEID, kapt. J. Hulsen, PAULINA, kapt. A.J. Struik, MARIA, kapt. F.H. Zijlstra, VROUW CORNELIA, kapt. D. Steenveld, GODEFRIDA, kapt. A. Hansen, ANNA MARIA, kapt. J.D. Haijnes, MARGARETA JOHANNA, kapt. A.A. Herman, ANNA MARIA, kapt. R.T. Rinses, WILLEM DE EERSTE, kapt. J. Johannesen, alle naar Suriname;
SUR 010325
Paramaribo. Binnengekomen het schip PAULINA, kapt. A.J. Struik van Amsterdam.
AC 040525
Texel, 2 mei. De wind Z en ZW. Binnengekomen THALIA, kapt. C. Brandligt, van Batavia; PAULINA, kapt. A.J. Struik, van Suriname; COLUMBUS, kapt. L.H. Henrichsen, van Havannah, ligt in quarantaine; ONDERNEMING, kapt. G.B. Flik, van Lissabon; FORTUNA, kapt. C. Pieters, van Drammen.
Op 10 mei 1825 werd een Turkse Pas verstrekt voor de PAULINA, aangevraagd door Pierre Jean Nicolas Vereul, Amsterdam, voor A.J. Struik als kapitein.
AC 240525
Texel, 21 mei. Uitgezeild: PAULINA, kapt. A.J. Struik, naar Suriname; JONGE ANNA, kapt. A.J. Dick, naar Bordeaux; NEERLANDSCH KROONPRINS, kapt. J.P. Jelsma, naar Londen.
AC 090625
Advertentie. Diep met mijne kinderen ter neder geslagen, door het ontvangen bericht, wegens het deerniswaardig einde van mijn hartelijk beminde echtgenoot, Jens Johannesen, in de ouderdom van 56 jaren en 8 maanden, kapitein op het koopvaardij-fregat-schip WILLEM DEN EERSTEN, bij gelegenheid van de ramp, welke tussen den 11 en 12 april j.l. deze bodem, voor de stad Paramaribo, colonie Suriname, trof; geve ik hiervan kennis aan vrienden en bekenden, mij van hunne deelneming overtuigd houdende. Bijaldien enige troost te midden onzer droefheid ingang bij ons konde vinden, zoude het voorzeker zijn de waarde, welke de reders van zijnen bodem steeds aan zijne hoedanigheden hebben gehecht, en de vererende nagedachtenis, welke zij de dierbare afgestorvene nog blijven toewijden.
Amsterdam, den 6 juni 1825, Maria van Leeuwen, wed. Jens Johannesen
AC 170825
Texel, 15 augustus. Kapitein R. Maalsteed rapporteert, dat den 3 juli te Suriname in goede welstand was gearriveerd, het schip PAULINA, kapt. A.J. Struik, van Amsterdam.
RC 200925
Rotterdam, 19 september. Volgens ontvangen berichten van Suriname zou den 31 juli van daar vertrekken de schepen MARGARETA JOHANNA, kapt. A.A. Herman, de DRIE GEBROEDERS, kapt. M. Oosterbaen, de DAGERAAD, kapt. R.C. Stada en PAULINA, kapt. A.J. Struik, naar Amsterdam,
RC 011025
Rotterdam, 30 september. Uittreksel uit de Lloyd’s lijst van den 27 september:
De PAULINA, kapt. Struijth (opm: kapt. A.J. Struik), van Suriname naar Amsterdam, is den 19 dezer, op 50 gr. breedte en 10 gr. lengte, masteloos gevonden en met de pompen onklaar, zijnde haar boten en twee matrozen overboord geslagen, door de AMETIA, kapt. Bulley, van Londen naar Cadix, en in Bantzij-Baaij (opm: Bantry Bay, nabij Cork) binnengebracht. (opm: het fregat bleef in de vaart, zie RC 240626)
1826
RC 240626
Advertentie. I. de Wit A.E.zn., N. van Santen, P.J. Alkens, C.A. de Wit, P. van Voorthuizen Sr., S. Bousquet en H. Vemer, makelaars, zullen op dinsdag den 27 juni 1826, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in den Brakken Grond, in de Nes, verkopen: Ene partij van 148 vaten Surinaamsch suiker, zoo gezond als beschadigd, nu eerst uit zee gekomen en gelost uit het schip PAULINA, kapitein A.J. Struik, gekomen van Suriname, laatst van Bantry, in lerland (opm: zie RC 011025), liggende als nader bij notitie zal worden aangewezen.
Op 10 oktober 1826 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de PAULINA, aangevraagd door Pierre Jean Nicolas Vereul, Amsterdam, voor A.J. Struik als kapitein.
Voor deze combinatie werd ook een Turkse Pas verstrekt.
AC 281026
Gepasseerde schepen door Alkmaar, langs het Groot Noord-Hollandsche Kanaal:
Den 19 oktober, PAULINA, kapt. A.J. Struik, van Amsterdam naar Suriname; TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein, van Amsterdam naar Bordeaux;
RC 021126
Amsterdam, 31 oktober. Het fregat PAULINA, kapt. A.J. Struik, van Amsterdam naar Suriname, is den 26 oktober, wegens tegenwind, doch in goede staat te Deal binnengelopen.
1827
Op 12 april en op 19 oktober 1827 werd een Turkse Pas verstrekt voor de PAULINA, aangevraagd door Pierre Jean Nicolas Vereul, Amsterdam, voor A.J. Struik als kapitein.
RC 200327
Amsterdam, 18 maart. Kapt. M. Spreeuw, in Texel binnen van Suriname, bericht dat den 1 februari van daar gezeild zijn de schepen DE MAASSTROOM, kapt. P.S. Schuil, naar Rotterdam en CATHARINA ANNA HELENA, wijlen kapt. F. Groen en DE KOLONIST, kapt. L. Wildschut, beiden naar Amsterdam, welke laatste door hem gepraaid is den 15 dito op 31 gr. 49 min. Noorderbreedte, 53 gr. 52 min. lengte West van Greenwich, zijnde toen aan boord alles wel.
Alsmede dat den 3 dito zouden volgen het schip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, en den 10 dito de schepen ANNA MARIA, kapt. J.D. Haijnes, PAULINA, kapt. A.J. Struik, SUSANNA MARIA, kapt. J.F. Spiegelberg, DE VROUW CORNELIA, kapt. D. Steenveld en GODEFRIDA, kapt. A. Hansen, allen naar Amsterdam.
OHC 030427
Amsterdam, 31 maart. Den 30 dezer is bij Texel binnengekomen A.J. Struik (opm: fregat PAULINA) van Suriname.
RC 210827
Amsterdam, 19 augustus. Volgens een brief van Paramaribo, van den 6 juli, zouden de schepen HESPERUS, kapt. P.S. Matsen en PAULINA, kapt. A.J. Struik, vóór of op de 15e juli naar Amsterdam vertrekken en kort daarna gevolgd worden door het schip PARAMARIBO, kapt. K. Spiegelberg, mede naar Amsterdam; de overige daar liggende schepen zouden met de 31e juli de terugreis aannemen.
RC 011227
Volgens brief van kapitein A.J. Struik, voerende het schip PAULINA, den 14 november uit Texel naar Suriname gezeild, is hij van den 17 tot den 19 dito, uit hoofde van tegenwind, voor Margate ten anker geweest, doch heeft als toen de reis met ene goede gelegenheid vervolgd.
1828
SUC 290228
Paramaribo. Uitgezeild het schip (opm: fregat) PAULINA, kapt. A.J. Struik naar Amsterdam.
OHC 120428
Amsterdam, 10 april. Den 9 dezer is bij Texel binnengekomen het schip PAULINA, kapt. A.J. Struik van Suriname.
Op 24 april 1828 werd een Turkse Pas verstrekt voor de PAULINA, aangevraagd door P.J.N. Vereul, Amsterdam, voor A.J. Struik als kapitein.
OHC 100528
Amsterdam, 8 mei. Den 7 mei zijn van Texel uitgezeild de schepen PAULINA, kapt A.J. Struik en de KOLONIST, kapt. L. Wildschut naar Suriname.
SUC 270628
Paramaribo. Binnengekomen het schip PAULINA, kapt. Struik van Amsterdam.
SUC 050828
Paramaribo. Den 31 juli uitgezeild het schip PAULINA, kapt. Struik naar Amsterdam.
PLDA 081028
Ramsgate, 2 oktober. Aangekomen PHOENIX (opm: brik), D.T. Visser en PAULINA (opm: fregat, kapt. A.J. Struik), van Suriname.
RC 071028
Amsterdam, 5 oktober. Kapt. A.J. Struik, voerende per procuratie het fregat PAULINA, de 31e juli van Suriname vertrokken en de 2e dezer des avonds te Texel binnen, meldt gedurende zijn lange thuisreis veel slecht weder en tussen de 1e en 2e september, op de lengte van 47 grad. en 6 min. van Greenwich een zware storm uitgestaan te hebben, waarin hij enige zeilen heeft verloren. Voor het overige was aan boord alles wel. (opm: kapt. Arie Jans Struik was op deze laatste rondreis van de PAULINA waarschijnlijk de mentor voor kapt. Jentje Jans Struik [een jongere broer?], die in Amsterdam op 25 april 1828 als kapitein de monsterrol had getekend, vandaar de toevoeging ‘per procuratie’; het in Amerika vóór 1815 gebouwde fregat moet na lossing zijn verkocht voor de sloop)
Op de monsterrol van Amsterdam d.d. 25 april 1828 staat de naam van kapitein Jentje Jans Struik ingevuld, die de laatste rondreis naar Suriname waarschijnlijk onder supervisie van kapt. Arie Janse Struik heeft gevaren, zie de toevoeging ‘per procuratie’ in RC 071028. De PAULINA, vóór 1815 in de Verenigde Staten gebouwd, heeft tijdens de laatste storm vermoedelijk meer schade aan casco en tuigage opgelopen dan bij binnenkomst in Texel zichtbaar was. Het schip moet na lossing zijn verkocht voor de sloop. Kapitein A.J. Struik kreeg van de rederij in maart 1829 het commando over de vervanger, het nieuwe fregat DE NEDERLANDEN.
AH 081028
Carga-lijsten. Amsterdam, 7 oktober. CORNELIA, kapt. W. Leeuwerik, van Batavia; PHOENIX, kapt. D.T. Visser, PAULINA, kapt. J.J. Struik en HERSTELLING, kapt. W. Landsaat Jr. en DE BEURS VAN AMSTERDAM, kapt. W.B. Bakker, van Suriname; POMONA, kapt. J. Haasnoot, van Lissabon.