Afm. 77 voet 9 duim x 19 voet x 9 1/2 voet.
1816
Op 29 juni 1816 wordt voor de WINDLUST door H.H. Nap uit Groningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Hendrik Roelfs Smit.
1817
OHC 300817
Amsterdam, 28 september. Den 24 dezer in het Vlie binnengekomen H.R. Smit van Riga.
Op 17 september 1817 wordt voor de WINDLUST door M. Buijtenwerff uit Groningen een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Hendrik Roelfs Smit
RC 061217
Arrivementen: Te Port á Port H.R. Smit van Amsterdam.
1819
Op 1 maart 1819 wordt voor de WINDLUST door H.H. Nap uit Groningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Hendrik Roelfs Smit.
RC 230319
Amsterdam, 21 maart. Uit het Vlie gezeild H.R. Smit naar Bergen.
1842
PGC 240642
Advertentie. De 20e juni 1842, ter requisitie van Lammechien Jans Smit, ehevrouw van Geert Andries Nieveen, schipper, Roelf Kesselaar, kleermaker, en Frederik Kesselaar, touwslager, allen te Groningen woonachtig, heb ik, Pieter Hekkema, deurwaarder bij de Arrondissements Rechtbank te Groningen, voor de eerste maal opgeroepen Hendrik Roelfs Smit, laatst gewoond hebbende te Groningen, doch thans afwezig, om op vrijdag 23 september 1842 in persoon te verschijnen voor de Arrondissements Rechtbank van Groningen, ten einde:
- Aangezien gedaagde op de 16e maart 1819 met het door hem gevoerd wordende kofschip, WINDLUST genaamd, uit het Vlie met ballast is vertrokken naar Bergen.
- Aangezien er sedert generlei bericht van dat schip of van de gedaagde is ingekomen en deze dus zeer waarschijnlijk met meergemeld schip op die reis moet zijn verongelukt.
- Aangezien er meer dan tien jaren zijn verlopen sedert de gedaagde van zijn laatste woonplaats is vertrokken.
- Aangezien de requiranten als erfgenamen van de gedaagde ten deze belanghebbende zijn.
Aan de rechtbank van zijn aanwezen te doen blijken.
Groningen, 20 juni 1842, P. Hekkema, deurwaarder.