Datum vanaf: |
1817 |
Kapitein: |
Wendt, Joachim Christopher |
Overige informatie: |
< 1818 NEU VORPOMMERN |
Familiegegevens en opleiding
Jan Palm werd geboren te Rotterdam c.1780 als zoon van Pieter Palm en Catharina Putters.
Hij was gehuwd met Elizabeth Judemans.
Hij overleed te Rotterdam op 23 januari 1829 aan de Oostsingel nr.64.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jan Palm was met vlagnummer R60 in de periode 1819 - <1826 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Palm als gezagvoerder gedurende:
* 1816 t/m 1822 op het 3/m schip “Wilhelmina”, gebouwd aan de Oostzee in 1820, 388 ton o.m., rederij en thuishaven niet vermeld. Volgens het Archief van de Waterschout011 betreft het hier Jan Palm.
Verhoeff, april 2005 meldt als bouwjaar 1818 en als tonnage 589. Toch moet er een onjuistheid in de opgaven zitten, want in 1816 was het schip nog niet gebouwd.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Jan Palm op de:
“Drie Gebroeders”, dd 12 oktober 1771; 13 oktober 1775;
“Goede Verwagting”, dd 26 april 1785;
“Vrouw Johanna”, dd 03 maart 1815;
“Wilhelmina”, dd 27 maart 1816 en 12 augustus 1818.
Overige bijzonderheden
Pieter Rolff werd vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart per 13 augustus 1818 als kajuitwachter geplaatst op de “Wilhelmina” onder kapitein Palm voor een reis naar Batavia. Hij keerde op school terug per 28 november 1819004/531-1273.
J.Palm verzorgde per 06 april 1827 vanuit Hellevoetsluis met de “Wilhelmina” een troepentransport van 4 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 05 augustus 1827 na 121 dagen. Onderweg was 1 militair overleden.
Op 14 mei 1828 voer hij wederom vanuit Hellevoetsluis met de “Wilhelmina” uit met 1 officier en 150 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 01 november 1828 na 171 dagen. Ook nu was onderweg 1 militair overleden065.
Rotterdamsche Courant 15 februari 1816
Advertentie. Nicolaus Montauban van Swyndregt, Hubertus Montauban van Swyndregt en Frederik van Dam, makelaars binnen Rotterdam, als lasthebbende van hunne principalen, en geauthoriseerd door de Rechtbank van Koophandel, zitting houdenden binnen deze stad Rotterdam, zijn van mening, op maandag den 4 maart 1816, des middags ten 1 uur, in het Badhuis, onder de Boompjes, in het openbaar te veilen en te verkopen: een welbezeild Kofschip genaamd de VROUW JOHANNA, gevoerd geweest bij kapt. Jan van der Palm, lang over steven 98 voeten, wijd binnen de huid 20 voeten 5 duimen, hol, in het ruim bij de voorkant van het luik onder de balk, 11 voeten, alles Amsterdamse maat, met deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere scheeps-gereedschappen, zoals hetzelve thans is liggende in de Leuvehaven, aan de westzijde, voor het huis van den heer F. Browne. Nader onderrigting bij bovengemelde makelaars.
Rotterdamsche Corant 05 oktober 1819114
Bataviasche Berigten, van den 1 mei tot den 5 juni.
Den 9 mei is van Batavia vertrokken het schip JOHANNA MARIA, Jonker, naar Middelburg; den 14 dito HERO, Poppin, naar Antwerpen; den 24 dito FLORA, Tieman, naar Amsterdam; den 28 dito WILHELMINA, Palm, naar Rotterdam
Rotterdamsche Courant 02 november 1819114
Rotterdam, 1 november. Van Helvoetsluis wordt van den 1 dezer gemeld: Kapitein (opm: van het Rotterdammer driemastschip WILHELMINA) J. Palm, die op den 27 passato van Batavia alhier is binnengekomen, rapporteert, dat hij den 30 mei, ten anker liggende op de hoek van Onton Java (opm: Untong Djawa), omtrent de eilanden Middelburg en Amsterdam (opm: in de aanloop naar Tanjung. Priok), heeft zien passeren een Hollands pinkschip, met de nummervlag No. 42. (opm: naam van kapitein en schip konden niet worden gelocaliseerd)
Rotterdamsche Courant 07 april 1821114
Rotterdam, 6 april. Te Batavia zijn gearriveerd den 30 oktober 1820 A. Schott (opm: fregat JAVA) van Rotterdam, laatst van de Saldanha-baai; den 2 november W. Schipman en den 7 dito A. Willems van Antwerpen en S. Cook van Amsterdam, laatst van Londen.
Den 3 november is van daar vertrokken het Amerikasche schip CATHARINE, J. Endicott, naar Amsterdam; den 22 oktober van Sourabaija het schip WILHELMINA, J. Palm, naar Rotterdam en den 5 november het Engelse schip BRITANNIA, T. Sharpe, naar Antwerpen.
De Straat Sunda is den 6 oktober ingezeild het schip CONCORDIA, Auke Willems, van Antwerpen naar Batavia.
Rotterdamsche Courant 14 februari 1822114
Amsterdam, 12 februari. Het schip MARGARETH, kapt. W. Simpson, van Batavia naar Antwerpen, is op de hoogte van Anjer zwaar lek geworden en den 24 oktober te Batavia terug gekomen.
Te Batavia is den 15 oktober 1821 gearriveerd C. Neurenberg van Antwerpen; dern 23 dito J. Palm van Sourabaija; te Gibraltar J. Brugge, van Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 16 maart 1822114
Rotterdam, 15 maart. ….
….Van Batavia is vertrokken den 11 november het schip WILHELMINA, J. Palm, en den 17 november JAVA PACKET, J. Rabe, naar Rotterdam.
Rotterdamsche Courant 25 april 1822114
Rotterdam, 24 april. Volgens particuliere berigten van Batavia, tot den 14 december 1821, was aldaar den 11 dito gearriveerd het schip (opm: fregat) BARONESSE VAN DER CAPELLEN, kapt. F.F. Cambernon, van Antwerpen, en den 14 het schip BORNEO, kapt. Ross, van Londen.
Voorts is den 31 januari aan de Kaap gearriveerd het schip (opm: fregat) WILHELMINA, kapt. J. Palm, van Batavia naar Rotterdam.
Rotterdamsche Courant 25 mei 1822114
Rotterdam, 24 mei. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 21 mei:
Op de hoogte van Plymouth bevonden zich den 19 dezer het schip ANNA MARIA, Haijnes, van Amsterdam naar Surinamen, en een Hollandse brik met de nommervlag 177, van Surinamen naar Amsterdam; de laatste in 43 dagen. (opm: in die dagen bestonden er vier zeemanscolleges, elk met een eigen vlag; hier wordt geen vlag genoemd, zodat de kapitein en het schip niet kunnen worden geïdentificeerd)
Den 20 februari is van de Kaap de Goede Hoop vertrokken het schip (opm: fregat) WILHELMINA, J. Palm, van Batavia naar Rotterdam.
Rotterdamsche Courant 01 juni 1822114
Rotterdam, …..
Den 31 arriveerden de JONGE GIJSBRECHT PAULUS EN ADRIANA (opm: galjas), M.D. Meijer van Liverpool, en WILHELMINA, J. Palm, van Batavia.
Een bericht uit de Javasche Courant van 1830 waaruit blijkt, dat kapt. Jan Palm van de WILHELMINA tussen 30 oktober 1828 (dag van aankomst van zijn schip WILHELMINA van Hellevoetsluis te Batavia) en 4 december 1828 (datum advertentie Weeskamer te Batavia) daar is overleden.
Datum vanaf: |
1818 |
Kapitein: |
Palm, Jan |
Overige informatie: |
1818 - 1822 WILHELMINA |
Familiegegevens en opleiding
Willem Thomasz Verloop werd gedoopt te Katwijk op 23 september 1781 als zoon van Thomas Cornelisz Verloop en Agatha Dirksd. Plokker. Hij trouwde te Katwijk met Annetje van der Bent uit Overschie en daarna met Arendje van Duijn (jaartallen niet vermeld).
De kadastrale legger van Katwijk uit 1826 vermeldt hem als koopvaardij-kapitein. Het Notarieel Archief in Katwijk uit 1828 noemt hem kapitein ter zee en in 1836 kapitein ter koopvaardij054-182.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
(Ene) W. Verloop was met vlagnummer R80 in de periode 1826 t/m 1841 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Uit de periode 1820 t/m 1825 zijn geen ledenlijsten beschikbaar. Het is dus mogelijke dat hij in één van de jaren uit de genoemde periode tot het College is toegetreden058.
W.Verloop was in 1832-1833 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1841 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat kapitein W.Verloop voor het lidmaatschap heeft bedankt “zullende echter … als Honorair Lid tegen behoud zijner nommervlag blijven contribuëren”. Hij staat onderdaad in de lijst van honoraire leden in 1841 vermeld t/m 1843.
De schepen van de kapitein
In 1824 was W.Verloop gezagvoerder op het Rotterdamse fregat de "Wilhelmina" (208 lasten, gebouwd in de Oostzee). De boekhouders waren Reijn, Varkevisser & Dorrepaal012.
Bouma025 vermeldt W.Verloop als kapitein gedurende:
* in 1826 t/m 1828 van het 3/m schip “Wilhelmina”, gebouwd in de Oostzee in 1820, 388 ton o.m., varend voor Reijn, Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam. Verhoeff, april 2005 meldt als bouwjaar 1818 en als tonnage 589.
* 1829 t/m 1837 op het 3/m schip “Neerlands Koningin”, gebouwd in 1826 te Rotterdam, 570 ton o.m., varend voor Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam.
In het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevinden zich monsterrollen op naam van Willem Verloop van de schepen:
“Hoffnung”, Papenburgse vlag, dd 22 september 1809
“Harmonia”, dd 19 november 1818.
Overige bijzonderheden
W.Verloop verzorgde per 06 april 1827 vanuit Hellevoetsluis met de “Neerlands Koningin” een troepentransport van 6 officieren en 198 manschappen. Hij arriveerde op 27 juli 1827 te Batavia na 112 dagen. Onderweg overleed 1 militair en werden 3 vermist.
Hij verzorgde per 24 oktober 1829 wederom met “Neerlands Koningin” en vanuit Hellevoetsluis een troepentransport van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 23 maart 1830 na 150 dagen, waarbij onderweg 1 militair was overleden065.
Rotterdamsche Courant december 1813
(opm: Hieronder volgt een selectie van gedurende december 1813 door verschillende cargadoors geplaatste advertenties van in Rotterdam in lading liggende schepen, welke een indruk geeft van de ‘lijndiensten’ op een aantal Engelse havens)
Naar Londen:
Het Hollandsch Sloepschip de ONGELUKKIGE, kaptein W. Verloop,
Adres by de Cargadoor Hudig, Blokhuyzen en Van der Eb.
Rotterdamsche Courant 10 april 1821114
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:
….St. Petersburg: het Galjasschip DIANA, kapt. Frans Popke.
Idem: om met de eerste schepen te vertrekken, het Smakschip HARMONIE, kapt. Willem Verloop.
Adres ten kantore van Hudig en Blokhuijzen. …
Rotterdamsche Courant 10 april 1821114
Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:
….St. Petersburg: het Galjasschip DIANA, kapt. Frans Popke, om met de eerste schepen te vertrekken (opm: in een latere advertentie werd als kapitein genoemd James Deale).
Idem, om met de eerste schepen te vertrekken: het Smakschip HARMONIE, kapt. Willem Verloop.
Adres ten kantore van Hudig en Blokhuijzen….
Rotterdamsche Courant 05 mei 1821114
Rotterdam, 4 mei. Van Den Briel wordt van den 4 gemeld: ….
….Den 4 THE PRINCE OF ORANGE, T. Musson, van Londen, en zeilden de EENSGEZINDHEID, J. de Gorter, naar Smirna (opm: Izmir); de VLASBLOEM, G. Hulshoff, naar Liverpool; de CHRISTINA, C. Klok, naar Londen; de NEUTRALITEIT, G.L. Hagen, naar Archangel; de HARMONIE, W. Verloop, en de JONGE ANTJE, H.J. Prins, naar Petersburg; DIE TWENDE BRODRE, J. Jurgesen, naar Swineburg (opm: Svendborg); de St. ANTHONIE, L.C. Scheepers, naar Noorwegen, en de VROUW ROLFINA, J.K. Bolhuis, naar ……(opm: niet vermeld); de wind ZO.
Rotterdamsche Courant 30 augustus 1821114
Rotterdam 29 augustus.
…. 28 zeilde de CHRISTINA TITIA, A.A. Potjer, naar Brest, en arriveerde de WELVAART, H.J. Walker, van Libau (opm: Liepaja), en arriveerden nog in de Put de HARMONIE, W. Verloop, van Petersburg; de MAARTINA ALETTA, J.G. Hoetjer, van Bergen; de KOOPHANDEL, B.G. Harkema, van Riga; de laatste is bijlegger, door zware lekkagie, gedestineerd naar Livorno. Er is nog een inkomende galjas binnen de bank vastgeraakt, de naam nog onbekend…..
Rotterdamsche Courant 25 september 1821114
Rotterdam, 24 september. Den 22 zeilden uit de Maas de schepen de HOOP, E.G. Jonker, naar Brest; de HARMONIE, W. Verloop, en de MARIA MAGDALENA, T.L. Kerkstra, naar Cherburg; de BONNE ESPÉRANCE, L. Porgrout, naar Rouaan; de VROUW FENNEGINA, A.K. Braam, naar de Bogt; de FRIENDS OF LIBERTY, G. Rubic, naar Rye; de PRINS LEOPOLD, W. Draper, naar Hull; de JUFVROUW MARTHA, E.B. Bol, naar Boulogne; de DRIE VRIENDEN, H.G. Haverbult, naar … ; de KATIERA, S. Bufustone, en de SKY LARK, T. Poolsey, naar Londen; de ARNO, P. Robertson, naar Stockton; de FAMILIEN, J.G. Berge, naar Christiaansand; de DAUNTLESS, C. Sharp, naar Fitseroe; de MAARTINA ALETTA, J.G. Hoetjer, en de ANNA, R.E. Brouwer, naar Bergen; de CATHARINA, H. Clasen, naar Borrowstones; de LOUISA, D. Guijt, naar Jerseij; de VROUW MARGARETHA, M.L. de Boer, naar Hamburg…..
Rotterdamsche Courant 23 oktober 1821114
Rotterdam, 22 oktober
….Den 20 zeilden de DRIE GEBROEDERS, J.J. Keijer, naar … ; de TWEE GEBROEDERS, R. de Vries, naar Hamburg; de ELIZABETH AND ANN, W. Ridleij, en de HOPE, W. Tulloch, naar Leith; de AQUATIC, W. Wood, naar Hull, de THOESCON, M.G. Drews, naar de Oostzee; de GUYANA, G. Straatman, naar Suriname; de VROUW ANNA, P. de Heer, en de DRIE GEBROEDERS, J. van Tielen, naar Lissabon; de VROUW ELIZABETH, C. van Gelderen, naar Gibraltar; de THEMIS, M. Wenke, naar Bremen; de ONDERNEEMING, J. Rooderkerk, naar Liverpool; de AURORA, P.H. Brink, naar ALTONA; de JUFVR. FINA, L.T. Mikkenburg, naar Embden, en arriveerde de HARMONIE, W. Verloop, van Cherbourg.
Rotterdamsche Courant 22 november 1821114
Rotterdam, 21 november. Den 19 zeilden uit de Maas de schepen de HARMONIE, W. Verloop, naar IJarmouth; de BEAVER, J. Embleton, naar Newcastle; de TWENDE BRODRE, H.A. Hermansen, en ACHTTIEN HONDERD, O. Frantzen, naar Marstal; de SOPHIA, H.L. Smith, naar Odensee; de VIER GEBROEDERS, N. Andersen, naar Swineburg (opm: Svendborg); THREE SISTERS, W. Frost, naar Londen….
Rotterdamsche Courant 11 deccember 1821114
Amsterdam, 9 december. In het Vlie is binnengekomen W. Verloop (opm: HARMONIE), van Rotterdam naar Yarmouth, wegens lekkagie, verlies van anker, touw en zeilen; zeilt naar Harlingen om te repareren.
Rotterdamsche Courant 31 januari 1822114
Rotterdam, 30 januari. Den 29 arriveerde in de Maas het schip de HARMONIE, W. Verloop, van Yarmouth; de wind W.N.W.
Rotterdamsche Courant 09 april 1822114
Rotterdam, 8 april. ….
…. Den 7 zeilden de VRIENDSCHAP, T. Helm, naar Marseille, en de JONGE GERRIT, F. Plokker, naar Cherburg.
Den 8 zeilden de CORNELIA LUCIA, J. Altona, naar Lissabon; KLAZINA EN DIRKJE, C. Schilperoord, naar Liverpool; DOLPHIJN, W. Verloop, naar St. Thomas; HIJPERION, H.S. Bruinsma, en de VROUW AGATHA, C. Schultz, naar Surinamen; MARGRITA LOURENTIA, J.P. Kortrijk, naar Brest, en ZEEGEWIN, J. van Teijlingen, naar Lissabon; de wind N.N.O.
Rotterdamsche Courant 11 juli 1822114
Rotterdam, 10 juli. Den 15 mei 1822 is te St. Thomas gearriveerd het schip de DOLPHIJN, W. Verloop, van Rotterdam, in 38 dagen.
Rotterdamsche Courant 31 augustus 1822114
Rotterdam, 28 augustus. Den 29 arriveerde te Helvoetsluis het schip DOLPHIJN, W. Verloop, van St. Thomas.
Den 30 arriveerde de HOOP, H.H. Pot, van Dantzig (opm: Gdansk), als bijlegger naar Antwerpen.
Rotterdamsche Courant 17 december 1822114
Rotterdam, 16 december. Den 13 dezer zeilden van Helvoetsluis Zr.Ms. korvet van oorlog EENDRAGT, kapitein Schroder, en VREDE EN VRIENDSCHAP, K. Nieuveen (opm: driemaster, kapt. Klaas Nieveen) naar Surinamen; OROMASE (opm: brik OROMAZE, thuishaven Oostende), E. van der Zweep, naar Brazilië; WILHELMINA (opm: fregat), W. Verloop, MARIA HILLEGONDA (opm: fregat MARY EN HILLEGONDA), H. Glazener en WILLEM (opm: fregat), P. van Vliet, naar Batavia; VERWISSELING, A. Schaaf (opm: hoeker, kapt. A. Schaaff), naar Lissabon; de HOOP (opm: hoeker), H. van der Kolff, naar Nantes; de VROUW PETRONELLA (opm: kof), M. Muller, naar Newry, en CORNELIA LUCIA (opm: hoeker), J. Altona, naar Marseille;
Familiegegevens en opleiding
Jan Palm werd geboren te Rotterdam c.1780 als zoon van Pieter Palm en Catharina Putters.
Hij was gehuwd met Elizabeth Judemans.
Hij overleed te Rotterdam op 23 januari 1829 aan de Oostsingel nr.64.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jan Palm was met vlagnummer R60 in de periode 1819 - <1826 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Palm als gezagvoerder gedurende:
* 1816 t/m 1822 op het 3/m schip “Wilhelmina”, gebouwd aan de Oostzee in 1820, 388 ton o.m., rederij en thuishaven niet vermeld. Volgens het Archief van de Waterschout011 betreft het hier Jan Palm.
Verhoeff, april 2005 meldt als bouwjaar 1818 en als tonnage 589. Toch moet er een onjuistheid in de opgaven zitten, want in 1816 was het schip nog niet gebouwd.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Jan Palm op de:
“Drie Gebroeders”, dd 12 oktober 1771; 13 oktober 1775;
“Goede Verwagting”, dd 26 april 1785;
“Vrouw Johanna”, dd 03 maart 1815;
“Wilhelmina”, dd 27 maart 1816 en 12 augustus 1818.
Overige bijzonderheden
Pieter Rolff werd vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart per 13 augustus 1818 als kajuitwachter geplaatst op de “Wilhelmina” onder kapitein Palm voor een reis naar Batavia. Hij keerde op school terug per 28 november 1819004/531-1273.
J.Palm verzorgde per 06 april 1827 vanuit Hellevoetsluis met de “Wilhelmina” een troepentransport van 4 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 05 augustus 1827 na 121 dagen. Onderweg was 1 militair overleden.
Op 14 mei 1828 voer hij wederom vanuit Hellevoetsluis met de “Wilhelmina” uit met 1 officier en 150 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 01 november 1828 na 171 dagen. Ook nu was onderweg 1 militair overleden065.
Rotterdamsche Courant 15 februari 1816
Advertentie. Nicolaus Montauban van Swyndregt, Hubertus Montauban van Swyndregt en Frederik van Dam, makelaars binnen Rotterdam, als lasthebbende van hunne principalen, en geauthoriseerd door de Rechtbank van Koophandel, zitting houdenden binnen deze stad Rotterdam, zijn van mening, op maandag den 4 maart 1816, des middags ten 1 uur, in het Badhuis, onder de Boompjes, in het openbaar te veilen en te verkopen: een welbezeild Kofschip genaamd de VROUW JOHANNA, gevoerd geweest bij kapt. Jan van der Palm, lang over steven 98 voeten, wijd binnen de huid 20 voeten 5 duimen, hol, in het ruim bij de voorkant van het luik onder de balk, 11 voeten, alles Amsterdamse maat, met deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere scheeps-gereedschappen, zoals hetzelve thans is liggende in de Leuvehaven, aan de westzijde, voor het huis van den heer F. Browne. Nader onderrigting bij bovengemelde makelaars.
Rotterdamsche Corant 05 oktober 1819114
Bataviasche Berigten, van den 1 mei tot den 5 juni.
Den 9 mei is van Batavia vertrokken het schip JOHANNA MARIA, Jonker, naar Middelburg; den 14 dito HERO, Poppin, naar Antwerpen; den 24 dito FLORA, Tieman, naar Amsterdam; den 28 dito WILHELMINA, Palm, naar Rotterdam
Rotterdamsche Courant 02 november 1819114
Rotterdam, 1 november. Van Helvoetsluis wordt van den 1 dezer gemeld: Kapitein (opm: van het Rotterdammer driemastschip WILHELMINA) J. Palm, die op den 27 passato van Batavia alhier is binnengekomen, rapporteert, dat hij den 30 mei, ten anker liggende op de hoek van Onton Java (opm: Untong Djawa), omtrent de eilanden Middelburg en Amsterdam (opm: in de aanloop naar Tanjung. Priok), heeft zien passeren een Hollands pinkschip, met de nummervlag No. 42. (opm: naam van kapitein en schip konden niet worden gelocaliseerd)
Rotterdamsche Courant 07 april 1821114
Rotterdam, 6 april. Te Batavia zijn gearriveerd den 30 oktober 1820 A. Schott (opm: fregat JAVA) van Rotterdam, laatst van de Saldanha-baai; den 2 november W. Schipman en den 7 dito A. Willems van Antwerpen en S. Cook van Amsterdam, laatst van Londen.
Den 3 november is van daar vertrokken het Amerikasche schip CATHARINE, J. Endicott, naar Amsterdam; den 22 oktober van Sourabaija het schip WILHELMINA, J. Palm, naar Rotterdam en den 5 november het Engelse schip BRITANNIA, T. Sharpe, naar Antwerpen.
De Straat Sunda is den 6 oktober ingezeild het schip CONCORDIA, Auke Willems, van Antwerpen naar Batavia.
Rotterdamsche Courant 14 februari 1822114
Amsterdam, 12 februari. Het schip MARGARETH, kapt. W. Simpson, van Batavia naar Antwerpen, is op de hoogte van Anjer zwaar lek geworden en den 24 oktober te Batavia terug gekomen.
Te Batavia is den 15 oktober 1821 gearriveerd C. Neurenberg van Antwerpen; dern 23 dito J. Palm van Sourabaija; te Gibraltar J. Brugge, van Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 16 maart 1822114
Rotterdam, 15 maart. ….
….Van Batavia is vertrokken den 11 november het schip WILHELMINA, J. Palm, en den 17 november JAVA PACKET, J. Rabe, naar Rotterdam.
Rotterdamsche Courant 25 april 1822114
Rotterdam, 24 april. Volgens particuliere berigten van Batavia, tot den 14 december 1821, was aldaar den 11 dito gearriveerd het schip (opm: fregat) BARONESSE VAN DER CAPELLEN, kapt. F.F. Cambernon, van Antwerpen, en den 14 het schip BORNEO, kapt. Ross, van Londen.
Voorts is den 31 januari aan de Kaap gearriveerd het schip (opm: fregat) WILHELMINA, kapt. J. Palm, van Batavia naar Rotterdam.
Rotterdamsche Courant 25 mei 1822114
Rotterdam, 24 mei. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 21 mei:
Op de hoogte van Plymouth bevonden zich den 19 dezer het schip ANNA MARIA, Haijnes, van Amsterdam naar Surinamen, en een Hollandse brik met de nommervlag 177, van Surinamen naar Amsterdam; de laatste in 43 dagen. (opm: in die dagen bestonden er vier zeemanscolleges, elk met een eigen vlag; hier wordt geen vlag genoemd, zodat de kapitein en het schip niet kunnen worden geïdentificeerd)
Den 20 februari is van de Kaap de Goede Hoop vertrokken het schip (opm: fregat) WILHELMINA, J. Palm, van Batavia naar Rotterdam.
Rotterdamsche Courant 01 juni 1822114
Rotterdam, …..
Den 31 arriveerden de JONGE GIJSBRECHT PAULUS EN ADRIANA (opm: galjas), M.D. Meijer van Liverpool, en WILHELMINA, J. Palm, van Batavia.
Een bericht uit de Javasche Courant van 1830 waaruit blijkt, dat kapt. Jan Palm van de WILHELMINA tussen 30 oktober 1828 (dag van aankomst van zijn schip WILHELMINA van Hellevoetsluis te Batavia) en 4 december 1828 (datum advertentie Weeskamer te Batavia) daar is overleden.
Datum vanaf: |
1827 |
Kapitein: |
Palm, Jan |
Overige informatie: |
1827- 1830 |
Familiegegevens en opleiding
Hendrik Balthazar Constantijn Helvetius Ruysch werd geboren te Huissen op 08 september 1805. Hij trouwde met Sara Frederica de Jong, geboren te Rotterdam op 06 juli 1811. Lid van het WZF per 12 augustus 1833. Toegevoegd is: “de kapt voor een andere Haven als Amstdm varende betaald ingevolge Art 35* dubb. Contr.” Bedankt in 1860003
Hendrik Balthasar Constantijn Helvetius Ruysch werd geboren op 08 september 1805 te Arnhem als zoon van de Nederlands Hervormde Balthasar Constantijn Ruysch en Maria Gesina de Roos. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Westerstraat Wijk 15 nr. 710 en vertrok op 27 juli 1858 naar Twello. Hij trouwde op 19 september 1832 te Rotterdam met Sara Frederika de Jong, geboren 06 juli 1811 te Rotterdam, dochter van de Doopsgezinde Johannes de Jong, scheepsbouwmeester, en Geertruy Johanna Pereboom005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.B.C.H.Ruysch (adres bij kapitein S.van Delden) werd met vlagnummer 342 per 23 augustus 1831 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van kapitein B.J.Martens. Als zijn schip is genoemd de "Hendrik Jan". Toegevoegd is "bedankt"002.
In de Algemene Vergaderingen van 16/23 augustus 1831 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/benoemd Hendrik Balthazar Constantijn Helvetius Ruysch, oud 26 jaar, afkomstig uit Rotterdam, voerende het schip Wilhelmina, adres bij de heer I Bondix, op voordracht van kapitein B.J.Martens. Hij kreeg vlagnummer 342023.
H.B.C.H. Ruysch was met vlagnummer R71 in de periode 1830 t/m 1877 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart-058.
H.B.C.H.Ruijsch was in 1835, 1840, 1846 en 1849 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1878 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe H.B.C.H.Ruijsch afziet van haar recht op de jaarlijkse uitkering058
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
342 1831-1832 brik Wilhelmina van Rotterdam geen opgave
1833-1835 fregat De Indiaan de Cock Frères te Rotterdam
230 1836-1837 bark Antoinette Maria L.F.de Bruyn te Rotterdam
1838-1839 fregat Hendrik Jan idem
1840-1853 fregat Gerardus Jacobus idem
65 1854-1856 fregat Gerardus Jacobus idem
1857-1859 geen vermelding van schip en boekhouder
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein H.B.C.H.Ruysch met vlagnummer R71 vermeld in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851, 1855 van het fregat “Gerardus Jacobus” 397 last varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam
* 1858, 1859, 1862 t/m 1867, 1874, geen schip vermeld.
Bouma025 vermeldt H.B.C.H.Ruysch als gezagvoerder gedurende:
* 1829 t/m 1833 op het 3/m schip “Wilhelmina”, gebouwd aan de Oostzee in 1820, 388 ton o.m., varend voor Reijn, Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam. Verhoeff, april 2005 meldt als bouwjaar 1818 en als tonnage 589.
* 1832 t/m 1833 van de brik “Wilhelmina van Rotterdam, geen vermelding van bouwgegevens, en eigenaar. Varend vanuit Rotterdam;
* 1834 t/m 1836 van het fregat “Indiaan”, gebouwd in 1812, bouwlocatie niet vermeld, 343 ton o.m., varend voor de Cock Frères te Rotterdam.
Verhoeff086 vermeldt dat het schip in 1833 werd overgenomen van J.& T.Marselis te Amsterdam als “l’Auguste”. De notatie zou dus moeten zijn “Indiaan” ex l’Auguste.
* 1837 van de bark “Antoinette Maria”, geboud in 1836 te Rotterdam, 510 ton o.m., varend voor L.F.de Bruyn te Rotterdam;
* 1839 t/m 1840 van de bark “Hendrik Jan”, gebouwd in 1838 te Rotterdam, 721 ton o.m., varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam;
* 1841 t/m 1857 van het 3/mschip “Gerardus Jacobus”, gebouwd in 1841 te Rotterdam, 739 ton o.m., varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
H.B.C.H.Ruysch verzorgde per 12 augustus 1850 vanuit Hellevoetsluis met de “Gerardus Jacobus” een troepentransport van 7 officieren en 100 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 04 december 1850. Onderweg was 1 manschap overleden065.
Familiegegevens en opleiding
Dirk Ary de Jong werd geboren te Vreeland (zal wel Vlieland zijn) op 10 december 1801. Hij huwde met Jantje Hielkes Prins, geboren te Harlingen op 08 oktober 1809. Na het overlijden van zijn vrouw hertrouwde hij maar de naam van de tweede vrouw is niet vermeld.
Hij wordt als "vermist" opgegeven.
Dirk Aris de Jong werd geboren op Oost-Vlieland op vrijdag 10 december 1802 als zoon van Aris/Arie de Jong (geb. te Bremen in 1757, overleden op Oost-Vlieland op 23 september 1827) en Neeltje Klaas Visser (geb. Oost-Vlieland 23 augustus 1761, overleden aldaar op 15 juni 1849).
Hij trouwde te Vlieland op 27 juli 1827 met Grijtje Walburg, geboren 12 november 1802, overleden op Oost-Vlieland op 23 juni 1828. Hij trouwde voor de tweede maal te Harlingen op 24 november 1831 met Jantje Hielkes Prins, (geb/ged te Harlingen op 08/29 oktober 1809, Grote Kerk als dochter van Hielke Hendrik Prins en Maaike Simons de Haan. Overleden te Harlingen op 30 januari 1852. Hij ging voor de derde maal in ondertrouw op 28 juli 1853 met Henderica Jacobus Posthuma (c. 25 jaar oud, geboren rond 1828) en trouwde te Harlingen op 28 juli 1853, op 50 jarige leeftijd.
Gegevens ontleend aan het archief van de heren Kees Stada te Kropswolde en Hugo ter Avest (conservator van het Hannemahuis) te Harlingen, verkregen door tussenkomst van Ton Pronker te Vlieland dd 07 februari 2003. Pronker deed nader onderzoek naar kapitein de Jong en zijn vrouw Jantje Prins, vanwege de aanwezigheid van portretten van beiden in het Hannemahuis, geschilderd door P.F.Greive in 1831 (Dirk de Jong) resp. 1835 (Jantje Prins)
Foto’s gemaakt van beide portretten in het Hannemahuis juni 2009
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.A.de Jong (adres Bultman) werd per 27 januari 1835 op voordracht van R.Maalsteed met vlagnummer 407 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving is geen scheepsnaam vermeld. Toegevoegd is "vermist"002.
In de Algemene Vergaderingen van 20/27 januari 1835 werd voorgedragen/benoemd Dirk Arij de Jong, oud 32 jaar, voerend het schip “Wilhelmina”, afkomstig uit Rotterdam en met adres bij S.Boon te Harlingen, op voordracht van kapitein R.Maalsteed023.
Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 01 maart 1839003.
(Een) D.A.de Jong was met vlagnummer R66 in de periode 1837 t/m 1842 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van “Zeemanshoop” dd 25 april 1833 is vermeld een brief van ene D.C. de Groot die aan het Bestuur raad vraagt “in een verschil tusschen hem en Kapt. D.A. de Jong”. “Gehouden buiten deliberatie als behoorende niet tot den Werkkring van het College.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 januari 1839 staat het volgdend: “Verzoek van Kapt. D.A. de Jong om niet verpligt te zijn als voortdurend Deelnemer drie Leden Donateurs te geven in afwachting dat zal zijn beslist uit welke Haven hij zal gaan varen Toegestaan tot tijd en wijle hij weder gaat varen.” 042.
In de Bestuursvergadering dd 31 oktober 1844 meldt D.A. de Jong dat hij op reis gaat als supercarga voor een loon van f 100,- en vraagt daaarvoor toestemming met behoud van zijn rechten. Het Bestuur gaat accoord.042
Een supercarga is een persoon die toezicht houdt op de lading van het schip.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
407 1835 geen vermelding van schip en boekhouder
294 1836-1837 fregat Mary en Hillegonda E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam
1838-1844 geen vermelding van schip en boekhouder
1845-1846 sch.kof De Waakzaamheid de kapitein
1848 geen vermelding van schip en boekhouder
1849 sch.kof Zes Gebroeders de kapitein
1850-1853 geen vermelding van schip en boekhouder
91 1854 geen vermelding van schip en boekhouder
1855-1856 fregat Koningin der Nederlanden J.Korthals Wz te Dordrecht
1857-1864 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt D.A.de Jong als gezagvoerder gedurende:
* 1834 t/m 1835 van het 3/m schip “Wilhelmina”, gebouwd in 1820 in de Oostzee, 388 ton o.m., varend voor Reijn, Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam. Verhoeff, april 2005 meldt als bouwjaar 1818 en als tonnage 589.
* 1837 t/m 1838 van het 3/m schip “Mary & Hillegonda”, gebouwd in 1835 te Rotterdam, 750 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
* 1846 van de kof “Waakzaamheid”, gebouwd in 1824 te Groningen, 210 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen;
Verhoeff086 vermeldt dat de “Vrede en Vrijheid” in 1839 werd overgenomen van A.S.Lammerts te Amsterdam en werd herdoopt in “Waakzaamheid”.
* Bouma vermeldt D.A. de Jong niet als kapitein van een schip “Zes Gebroeders”, maar wel als reder te Harlingen van de kof “Zes Gebroeders” ex Henrika Jacoba Grouw, ex Eyzo de Wendt, gebouwd in 1830 , bouwlocatie niet vermeld, 166 ton o.m.. Hij reedde dit schip van 1847 t/m 1855 en verkocht het schip toen aan A.Profumo & Co te Livorno. In de periode van zijn reederij werd het schip gevoerd door de kapiteins M.F. Munning (1847 t/m 1849) en D.D.Visser (1850 t/m 1854). Gezien de opgaven uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 (zie hiervoor) heeft D.A.de Jong toch ook zèlf als gezagvoerder/eigenaar het schip bevaren.
* 1856 t/m 1857 van het 3/m schip “Koninging der Nederlanden”, gebouwd in 1830 te Dordrecht, 750 ton o.m., varend voor de Dordrechtsche Scheepsreederij te Dordrecht. Het schip strandde in 1857 en werd te Milford afgekeurd.
Overige bijzonderheden
Het fregat “Koningin der Nederlanden” onder kapitein D.A. de Jong was op 22 maart 1855 te Cardiff, passeerde op 06 juni Kaap Hoorn en was op 07 augustus 1855 te San Francisco. Na verblijf in enkele zuid-amerikaanse havens aan de westkust staat op 11 juni 1856 Rio de Janeiro vermeld en is het schip dus via Kaap Hoorn op de terugweg. Op 14 oktober 1856 staat Milford vermeld “leaking & sprung mast”.121
|