ook geschreven als SNEIDERS/Schnyder
Familiegegevens en opleiding
L.H.Schnijder (sic), met vlagnummer 6, is overleden in 1826084.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.H.Sneiders (sic) werd met vlagnummer 6 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop. Datum van inschrijving, schip en de naam van degene die hem voorstelde, zijn niet genoemd. Toegevoegd is “overleden”002.
L.H.Schneider was effectieflid/oprichter en in 1825 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In het Amsterdamse Stadsarchief is in inventaris 5181/7150-1815-31 een bijlbrief dd Amsterdam 29 mei 1815 van de brik “Reigersdaal”.
-
de Graaf en Pieter Blauw, Mr. scheepstimmerlieden te Amsterdam op de werven Casiemirus en de Toren van Cordaan verklaren, dat dit brikschip op nieuw gebouwd is door Syme Pronk, Mr.scheepstimmerman van de werf Hollandia op Wittenburg te Amsterdam en verder door de ondergetekenden is afgetimmerd.
De aankoper was de heer Paleologo te Amsterdam.
Het Archief van de Waterschout011a bevat de volgende monsterrollen:
38-96 12 juni 1815, brik “Reijgersdaal”, kapitein Lodewig Hendrick Schneider, bestemming Havana, correspondent Paleologo, 18 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, timmerman, bootsman, kok, 7 matrozen, 3 ligtmatrozen, 2 kajuitwachters en een carga.
38-99 11 maart 1816, schip “Reygersdaal”, kapitein L.H.Schneider, bestemming St.Yhomas, correspondent Paleologo, 17 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, timmerman, kok, ondertimmerman, 6 matrozen, 5 ligtmatrozen en een kajuitwachter.
38-101 24 oktober 1816, brik “Reijgersdaal, kapitein L.H.Schneider, bestemming Middellandse zee en Smirna, correspondent Paleologo, 16 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, timmerman, kok, 6 matrozen, 4 ligtmattrozen hofmeester en een jongen.
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
6 1825 brik Susanna Alstorphuis & van Hemert
Bouma025 vermeldt L.H.Schneiders als gezagvoerder gedurende:
-
* 1815 t/m 1818 op de brik “Reigersdaal”, gebouwd in 1814, bouwplaats niet vermeld, 262 ton o.m., rederij niet vermeld.
Bouma025 en van Sluijs012 vermelden L.H.Schneider als gezagvoerder gedurende:
-
* 1818 t/m 1820 op het fregat “Henriette en “Betsy”, gebouwd aan de Oostzee, 650 ton o.m. ( 350 last), varend voor A.L.van Harpen & Zn te Amsterdam;
-
* 1822 t/m 1824 op het 3/m schip “Suzanna”, gebouwd in Amerika, bouwjaar niet vermeld, 336 ton o.m., varend voor Alstorphuis & van Hemert te Amsterdam. De kapitein is in 1824 overleden.
Overige bijzonderheden
Jan Willem van Schaik werd per 12 juli 1825 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als kajuitwachter geplaatst op de “Susanna”, onder gezag van kapitein Snijders voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij was weer terug op school op 01 september 1826004-532/1495.
Bossenbroek065 vermeldt dat op 29 september 1818 vanuit Texel een troepentransport naar Batavia zou zijn vertrokken onder ene kapitein Coersen. Maar Van Sluijs012 geeft de volgende informatie, ontleend aan de Amsterdamsche Courant van 29 september 1818: “Met troepen naar Batavia, Kapt. L.H.Schneider”.
Amsterdamsche Courant 28 juni 1822 onder de rubriek Scheepstijdingen
“Kapt. C.Hansen, voerende het Amerikaansche Schip Albion, van Samarang, den 23sten Junij in Texel binnen, heeft den 22sten Februarij Ballambuang, op de kust van Java, in de Straat Baly, aangedaan en aldaar vernomen, dat een Hollandsch Schip, genaamd Henriette en Betsy (waarschijnlijk dat van Kapt. L.H.Schneider, van Batavia naar Amesterdam) in de maand Januarij totaal verongelukt was, doch dat de Passagiers en equipage gered waren en de laatste naar Batavia teruggekeerd was.”
Vervolgens was er een bericht in de Amsterd. Crt van 11 juli 1820: “Het bericht van het verongelukken v/h schip is twijfelachtig. Het schip was in Straat Bali op een bank geraakt doch later weer vlot geraakt, en was 1 Febr. weer gereed om de reis te vervolgen.”. Tenslotte in de Amsterd. Crt.: “Texel 21 Nov. 1820: “gearriveerd van Batavia, kapt. L.H.Schneider.”.
Rotterdamsche Courant 12 november 1818114
Amsterdam, 10 november. Op 15 oktober is 12 mijlen west van Scilly Isles in goede staat gezien een groot schip, uit Holland naar de Oost-Indiën, blijkens deszelfs seinvlaq No. 42 de HENRIETTE EN BETZEY, kaptein L.H. Schneider, den 29 september uit Texel naar Batavia gezeild.
Rotterdamsche Courant 02 oktober 1819114
Londen, 28 september. Te Batavia den 10 mei aangekomen HENRIETTA EN HENSKEN, en den 30 dito HENRIETTA EN BETSEY, van Amsterdam, en den 14 dito CONCORDIA, van Antwerpen.
Rotterdamsche Courant 07 oktober 1819114
Amsterdam, 5 oktober. Den 9 juni lagen ter rede van Batavia de volgende schepen, als: de NIEUWE ZEELUST, kapt. P. Swart; BETSEY EN CAROLINA, kapt. C. Schröder; LOUISA MATHILDA, kapt. Klaas Stoffels; HENRIETTA ELISABETH, kapt. H.H. Christiaans, alle vier naar Japan; CORNELIA, kapt. … (opm: niet ingevuld); JOHANNA EN ELISABETH, kapt. P. Green, naar Sourabaija, om rijst te laden; WATERLOO, kapt. D. Hensken, met koffij, naar Amsterdam; de HOOP, kapt. M.D. Incke, zeilklaar, naar Dordrecht, en HENRIETTA EN BETSEY, kapt. L.H. Schneider.
Rotterdamsche Courant 28 december 1819114
Amsterdam, 26 december. In een brief van de Kaap-de-Goede-Hoop,
Den 18 dito was aangekomen het schip WATERLOO, kapt. D. Hensken, van Batavia naar Amsterdam; hetzelve had den 18 augustus Batavia verlaten, wanneer aldaar gereed lag het schip HENRIETTE EN BETSEIJ, kapt. L.H. Schneider, met troepen naar Palembang (opm: zie ook RC 080220); werwaards mede zou vertrekken het schip ELIZABETH, kapt. C. Pakes;
op deszelfs vertrek lagen de schepen JONANNA ELIZABETH, kapt. P. Green, naar Holland, en het schip DE ZEEUW, kapt. L. Wouters, van Middelburg naar Canton; …
Rotterdamsche Courant 20 januari 1820114
Amsterdam, 18 januari. Volgens brief van Batavia, van 20 augustus 1819, zou het schip (opm: pink) HENRIETTE EN BETSEIJ, kapt. L.H. Schneider, met troepen naar Palembang gedestineerd, de volgende dag derwaarts onder zeil gaan.
Rotterdamsche Courant 08 februari 1820114
Berigten van Batavia, van den 28 augustus 1819, melden het volgende:
Op verlangen van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Fredrik der Nederlanden is alhier gevestigd een Hoofd-Commissie voor de Maatschappij van Weldadigheid, waarvan het voorzitterschap is opgedragen aan de Heer Van Braam, terwijl de Predikant Roorda van Eisinga zich met het secretariaat heeft belast. Zodra het aantal leden zulks toelaat, zullen in de onderscheidene residentiën sub-commissiën worden benoemd.
Den 22 (opm: augustus 1819) is de expeditie, bestemd om de Sultan van Palembang, die zich verstout heeft de wapenen tegen de Nederlanders op te vatten, te tuchtigen, van de rede van Batavia onder zeil gegaan. Dezelve bestaat uit Zijner Majesteits schip van linie ADMIRAAL TROMP van 64 stukken, gecommandeerd door kapitein Nooi, en aan boord hebbende de Schout-bij-nacht Wolterbeek, aan welke het opperbevel over de expeditie is opgedragen, alsmede de Nederlandse Commissaris Muntinghe; Z.M. brik IRENE, kapitein Lucas, twee kanonneersloepen, en de transportschepen ADMIRAAL BUIJSKES, kapitein F.W. Coffin, ARINUS MARINUS, kapt. A. Langeveld, en HENRIETTE EN BETSEIJ, kapt. L.H. Schneider, met de nodige landingstroepen. Z.M. schip van oorlog NASSAU ligt ter rede van Batavia en Z.M. korvet VENUS voor Sourabaija. (opm: zie RC 060420)
Rotterdamsche Courant 10 februari 1820114
Amsterdam, 8 februari. Het schip HENRIETTA EN BETSEIJ, kapt. L.H. Schneider, met troepen van Batavia naar Palembang gedestineerd, is volgens brief van Batavia, den 5 oktober 1819, behouden te Banka aangekomen, en zou bij verandering van het watergetij de reis naar Palembang voortzetten.
Rotterdamsche Courant 29 juni 1820114
Amsterdam, 27 juni. Kapitein C. Hason, voerende het Amerikaas schip ALBION, van Samarang den 23 juni in Texel binnen, heeft den 22 februari Ballambouang, op de kust van Java, in de Straat Balij, aangedaan, en aldaar vernomen, dat een Hollands schip (opm: pink), genaamd HENRIETTE EN BETSEY (waarschijnlijk dat van kapt. L.H. Schneider, van Batavia naar Amsterdam), in de maand januari totaal verongelukt was, doch dat de passagiers en equipagie gered waren, en de laatste naar Batavia teruggekeerd was. (opm: zie RC 110720, 130720 en 180720)
Rotterdamsche Courant 11 juli 1820114
Amsterdam, 9 juli. Aangaande het schip HENRIETTE EN BETSEY, kapt. L.H. Schneider, van Batavia naar Amsterdam, meldt men in een brief van Batavia, van den 15 februari, dat hetzelve den 21 januari de rede van Batavia verlaten hebbende, met voornemen, om, uit hoofde van tegenwinden, toen in de Straat Sunda waaijende, Straat Balij te passeren, den 26 dito te Banjoewangi (opm: Banyuwangi) in goede staat aangekomen en sedert door stilte, donker weer en tegenstroom, op een bank geraakt, doch spoedig weder vlot geworden was, na het lossen van een gedeelte der lading, hetwelk volgens brief van de kapitein, in dato den 1 februari, weder ingenomen was, liggende het schip toen gereed om de reis te vervolgen. Het rapport aangaande het verongelukken van het gezegde schip (in een onzer medegedeeld wordt derhalve twijfelachtig.
In dezelfde brief van Batavia wordt nog gemeld, dat een Engelse kapitein, aldaar van Port-Jackson gearriveerd, onder de wal van Java gepraaid had het Nederlands schip (opm: fregat) AURORA, kapt. H.C. Nannings, van Rotterdam naar Batavia gedestineerd.
Rotterdamsche Courant 13 juli 1820114
Amsterdam, 11 juli. Aangaande het schip HENRIETTE EN BETSEY, kapt. L.H. Schneider, van Batavia naar Amsterdam, (zie de laatst voorgaande) wordt door kapitein Brijant (voerende het Amerikaas schip JACKSON, van Semarang te Antwerpen gearriveerd) gerapporteerd, dat hetzelve, na 24 uren op een koraalbank gezeten te hebben, weder vlot geworden en naar de Kaap de Goede Hoop gezeild was, alsmede dat de passagiers, welke 5 à 6 dagen bij de Resident van het fort Utrecht vertoefd hadden, zich, op bekomen verzekering dat het schip deszelfs reis konde vervorderen, weder aan boord hadden begeven.
Rotterdamsche Courant 18 juli 1820114
Londen, 11 juli. Het schip de HENRIETTA EN BETSEIJ (HENRIETTE EN BETSEY), Schneider, van Batavia naar Amsterdam, is den 12 maart te Mauritius binnengelopen, om te repareren.
Rotterdamsche Courant 19 augustus 1820114
Amsterdam, 17 augustus. Kapt. L.H. Schneider, voerende het schip (opm: pink) HENRIETTE EN BETSEIJ, van Batavia naar Amsterdam, te Mauritius binnengelopen, meldt van daar, in dato 20 maart, dat hij, van de bank voor Banjouwangie (opm: Banyuwangi), na het lossen van enige goederen, afgeraakt zijnde, en geen merkbare gebreken aan het schip, dat redelijk digt was, ontdekt hebbende, zijn reis had voortgezet; doch den 26 februari door een zware storm belopen zijnde, was het water bij de pompen aanmerkelijk vermeerderd, hetwelk hem verpligt had te Mauritius binnen te lopen om te lossen en te repareren, waarmede hij bezig was, en waren als toen slechts 100 balen koffij beschadigd gelost; hij hoopte in het laatst van april of begin van mei de reis te zullen kunnen vervorderen.
Rotterdamsche Courant 28 december 1820114
Amsterdam, 26 december. Kapt. L.H. Schneider, voerende het schip HENRIETTE EN BETSEIJ, van Batavia naar Amsterdam, was uit het Nieuwe Diep opwaarts gezeild, doch heden, met verlies van anker en touw en twee sloepen, terug gekomen.
Rotterdamsche Courant 16 juli 1822114
Amsterdam, 14 juli. Het schip SUSANNA, kapt. L. Schneider, van Amsterdam naar Batavia, is den 18 juni gepraaid op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point); aan boord was alles wel.
Familiegegevens en opleiding
J.H.Backer was getrouwd met Margaretha Bender, geboren op 10 september 1794. Zij overleed op 02 april 1870.118
Jan overleed in 1835.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.H.Backer wordt met nr. 35 als effectief lid van Zeemanshoop ingeschreven. Datum van inschrijving, naam van de voordrager en naam van het schip ontbreken002.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1836 staat een lijst van kapiteins die zijn overleden of die hebben bedankt voor het lidmaatschap. Jaartallen van overlijden of bedanken zijn niet vermeld. Overleden is J.H.Backer042.
In de Algemene ledenvergadering van het College Zeemanshoop te Amsterdam van 29 november 1822 werd J.H.Bakker (sic) aangenomen als effectief lid op voorspraak van kapitein Brandligt. Tevens is in de notulen vermeld: “varend op de Braziel”. Er wordt geen vlagnummer opgegeven023.
J.H.Bakker was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1822 t/m 1835 met vlagnummer 35.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 augustus 1826 staat vermeld dat kapitein J.H.Backer is gemachtigd om te Smirna buitenlandse honoraire leden te benoemen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 juli 1830 wordt geconstateerd dat kapitein J.H.Bakker, onlangs teruggekeerd van de Levant met de Reigersdaal nog steeds geen afdracht van hem en zijn equipage na de afmonstering heeft voldaan. Het bestuur stelt dat kapitein Bakker binnen 8 dagen moet betalen anders zal hij van zijn lidmaatschap worden ontslagen.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 september 1830 wordt een brief gemeld van kapitein J.H.Bakker waarin hij vraagt het besluit inzake zijn lidmaatschap in te trekken “vermits hij alsdan voornemens was de achterstallige stortingen zoo van zichzelven als van zijn manschappen aan te zuiveren.”. Met grote meederheid besluit het Bestuur het verzoek af te wijzen.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 maart 1835 staat een bericht van Marg. Bender, de weduwe van kapitein J.H.Backer, “berigtende het overlijden van haren man en verzoekende regt op uitkeering voor haar en 4 kinderen. “ Deze aanvraag wordt goedgekeurd in de Bestuursvergadering dd 23 april 1835 voor haar en haar 3 kinderen in gaande 01 mei 1835.042.
In de Algemene Vergadering van 31 augustus 1830 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop wordt melding gemaakt van een schrijven aan kapitein Jan Hendrik Bakker, voerende de brik Reigersdaal, die “… reeds in April j.l. afgemonsterd hebbende, in gebreken is gebleven om de stortingen zoo van hem zelven als die van zijne manschappen te voldoen”. Het Bestuur heeft hem schriftelijk gemaand, maar zonder resultaat. Het Bestuur concludeerde dat: “… ingevolge art. 30 van het Reglement op het Weldadig Zeemansfonds moet geacht worden voor zijn Lidmaatschap bedankt te hebben”.023.
In de Algemene Vergadering van 12 mei 1835 van Zeemanshoop wordt de aanvraag tot ondersteuning behandeld en goedgekeurd van mevr. M.Bender, weduwe van kapitein J.H.Backer023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
35 1825-1829 brik Reigersdaal S.Paleologo
1830 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.H.Backer als gezagvoerder gedurende:
1819 t/m 1830 op de brik “Reigersdaal”, gebouwd in 1814, bouwplaats niet vermeld, 262 ton o.m., varend voor S.Paleologo te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout te Amsterdam011a zijn monsterrollen op naam van van Jan Hendrik Bakker als gezagvoerder van de “Vrouw Elberdina” dd 07 maart 1815, 09 maart 1816; 23 september 1818; 08 april 1819; 18 maart 1820, 10 november 1820 en 03 oktober 1821.
Op 12 mei 1834 staat hij genoteerd als gezagvoerder van de “Concordia”.
In het Archief van de Waterschout te Amsterdam011a zijn monsterrollen op naam van van Jan Harmen Bakker als gezagvoerder van de “Reigersdaal” dd.08 april 1819, 19 juli 1820; 06 september 1821; 04 juli 1823; 03 augustus 1824; 22 juli 1825; 31 augustus 1826 en 15 september 1827.
In het Archief van de Waterschout te Amsterdam011a zijn monsterrollen op naam van van Jan Harmen Bakker. Het lijkt er op dat er opgaven van Jan Hendrik Backer en Jan Harmen Bakker door elkaar lopen.
Op 20 augustus 1832 was Jan Harmen gezagvoerder op de “Concordia”
Het lijkt er op dat er opgaven van Jan Hendrik Backer en Jan Harmen Bakker door elkaar lopen.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 24 december 1818114
Amsterdam, 22 december. Te Rye is wegen contrariewind binnengelopen het schip ELBERDINA, kaptein J.H. Bakker, van Rouaan (opm: Rouen) naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 02 oktober 1819114
Amsterdam, 30 september. Den 22 sept is te Travemünde wegens contrariewind binnengelopen het schip de VROUW ELBERDINA, kapt. J.H. Bakker, van Amsterdam naar de Oostzee.
Rotterdamsche Courant 01 februari 1821114
Amsterdam, 30 januari. Te Surinamen zijn gearriveerd J. Johannesen, M. Meijer en P.C. Staghouwer van Amsterdam, de laatste in 31 dagen; te Berbice S. Kraaij van Amsterdam; te Smirna (opm: Izmir) J.H. Backer van Amsterdam, laatst van Genua en Livorno; te Marseille J. Paulsen, te Kadix (opm: Cadiz) J.C. Jansen, en te Lissabon W. Leeuwrik van Amsterdam; dezelve meldt in dato 6 januari dat hij op zijne reis met vele en zware stormen heeft moeten worstelen; doch was het schip en zo dacht hij ook de lading in goede staat; op de rivier van Nantes A.R. de Groot van Rotterdam.
Rotterdamsche Courant 30 juni 1821114
Amsterdam, 28 juni. Het schip REIGERSDAAL, kapt. J.H. Backer, van Smirna (opm: Izmir) naar Amsterdam, is den 3 juni Gibraltar binnengelopen, en, na zich van provisie en benodigdheden voorzien te hebben, den 6 dito weder van daar vertrokken. Gemelde kapitein heeft den 9 mei ontmoet het schip la VIERGE MARIE, kapt. J. de Meire, van Ostende.
Rotterdamsche Courant 27 augsutus 1822114
Amsterdam, 25 augustus. Kapt. J.H. Backer, voerende het schip (opm: brik) REIGERSDAAL, van Rio-Janeiro naar Amsterdam, te Rio-Janeiro met schade terug gekomen, meldt van daar den 1 juni, dat hij, zijn lading gelost hebbende, met de reparatie van zijn schip bezig was, en, zo hij dacht, over zes weken tot het hervatten zijn reis gereed zou zijn.
Familiegegevens en opleiding
Jacob Oelsen werd geboren te Kopenhagen op 08 mei 1765.
Hij huwde met Lolina Rimts, geboren te Schiermonnikoog op 13 april 1777 en overleden op 26 september 1814 (dus in het kraambed). Het echtpaar had 2 kinderen: dochter op 15 oktober 1812; dochter op 25 september 1814.
Jaccpb overleed in 1835.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Oelsen werd met vlagnummer 098 effectief lid van Zeemanshoop per 25 januari 1825 op voorspraak van L.H.Schneider. Geen schip vermeld. Toegevoegd is “overleden”002.
In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 18/25 januari 1825 werd Jb.Oelsen voorgedragen/benoemd als effectief lid. Hij was toen 59 jaar, “wonende aan boord of Schiermonnikoog” met als adres aan boord aan de werf de Oranjeboom op het Bikkerseiland te Amsterdam, werd voorgedragen door kapitein L.H.Schneider en kreeg vlagnummer 98023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 28 januari 1826003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 mei 1826 doet kapitein J.Oelsen het voorstel “om bij wijze van wet of als verzoek, de Heeren Honoraire Leden, Reeders of boekhouders van Scheepen te verpligten of uittenodigen bij aanstelling van Kapiteins op hunnen scheepen de voorkeur te geven aan Effectieve Leden buiten activiteit.” Het Bestuur gaat niet mee in dit voorstel, maar bedankt kapitein Oelsen “voor zijne in deze weder betoonde goedegezindheid tot bloei & luister van het Kollegie.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 juli 1826 staat een verzoek van kapitein J.Oelsen om zijn effectief lidmaatschap te mogen behouden “indien hij als Carga naar Havana onder Deensche vlag mogt vertrekken. Het Bestuur geeft toestemming als hij zijn verschuldigde contributie maar betaald. Hij mag echter niet als kapitein of in een andere scheepsbetrekking gaan varen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 oktober 1829 staat een verzoek om onderstand van J.Oelsen vanwege “zijne zorgelijke toestand”.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 november 1829 werd door het Bestuur een onderstand van f 32,- per maand toegekend aan kapitein J.Oelsen. In de notulen van 28 januari 1830 staat een brief van kapitein J.Oelsen “van zijne herstelling kennis gevende doch wegens gebrek aan plaatsing nog eenige voortdurende onderstand verzoekende.” Hem wordt voor nog eens 3 maanden een ondersteuning van f 32, per maand toegekend. In de notulen dd 03 mei 1830 verzoekt J.Oelsen om continuering van onderstand “waarbij hij tevens de wensch voegt dat alleen bij het Bestuur blijve” (kennelijk wil hij geen algemene ruchtbaarheid via mededeling in de Algemene Vergadering van Zeemanshoop.) Het Bestuur geeft hem nog een maand extra. In de notulen dd 27 mei 1830 staat een brief van kapitein J.Oelsen “waarin hij te kennen geeft dat hij nog zeer verlangt de hem toegelegde gelden te ontvangen.”. In de notulen dd 29 juli 1830 vraagt kapitein Oelsen of hij de verschuldigde contributie mag uitstellen tot nà zijn reis, hetgeen door het Bestuur wordt toegestaan.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 17 mei 1832 is sprake van: “Twee brieven van kapitein Jacob Oelsen 5 & 10 Mei wegens onaangenaamheden met kapitn C.Brandligt over het niet hijsen van de vlag op zijn schip.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 februari 1835 staat een aanvrage van kapitein J.Oelsen om onderstand. In de notulen dd 26 maart 1835 “wordt aan Kapt. Oelsen … regt toegestaan in de 1e Klasse en daar en boven uit hoofde zijner omstandigheden aan Kapt Oelsen, eene Gratificatie van f 50,- toegestaan. 042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1836 staat een lijst van kapiteins die zijn overleden of die hebben bedankt voor het lidmaatschap. Jaartallen van overlijden of bedanken zijn niet vermeld. Overleden is J.Oelsen042.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
98 1825 schoner De Vier Gebroeders L.Frerichsen
1826-1829 geen vermelding van schip en boekhouder
1830-1831 brik Hesperus geen opgave
1832-1833 brik Hesperus C.L.Engelberts
1834-1835 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.Oelsen als gezagvoerder gedurende:
* 1815 t/m 1816 van de smak “Vrouw Lollina”, gebouwd in 1802, bouwplaats niet vermeld, 84 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar;
* 1826 van de 2/msch “Vier Gebroeders”, gebouwd in 1814, bouwplaats niet vermeld, 120 ton o.m., varend voor L.Frerichsen, geen thuishaven genoemd;
* 1831 t/m 1834 van de brik “Hesperus”, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld, 100 ton o.m., varend voor C.L.Engelberts te Amsterdam.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Jacob Oelsson op de:
“Vrouw Lollina”, dd 10 maart 1802; 05 april 1804 (Oldenburger vlag); 22 juli 1805 (Oldenburger vlag); 16 juli 1806 (Oldenburger vlag); 13 juli 1807 (Oldenburger vlag); 30 juni 1809 (Oldenburger vlag); 30 juni 1814; 31 mei 1815 en 13 september 1815;
“Ecoenomie”, dd 16 juni 1818;
“Vier Gebroeders”, dd 21 juli 1820; 08 juni 1821; 01 mei 1822; 27 mei 1823; 25 juni 1824 en 01 juni 1825;
“Hesperus”, dd 06 juli 1830; 03 juni 1831 en 21 juli 1832.
Krantenberichten
Rotterdamsche Courant 13 oktober 1818114
Amsterdam, 11 oktober. Kaptein W. Ward, den 25 augustus van Rotterdam te Boston (opm: Mass.) gearriveerd, heeft den 29 juli, op 46 en 1 halve graad breedte, 19 en 1 halve graad lengte, gepraaid de brik HESPER, kaptein J. Stevens Junior, hebbende 16 dagen reis, van Amsterdam naar Newburyport (opm: Mass.), en den 30 dito op 47 gr. breedte, 22 gr. lengte, het Hollands schip OECONOMIE, kaptein J. Oelsen, met passagiers, van Amsterdam naar Philadelphia.
Rotterdamsche Courant 02 maart 1820114
Advertentie. J. Tentije, J. van Ouwerkerk de Vries, J.E. Lublink en A. van der Sluijs, makelaars, zullen, op maandag den 13 maart 1820, des avonds te 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Pinkschip, genaamd OECONOMIE, gevoerd door kapt. J. Oelsen, lang 101 en 1 half voet, wijd 27 voet, hol 10 voet, het verdek hoog 6 voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris. Zijnde dit schip inmiddels uit de hand te koop. Berigt bij de makelaars.
Rotterdamsche Courant 28 september 1820114
Amsterdam, 26 september. Een Hollandse schooner, genaamd de VIER GEBROEDERS, van Amsterdam naar Havana (denkelijk kapt. J. Oelsen, den 11 augustus uit Texel gezeild), voerende een seinvlag met L.F, is den 3 september, op 43 gr N.B. en 14 gr W.L. in goede staat gepraaid door kapt. N. Bang, voerende het schip LIJKKENSPROVE, van Messina, den 19 dito in Texel binnen.
Rotterdamsche Courant 05 februari 1822114
Amsterdam, 3 februari. Kapt. J. Oelsen, van Havana te Amsterdam gearriveerd, heeft den 18 januari in de Hoofden (opm: Nauw van Calais) in goede staat zien zeilen, doch niet kunnen praaien, een driemastschip, naar het hem toescheen de VRIJHEID, kapt. R.T. Rinses, van Amsterdam naar Surinamen.
Datum vanaf: |
1827 |
Kapitein: |
Oelsen, Jacob |
Overige informatie: |
november 1827 – december 1828 als vervanger van J. Harm Backer |
Familiegegevens en opleiding
Geen.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.H.Bakker werd met nr. 353 effectief lid van Zeemanshoop op 07 augustus 1832 op voordracht van C.Brandligt. Geen opgave van schip002.
In de Algemene Vergaderingen van 31 juli/07 augustus 1832 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop wordt tot effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Harm Backer, 39 jaar, voerende het schip Concordia, wonende op de Brouwersgracht bij de Kleine Vischmarkt nr. 11 te Amsterdam, op voordracht van C.Brandligt. Hij krijgt vlagnummer 353023.
J.H.Bakker was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1832 t/m 1835 met vlagnummer 353.
J.H.Bac(k)ker wordt vermeld als lid van het zeemanscollege “De Blauwe Vlag te Amsterdam in 1827 t/m 1830 met nummer 88 en in 1832 t/m 1834 met nummer 26008.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Scheepvaart001:
vlagnumme jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
353 1832-1834 fregat Concordia J.ter Wal
1835 geen opgave van schip en boekhouder
Wellicht heeft Backer-035 opgezegd in 1831 en zich weer met 353 aangemeld in 1832. Van den Hoek Ostende vermeldt nr.353 als Bakker.
Bouma025 vermeldt J.H.Backer als gezagvoerder gedurende:
* 1833 t/m 1835 op de 3/m pink “Concordia”, gebouwd in 1813 te Amsterdam, 300 ton o.m., varend voor J.ter Wal te Amsterdam(?)
In het Archief van de Waterschout te Amsterdam011a zijn monsterrollen op naam van van Jan H. Bakker als gezagvoerder van de
“Margaretha”, dd 10 september 1808 (vlag Hanover); 11 november 1808 (vlag Hanover); 06 mei 1809 (vlag Hanover);
“Vrouw Elberdina” dd 07 maart 1815, 09 maart 1816; 23 september 1818; 08 april 1819; 18 maart 1820, 10 november 1820 en 03 oktober 1821
“Reigersdaal” dd.08 april 1819, 19 juli 1820; 06 september 1821; 04 juli 1823; 03 augustus 1824; 22 juli 1825; 31 augustus 1826 en 15 september 1827.
Op 20 augustus 1832 was Jan Harmen gezagvoerder op de “Concordia”
Op 12 mei 1834 staat hij genoteerd als gezagvoerder van de “Concordia”.
Het lijkt er op dat er opgaven van Jan Hendrik Backer en Jan Harmen Bakker door elkaar lopen.
Overige bijzonderheden
“De Vrienden” aan de noordkust van Java057:
24 november 1834 “... komende uit het noorden passeerde ons het schip Concordia Capt J.H.Bakker Gedestineerd Naar Amsterdam verzonden brieven met dezelve ...”
Monsterrol dd. 12 mei 1834 van het fregat “Concordia” onder gezag van Jan Hendrik Bakker en met 19 manschappen. Bestemming Batavia. Boekhouder E.P.Jurriaans011.
Rotterdamsche Courant 01 juni 1815
Amsterdam, 30 mei. Op 16 mei is, na gissing, 3 mijlen z.z.w. van het eiland Juist, gezonken het schip de VROUW JOHANNA, kapt. J.H. Bakker, met een lading lijnkoeken, van Tonningen naar Amsterdam, laatst van Hormerzijl.
Rotterdamsche Courant 28 juni 1821114
Amsterdam, 26 juni. In Terschelling zijn binnengekomen J.G. Bart van Petersburg, J.H. Bakker van Riga, L. Duin (wijlen A.B. Ekkel) (opm: kofschip VROUW ELISABETH) van Osterrisoer en J.N. Warrer van Ringkiöbing.
Kapt. K.J. Musch, den 22 juni in Texel binnen van Malaga, is den 24 dito uit de quarantaine ontslagen.
Rotterdamsche Courant 17 juli 1821114
Amsterdam 14 juli. Kapt. J.H. Bakker, van Smirna (opm: Izmir), is den 13 laatstleden uit de quarantaine ontslagen; dezelve rapporteert den 21 juni laatstleden gezien te hebben (volgens nommervlag), op 43º23’ N.B, C.W. Reijnbende, van Rotterdam naar Surinamen; zeilende met N.O. wind en stijve koelte.
Provinciale Groninger Courant 20 december 1822114
Advertentie. In de maand januari aanstaande, tijd en plaats nader te bepalen, zal publiek ter verkoop gepresenteerd worden: een Smakschip, genaamd EGBERDINA (opm: VROUW EGBERDINA), bevaren geweest door J.H. Bakker, groot ongeveer 40 rogge-lasten, met zeil, treil, ankers en touwen, zo als hetzelve is liggende in de Pekel-A, alwaar het in den jare 1817 is uitgehaald. Iemand intussen genegen zijnde hetzelve uit de hand te kopen, adressere zich bij de heren H.H. Nap te Groningen of P.R. Brons te Pekela.
Niet zeker of deze advertenties op de juiste plek staat.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Jansen als gezagvoerder gedurende:
* 1831 t/m 1834 van de brik “Reigersdaal”, gebouwd in 1814, bouwplaats niet vermeld, 262 ton, rederij niet vermeld, maar wellicht S.Paleologo te Amsterdam. Het schip werd in 1834 verkocht;
* 1855 t/m 1858 van het 3/m schip “Elisabeth Antonia”, gebouwd in 1837 te Dordrecht, 862 ton o.m., varend voor J.J.Granpré Molière & A.W.ten Cate. Het schip werd in 1859 gesloopt;
* 1864 t/m 1868 van het fregat “Eendragt”, gebouwd in 1837 te Schiedam, 793 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam. Het schip is in 1868 gezonken op de kust van Guinea, alwaar het dienst deed als depotschip.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1830 |
Kapitein: |
Jansen, J. |
Overige informatie: |
1830-06-22 |
|